Hoe gaat het nu met de oud-Debuutprijswinnaars?
Het boek is geschreven. De punt gezet. Het wachten is op de eerste recensie. Hoe zag je de eerste recensie tegemoet?
Lize Spit was in de nacht voordat de eerste recensie online kwam best nerveus. 'Ik ben die nacht heel vaak wakker geworden,' bekent ze lachend. 'En uiteindelijk zag ik dat Het smelt vijf sterren gekregen had. Dat was een grote opluchting. Ik wist wel dat ze vrij positief waren, had het wel gehoopt, maar niet verwacht.'
Ook Roxane van Iperen geeft toe dat ze best nerveus was. 'Je bent zo lang bezig met een debuut, het is de presentatie van je zielenkind aan de buitenwereld. Tegelijkertijd moet je jezelf blijven toe spreken: het is pas je eerste boek, hopelijk volgen er nog vele, dus blik op oneindig, doorwerken en laat je niet ontmoedigen door kritiek of tegenslag. Bij zowel lof als kritiek heb ik altijd gedacht: het is al een wonder dat het boek wordt gelezen en besproken, de meeste boeken – debuut of niet – wacht een bittere zwijgdood.'
Antoinette Beumer wachtte de eerste recensie in spanning af. 'Heel concreet is er maar één recensie in een krant verschenen. Mijn uitgever belde me en vertelde me dat de Volkskrant twee boeken over hetzelfde onderwerp ging bespreken, waarvan mijn boek één was. Dat is uiteindelijk een groot artikel geworden. Ik vond het best wel spannend, want voor hetzelfde geld wordt je boek neergesabeld, maar het was een goed artikel. Uiteindelijk is er een quote uitgekomen, maar die vond ik heel karig. Ze vonden het een "nuttig boek".'
Thomas Rueb is verslaggever bij NRC Handelsblad en kreeg via, via te horen dat zijn 'eigen' krant bezig was met het schrijven van een recensie. Een recensent van buiten de krant recenseerde het boek om elke schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. 'Op de redactie werd er niet echt over gesproken. Dat voelde best ongemakkelijk. Ik zat de dag dat de boekenbijlage uitkwam op de redactie en was ontzettend gespannen. Ik zal eerlijk zeggen dat ik op dat moment letterlijk mijn vingerkootje had ingeleverd voor vijf sterren. Toen de recensie verscheen en ik vijf sterren had gekregen, ben ik heel rustig opgestaan en naar buiten gelopen. Daar ben ik zo’n tien minuten op en neer gaan springen. Daarna ben ik weer heel rustig terug naar mijn bureau gelopen. Ik was echt ontzettend blij met de vijf sterren.'
Iedere prijs begint met dé lijst, ook wel de nominatielijst genoemd. Hoe verrast was je met je nominatie?
De Vlaamse schrijfster Lize Spit liep na het horen van de nominatie voor Het smelt de hele dag op wolkjes. 'Zo’n nominatie vond ik al een soort bevestiging en het zorgde voor een warme gloed over die dag.'
Roxane van Iperen was al heel blij met de nominatie voor Schuim der aarde. 'Sowieso hebben de Hebban-lezers veel voor mij en mijn debuutroman betekend, want eind 2016 had ik met Schuim der aarde ook al de prijs "Beste leesclubboek" gewonnen. Daarmee bevestigden zij dat je lezers niet moet onderschatten of moet compartimentaliseren. Er is niet één vast voorschrift, of een succesformule voor een debuut. Toch was ik zeker verrast met de nominatie voor beste debuutroman. Een jaar eerder had Lize Spit gewonnen en tegelijk met mij waren ook heel goede auteurs genomineerd. Dat is een fijn en eervol lijstje om in te staan.'
Antoinette Beumer was volledig verrast toen ze hoorde dat ze met Mijn vader is een vliegtuig op de nominatielijst stond. 'Ik had het totaal niet verwacht. Het is geen valse bescheidenheid of zo, maar ik heb heel lang gedacht "wie hoort er in dit rijtje niet thuis?" Ik keek erg op naar de andere genomineerden. Dat waren auteurs die al veel geschreven hadden op journalistiek gebied, korte verhalen, gedichten, proza en ik was een filmmaker die een boek had geschreven. Ik vind het moeilijk om mezelf als schrijver te zien. Ik ben toen ook voor de Bronzen Uil genomineerd en ik weet dat ik ook van die nominatie niets snapte. Met beide nominaties was ik echt heel blij, maar snappen deed ik het niet.'
