In gesprek met Chris Houtman: 'Ik wilde een nieuwe stem vinden, op papier'
Sander: Chris, wat een productie. Ben je zo’n rappe schrijver of heb je een geheime kast die vol ligt met manuscripten?
Chris: Nee, ik heb geen geheime kast vol manuscripten, maar wel een enorme drang tot schrijven en een hoofd vol ideeën. En wat die hoge productie betreft heb ik voor mezelf een methode van werken ontwikkeld die erg effectief blijkt te zijn, waarbij ik de research, het schrijven en redigeren van verschillende projecten gelijktijdig doe, door elkaar heen dus. Als ik geen inspiratie heb, ga ik heerlijk researchen of herschrijven/redigeren. Op die manier verdoe ik geen tijd aan onnodig naar een blanco pagina staren, die frustratie bespaar ik me.
Sander: We gaan even terug naar 2016, het moment dat je besloot om te gaan schrijven. Wat was de doorslaggevende reden om het roer om te gooien?
Chris: In 2013 werd er keelkanker bij mij geconstateerd. Ik heb vervolgens een heftige negen uur durende operatie moeten ondergaan, een tracheotomie, waarbij mijn strottenhoofd en stembanden zijn verwijderd. Ik spreek sindsdien middels een stemprothese, niet ideaal, maar het was de keuze tussen doodgaan mét stembanden of verder leven zonder. In eerste instantie dacht ik mijn oude leven als televisie- en theatermaker weer op te kunnen pakken, maar dat bleek niet het geval. De gevolgen van alle medische ingrepen, waaronder ook maandenlange bestralingen en chemokuren, bleken toch een dusdanige belasting voor mijn lichaam en geest te zijn geweest dat ik niet meer kon functioneren zoals vroeger. Ik leefde op halve kracht. Dus het roer moest om. Ik had altijd al de ambitie om boeken te schrijven en nu kon het niet anders, ik wilde een nieuwe stem vinden, op papier. Het gekke is ook dat ik – als ik schrijf – in mijn hoofd nog steeds mijn oude stem hoor. Maar goed, ik wilde dit schrijfavontuur serieus aanpakken, dus heb ik eerst drie jaar stiekem geoefend, zonder dat de buitenwereld dat wist. In die periode heb ik drie volledige oefenromans van pakweg 100.000 woorden geschreven om het vak enigszins onder de knie te krijgen. Ik had wel geschreven voor theater en televisie, maar een boek is toch anders. En na de derde oefenroman dacht ik… oké, het kan ermee door, misschien moet het nu maar voor het echie…
'Ik wilde dit schrijfavontuur serieus aanpakken, dus heb ik eerst drie jaar stiekem geoefend, zonder dat de buitenwereld dat wist.'
Sander: Je besloot eerst een thriller te gaan schrijven, Akte van berouw, een verhaal dat zich afspeelt in en rondom het Vaticaan. Kunnen we ervan uitgaan dat je zelf graag thrillers leest?
Chris: Ja, maar niet alleen thrillers. Ik lees van alles. Maar ik hou vooral van spannende filmische verhalen. Dat zal zeker met mijn achtergrond als televisiemaker te maken hebben. Als ik schrijf denk ik nog steeds in scenariotermen, ik heb het zelden over hoofdstukken maar noem het nog steeds scènes. Ik heb de neiging om paragrafen een tijd en locatie-aanduiding mee te geven, net als in een scenario. Mijn verhalen zijn misschien eigenlijk wel in boekvorm uitgewerkte spannende filmscripts. En thrillers ja… dat zijn in de regel spannende verhalen, maar historische romans of jeugdboeken kunnen dat ook zijn… Ik ben wat dat betreft niet eenkennig qua genre, al heb ik me wel voorgenomen om de komende tijd vooral historische verhalen te schrijven. Even terugkomend op die geheime kast waar je het over had… een kast is misschien wat overdreven, maar in mijn hoofd heb ik wél een lade vol plannen die er ooit nog uit moeten.
Sander: Toen ik aan mijn thriller begon, wist ik dat het een The Firm-achtig boek zou moeten worden. Vooral de sfeer, de naïviteit van de hoofdpersoon, het web dat zich langzaam sluit. Grote bedrijven met macht en slechte gedachten. Ik denk dat ik het vijfentwintig jaar eerder las. Maar ik wist het nog steeds. Welk boek was dat voor jou?
