Interview /
Anja Sicking komt met nieuw boek dichter bij huis
Deze auteur publiceerde onlangs haar vierde roman en bestempelt deze als een Anja Sicking nieuwe stijl, dichter bij huis. Ze is uitermate benieuwd of Ferrari’s in de hemel in de smaak gaat vallen. Een boek waarin de spanning wordt weergegeven tussen wat mensen doen en waarvan ze echt dromen, van wat ze denken en zeggen, alsook het contrast daartussen. Spanning op zinsniveau en de spanningsboog door het hele boek heen. Hebban sprak met Anja Sicking.
Autobiografisch
Ik durf te veronderstellen dat je in deze roman wel wat autobiografische elementen hebt beschreven? Als dit werkelijk zo is, gaat het dan uitsluitend over jou persoonlijk, of ook over familieleden en/of vrienden?
'Als je met autobiografisch bedoelt: het leven van de auteur beschrijvend, dan is dit boek geen autobiografisch boek. Zo heb ik bijvoorbeeld geen zus. Ik heb wel drie broers, maar in het boek is er maar één jongen in het gezin. Als ik autobiografisch zou schrijven dan zou ik misschien een verhaal schrijven over hoe het is om als meisje tussen drie jongens op te groeien, dat heb ik niet gedaan.
Maar wanneer is iets autobiografisch? In het eerste verhaal beschrijf ik bijvoorbeeld een familie-uitje naar een pretpark. Twee kinderen gaan in een wagentje op het hoogste punt van de achtbaan staan. Zelf ben ik als kind nooit naar zo’n groot pretpark geweest, alleen naar Ponypark Slagharen, maar dat was indertijd nog echt alleen met pony’s en een glijbaan misschien, als ik het me goed herinner. Er was in ieder geval geen achtbaan. Met mijn eigen kinderen ben ik wel naar pretparken geweest, maar er is nooit een ongeluk gebeurd. Wel ben ik nogal een angsthaas als het om hoogte en snelheid gaat en denk ik op zo’n dag die leuk bedoeld is, de hele tijd aan wat er verkeerd kan gaan. Ik zie allerlei ongelukken voor me. In die zin is het wel een persoonlijk boek. Het gaat over die angsten, die heb ik wel echt gehad.
Als ik zou zeggen dat er wel veel autobiografische elementen in het boek zitten, dan betekent dat voor mij niet per se dat iets ‘echt is gebeurd’. Ik voeg gebeurtenissen uit mijn eigen leven, dromen, fantasieën, gebeurtenissen uit de levens van vrienden, hun dromen, dingen die ik op straat heb gezien, op de televisie et cetera samen. Ik monteer ze zo achter elkaar dat er iets nieuws ontstaat.
Er komt bijvoorbeeld een scène in het boek voor waarin de jongste dochter, Lizzy, naar een wat eigenaardig feestje in New York gaat. De sfeer van dat feestje in het boek is gebaseerd op een feestje waar ik echt ben geweest. Een zanger vroeg me toen ik een jaar of negentien was eens mee naar een feestje ergens in Amsterdam Zuid. Dat bleek bij aankomst een feest van Xaviera Hollander te zijn. Wist ik veel. Die zanger was al vrij snel nergens meer te bekennen. Ik probeerde geen figuur te slaan en praatte zo wat met onbekenden. Halverwege de avond werd er een dans opgevoerd zoals in het boek beschreven. The Spinach Song. Een dans met weinig kleren. Ook een steengoed jazznummer overigens, maar daar ging het toen even niet om. Ik stond erbij en keek ernaar. Vrijwillig, onvrijwillig? Geen idee. Ik was in die situatie terechtgekomen. Voor hetzelfde geld had ik daar naar een uitvoering van een strijkkwartet staan luisteren. Zo’n gebeurtenis blijft jarenlang in mijn hoofd hangen en belandt dan in een verhaal, in een totaal andere context, want alles eromheen komt weer uit andere bronnen. Je kunt dus geen enkel verhaal letterlijk naar mijn eigen leven vertalen, zelfs geen korte scène. Zo ben ik wel eens in New York geweest, maar op het Pen World Voices, een keurig literair festival. Die reiservaring heb ik wel weer gebruikt voor het decor van het verhaal. De actrice van het verhaal is samengesteld uit actrices die ik ken. Sommige dingen die zij zegt komen ook letterlijk uit de werkelijkheid, alleen zijn ze dan weer niet gezegd door een actrice maar door een arts.'
Als ik zou zeggen dat er wel veel autobiografische elementen in het boek zitten, dan betekent dat voor mij niet per se dat iets ‘echt is gebeurd’.
Ferrari’s in de hemel beslaat een periode van 43 jaar, niet niks. Heb je dit bewust zo gedaan om de evolutie in de tijd weer te geven?