Thomas Rueb was vooral 'best wel een beetje verrast' met de nominatie voor Laura H. 'Ik had niet verwacht dat een non-fictief boek zo snel in aanmerking zou komen voor de Hebban Debuutprijs. Ik had in ieder geval niet vreemd opgekeken als het niet op de nominatielijst had gestaan.'
En dan is daar de middag of avond van de uitreiking van de Hebban Debuutprijs.
Spit nam haar Debuutprijs in een kerk in Amsterdam in ontvangst en herinnert zich vooral een lange avond. 'Er werden die avond meerdere prijzen uitgereikt en de Debuutprijs was pas aan het einde van de avond. Al die tijd was ik toch wel een beetje zenuwachtig.'
Roxane van Iperen had voor de gezelligheid haar dochter meegenomen naar Hilversum. 'Op een of andere manier was ik er al vanuit gegaan dat ik niet zou winnen, dus ik was niet zenuwachtig of opgewonden. Ik keek er vooral naar uit om de andere schrijvers te ontmoeten, en de juryrapporten te horen.'
Antoinette Beumer ontving de Debuutprijs in Rotterdam. 'De prijsuitreiking vond overdag in boekhandel Donner plaats. De winkel was open en er werden boeken verkocht. Ik was helemaal niet zenuwachtig. Ik ging er zo vanuit dat ik de prijs niet zou krijgen.' Geheel ontspannen liep Beumer in een knalblauw pak de boekwinkel binnen. 'Daar had ik wel van tevoren over nagedacht. Het blauw paste mooi bij de kaft van het boek.'
'Mijn dochter, toen 12 jaar, huppelde daar een beetje rond en in al haar spontaniteit zei ze opeens: "Hé mam, jouw naam staat op die prijs gegraveerd!"'
Thomas Rueb nam zijn prijs in boekhandel Broese in Utrecht in ontvangst. 'Ik ben vooral heel erg goed in verdedigingsmechanismes. Elke gedachte over het wel of niet winnen van een prijs bande ik totaal uit. Dat ik niet ging winnen, werd mijn mantra. Die bleef ik herhalen om de verwachtingen te temperen.' Tegelijkertijd met de Hebban Debuutprijs was Rueb ook voor de Brussepijs genomineerd. 'Ik ging in mijn hoofd aan ruilhandel doen; als ik die prijs win, dan… en als ik die prijs niet win, dan wel… Ik was heel erg beducht voor hoop en verwachtingen. Doordat ik de Brusseprijs won, was er enorm veel druk afgehaald en merkte ik pas hoe graag ik de prijs wilde winnen, maar ik had niet echt verwacht dat ik ook de Debuutprijs zou winnen. Ik hoopte het wel.'
Zeg eens eerlijk, had je een praatje voorbereid voor het geval dat je zou winnen?
Spit had niets voorbereid. 'Ik vond het zo ijdel om ervanuit te gaan dat ik zou winnen en iets zou moeten zeggen. Vooral het beeld dat als ik niet gewonnen zou hebben, ik dan weer met dat briefje in mijn zak terug naar huis zou moeten. Dat vond ik zo’n treurig beeld.'
En ook Van Iperen had helemaal niets voorbereid. 'Nee joh! Totaal niet. Nogmaals: ik dacht dat ik geen kans maakte. Het is een debuutprijs, en bij debuten wordt vaak gezegd: houd het dicht bij jezelf. Mijn debuut speelde zich af aan de andere kant van de wereld en schetst een wereld vol corruptie, geweld en extreme natuur - niet iets waarin de Nederlandse lezer zich primair zal herkennen. Dus ik stortte me op de gratis drank en borrelnoten.'
Antoinette Beumer: 'Helemaal niets. Ik had zelfs tegen mijn man gezegd dat hij helemaal niet mee hoefde te gaan. Dat ik er wel even met mijn redacteur naartoe zou gaan, maar dat het waarschijnlijk voor niets zou zijn, omdat er toch niets zou gebeuren.'
'Nee,' zegt ook Thomas Rueb. 'Maar daar had ik later enorm veel spijt van, want toen stond ik met een mond vol tanden.'
En toen werd je naam genoemd?
Spit was blij en vereerd. 'Ik werd op het podium geroepen en nam de beker in ontvangst. Ik moest nog iets zeggen, maar dat stelde niet veel voor, want ik had dus niet voorbereid.'
Van Iperen verklapt een lang bewaard geheim over dat moment. 'Mijn dochter, toen 12 jaar, huppelde daar een beetje rond en in al haar spontaniteit zei ze opeens: "Hé mam, jouw naam staat op die prijs gegraveerd!" Blijkbaar hadden ze de prijzen voor de diverse categorieën klaarstaan op een kruk. Mijn wangen gloeiden op en ik moest heel hard lachen. Gelukkig werd precies op dat moment de winnaar van de Beste Debuutroman bekendgemaakt, en zeiden ze mijn naam.'