Chris: Dat zijn er eigenlijk twee: Pompeï van Robert Harris als voorbeeld van een schitterende historische roman en Day of the Jackal van Frederick Forsyth als het perfecte spannende boek. Overigens denk ik dat ik meer een verhalenverteller ben dan een schrijver, ik vind een plot belangrijker dan hoe je het precies opschrijft, ik ben niet iemand die dagenlang op een mooie zin zit te broeden, ik vertel een verhaal zoals ik dat ook zou doen aan het kampvuur. Verder voel ik een verwantschap met toneelschrijvers en scenaristen: Dario Fo, Edward Albee, Aaron Sorkin, de schrijver van Newsroom en A Few Good Men.
Sander: Als er al een rode draad tussen jouw boeken is te vinden, dan kom je denk ik uit op religie en de Verenigde Staten. Het christendom, de rooms-katholieke kerk, de islam en het Witte Huis zijn ingrediënten van je thrillers, de Pelgrims en hun trek naar het beloofde land (de Verenigde Staten) in je jeugdroman. In de 'Veleda'-trilogie ga je nog verder terug, naar het Romeinse Rijk. Hoe kom je in jouw hoofd van het moderne Amerika van Trump (Getal van het beest) in hemelsnaam uit het oude Rome van keizer Nero ('Veleda'-trilogie)? Ben je op zoek gegaan naar de verschillen of juist de overeenkomsten?
Chris: Mijn fascinatie voor Amerika heeft een puur persoonlijke achtergrond, ik heb er in 1972-1973 een jaar bij een Amerikaans gezin gewoond als uitwisselingsscholier in – jawel – Wapakoneta, Ohio, het dorp dat ik ook beschrijf in Getal van het beest. Veel van de mensen die je in dat boek tegenkomt, wonen daar nog steeds… ik heb een mooi jaar gehad in een tijd dat Democraten en Republikeinen nog op een normale manier met elkaar omgingen. Het snijdt me door mijn ziel om dat dorp nu kapot te zien gaan door alle spanningen die Trump heeft opgeroepen. Dat is de reden dat ik erover schrijf, het doet pijn.
Mijn religieus getinte verhalen hebben overigens ook een persoonlijke achtergrond. Er is een periode geweest in mijn leven dat ik meende dat ik priester wilde worden. Ik studeerde aan de Katholieke Theologische Hogeschool van Amsterdam. Theologie is trouwens een prima studie om van je geloof af te komen, zoals in mijn geval is gebeurd. Inmiddels ben ik ‘genezen’ en citeer ik graag Ricky Gervais: 'Thank God, I am an atheist.' Maar mijn liefde en fascinatie voor het fenomeen kerk en de vraag waarom mensen denken een god en/of een geloof nodig te hebben, dat houdt me nog steeds bezig.
Mijn fascinatie voor het oude Rome heeft ook een persoonlijke achtergrond. Tijdens mijn studie theologie heb ik me toevallig eens verdiept in het werk van Plinius de Oudere en diens neef Plinius de Jongere. Mede door hun geschriften ben ik tot andere inzichten gekomen over religie. Deze twee oude Romeinen hebben me eigenlijk geholpen om van mijn geloof af te komen en in mijn fantasie zijn het vrienden van me geworden, ik herlees hun werk zoals andere mensen misschien de Bijbel lezen, ik vind er troost en inspiratie. In de 'Veleda'-serie speelt Plinius de Oudere een grote rol. Het is mijn manier om van hem een levend personage te maken en dichtbij me te hebben, denk ik. Dat doe ik wel vaker in mijn werk, heb ik gemerkt. Veel van mijn hoofdpersonen zijn afgeleid van mensen die overleden zijn, waaronder ook dierbaren, die ik – al schrijvend – toch weer een beetje tot leven kan wekken.
'Deze twee oude Romeinen hebben me eigenlijk geholpen om van mijn geloof af te komen en in mijn fantasie zijn het vrienden van me geworden.'
Sander: Waarin verschilt het schrijven van een moderne thriller en een historische roman, zoals De Veleda-vloek?
Chris: Het schrijfproces is hetzelfde, althans voor mij. Sowieso doe ik veel research, zowel vooraf als tijdens het schrijven en dat geldt voor beide genres. Mijn thrillers hebben een hoog faction-gehalte en zitten vol met historische verwijzingen, dus ze sluiten goed aan op mijn historisch getinte werk, waarin ik ook altijd op zoek ben naar spannende plotlijnen en verrassende verhalen. In mijn beleving als schrijver is er weinig verschil.
