Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Interview /

Interview Arnaldur Indriðason

Hij komt uit het dunst bevolkte land van Europa waar het altijd koud is en de dagen kort zijn. De nationale godsdienst is Evangelisch Luthers. Jaarlijks komen er 300.000 toeristen, vrijwel evenveel als het totale inwoneraantal. De belangrijkste bron van inkomsten: visserij. Het belangrijkste exportproduct: de zangeres Bjork. Genoeg redenen om boeken te gaan schrijven waarin lichtvoetigheid plaats moet maken voor ijzige koude en een zware vorm van melancholie. Dat is ook precies wat de IJslandse auteur Arnaldur Indridason (1961) sinds 1979 doet. Hij heeft nu tien prachtige misdaadromans op zijn naam staan, waar wereldwijd twee miljoen exemplaren van zijn verkocht zijn. Zijn nieuwste ijzingwekkende boek: Winternacht.

Films
Arnaldur, als zoon van Indrida de achternaam Indridason dragend, heeft een vriendelijk gezicht met ruim wijkende haargrens. Hij praat langzaam en met een prettig accent. Als voormalig journalist is hij even nieuwsgierig aar de interviewer als de interviewer naar hem. Het gemeenschappelijke verleden: het beroep filmcriticus domineert het begin van het gesprek. Dagen en avonden in filmzalen, jaar in jaar uit een continue vlucht uit het heden.
Een onderdompeling in de filmwerkelijkheid waar de romantiek het realisme vakkundig op afstand houdt, het schept een band
“Ik ben een dolle liefhebber van de films uit de jaren zeventig. Dat was voor mij de gouden eeuw van de film, waarin regisseurs nieuwe wegen insloegen. Er zijn toen talloze films gemaakt die tot op de dag van vandaag nagevolgd worden. Denk maar aan Serpico, Taxi Driver, The Sting, Butch Cassidy and the Sundance Kid,. The Guns of Navarone met al die beroemde sterren als Anthony Quinn, Gregory Peck, David Niven, Anthony Quayle. Ik heb die film ontelbare keren gezien.Veel acteurs uit die tijd behoren nu tot de allergrootsten: Robert de Niro, Dustin Hoffman, Al Pacino en zo zijn er nog een paar. Ik was als kind niet uit de bioscoop weg te slaan.”

Culturele erfenis
Arnaldur Indridason werd in 1961 geboren in Reykjavik. Na zijn studie geschiedenis aan de Universiteit van IJsland werd hij in 1981 journalist en vijf jaar later filmcriticus.
“Ik weet het, een studie geschiedenis en het zijn van filmcriticus duidt op een behoefte het heden te ontlopen. Dat zal voor een deel ook waar zijn. Sommige dingen aan het heden zijn niet bepaald vrolijk stemmend. Maar het was voor een deel ook culturele belangstelling. Mijn vader was schrijver, dus het was typisch een kwestie van goed voorbeeld doet goed volgen.
In 1979 publiceerde ik mijn eerste boek. Inmiddels ben ik bezig aan mijn 11e boek. .
Al jaren voordat ik zelfs maar journalist was, voelde ik de drang om te gaan schrijven. Tijdens mijn werk voor de krant ben ik daadwerkelijk aan een boek begonnen. Ik had toen uiteraard nog geen flauw idee wat het betekende om 300 pagina’s volte moeten schrijven. Het is zwaar werk. Het creatief proces is vaak slopend. Omdat mijn vader ook schrijver was, lijkt het voor de hand te liggen dat ik met hem langdurig over het schrijfproces heb gesproken. Maar het tegendeel is waar. Ik heb zelf alles uitgevonden. Ik zat vast in mijn journalistenwerk en ik wilde perse iets anders, ik wilde boeken schrijven. En niets anders.”