Beumer was vooral blij dat haar man toch mee naar Rotterdam was gegaan. 'Ik was meteen echt heel erg blij, maar ik dacht wel de hele tijd "hoe kan dit nou?" Ik was heel erg verrast, maar ik begreep er niets van. Ik realiseerde me ineens dat ik de Debuutpijs had gewonnen en het was toch heel erg fijn dat er dan een geliefde bij is. Iemand waarmee ik het moment kon delen. Het winnen van zo’n prijs vind ik de mooiste en beste prijs die je kan krijgen. Ik heb vast wel iets gezegd, maar ik kan het met niet meer herinneren. Ik had het echt niet verwacht, en dus niets voorbereid.'
Rueb: 'Ik stond op en kreeg meteen een microfoon toegeschoven. Dan krijg je wel even een adrenalineprikkel. De ader op mijn voorhoofd klopte flink. Ik heb wel iets gestameld, en vooral heel veel bedankt. Ik was vooral ontzettend blij.'
Hoe is het je na de prijsuitreiking vergaan?
Het eerste jaar na haar debuut werd Spit vooral in beslag genomen door het marketinggebeuren rondom haar boek. Pas na dat jaar kon ze haar agenda leegvegen en zichzelf losrukken van promotie, lesgeven en het schrijven van columns. In die leegte begon Spit met het schrijven van haar tweede roman. Nu, vier jaar later, is Spit met de afwerking bezig, 'maar ik weet nog niet zeker wanneer het uitkomt. Het boek is in de laatste fase en bij de uitgever wordt de tekst inmiddels op zinsniveau geredigeerd. Het begint in zicht te komen dat het af gaat zijn.'
Het schrijven van een tweede roman voelt voor Spit een beetje als een gek dansje dat je eens hebt gemaakt. 'En dan vragen ze je om hetzelfde dansje opnieuw te doen, maar nu gaan ze het filmen.'
Spit vertelt dat het schrijven van het tweede boek haar moeilijker valt dan het eerste boek. 'Ik ga ervan uit dat iedereen het heel slecht gaat vinden en dat ik word afgerekend op mijn vorige succes. Ik ben daarin heel wantrouwig en pessimistisch. Ik voel me veel kwetsbaarder.' Het schrijven van een tweede roman voelt voor Spit een beetje als een gek dansje dat je eens hebt gemaakt. 'En dan vragen ze je om hetzelfde dansje opnieuw te doen, maar nu gaan ze het filmen.'
Van Iperen heeft zich na haar debuutroman Schuim der aarde op een non-fictie boek gestort, 't Hooge Nest, dat in 2018 uitkwam. 'Eigenlijk gold voor die aanpak en dat schrijfproces hetzelfde: ik heb het op mijn eigen manier gedaan, zonder me al te veel af te vragen of wel iemand op mij of dit boek zat te wachten. Die intrinsieke motivatie dient twee doelen: het is, volgens mij, de enige manier om de lange en soms zware processen vol te houden, en bij kritiek kun je voor jezelf altijd verantwoorden waarom je het toch zo hebt gedaan. Op dit moment ben ik bezig het Boekenweekessay te schrijven, dat in maart 2021 verschijnt, en werk ik aan een nieuwe roman.'
Ook met Beumer gaat het sinds het verschijnen van haar debuutroman heel goed. 'Ik heb het roer in mijn leven omgegooid. Sinds anderhalf jaar werk ik vast bij Videoland als Hoofd Drama. Soms fantaseer ik er wel over weer een boek te schrijven. Dat leven had ook echt iets. Je bent weg uit het dagelijks leven en kan je volledig in een verhaal intunen. Ik heb wel een verhaal. Ik heb hem zelfs al gepitcht bij mijn redacteur en die vraagt me telkens wanneer ik daaraan ga beginnen, maar ik moet eerst mijn film afmaken. Het is de verfilming van het boek. De karakters bevolken nog te veel mijn hoofd. Als de film klaar is, zal ik weer ruimte krijgen voor andere verhalen.'