'Ik heb voor een langere periode gekozen om te laten zien hoe personages, zelfs als ze hetzelfde blijven, toch veranderen door het verstrijken van de tijd. De moeder droomt bijvoorbeeld graag van andere mannen. Een jonge vrouw die veel over mannen droomt, dat heeft nog wel iets aantrekkelijks, maar als een vrouw dat nog steeds doet als ze achtenzestig is, terwijl ze al decennia lang een eenzaam leven leidt, dat is eerder sneu.'
Herschrijven
Hoe vaak heb je dit boek of bepaalde hoofdstukken herschreven? Deed je dit uit eigen initiatief, of eerder op verzoek van je uitgever of anderen?
'Ik denk dat ik vaker aan het herschrijven ben dan ik ‘schrijf’. Ik zet een eerste versie van een verhaal vrij impulsief op papier, zonder me te veel zorgen te maken over de compositie of de stijl, dat komt later wel. Die eerste versie is meestal heel chaotisch. Daarna herschrijf ik zo’n tekst heel vaak, dan ontdek ik pas waar ik het eigenlijk over wil hebben.'
Deze roman wordt vergeleken met De correcties van Jonathan Franzen, maar dan korter. Beschouw je dit als een compliment?
'Natuurlijk beschouw ik dat als een compliment. Ik bewonder zijn werk enorm. Aan de andere kant: iedere schrijver die zelf niet heel beroemd is, wordt al snel met andere schrijvers vergeleken.
Ik denk dat die vergelijking vooral te maken heeft met de thematiek, ook in De correcties (The corrections ) speelt een familie de hoofdrol. De manier van schrijven van Franzen is heel anders dan de mijne, hij beschrijft alles ontzettend uitgebreid, hij gaat maar door en door met het geven van nieuwe details, zo trekt hij een lezer de scène in. Ik probeer een situatie juist met weinig woorden neer te zetten, niet uit principe, maar omdat dat me beter ligt. Ik laat ook veel ruimte in het verhaal open, daar kan een lezer zelf iets invullen.'
Muziek
Je studeerde klarinet aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. In Ferrari’s in de hemel verwijs je wel eens naar muziek, dit kunnen we dan ook best begrijpen. Het gaat in je boek van ‘Happiness’ van de Pointer Sisters tot en met het werk van Tsjaikovski. Had je een bijzondere reden om in deze roman naar de muziek terug te keren?
'Grappig dat je dat noemt. Ik heb juist het idee dat ik steeds verder van de muziek afdwaal, sinds mijn debuut. Maar je hebt misschien gelijk, er komt toch wel veel muziek ik dit boek voor. Dat nummer ‘Happiness’ van de Pointer Sisters heeft een opzwepende energie, een energie die de hoofdpersoon ontbeert. ‘Happiness’ representeert een wereld van mensen die zich kunnen uiten, die van het leven houden, sexy zijn. Allemaal dingen waarnaar hij verlangt, maar tegelijk is hij te geremd om zo te leven. Je hebt nu eenmaal bands die de zaal aan het dansen krijgen en bands waarbij iedereen wat blijft staan praten. Hij is een band waarbij mensen blijven staan praten.'
Waarschijnlijk een moeilijke: wat betekent schrijven voor jou?
'Het klinkt misschien gek, maar ik denk er niet zo vaak over na wat schrijven voor mij betekent. Ik heb eenvoudigweg de drang om te schrijven en word onrustig als ik het niet doe. Alsof niet schrijven verloren tijd is.'
Wat me wel aanspreekt in thrillers is de poging van de schrijver spanning op te roepen.
In Het Keuriskwartet, je eerste roman, zaten wel wat thrillerelementen. Ook in je tweede boek De stomme zonde vielen een paar doden. Heb jij iets met thrillers? Ambitie om ooit een rasechte thriller te schrijven?
'Wat me wel aanspreekt in thrillers is de poging van de schrijver spanning op te roepen. En dan bedoel ik de spanning van de grote verhaallijn, lineair. Een lezer wil door, als het goed gedaan is. Zo’n verhaal werkt verslavend, net zoals sommige series. Maar een boek waarbij het alleen of vooral om de afloop gaat, dat vind ik al snel saai. Dan lees ik vaak na twee hoofdstukken het einde. Klaar.
Ik probeer nu zo te schrijven dat er spanning is op zinsniveau, of binnen een scène. Dat is een ander soort spanning dan die van een thriller, waarbij het eerder om gelaagdheid gaat dan om een spannend of sterk verhaal. Een personages doet iets anders dan wat hij zegt, de dialoog klopt niet met de handeling. Het personage zegt ook weer iets anders dan wat hij denkt of voelt. Zo heb je al drie verhaallagen. Het mooie van proza is dat je tegelijk de binnenwereld van een personage kunt beschrijven als de wereld om hem heen. Als het contrast tussen die verhaallagen steeds verder toeneemt, dus als de binnen- en de buitenwereld van een personage steeds minder samenvallen, ontstaat er ook spanning, maar zonder dat er iemand vermoord hoeft te worden.'
