Honderd keer Mies van Hout
September markeerde een belangrijke mijlpaal voor illustrator Mies van Hout: de verschijning van Kiekeboe betekende het honderdste boek in haar oeuvre. In 1988 kreeg Van Hout haar allereerste illustratieopdracht en bijna dertig jaar later is ze een van de grootste namen uit het kinderboekenvak. Van Hout verzorgde de illustraties bij boeken van onder andere Paul Biegel, Vivian den Hollander en Hanna Kraan, maar is zich in de loop van de jaren steeds meer op haar eigen prentenboeken gaan toeleggen. Het prentenboek Vrolijk, waarin vissen kleine en grote kijkers meenemen langs verschillende emoties, betekende een keerpunt in de werkwijze van de illustrator en werd bekroond met de Kinderboekwinkelprijs 2012. Andere recente bekroningen zijn een Vlag en Wimpel van de Penseeljury 2013 voor het prentenboek Vriendjes en onlangs werd het door Van Hout geïllustreerde Dag poes! nog door het DWDD Boekverkoperspanel verkozen tot tip van de maand september. In 2015 had zij de eer het Prentenboek van de Kinderboekenweek te mogen maken. Het resultaat was Speeltuin.
Maar ook buiten Nederland heeft ze daarmee haar sporen verdiend. De prentenboeken van Van Hout zijn in meer dan twintig talen verschenen, waaronder in het Engels, Chinees, Italiaans, Japans, Frans en Vietnamees. Van de Duitse editie van haar prentenboek Vrolijk werden zo’n honderdduizend exemplaren verkocht en het werd genomineerd voor de prestigieuze Deutscher Jugendliteraturpreis.
Tekenen op tafel
Van Houts liefde voor boeken was al op jonge leeftijd aanwezig, vertelt ze. ‘Ik had altijd leeshonger. Het liefst las ik spannende jongensboeken, maar op de katholieke meisjesschool stonden vooral meidenboeken. Dus moest ik naar de jongensschool om mijn honger te stillen. Doodeng, die jongens. Maar voor de boeken had ik het over.’ Ook was ze al vroeg in de weer met potloden en stiften. ‘Als ik niet las, was ik wel aan het tekenen. Dat was niet te stoppen. Als er geen papier voor handen was tekende ik gewoon gedachteloos verder op het tafelzeil. We hadden daar een speciaal tafelzeil voor.’
Nu wil ze andere kinderen diezelfde liefde bijbrengen. Dat kan, want wie denkt dat het leven van deze dame alleen bestaat uit werken in haar atelier, heeft het mis. Naast het maken van die honderd boeken neemt Van Hout veel tijd om scholen te bezoeken en kinderen te vertellen over haar werk, legt ze uit. ‘Aan oudere kinderen vertel ik over hoe boeken worden gemaakt. Voor kleuters uit groep 1 en 2 maak ik tekeningen en vertel ik verhalen.’ Of ze laat ze zelf tekenen. ‘Ik vind het erg leuk om tekenworkshops te geven. Ik neem dan zelf materiaal mee en dan gaan we aan de slag. Ik geef eenvoudige tekenopdrachten die kinderen heel veel ruimte bieden voor hun eigen ideeën.’
Tijdens een van die workshops is ook het idee voor het prentenboek Vrolijk ontstaan. De illustrator liet kinderen met krijt op zwarte ondergrond een vis tekenen, met als opdracht: hoe voelt die vis zich? Er ontstonden prachtige dingen en zo liet Van Hout zich inspireren tot een nieuw boek. Ook nu nog neemt ze Vrolijk regelmatig mee naar scholen. ‘We praten dan eerst over emoties. Of de kinderen bepaalde emoties herkennen en ik vraag ze om voorbeelden te noemen. Vervolgens gaan de kinderen een vis met gevoel tekenen. Ik begeleid ze daarbij.’
En ze zag dat het goed was
In de honderd boeken die Mies van Hout maakte of illustreerde is een duidelijke ontwikkeling te zien. De tekeningen in haar eerste uitgaves werden op een zeer gecontroleerd manier gemaakt, terwijl ze nu een vrije stijl hanteert. Het prentenboek Vrolijk, met de kleurige vissen in krijtstrepen tegen een zwarte achtergrond, vormde het keerpunt. ‘Voorheen, zoals bij Bang mannetje van Mathilde Stein gebruikte ik een storyboard en begon met schetsen, dat was heel gecontroleerd’, vertelde Van Hout eerder aan Hebban. Bij Vrolijk begon ze meteen met tekenen en maakte van één illustratie heel veel versies, totdat het goed was. ‘Maar dat je de controle loslaat, betekent niet dat je niet nadenkt en geen keuzes maakt. Je bent voortdurend bezig met het zoeken naar een geheel. Het was doodeng om de controle los te laten. Ik ging terug naar de manier van werken van vroeger. Ik heb een vrije opleiding gedaan, geen illustratieopleiding. Het is goed om dingen te laten ontstaan en er vervolgens een geheel van te maken, een boek.’
Een goed boek ontstaat niet zomaar. ‘Ik ben natuurlijk best kritisch, maar ik vind dat het basisidee goed moet zijn,’ is de illustrator van mening. ‘En daarmee bedoel ik dat je een prentenboek in twee zinnen moet kunnen samenvatten. En dat je dan nog steeds denkt; “Dàt is een een sterk idee.” Ook moet er een bepaalde chemie voelbaar zijn tussen de auteur en de illustrator. Dat je denkt, “Wauw! Hier gebeurt iets meer dan alleen maar een plaatje bij het verhaaltje.” Wat ik bijvoorbeeld een heel goed prentenboek vind is Ssst! We hebben een plan van Chris Haughton. Een boek met een heel sterk idee en heel goed verbeeld. Of het boek 22 Wezen van Tjibbe Veldkamp, is ook een favoriet. Als je dat boek leest, dan gebeurt er iets. Het is een bepaald gevoel.’
