Hoogverraad - Louise Flint

Louise Flint won op haar elfde een schrijfwedstrijd. Ze was dol op lezen en schrijven, maar merkte al snel dat de boeken waar zij van hield (nog) niet bestonden, dus er zat maar één ding op: deze zelf schrijven. Hoogverraad is haar debuut, een historische roman die in 2011 uitkwam en waar spanning, vriendschap, vertrouwen in jezelf, geschiedenis en verraad hand in hand gaan.

Waar gaat het boek over?
Zuid-Frankrijk, 1242. De veertienjarige Philippe is katholiek, maar zijn beste vrienden zijn Katharen. Wanneer zij meer en meer bedreigd worden door de oprukkende inquisitie, kiest Philippe partij voor zijn vrienden. Met het afleggen van de eed wordt hij lid van de ‘Orde op brood en wijn’.
De inquisitie wordt echter steeds feller. Philippe beseft dat hij met vuur speelt, maar zet toch zijn leven op het spel om zijn vriendin Esperte te redden. De reddingsactie slaagt, maar nu moeten ze allebei vluchten voor de ketterjagers. Juist op het moment dat er meer dan 400 gevluchte Katharen in de burcht Montsegur wonen, besluit de Franse koning de burcht te belegeren; de brandstapels worden al opgebouwd. In hun vlucht worden Philippe en Esperte herkend als Katharen. Alles lijkt verloren. Nog dezelfde dag staat Philippe voor de inquisitie. Is hij ze te slim af, of eindigt hun actie fataal?

Historie
De Katharen noemden zichzelf “christiani” (christenen) en beleefden hun gnostisch geloof zelfbewust en intens. Naastenliefde was voor hen bijzonder belangrijk. Wat betreft het Rooms Katholicisme waren de opvattingen van de Katharen strijdig. Ze geloofden in God (de spirituele) en Satan (de aardse) en beoefenden als zodanig geen monotheïsme (geloof in één god). Wat ook heel anders was bij de Katharen en opvallend ten opzichte van het katholieke geloof was dat bij hen de vrouwen gelijkwaardig waren aan de mannen. De meest hechte groep waren de Albigeois, de Zuid-Franse Katharen.

Montségur, de burcht die in Hoogverraad een belangrijke rol speelt, is nu een reusachtige ruïne boven op een steile heuvel. Voor de katharen in dat gebied was Montségur één van de belangrijkste centra tijdens de 13e eeuw. Gebouwd op een hoogte van 1207 meter op een rots die “Pog” heette. Tijdens de kruistocht tegen de Albigeois is dit fort het symbool geworden van verzet van de Comtes Méridionaux (Zuidelijke Graven) en hun Kathaarse onderdanen. De burcht werd tien maanden belegerd en viel uiteindelijk in 1244 in handen van het koninklijke leger. Ruim 200 Katharen werden aan de voet van de Pog verbrand. De burcht kan nog steeds bezocht worden.