Alcohol en drugs
In zijn eerste boek introduceert Indridason de melancholieke rechercheur Erlendur Sveinsson. Het is een eenzame man die zijn gezin, zijn zoon en dochter in de steek heeft gelaten toen ze nog klein waren. In Maandagskinderen is zijn dochter aan de drugs en is zijn zoon alcoholist. Uiteraard neemt Erlendur de problemen mee naar zijn werk. “Het probleem voor iedereen is een goed evenwicht te bewaren tussen werk en privé. Dat lukt maar zelden, terwijl je familie en je sociale omgeving het allerbelangrijkste horen te zijn in je leven.. Er zijn goede en slechte families, goede en slechte relaties. Families worden bedreigd. De manier waarop je je kinderen behandelt is erg belangrijk. Dat laat ik in mijn boeken zien. Ik heb met mijn dochter van 20 overigens niet zulke problemen als Erlendur en zijn dochter Eva. Mijn dochter reist de wereld rond. Ze zit nu in Amerika. Je zou kunnen zeggen dat we elkaar te weinig zien om problemen te hebben, maar zo zit het niet. We hebben een uitstekende relatie. Dus wat ik schrijf is niet mijn eigen situatie. Kijk, familieproblematiek is universeel. Ik kaart aspecten daarvan aan, maar ik zeg mensen niet op een moraliserende manier hoe ze moeten leven.”

Commentator
“Op eenzelfde manier als de familieproblematiek, pak ik een maatschappelijk probleem als racisme aan. In Winternacht wordt een Aziatisch jongetje dood gevonden. Zijn hele familie heeft op hinderlijke wijze te maken met de afwerende krachten van de besloten gemeenschap waarin ze wonen. De situatie die ik beschrijf heef is puur racisme, ja. Maar ik geef ook hier geen boodschap mee. Ik geef een richting aan voor gedachtevorming. Ik wil wel dat de mensen erover gaan nadenken. In wezen ben ik als auteur gewoon journalist gebleven. Ik geef commentaar. Maar het is niet objectief, Het komt allemaal uit mezelf. Het zijn mijn verontwaardiging, boosheid en teleurstelling die doorklinken in mijn verhalen. Het is mijn boodschap. Als de lezers het aanvaarden en ook nog mooi vinden, is dat mooi meegenomen.
Ik kan onmogelijk populair schrijven. Als je anderen gaar imiteren vanwege het succes, of als je willens en wetens probeert de lezer te plezieren, dan doe ik mijzelf geweld aan. Ik zou dan slechte boeken gaan schrijven.”

Allochtonen
“Hoewel ik in Winternacht de problematiek van allochtonen aankaart, is het nog geen issue in IJsland. Dat komt doordat onze economie de laatste tien jaar zo sterk is gegroeid. Het toerisme groeit enorm en dat betekent dat we er een grote bron van inkomsten bij hebben gekregen. Dat was ook wel nodig. Bijna 90% van de totale bevolking van IJsland, die uit circa 300.000 mensen bestaat, woont in een paar grote steden en in de dorpen. Maar een klein deel leeft op het platteland. En onze voornaamste inkomstenbron was visserij. Dat evenwicht was dus zoek. Maar de toeristenindustrie heeft uitkomst gebracht. Veel Polen komen naar IJsland om werk te zoeken. Het is geen probleem. Wij vormen geen internationale gemeenschap zoals jullie in Nederland, dus we zullen de problematiek die zich voor kan doen misschien nog niet helemaal beseffen. Maar wij zeggen in IJsland: als je in IJsland wilt wonen, moet je je ook IJslander gaan voelen. Daar zijn we ons sterk van bewust. Dus vanaf het prilste begin dat mensen ons land binnen komen, zijn zij verplicht om mee te doen aan allerlei integratie-activiteiten. Maar nogmaals, het is bij ons geen politiek issue. Ik kaart de allochtonen-problematiek aan als mogelijk probleem voor de toekomst. Je moet op je hoede blijven en problematiek met verschillende bevolkingsgroepen tijdig onderkennen om er iets aan te kunnen doen.”

