#ikleesthuis met Herman Koch
Aangepast verhaal
Ik moet mijn verhaal aanpassen. Ik moet het aanpassen omdat je nu nog goed kan zien dat het is geschreven voordat het allemaal begon. Het is als met een stoomlocomotief in een roman. Met een postkoets. Locomotief en postkoets helpen ons om ons te situeren in de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Of anders gezegd: een personage dat een low-budgetvlucht naar Tenerife boekt, zal zich min of meer in ons eigen tijdsgewricht bevinden.
Om te beginnen moeten de personages meer afstand van elkaar nemen. Anderhalve meter. Die afstand heeft onmiddellijk consequenties. Ze hebben elkaar net ontmoet in een café. Nee, niet in een café, gewoon op straat. Een lege winkelstraat in het ook al lege centrum van hun stad. We horen vogels, we horen klokken luiden, we horen een enkele scooter optrekken bij een zinloos stoplicht.
Ik heb de afgelopen weken naar films gekeken. Naar series op Netflix. In al die films en series gaat iedereen nog gewoon in een overvolle metro naar zijn werk. Personages spreken af in een restaurant. Raken elkaar kwijt en vinden elkaar gelukkig weer terug in de menigte op Times Square.
Al die films en series zijn meteen gedateerd. Lijken zich in een ver verleden af te spelen. Alsof er een stoomlocomotief door het beeld rijdt. Of inderdaad nog eerder een postkoets. Wat komen die mensen dicht bij elkaar! is de overheersende gedachte. Ze kennen elkaar nog maar net, en nu naderen hun gezichten elkaar al, hun lippen. Geen mondkapjes die eerst moeten worden afgezet. Geen handen die na afloop van de omhelzing anderhalve minuut lang met desinfecterende gel moeten worden gewassen.
Ik moet hun eerste ontmoeting aanpassen. Niet langer meer in een horecagelegenheid, en ook niet bij een cursus salsadansen. Een strand is misschien ok. Een niet te druk strand uiteraard. Ze proberen de aangeraden afstand in acht te nemen, maar het valt ze zichtbaar moeilijk. De jongen zoekt de hand van het meisje. Zij heeft gelukkig een flaconnetje hand-gel bij zich.
Ik moet de dialogen aanpassen. In de oorspronkelijke, de in een paar weken sterk verouderde versie, hadden ze het over gewone dingen. Over de toekomst. Hun dromen.
Om gespreksonderwerpen zitten ze niet verlegen in de nieuwe aangepaste versie.
‘Er is opnieuw een daling in het aantal bezette bedden op de intensive care,’ zegt het meisje.
‘Ik zit vooral in mijn maag met de hervatting van de voetbalcompetitie,’ antwoordt de jongen. ‘Ik kijk nu af en toe naar herhalingen, maar voetbal staat of valt bij het niet weten van de uitslag.’
‘Kijk je normaalgesproken veel wedstrijden?’ vraagt het meisje.
‘Nee, valt wel mee,’ zegt de jongen, en hij doet of hij over de golven naar de horizon tuurt zodat ze zijn ogen niet kan zien.
Het meisje denkt aan hun relatie die op het punt van beginnen staat. Als ze goed is geïnformeerd start de competitie niet voor 1 september. Dat zijn bijna vier maanden waarin ze elkaar beter kunnen leren kennen. Daarna zien we wel weer verder, denkt ze.
De jongen vertelt haar niet dat er plannen zijn om de Premier League al veel eerder dan 1 september op te starten. Hij denkt aan de paradijselijke zaterdagen en zondagen waarin hij naadloos van de ene wedstrijd in de andere gleed. Hij denkt aan hoe hij dat straks aan het meisje uit zal moeten leggen. We kunnen vanmiddag niet naar de bioscoop, oefent hij in gedachten de zinnen die hij in die niet eens zo verre toekomst zal moeten uitspreken. En nee, ook niet naar het strand. Om vier uur begint Liverpool-Manchester United. Vandaag kan Liverpool eindelijk officieel kampioen worden.
Ik twijfel nu alleen nog of ik de rest ook aan moet passen. In de verouderde versie gaat de zon langzaam onder. De rode en gele stralen beschijnen hun gezichten. Hun lippen naderen elkaar. Een meeuw duikt naar een vis.
Het was zo’n mooi einde. Een einde met een belofte voor een vervolg. Een verhaal is als een ijsberg, zei Ernest Hemingway al. Wij zien alleen het topje, het grootste deel van de berg bevindt zich onzichtbaar onder water.
Nog niet zo lang geleden was een kus het eerste begin. In het huidige tijdsgewricht nemen de kersverse geliefden een enorm risico. In de oude versie van mijn verhaal waren er uitsluitend beloften,
Van iets moois. Van jaren van geluk, van kinderen misschien wel. In de aangepaste versie is er kans op besmetting, het zoeken van een thermometer, het hoesten in een elleboog en het downloaden van een corona-app.
Daar had ik echt geen trek in. Daarom verschijnt er nu een drone aan de snel verduisterende hemel. Een drone die met blikkerige stem informeert of de jongen en het meisje tot dezelfde familie behoren.
Nog niet, willen ze antwoorden, maar dan worden ze al gesommeerd elkaar los te laten en naar huis te gaan.
Daarna wilde ik, als een soort knipoog naar een nog verder verwijderd verleden, ze de trein naar huis laten nemen. Een lege trein, getrokken door een stoomlocomotief. Of misschien nog beter een postkoets.
Maar Hemingway indachtig heb ik stoomtrein en postkoets toch maar weggelaten.
Herman Koch
Herman Koch (1953) was bekend als televisiemaker (Jiskefet) maar beleefde zijn internationale doorbraak als schrijver met Het diner, dat aan 42 landen is verkocht, succesvol is verfilmd en wekenlang op de bestsellerlijst van The New York Times stond. In de jaren na het verschijnen van Het diner verschenen bestsellers als Zomerhuis met zwembad (2011), Geachte Heer M. (2014) en De greppel (2016). In Finse dagen (2020) keert hij terug naar zijn jeugd, waarover hij eerder schreef in zijn debuutroman Red ons, Maria Montanelli (1989).
Auteursfoto © Maarten Kools Fotografie