Meer dan 5,6 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Interview /

Interview Christian de Coninck

Commissaris Christian de Coninck kan met recht de Vlaamse Appie Baantjer worden genoemd. Hij schrijft over een wereld die hij kent als zijn broekzak. Zijn debuutroman: De Praagse connectie.

Commissaris Christian De Coninck is Brusselaar en politieman in hart en nieren. Vooraleer hij woordvoerder bij de Brusselse politie werd, was hij vele jaren actief betrokken bij onderzoeken naar moorden, zedenfeiten, enz. Kortom alle soorten zaken die stedelijke politie in de schoenen geschoven worden. Nu is zijn eerste boek, De Praagse connectie, te vinden in de boekhandel.

1. Wanneer voelde je de eerste kriebels en wat was de motivatie om aan een boek te beginnen?
Alles is begonnen toen ik werd geveld door een ziekte en rust moest houden. Toen ik mijn boeken uitgelezen had en alle televisieprogramma’s had gezien, sloeg de verveling heel snel toe. Daarom vatte ik het idee op om zelf een boek te schrijven. Het begon als bezigheidstherapie. Ik schiep een fantasiewereld waarin ik wegvluchtte en waarin ik de steriele ziekenhuiskamer en de infusen vergat. In dit eerste boek kan ik nog zo mijn gemoedstoestand op de voet volgen. Als mijn hoofdpersonage, Stijn Goris, het moeilijk heeft, zat ik ook in en dipje. Ik schreef op mijn ziekenhuiskamer en later ook thuis. Het verplegend personeel vond het wel heel bizar dat een patiënt om 1 uur ’s nachts nog achter zijn computer zat, maar ze vonden het toch ook wel spannend: een schrijvende patiënt loop je niet elke dag tegen het lijf.

2. Waarom koos je voor het genre van het spannende boek, specifieker het poltieverhaal?
Waar het hart van vol is, loopt de mond van over. Ik ben een politieman en waarover kon ik anders schrijven dan mijn beroep? Ik ben ook een Brusselaar daarom was het logisch dat het verhaal zich in de Belgische hoofdstad zou afspelen. Daarbij komt dat ik 25 jaar ervaring heb in politiewerk. Het is een fantastische job waarbij je in contact komt met alle soorten mensen: politici, daklozen, allochtonen, bewoners, pendelaars, handelaars, arme en rijke mensen. Kortom het is een melting pot. Politieverhalen zijn heel dankbaar want je krijgt de gelegenheid om spanning op te bouwen en de lezer mee te betrekken in het speurwerk. Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik de gemakkelijkste koos: voor dit genre hoefde ik nauwelijks research te doen.

3. Zitten er - gezien de overeenkomsten tussen jezelf en het hoofdpersonage - veel van je eigen ervaringen verwerkt in het boek?
Er zitten uiteraard biografische elementen in, maar al bij al blijft het fictie. Het hoofdpersonage heeft niets met mij gemeen. Het is een totaal fictief persoon. Politiewerk is saai. Urenlang observaties uitvoeren is nu niet precies heel boeiend om over te schrijven. Er zijn waargebeurde zaken in opgenomen, maar dat is een minuscuul gedeelte.

4. Wat me opviel en verbaasde tijdens het lezen was de opmerkelijke vloeiendheid van de samenwerking tussen de verschillende uitvoeringsniveaus: de speurders, de substituut, de onderzoeksrechter... Enerzijds lijkt het bijna de perfecte wereld, maar anderzijds heerst het gevoel dat er tijdens een onderzoek quasi geen verantwoording moet afgelegd worden en dat het doel de middelen heiligt.... Speelt hier de vrijheid van de schrijver?
Ja en nee. Het is zo dat er een heel goede samenwerking bestaat tussen de politie en het gerecht. Zeker als de speurders al heel lang samenwerken met dezelfde magistraten: je leert elkaar vertrouwen. De speurders kennen de wet en eerbiedigen ze ook. Dat is logisch: bij de minste overtreding (onwettige huiszoeking bvb) kunnen de gevonden elementen niet worden gebruikt door het Openbaar Ministerie en wordt het onderzoek onderuit gehaald. Daarom is er zelfcontrole van de speurders op hun werk.
Mijn personage Stijn Goris gaat wel over de schreef in Praag en Amsterdam maar dat is dan ook de fictie. De relaties onderling zijn beschreven zoals het er in de werkelijkheid aan toe gaat. Er is de hiërarchische band tussen de speurders onderling en tussen de speurders en hun oversten. Een inspecteur spreekt zijn commissaris aan met ‘mijnheer’ of ‘chef’.

5. In De Praagse connectie zie je het direct groots door de internationale maffia een grote rol toe te bedelen. Hoe moeilijk was het om het geheel geloofwaardig te houden?
De maffia bestaat. Zij beheersen de onderwereld met al wat daar gebeurt. De kleine drugdealer op straat heeft contact met een grotere dealer en die heeft op zijn beurt contact met de importeurs van de drugs, die zelf in verbinding staan met de producenten. Dit geldt ook voor de prostitutie en de illegale porno. Al het geld dat die illegale handel opbrengt moet worden witgewassen en wordt nadien geïnvesteerd in legale business. De meeste mensen weten dat en daarom was het niet moeilijk om de verhaallijn geloofwaardig te houden.

6. Bevalt het schrijverschap je?
Zoals ik al zei is het schrijverschap mij een beetje opgedrongen door mijn ziekte. Nu geniet ik er wel van. Het is heel leuk om je eigen verhaal te schrijven en je personages te laten doen wat je wil. Ik kreeg wel een geweldige opkikker toen ik vernam dat het boek zou worden uitgegeven. Dat is de beste stimulans voor een auteur en dan vergeet je heel gauw dat je alleen voor het scherm zit.

7. Wat mogen we in de toekomst nog verwachten op literair vlak?
Er liggen twee andere verhalen klaar, met dezelfde personages. Het blijven politieverhalen en we zien wel of er interesse is van de lezer om meer te weten te komen over Goris. Het blijft momenteel nog een open vraag hoe zijn relatie met zijn vriendin zal evolueren, als er al een relatie ontstaat tussen beide.



Over de auteur

Eric Diepvens

18 volgers
3 boeken
0 favorieten


Reacties op: Interview Christian de Coninck

 

Gerelateerd

Over

Christian de Coninck

Christian de Coninck

Christian De Coninck (1960) was commissaris en woordvoerder bij de Pol...