Ik wil een meisje worden
Het debuut van Lisa Williamson, Wie is nou normaal?, gaat over een jongen die een meisje wil zijn. Een boek over transgender zijn. Een boek over de vraag wie er nou eigenlijk normaal is?
‘Toen ik acht was, moest de hele klas op een middag een opstel maken over wat er later wilden worden. Mevrouw Box liep door het lokaal en vroeg ons om de beurt op te staan en voor te lezen wat we hadden geschreven. Zachary Olsen wilde voetballen in de eredivisie. Lexi Taylor wilde actrice worden. Harry Beaumont was van plan het tot premier te schoppen. Simon Allen wilde Harry Potter zijn, zo graag zelfs dat hij het seizoen daarvoor met een hobbyschaar een bliksemschicht zijn voorhoofd had gekerfd.
Voor mij hoefde dat allemaal niet.
Wat ik had opgeschreven was dit:Ik wil een meisje worden.’
Wauw, wat een prachtig eerste hoofdstuk! In simpele bewoordingen somt Williamson op waar het boek over gaat. Over een jongen, David, die al zijn hele leven weet dat hij een meisje wil worden. Maar weten is één ding, het vertellen aan je ouders en zusje is een ander en het ernaar leven is helemaal een ding. Maar het gaat ook over Leo, die van een andere school komt. Er is daar iets gebeurd waarover hij niet wil praten. Ook hij heeft een geheim. Een groot geheim en de twee jongens worden vrienden.
Het is een pittig onderwerp, maar het is niet zomaar gekozen. Nee, Lisa Williamson is zelf geen transgender. Ze is als meisje geboren en dat is ze nog steeds. Williamson werkte twee jaar voor de Gender Identity Development Service in Londen, de dienst die jongeren onder de achttien met genderproblemen helpt.
Hoe ben je er terechtgekomen?
‘Ik werkte als acteur, maar op een moment wilde ik even niet meer acteren. Ik was de passie verloren. Ik wist niet meer goed wat ik ermee wilde. Ik hoorde van de buren dat ze bij de Gender Identitiy Development Service iemand voor de administratieve afdeling zochten. Ik was wel toe aan iets anders en zo kwam ik hier terecht. Ik werkte er op kantoor en deed administratieve klusjes. Ik beantwoordde de telefoon, maar ik tikte vooral de notities uit van de psychologen die met de jongeren spraken. En dan niet de gesprekken die ze voerden, maar de gedachten, ideeën en opmerkingen van de psychologen. Dat was heel erg interessant, want ze hadden allemaal een andere stijl.’
Het begin van je boek?
‘Niet meteen. Het idee voor een boek is pas veel later gekomen, toen ik er al anderhalf jaar werkte. Toen begon ik te bedenken dat het toch best wel interessant was om er iets over te schrijven.’
Maar het moet wel een enorme inspiratiebron zijn geweest?
‘Het gaf me een uniek kijkje achter de schermen en mijn hersenen werden voller en voller. Het typen van alle notities maakte mijn hoofd vol. Hun verhalen maakte indruk, maar ik was pas echt onder de indruk toen ik, tijdens een open dag, jongeren er zelf over zag en hoorde praten. Dat is zo anders. Vooral het verhaal van een tweelingzus raakte mij. Ik vond de manier waarop ze erover spraken erg ontroerend. De ene zus vertelde over het feit dat ze haar zus verloor. De andere zus vertelde over het worden van een jongen. Eigenlijk deed ik research zonder dat ik er erg in had.’
Is het verhaal gebaseerd op een echt persoon?
‘Nee, niet op een. De personages en het verhaal zijn op meerdere personen gebaseerd. Ik heb zoveel verhalen gehoord en van iedereen heb ik een klein beetje genomen. Ik zou niet kunnen vertellen wat van wie is.’
Het is best een pittig onderwerp. Waarom wilde je hierover schrijven?
‘Het onderwerp raakte me door de verhalen van de jongeren die ik tijdens mijn werk hoorde. Maar toen ik me erin ging verdiepen, merkte ik dat er erg weinig over geschreven is voor die leeftijd. Ik denk dat ik in dat gat ben gesprongen.’
Je schrijft het verhaal vanuit twee hoofdpersonages: David en Leo. Waarom heb je voor twee perspectieven gekozen?
‘Leo was erg belangrijk voor mij. Ik had hem al bedacht, maar niet dat hij een grote rol zou krijgen. Hij bleef maar aan mij trekken en zeggen dat ik ook zijn verhaal moest vertellen. Dus ik ben zijn verhaal gaan opschrijven, heb een familie bedacht, maar ik moest er alleen nog voor zorgen dat Leo en David met elkaar in contact kwamen. Leo woonde namelijk in een andere stad. Ik heb er lang over na moeten denken, maar uiteindelijk zitten ze bij elkaar op school. Leo komt van een andere school, waar hij vanaf gegooid is.’
Worstelen met gender, pesten en dan ook nog een vader die zijn zoon verlaten heeft. Pfff, kan het nog zwaarder?
‘Ik wilde er niet een typisch problemenboek van maken, met één probleem dat centraal staat. Het gaat over tieners die met hun gender worstelen. Het gaat ook over pesten en vriendschappen. Het gaat erover dat het erg moeilijk is om te ontdekken wie je nou eigenlijk bent. Het gaat over het leven van tieners en wat daarin kan gebeuren. Ik hoop dat ik het geschreven heb met een vleugje fun.’
Wat is jouw definitie van transgender eigenlijk?
‘Het is een persoon die zich niet identificeert met het geslacht waarmee hij of zij geboren is.’
Heb je reacties van tieners gehad naar aanleiding van je roman?
‘Ik heb een heleboel positieve en mooie mails ontvangen. Het heeft een aantal van hen geholpen. Sommigen gaven het boek aan hun ouders en zeiden dan: “zo voel ik me.” Dat is mooi. Ik ga ook veel naar scholen en praat dan over het boek en het onderwerp. Ik merk dat er geen schaamte is onder de tieners. Er is nu zoveel meer bekend dan vijf jaar geleden.’
Wauw, mooi! Tot slot nog de onvermijdbare vraag of je al met een ander boek bezig bent?
‘Jazeker. Het verhaal gaat over het middelste kind in een familie. Over een meisje dat precies tussen twee andere zussen in zit.’
Auteursfoto © Eamon McCabe
Dit vind je misschien ook interessant:
Dossier / Strijd voor diversiteit barst los
Dossier / Strijd voor diversiteit gaat door