Sander: Wist je eigenlijk al voordat je begon aan het eerste deel dat je een trilogie zou gaan schrijven?
Chris: Ja, sterker nog: ik had de slotscène van deel drie al in mijn hoofd. Dat kan ook niet anders, als je zo’n brede verhaalopzet wil maken, dan moet je weten waar alle gebeurtenissen en karakterontwikkelingen uiteindelijk ongeveer naartoe gaan.
Sander: Kun je iets vertellen over je werkwijze? Schrijf je bijvoorbeeld een uitgebreide synopsis voordat je echt aan de slag gaat? Doe je je research tussendoor of heb je alle research al gedaan voordat je het eerste woord op papier zet?
Chris: Het hele proces valt of staat met het basisidee, als dat er niet is, neem ik niet eens de moeite om achter de computer te duiken. De ideeën komen voort uit mijn research, gelukkig heb ik een brede interesse, dus kruisen veel ideeën mijn pad. De eerste notities maak ik in kleine zwarte opschrijfboekjes die ik meestal bij me heb. Met potlood. Losse invallen, eigenlijk een brainstorm in mijn eigen hoofd. Die boekjes kijk ik regelmatig in en zo ontstaat langzaamaan een plotlijn. Daarna verdiep ik me in de karakters, wat hebben zij met het verhaal te maken? Hoe gaat het hun levens veranderen? Ik schrijf geen echte synopsis uit, maar wel alle losse invallen. En ik neem alle tijd om over het verhaal te mijmeren, dat is misschien wel het allerbelangrijkste.
Pas daarna ga ik schrijven en ros ik de eerste versie van een boek er in twee maanden uit. Je hebt het dan over een ruwe versie, vol taal- en tikfouten, qua structuur nog rammelend als de pest, maar het is er… en dan begint het leukste deel van het proces: herschrijven, herschrijven en herschrijven. Net zolang tot de personages hun eigen stem hebben gevonden, ik de gebeurtenissen kan horen, zien en ruiken en ik allerlei verhaaltechnische elementen heb ingebracht die de vertelling spannender, verrassender en invoelbaarder maken. Daarna laat ik het aan een paar ter zake kundige mensen lezen en luister ik goed naar hun vragen, opmerkingen en kritiek. Als een lezer iets niet snapt of meebeleeft, is dat mijn tekortkoming als schrijver, dus dan moet ik dat in orde maken. Dus weer herschrijven. En dan tot slot de fase van redigeren.
Sander: Wat is het belangrijkst dat je hebt geleerd tijdens het schrijven van de 'Veleda'-trilogie?
Chris: Dat het soms enorm oplucht als je een heel hoofdstuk schrapt. Ik heb de neiging om teveel feitjes en weetjes in scènes te stoppen of qua verhaal zijwegen te bewandelen die er uiteindelijk niet toe doen. Voor mijn maakproces is het echter wel belangrijk dat ik ze eerst heb opgeschreven, want dan kan ik – al herschrijvend – tot de conclusie komen dat ze er niet toe doen, maar heb ik die gedachten wel een kans gegeven. Een boek van 125.000 woorden heeft in mijn oerversies soms wel 160.000 tot 170.000 woorden gekend.
Sander: We hebben op Hebban net een reeks De boekenkast van...-artikelen afgerond. Boekenkasten zeggen eigenlijk altijd wel iets over de eigenaar. Wat zie ik als ik voor jouw boekenkast sta?
Chris: Heel veel verschillende boeken van uiteenlopende genres. Maar vooral veel historische werken en rare, dikwijls antiquarische boekjes die me om de een of andere reden dierbaar zijn. En natuurlijk boeken die ik gebruik bij het schrijven, zowel qua research of qua inspiratiebron. En dan moet je denken aan geschiedenisboeken, theologische studies en veel boeken over het menselijk gedrag.
Sander: Je post elke dag wel iets over de Amerikaanse verkiezingen of president Donald Trump op Facebook. Ik zag onlangs zelfs dat je een petitie bent gestart om ambassadeur Pete Hoekstra door de overheid op het matje te laten roepen. Waar komt jouw interesse in de Amerikaanse politiek vandaan?