Een toneelstukje op papier
Gevoel speelt altijd een belangrijke rol in het werk van de 55-jarige illustrator. ‘Ik zie mijn personages als acteurs,’ laat ze weten. ‘En ik ben de regisseur. Het is net als in de film. Ik kan enorm genieten van films waarin goed wordt geacteerd. Zó goed, dat je vergeet dat je naar een film zit te kijken. Dat probeer ik ook in een tekening. Ik ben altijd op zoek naar dé houding. Dé uitdrukking. Waardoor je niet meer naar een tekening kijkt, maar wordt opgenomen in een verhaal.’ Ze noemt dat het acteerwerk van haar personages en laat hen als het waren een toneelstukje spelen. ‘Ik vind het heel belangrijk dat de gevoelens heel erg goed kloppen, want die kunnen een verhaal vertellen.’
Ook de beslissing nemen of een tekening af is, heeft te maken met gevoel. ‘Soms weet ik het ook niet meteen,' zegt Van Hout in een interview. 'Dan denk ik: ik heb iets heel moois gemaakt. En dan ga ik koffiedrinken en vind ik daarna het ineens helemaal niet meer mooi. En soms duurt het wel een paar weken en ben ik toch niet blij met wat ik gemaakt heb. Of ik vraag het aan iemand en dan is het voor hem niet duidelijk hoe je ergens doorheen kunt. Dus het is heel goed om het met anderen te bespreken.’
In het geval dat de tekeningen bestemd zijn voor het boek van een andere schrijver zal Van Hout echter niet met hem of haar overleggen. ‘Het verhaal is hun kindje en kindjes zijn moeilijk af te staan. Ik heb gemerkt dat ik de beste tekeningen maak als het vanuit mijzelf komt. Niet omdat ik het beter weet,' zegt Van Hout, 'maar omdat ik niet via het hoofd van een ander kan tekenen. Ik heb dat vroeger vaak genoeg gedaan, en dan delf je altijd het onderspit. Ik maak geen plaatjes bij de woorden, ik voeg iets toe. Schrijvers hebben de ruimte gehad voor hun verhaal en dan ben ík aan de beurt. Als ik moet tekenen wat er gezegd wordt, komt het niet tot leven. Dan mis je de ziel.'
Kunstenaar met focus
Mies van Hout maakt graag boeken, omdat ze daar een groot en breed publiek mee kan bereiken. ‘Wat ik moeilijk vind aan kunstenaar zijn is dat je één ding maakt voor mensen die er het geld voor hebben,’ licht ze toe. ‘Boeken zijn voor iedereen. Voor twaalf tot vijftien euro krijg je een heleboel mooie tekeningen. Dat vind ik leuk. Ik zag mijzelf ook niet als vrij kunstenaar. Ik heb een soort focus nodig. Het boek is het doel.’
Binnen de kinderboekenbranche is die kloof tussen commerciële en literaire jeugduitgaven zich langzaam wat aan het dichten. ‘Er is lang in de kinderboekenwereld een soort tweedeling geweest tussen mensen die toegankelijke boeken maakten, en mensen die kunstzinnige dingen maakten. Ik heb dat nooit goed begrepen. Volgens mij kun je heel goed op een kunstzinnige manier boeken maken die aantrekkelijk zijn voor veel kinderen. Dat kan tegelijk, daar geloof ik in.’ Zelf laat ze zich dan ook niet beperken in haar vrijheid door het feit dat haar boeken voor de allerjongsten bestemd zijn. ‘Ik wil dat het duidelijk is voor kinderen, maar ik houd me niet in. Het moet echt zijn. Kinderen voelen dat.’
Kiekeboe!
Voor haar jubileumboeken Kiekeboe heeft Mies van Hout al die belangrijke elementen – haar vrije manier van werken, haar streven om kinderen aan het tekenen te krijgen en het belang van emotie – in de strijd gegooid. Het resultaat is een drietal boeken waaraan ze bijna een jaar werkte.
Uitgangspunt was het tekenen van dieren tekenen naar aanleiding van de vormen rond, vierkant en driehoek. Ze ging op zoek naar de dieren die het beste bij die vormen passen, niet alleen wat betreft vorm, maar ook qua de karakter en gevoelen. Stapels schetsen maakte ze daarvoor, en uit die honderden tekeningen koos ze er uiteindelijk zes per boek. Die werden daarna met de hand geschilderd met gekleurde inkt, krijt en fineliners. Elk boek – rond, vierkant en driehoek – lijkt op het eerste gezicht alleen de kale vormen te bevatten. Maar onder de flappen aan de zijkant schuilt iedere bladzijde opnieuw een wonderlijke wereld die bevolkt wordt door de meest uiteenlopende dieren: hondjes, kevers, een sprinkhaan, een octopus: allemaal zijn het fantasierijke uitwerkingen van de basisvormen op de flap. Kiekeboe! Via de tips op Kiekeboeboek kun je ook zelf aan de slag met kinderen en hen hun eigen kiekeboedieren laten tekenen.
Heb je daar wel oren naar? Op Hebban verloten we de drie Kiekeboeboeken, samen met het bekroonde prentenboek Vriendjes. Maak hier kans op het pakket.
Illustraties © Mies van Hout