Interview /
Interview: Ann Leckie over trilogieën en grote prijzen
In mei publiceert uitgeverij Luitingh Ancillary Justice in vertaling: Het recht van de Radch. Het verschijnen van het boek in het Nederlands is een goede gelegenheid om het interview tijdens de World Science Fiction Convention (LonCon3) op Hebban Fantasy te plaatsen. Martijn Lindeboom interviewde Ann Leckie de dag voordat ze de Hugo Award voor beste roman van 2014 zou winnen.
Deel 1 en deel 2 zijn vrijdag en zaterdag al verschenen.
Deel 3: over de keuze voor een trilogie en hoe het voelt om voor grote prijzen genomineerd te worden
Martijn Lindeboom (ML): “Waarom drie boeken? Het trilogie-syndroom?”
Ann Leckie (AL): “Ik wilde graag een trilogie. Ik lees al sciencefiction en fantasy sinds ik klein was en dit is één van de modellen die daar bij hoort: een trilogie. Toen ik deel één aan het schrijven was, dacht ik bij mezelf ‘het zouden er drie kunnen worden. Maar ik weet niet eens of ik deze wel verkocht krijg.’ Dus ik heb het eerste deel zo geschreven dat ik daar zou kunnen stoppen, maar ik was ook klaar om er nog twee bij te schrijven. En toen zei mijn agent: ‘ze willen drie boeken’ en ik was erg blij dat ik verder kon.”
ML: “Heeft u de hele serie al uitgewerkt? Of is het zelfs al af?”
AL: “Deel drie is nog niet af. Ik ben ongeveer op de helft en dat betekent dat ik nogal wat achterloop. Dus als ik thuiskom moet ik schrijven als een demon om de deadline te halen. Ik weet waar het gaat eindigen. Ik hou van Breq als personage, maar ik wil niet alleen maar Breq doen. Ik wil zeker nog wat anders doen in hetzelfde universum, maar niet het zelfde gebied, niet dezelfde personages. Maar deze drie gaan allemaal over Breq.”
ML: “De titel van de boeken: ik dacht eerst dat het gerechtigheid (Justice red.) voor Breq betekende, maar toen ik de titel van de tweede zag, begreep ik dat het scheepsklassen zijn.”
AL: “Nou het is beide, in elk geval voor het eerste boek. Sword heeft niet die overtone die Justice wel heeft. Oorspronkelijk waren de titels anders, het waren gehele scheepsnamen: Justice of Toren, Sword of Attagaris (fonetisch opgeschreven, red.) en Mercy of Kalr. De tweede is helemaal nieuw, die ontmoet je pas in het tweede boek. Maar mijn agent zei: ‘voor de lezer betekenen deze titels niets’. Dus toen hebben we de titels veranderd. Toen ik Sword inleverde bij de uitgever, zei hij zelfs dat hij Mercy bij het tweede deel vond passen. Maar dat wilde ik echt niet. Ik wilde eindigen met Mercy, niet met Sword.”
ML: “Heeft het winnen van al die prijzen (Nebula, Hugo, Arthur C. Clarke etc. red.) veel voor u veranderd?”
AL: “Ja, dat heeft het zeker! Ik word veel meer herkend bijvoorbeeld. Op conventies, maar zelfs thuis is dat zo, omdat ik daar ook in de krant heb gestaan. Het legt ook veel druk op de volgende boeken. Ik hoopte dat als het boek uitkwam dat er wat mensen het zouden lezen en uit zouden kijken naar de volgende en dat ik zo mijn lezersgroep op zou kunnen bouwen. Maar nu hebben opeens enorm veel mensen het eerste boek gelezen en ze zeggen dat ze niet kunnen wachten op deel twee. Dan zeg ik ‘Ojee, ik hoop maar dat ik jullie niet teleur zal stellen.’ Ik heb mijn best gedaan natuurlijk, maar nu ligt er dus enorm veel druk op. Wat als het niet zo goed is als iedereen hoopt dat het is? Het spijt me dan nu al. Dat is heel anders dan toen ik nog korte verhalen schreef. Niemand verwacht wat van je, je schrijft een verhaal, stuurt het in en als het gepubliceerd wordt ben je heel blij. Dit is de eerste keer dat ik mensen zitten te wachten op wat je aan het schrijven bent. Het voelt heel anders.”
ML: “U zei dat u achterloopt met het derde deel. Komt dat daardoor?”
AL: “Deels. Maar ook omdat ik een trage schrijver ben. Het eerste boek kostte me vijf of zes jaar. En voor het tweede boek had ik maar een jaar! En dat is gelukt. Er was nog wel flink wat redactie nodig, want normaal polijst ik net zo lang tot ik helemaal tevreden ben, maar nu moest het ingeleverd worden. Dat is volkomen anders. En dan is er nog al het publiciteitswerk, zoals verzoeken voor interviews en podcasts en blogposts. En dan zeg ik toe, maar denk ik, wacht even, dat is mijn schrijftijd, ik moet er mee ophouden!”
ML: “Bent u zenuwachtig voor de Hugo uitreiking (die was de dag na dit interview, red.)?”
AL: “Niet op dit moment. Morgen vast wel. Bij de Nebula uitreiking was ik heel blasé, ik was er zeker van dat Neil Gaiman zou winnen. Maar na het diner en toen de uitreiking begon, hakte het er toch wel in. Het was een soort plankenkoorts en daar heb ik alleen vlak van te voren last van. Dus ik wordt morgen vast wel nerveus, maar waarschijnlijk pas vlak ervoor.”
ML: “Welke van de twee Awards vind u belangrijker, de Hugo (gestemd door de deelnemers van de World Science Fiction Convention, red.) of de Nebula (gestemd door de leden van de SFWA, de schrijversvakbond, red.).”
AL: “Ze zijn allebei heel belangrijk. Het is heerlijk om erkenning te krijgen van je collega’s met de Nebula. Maar het boek heb ik natuurlijk voor de lezers geschreven, dus de Hugo is ook heel belangrijk. Fans nomineren waar ze van houden, dus dat betekent heel erg veel. Dus alleen genomineerd zijn voor een Hugo is al awesome.”
ML: “Het Nederlandse taalgebied is niet heel groot. Een van onze problemen is dat er niet zo veel vertaalde sf en fantasy is en nog minder originele boeken van Nederlandstalige schrijvers. Deels komt dat omdat Nederlanders goed Engels lezen. Wat vindt u daarvan?”
AL: “Ja, dat is een vaak gehoord probleem, dat er veel uit het Engels vertaald wordt en dat dat oorspronkelijk werk verdringt. Lezen in meerdere talen is op zich natuurlijk heel goed, maar het zou jammer zijn als je daardoor geen goede sf meer in het Nederlands zou hebben. Elke taal verdient het om in geschreven te worden. Dus als mijn boek in het Nederlands verschijnt, dan hoop ik dat dat weer mensen naar de Nederlandse taal trekt en dat er meer lezers komen die in eigen taal gaan lezen.”
Deel 1 van het interview (zie hier) gaat o.a. over de Radch en het gebruik van het woord 'zij' om de wereld op te bouwen en deel 2 (zie hier) gaat o.a. over het gebruik van meerdere viewpoints en de rol van toeval. De recensie van Het recht van de Radch staat ook al online.