Chris: Zoals ik hierboven al zei: ik heb een jaar als uitwisselingsscholier in Ohio gewoond. Ik heb nog steeds contact met de mensen bij wie ik toen in het gezin woonde, met oud-klasgenoten van de High School en buren met wie ik indertijd veel omging. Wapakoneta, het dorp waar ik woonde, was een kleine gemeenschap waar iedereen elkaar kende en waar men verdraagzaam met elkaar omging. Van die sfeer is nu weinig meer over. Ongeveer de helft van de mensen behoren tot de Trump-aanhang, zeker nadat hij vorig jaar in Wapakoneta op bezoek kwam om een fabriek te openen. De tolerante sfeer is verdwenen, begrijp ik uit de berichten die ik krijg.
Waarom ik erover schrijf, heeft verschillende redenen. Ten eerste probeer ik op die manier grip te krijgen op de gebeurtenissen.'
Mijn Amerikaanse zus, die tot de Democratische partij behoort, durft zelfs geen Biden-sticker op haar auto te plakken omdat Trump-aanhangers die wagens molesteren. Er heerst angst en argwaan en als je dan weet dan Ohio een staat is waar iedereen een wapen mag bezitten, snap je ook dat mensen daadwerkelijk bang zijn. Waarom ik erover schrijf, heeft verschillende redenen. Ten eerste probeer ik op die manier grip te krijgen op de gebeurtenissen, om te begrijpen wat er aan de hand is. Maar ook biedt het me een manier om met mijn Amerikaanse vrienden van gedachten te wisselen, ze lezen mijn stukjes middels Google Translate en reageren in het Engels, dan wel op mijn Facebook-pagina maar vooral ook via de FB chat. Dikwijls krijg ik zo ook de nieuwe onderwerpen aangereikt waarover ik dan weer een nieuw stukje schrijf.
Sander: Als alles wat er nu in het echt gebeurt in de VS met Trump de ingrediënten zouden zijn van een fictief boek, zou jij dan na het lezen gedacht hebben dat het ook echt zou kunnen gebeuren?
Chris: Ja. Dit is namelijk niet de eerste keer dat iets dergelijks gebeurt in de wereldgeschiedenis. In de Romeinse tijd was er sprake van een hetze tegen mensen die de waarheid opschreven, deed men aan fake news, bedreef men propaganda en deed men aan massapsychologie. Waarom denk je dat keizer Vespasianus het Colosseum liet bouwen? Ik denk niet Trump zich ooit persoonlijk heeft verdiept in de Romeinse geschiedenis, maar de mensen om hem heen zeker wel. Die hebben leentjebuur gespeeld bij de gedragingen en overlevingsstrategieën van heel wat keizers.
Sander: Begin 2021 verschijnt het derde en laatste deel van de 'Veleda'-trilogie. Waarmee ga je je lezers daarna verrassen? Een kookboek?
Chris: Na Plinius de Oudere, ga ik nu proberen om Plinius de Jongere tot leven te wekken. Maar in een iets andere vorm dan een trilogie, het wordt meer televisieserie-achtig qua structuur, meerdelig dus, met doorlopende verhaallijnen maar ook met afgeronde episodes en natuurlijk cliffhangers en verrassende wendingen. Deel 1 speelt zich af in de jaren 79 en 80 na Chr. Met als grote gebeurtenissen in het historische verhaaldecor de uitbarsting van de Vesuvius en de bouw en inwijding van het Flavisch Amfitheater, ofwel het Colosseum. En tegen die op waarheid gebaseerde feiten bouw ik een spannend, bijna thrillerachtig verhaal met de achttienjarige Plinius de Jongere als hoofdpersoon. Ik ben nu de research aan het afronden en heb net mijn eerste hoofdstukjes geschreven. Geweldig om mee te maken dat er in mijn fantasie weer een hele nieuwe wereld voor me opengaat waar ik de komende jaren naar hartenlust in mag ronddolen…
Auteursfoto © Bonnita Postma, via Xander Uitgevers
Winactie
Het is nog even wachten op het derde deel in de 'Veleda'-trilogie, dat in februari 2021 zal verschijnen, maar met de eerste twee boeken kun je alvast een vliegende start maken als liefhebber van historische romans. Wil jij zowel De Veleda-voorspelling als De Veleda-vloek winnen? Doe mee!