Geen superhelden
Indridason kaart in elke boek maatschappelijke problemen aan. Geweld tegen vrouwen, drugsproblematiek, misbruik van genetisch onderzoek, Soms op beklemmende wijze, soms heel gevoelig en meelevend beschreven. “Als je mijn boeken in een bepaalde traditie zou willen zien, dan moet je denken aan sociaal realisme in de Scandinavische traditie. Ik beschrijf de realiteit, op een rauwe manier. Ik beschrijf hoe sommige maatschappelijke systemen werken, maar ook hoe ze volstrekt falen. Als schrijver moet je wel stelling durven te nemen. Ik ben niet bezig met entertainment. Ik wil de lezer iets meer bieden dan oppervlakkig amusement. Bij mij geen superhelden die de hele wereld redden van het kwaad. Geen supersmerissen die het recht in eigen hand nemen. Geen hoogbegaafde speurders die de problemen in een handomdraai oplossen. Geen speciale agenten die met het mes tussen hun tanden hele terroristische cellen uit de weg ruimen. De reden hiervoor is dat mijn verhalen over gewone mensen gaan, met hun gewone portie lief en leed. In principe beschrijf ik geen bijzondere situaties. Ik schrijf heel persoonlijk, waardoor lezers het ook zeer persoonlijk ervaren.”

Melancholie
“Mijn boeken zijn niet erg lichtvoetig van toonzetting dat klopt. Ik ben een melancholicus.
Wellicht dat het klimaat van IJsland daar ook aan meewerkt. Vrijwel alle Scandinavische schrijvers hebben een weemoedige en soms zelfs sombere ondertoon. Als ik een Fransman was geweest, met zon bij het ontbijt, de lunch en het avondeten, zou k wellicht andere boeken hebben geschreven. Maar goed, dat is mijn probleem. Ik zie ook geen uitdaging in vrolijkheid en geluk. Zoals ik zei, ik ben een melancholicus. Dat is een gemoedsgesteldheid die de creativiteit ontegenzeggelijk voedt. Het grappige is dat je je eigen melancholie, en dus de aanzet tot creativiteit, zelf voedt door melancholische muziek te beluisteren. Ik lees ook graag droevige boeken. Daarmee versterk je het gevoel van melancholie. Mijn hoofdpersoon Erlendur lijkt in dat opzicht heel erg op mij. Hij kruipt in zichzelf en voedt daarmee zijn eigen ongemak.”

Tegenslagen
In de verhalen van Indridason hebben de mensen behoorlijk wat tegenslagen, is er veel verdriet en laten de onderlinge relaties heel wat te wensen over.Dat roept de vraag op of het niet mogelijk is om mooie, evenwichtige, gelukkige personages als hoofdpersoon te nemen. Of zijn dergelijke karakters niet uit te diepen? “Jawel hoor, dat kan, maar dat is niet interessant. Mooie mensen, mooie gevoelens. Mooi is saai. Je kunt het geluk van een wandeling beschrijven, de blijheid bij thuiskomst waar de hele familie opgewekt zit te wachten. De successen op het werk, maar zo zit het werkelijke leven niet in elkaar. Blijheid en verdriet. leven en dood, zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Alle mensen kennen het.
Als je een menselijk wezen bent, krijg je het nodige te verstouwen. Erlendur is net als ik melancholiek. Dat betekent dat er zoveel elementen zijn waar de lezer zich aan kan spiegelen. Als ik schrijf over de dood van zijn broertje, vriend, of collega, voelen de mensen dat mee omdat ze zelf ook wel eens zoiets hebben meegemaakt. Het verhaal speelt zich weliswaar af in Reykjavik, maar de zielroerselen zijn universeel. Daarom hebben mijn boeken ook universele kwaliteiten. IJsland is het decor, erg geschikt vanwege het mysterieuze karakter van het land, maar de omgeving is in principe inwisselbaar. Het gaat om de karakters en hun gevoelens. Vaak leef ik heel erg met mijn personages mee. Dan weet ik wel dat ik goed zit, dan ben ik natuurgetrouw bezig. Het is een ongelooflijk proces om iets uit niets te maken. En dat is de kern van schrijven toch in principe.”