Schrijven belangrijker dan publiceren
Je bent geen echte veelschrijfster. Als ik me niet vergis is je vorige roman uitgekomen in 2009. Wat heb je op literair vlak de voorbije zes jaar gedaan of gepresteerd?
'Ik heb wel veel geschreven maar weinig gepubliceerd. Ik werd aan alle kanten ingehaald door collega’s die wel met nieuwe boeken kwamen. Het was geen bewuste keuze om er zo lang over te doen. Ik ben vastgelopen in een roman over magisch denken, daaraan heb ik twee jaar gewerkt. Ik heb dat manuscript gek genoeg niet eens aan iemand laten lezen. Ergens vond ik het zonde er nu al mee te komen, ik vond dat ik meer met het onderwerp, bijgeloof, kon doen dan ik had gedaan. Ik hoop het nog eens opnieuw te schrijven.
Voor mij is het belangrijker om te schrijven dan om voortdurend te publiceren. Wat dat betreft ben ik misschien geen ‘kind van mijn tijd’. Als een deel van mijn werk in de prullenbak belandt, dan is dat prima. Het is ook fijn om iets uit te proberen, met het risico dat het mislukt. Ik heb nu vier boeken gepubliceerd, maar zes geschreven.
Schrijven blijft moeilijk, het is niet zo dat je het na een paar boeken kunt. Het is überhaupt moeilijk om te bepalen of je het wel goed doet. Wie bepaalt dat? Jijzelf, een uitgever, een lezer, een recensent? Sommige boeken krijgen in de ene krant een recensie met 1 ster en in de andere een met 5 sterren. In de wereld van de klassieke muziek zijn die verschillen tussen recensies kleiner. Persoonlijke voorkeuren, smaak en vriendjespolitiek spelen in de muziekwereld ook wel een rol, net zoals sociale vaardigheden en de wijze waarop je jezelf presenteert, maar je moet die noten wel echt kunnen spelen, zuiver, snel, ritmisch en in harmonie met de andere musici.'
Zoals je eerder hebt verklaard, kom je nu met je vierde roman dichter bij huis... Vertel hier eens wat meer over. Is het je bedoeling deze richting in de toekomst ook verder te blijven volgen?
'Ik heb de essays van Gerrit Krol gelezen, De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels. Alleen die titel al fascineerde me. Er staat meer op het spel als je schrijft over onderwerpen waarvoor je je schaamt, over onderwerpen waar je meer vanaf weet dan je lief is. Dat legt hij in die essays heel mooi uit. Die schaamte hoeft niet per se over iets te gaan wat een taboe is, zoals pedofilie of incest, ik roep maar iets. Het hoeft ook niet iets groots te zijn. Ik kan me voor de meest onbenullige dingen schamen, zoals een onderdeel van mijn lichaam, een gevoel van jaloezie, een verliefdheid, het wangedrag van een iemand van wie ik houd. Soms duurt het jaren voordat ik daarover kan praten. Dat kunnen wel geschikte onderwerpen zijn om over te schrijven. Maar hoe mijn volgende boek zal zijn, dat moet ik zelf ook nog ontdekken.'
Zwerven
Heb je een vast schrijfritueel? Waar en wanneer? Hoe en hoe lang schrijf je?
'Ik probeer de eerste helft van de dag vrij te houden om te schrijven. Dan is mijn hoofd nog leeg. Ik schrijf meestal zo’n drie à vier uur per dag. Er staat hier in huis een grote Mac in de woonkamer, als er verder niemand thuis is, dan zit ik daarachter. En anders zwerf ik door het huis of de stad met een laptop. Ik schrijf vaak op bed, een slechte gewoonte, maar wel prettig. Ik zit ook vaak in het Lloyd Hotel, daar zijn veel mensen aan het werk, lekker tussen de toeristen. Er zitten sinds kort zelfs stopcontacten bij alle tafeltjes.'
Wat wil je uiteindelijk bereiken als auteur?
'Als ik voordat ik begin te schrijven, nadenk over een boek, dan kan het in mijn verbeelding nog alles zijn. Als het boek na een paar jaar af is en het ligt in de winkel, dan is dat boek een realiteit, het is wat het is, ik kan er niets meer aan veranderen. Het is nooit zo mooi als in mijn verbeelding.
Dat deel van het leven wat ik wil beschrijven, is meestal niet opgebouwd uit woorden, maar uit veel ongrijpbare gevoelens, gedachten, observaties, gewaarwordingen, stemmingen, veranderingen. Toch probeer ik tijdens het schrijven dat alles in woorden te vangen. Een onmogelijke opgave, maar ik blijf het proberen.'
(c) foto: Geert Snoeijer
Giveaway
Benieuwd naar Ferrari's in de hemel ? Wij maken een aantal lezers blij met dit boek! Doe mee met de giveaway en maak kans op een exemplaar!