'Het is inmiddels alweer ruim 1,5 jaar geleden dat het boek verschenen is en de rit van het boek is nog niet helemaal afgelopen. Daar ben ik blij om. Je stopt alles in een boek en als het geschreven is, is het voorbij. Maar ik ben er nog altijd mee bezig. In oktober gaat de theatervoorstelling Laura H. in première. Ik ben betrokken geweest bij de casting en heb meegelezen met de bewerking. Volgend jaar verschijnt er ook nog een televisieserie over Laura H.,' vertelt Rueb enthousiast. De komst van een tweede boek laat nog even op zich wachten. 'Het verhaal voor het eerste boek kwam in mijn werk voorbij. Het verhaal was te groot voor een reeks krantenartikelen. Ik maakte er een boek van. Nu is het omgekeerd en heb ik vooral heel veel blanco pagina’s, maar nog geen verhaal. Ik ben met een vlindernet door de wereld aan het trekken in de hoop dat er een verhaal blijft hangen.'
Heeft het winnen van de Debuutprijs je verder geholpen met schrijven of heeft het je nog ergens mee geholpen?
'Natuurlijk!' zegt Roxane van Iperen. 'Ieder zetje in de rug helpt, zeker bij een debuut. Dat mensen willen lezen wat jij schrijft is, naast het schrijven zelf, het mooiste aan dit vak.'
Antoinette Beumer denkt dat het winnen van de Debuutprijs het boek zeker heeft geholpen. 'Het boek wordt op zo’n manier toch zichtbaarder. Het is jammer dat er voor de eerste druk al zoveel exemplaren waren gedrukt en ingekocht dat het nooit tot een tweede druk is gekomen om op de kaft te kunnen zetten "Winnaar Hebban Debuutprijs".'
'Je moet gewoon denken dat de wereld op jou zit te wachten. Als je te veel gaat relativeren, dan stort je ter aarde.'
Het winnen van onder andere de Hebban Debuutprijs heeft Thomas Rueb vooral rust gegeven. 'Wat er ook met het boek gebeurt, dit heb ik. Dit boek staat er en het is goed zo.'
Heb je nog tips voor auteurs in spé die momenteel bezig zijn met het schrijven van hun debuut?
Spit: 'Zorg ervoor dat je tekst moet ademen. Inademen en uitademen. Actie en reflectie moeten elkaar afwisselen. Dat maakt een verhaal levensvatbaar.'
Van Iperen: 'Dat is zo lastig. Enerzijds ben ik een groot voorstander van volledig je eigen plan trekken, wat betreft onderwerpkeuze, stijl en compositie. Anderzijds heb ik altijd tegen mezelf gezegd: als ik geen hoogstaande uitgever vind die heel blij wordt van mijn werk, blijft alles in een la liggen. Ik hecht namelijk veel waarde aan het inhoudelijke en literaire oog van een ervaren redacteur. Ik denk dat iedereen voor zichzelf een balans tussen die polen moet vinden.'
Beumer: 'Je moet gewoon denken dat de wereld op jou zit te wachten. Als je te veel gaat relativeren, dan stort je ter aarde. Je moet jezelf serieus nemen, anders krijg je niets voor elkaar. Ga zitten en ga schrijven.'
'Vrees de obsessie niet,' zegt Rueb. 'Het is helemaal niet erg om je een tijd totaal te verliezen. Probeer dan ook de omstandigheden te creëren, dus niet alleen in het weekend schrijven of op één doordeweekse dag. Zorg voor een hele periode dat je je geheel kunt wijden aan je verhaal.'
Binnenkort wordt voor de vijfde keer op rij de Debuutprijs uitgereikt. Heb je nog tips voor de kanshebbers? Hoe ga je om met je zenuwen voor de uitreiking en wat doe je in de erna-fase?
Spit: 'Blijf uzelf en wordt geen typetje, zodat je niet het gevoel krijgt dat je door de mand kunt vallen.'
Van Iperen is daar heel stellig in: 'Als een avond te lang is, moet je gewoon lekker op de wc gaan zitten met een goed boek – iemand komt je vast wel halen als je nodig bent. Als je niet wint, missen ze je vast niet eens, en dan heb je wel weer een boek uit. Voor erna: zitten, typen, slapen, repeat.'
Rueb vindt dat je één boek moet uitkiezen en je daarop moet concentreren. 'Je moet jezelf wijsmaken dat dat boek het gaat winnen en dat jij niet wint.'
Beumer bevestigt: 'Geef jezelf vooral geen kans om te winnen. En geniet van het feit dat je van al die boeken bij de laatste vijf zit. Het maakt niet uit als je niet wint. Maar natuurlijk maakt het alles uit als je de prijs wél wint.'
Foto Antoinette Beumer: © Overamstel. Foto Roxane van Iperen: © Jan Willem Kaldenbach. Foto Thomas Rueb: © Willemieke Kars. Foto Lize Spit: © Keke Keukelaar.
De oud-winnaars
Lees meer Week van de Debutant-artikelen
De 5e Hebban Debuutprijswinnaar zal bekendgemaakt worden op zaterdag 19 september