Hoofdpersoon als innerlijke gids
Indridason’s hoofdpersoon Erlendur lijkt bij tijd en wijle de zorgen van de hele wereld op zijn schouders te torsen. Het lijkt wat veel voor de eenzame Erlandur die vaak twijfelt aan zijn eigen gelijk. “Erlendur is een loner die van het platteland komt. Als rechercheur moet hij zich bewijzen in een omgeving die niet de zijne is. Daardoor klampt hij zich ook vast aan de oude normen en waarden die hij kent. Hij heeft als verdedigingsmechanisme een zeer conservatieve mening gecultiveerd. Hij houdt van IJslandse tradities en is zeer gekant tegen veranderingen. Erlandur is mij zeer dierbaar. Ik wil echt zijn verhaal vertellen. Ik wil vertellen wat hij doet en waarom hij het doet. Alles wat je als lezer voelt, is via hem. Hij is je gids door het hele landschap, door het leven in IJsland, door het leven zelf, door de wereld van criminaliteit en maatschappelijke onrechtvaardigheid. Hij is je gids die je leidt door verdrietige momenten, door periodes van verlies en rouw. Het verhaal van Erlendur is daarom erg belangrijk. Het is niet alleen zijn verhaal, het is ook het verhaal van de lezer. Het geeft troost. We staan niet alleen op de wereld. Er zijn anderen die helpen. Je moet er alleen voor open staan. Elke keer zie je ook nieuwe facetten in het karakter van Erlandur. Hij leert elke keer bij, met als wijze onderwijzer het leven zelf..”

Vrouwelijke collega
En het verhaal van zijn vrouwelijke collega Elinborg? “Misschien zal ik haar in de toekomst ook wat meer uitdiepen. Ze is een goede vriendin van Erlendur. Ze is aardig, moederlijk, maar ze heeft een eigen familieleven met kinderen enzo. Zij is toevallig een politievrouw. Ze heeft nooit echt bewust voor dat beroep gekozen. Het is haar als het ware overkomen. Ze weet niet zeker of ze het leuk vindt. Het is bij haar geen roeping zoals bij Erlandur. Eigenlijk heeft ze gewoon niet altijd tijd om politievrouw te zijn. Kortom, ik heb bij haar houvasten genoeg om haar te ontwikkelen. En dat kan echt alle kanten op zijn. Maar zoiets ontstaat niet op een tekenbord. Zoiets ontstaat al schrijvende.”

Drama
“Omdat ik niet van actie houd, zit het drama in mijn boeken altijd in de karakters besloten. Meer dan in wat dan ook. Vanuit de karakters vinden de handelingen plaats. Ik heb Erlendur een tegenpool gegeven in de vorm van Sigurdur Oli. De een is conservatief, de andere heel modern. De een trekt zich niets aan van kleding, de ander is er juist zeer op gesteld. De een is dol op mooie auto’s, de ander ziet het louter als een vervoermiddel dat de afstand tussen A en B kan overbruggen. De een bewaakt de IJslandse cultuur, de ander omarmt allerlei Amerikaanse invloeden. Erlendur is gedreven, zijn collega Sigurdur doet gewoon zijn werk, zonder compassie. Een dergelijke tegenstelling is natuurlijk fijn om een verhaal wat meer kleur te geven, maar uiteraard zijn het hier ook de tegenstrijdigheden in mijn eigen karakter die hier in twee personages vorm hebben gekregen. Geen mens is eenduidig. Ik ook niet. Wat je de ene keer ziet als geld verspillen, vindt je de andere keer een terechte beloning voor al het harde werk dat je hebt verricht. Wel, in mijn boeken is die menselijke en gezonde tweeslachtigheid ondergebracht in twee personages.”

Schrijven
“Mijn gedachtevorming vindt eigenlijk pas plaats achter de computer. Ik heb van tevoren over het thema en de diverse motieven nagedacht. Maar het echte proces waarbij dingen zich ontwikkelen, vindt al schrijvende plaats. Het is een continue stroom van invallen waarbij de karakters dingen doen die ik van tevoren niet bedacht heb. Maar schrijven is niet alleen een creatief proces, het is ook discipline. Je moet op tijd beginnen, maar ook op tijd ophouden. Ik ben zeer gedisciplineerd. Ik werk niet met een deadline in het achterhoofd. Maar ik vind dat tijd wel kostbaar is. Je moet geen tijd verknoeien. Ik schrijf niet voor het geld of de roem. Schrijven is voor mij een innerlijke drang.”

Subsidie
In de eerste jaren dat ik boeken schreef, ben ik gewoon mijn journalistieke werk blijven doen.
Nu worden mijn boeken goed verkocht en kan ik mijn brood ermee verdienen, maar in het begin niet. De IJslandse markt is zo klein. Er wonen in heel IJsland maar zo’n 300.00 mensen. Je moet echt succes hebben in de Scandinavische landen, en liefst daarbuiten, om van schrijven je beroep te kunnen maken. Het zijn er maar weinigen. Een handvol denk ik.
Viktor Arnar Ingolfson misschien die ooit ook de Glazen Sleutel won, de prijs voor de beste Scandinavische misdaadroman. Maar hij heeft nog niet zoveel geschreven. Drie a vier boeken misschien. En dan heb je nog Arni Thorarinsson die vorig jaar, net als ik, voor de IJslandse literatuurprijs genomineerd werd. Een generatiegenoot die nu pas zijn eerste boek gepubliceerd heeft. De overheid onderkent het probleem overigens. Je kunt als auteur een vorm van subsidie krijgen. Dat geldt gelukkig ook voor misdaadauteurs omdat in IJsland wordt gedacht in termen van “cultuur” en niet in de vorm van “literatuur” als een soort hogere vorm van cultuur en “spannende lectuur” als een soort vorm van lagere cultuur. Dat verschil is er naar mijn idee ook niet. Een boek is goed of niet goed. Kortom, je kunt een aanvraag doen om betaald te worden voor een periode van 6 maanden tot 3 jaar. Er is een speciale commissie die bepaalt of je er voor in aanmerking komt. Ik juich dat van harte toe. Er is talent genoeg in IJsland, maar het moet wel de kans krijgen.”

Verdwijningen
De vraag op wiens werk dat van Indridason geïnspireerd is of wat hij graag leest laat zich gemakkelijk beantwoorden. “Ik lees vrijwel geen misdaadromans. Ik werk elke dag met misdaad. Als ik klaar ben met schrijven, wil ik wel eens iets anders. Ik lees momenteel IJslandse gedichten, IJslandse sagen, John Steinbeck en de strips van Tintin. Hoe heet die bij jullie? Kuifje, ja. Prachtig, heel avontuurlijk, een hele strakke plot, de nodige verrassingen, humor en een hele heldere tekenstijl. Als schrijver kan je er alleen maar van dromen dat je die helderheid ook in je boeken kan evenaren. Maar goed, het meeste lees ik als ik ziek ben. Als ik met een niet al te zware griep op bed lig, lees ik boeken over verdwijningen. Dat is een tic van me. In mijn boeken is het broertje van Erlendur verdwenen, zonder een spoor na te laten. En ook al is het niet de schuld van Erlandur, toch voelt hij het wel alsof hij schuldig is aan de verdwijning. Hij verwijt zichzelf dat hij niet beter op zijn broertje heeft gepast. Dat is de reden dat Erlandur veel over verdwijningen leest. Literatuur genoeg over dat onderwerp, want elk jaar verdwijnen er in IJsland veel mensen. Ze komen nooit terug van hun trektochten.Ook deze tic heeft Erlendur dus van mij. Ik lees ook veel over verdwijningen. Misschien is het ook wel een soort zelfmedicatie. Als ik lees hoe iemand verdwenen is en treurende mensen achterlaat, besef ik dat ik het met mijn vrouw en drie kinderen nog niet zo slecht heb.”



Over de auteur

Kees de Bree

100 volgers
23 boeken
0 favorieten
Auteur


Reacties op: Interview Arnaldur Indriðason

 

Gerelateerd

Over

Arnaldur Indridason

Arnaldur Indridason

Arnaldur Indriðason (1961) is een IJslandse schrijver van literaire detectives m...