Nieuws /
Interview David Hewson
David Hewson kan er de humor wel van inzien. Terwijl hij de transpiratie van zijn voorhoofd dept, verhaalt hij met graagte over de barre weersomstandigheden die hij ooit in zijn geliefde Rome heeft meegemaakt. “Ik ben 25 jaar geleden in Rome geweest, toen de hele stad ondergesneeuwd was. Het was een chaos van jewelste. Niemand kon een kant op. Ik raakte in een bar verzeild waar ik aan de barkeeper vroeg hoe vaak het in Rome sneeuwde. Niet vaak zei de man, maar het kon hem niet vaak genoeg sneeuwen. Hij vond het prachtig. Want er heerste een complete chaos en onder die omstandigheden hoede niemand te werken. De barkeeper vertelde mij overigens ook hoe hij de sneeuw in spiralen naar beneden had zien dwarrelen. Dat beeld heb ik gebruikt in mijn boek De Pantheon getuige. Het is een bijzonder beeldende manier om het verschijnsel aan te duiden.”
Rome
We zijn meteen bij de kern aanbeland, Rome. In de laatste reeks boeken van Hewson is de oude stad met zijn rijke historie zo prominent aanwezig dat verslaggever in een recensie ooit enthousiast memoreerde dat je tijdens het lezen van Hewson’s boeken meerdere zintuiglijke waarnemingen tegelijk ondergaat. “Je proeft, je ruikt, je ademt Rome.” Hewson knikt bescheiden: “Rome is voor mij een onuitputtelijke inspiratiebron. De Trevi-fontein, Het Pantheon. De Spaanse trappen, het Colosseum, als buitenlander ben je meer gebiologeerd door die prachtige Romeinse gebouwen dan de Italianen zelf. Ik ben gefascineerd door de warmte, de schoonheid, de mensen. Zodra ik in Rome aankom, heb ik alweer genoeg stof voor meerdere thrillers. In sommige steden lijkt het wel of de verhalen tussen de stenen door sijpelen. Rome is zo’n stad. Niet dat ik in het begin zo dol was op Rome. Ik vond het er warm en druk. Liefde groeit bij mij langzaam, ik heb dat met alles. Maar dan is de liefde ook blijvend. Nu is Rome mijn muze. Het is bovendien een aardige bijkomstigheid dat mijn verhalen, waarin het recht zijn beloop dient te krijgen, gesitueerd zijn in de stad waar men in de oudheid al wetten heeft gemaakt om onrecht en misdaad te bestraffen.”
Idealistisch
Na een vijftal op zichzelf staande boeken begon David Hewson in 2003 aan een serie succesthrillers met vaste hoofdpersonen. Het eerste deel, De Vaticaanse moorden, behandelde een reeks moorden die overeenkomsten hadden met de schilderijen van de 16e eeuwse kunstenaar Caravaggio. In dit boek introduceert Hewson zijn hoofdpersonen, de jonge rechercheur Nic Costa en de eigenzinnige patholoog anatoom Therese Lupo. “Mijn boeken zijn ontworpen rond mijn karakter Costa. Hij is naïef, idealistisch, heeft veel meegemaakt, maar is nog net niet cynisch geworden. Ik heb hem bedacht als tegenwicht tegen het traditionele beeld dat er bestaat van de Italiaanse politie: corrupt, lui, gek op bier, cynisch. Het bekende stereotype. Dat soort agenten beschrijf ik ook. Met hen ligt Costa vaak in de clinch. Dat zorgt voor drama, het botsen met andere karakters die minder idealistisch zijn dan hij. Hij komt zelfs tegenover de hogere autoriteiten te staan als dat moet. Costa gelooft nog in rechtvaardigheid en die kan helaas niet altijd gegarandeerd worden door de wet of de overheidsdienaren. Dat zijn de momenten dat hij behoorlijk dwars kan zijn.”
Teresa Lupo
Een ander kleurrijk karakter is Teresa Lupo, die de absolute lieveling van David Hewson blijkt te zijn. “Teresa Lupo is een sleutelfiguur, een outsider. Ze staat niet direct onder controle van iemand. Ze komt als vrouw weg met dingen waar ze als man niet mee weg gekomen zou zijn. Ze is geen sekssymbool en ze is soms behoorlijk agressief. Ze is in de 30 en volstrekt onafhankelijk. Ik krijg veel brieven van vrouwen die dol zijn op Teresa. Ze kan zich in alle kringen begeven, maar ze staat overal buiten. Ze is geen agent en veroordeelt ook niemand op voorhand. Ze is alleen geïnteresseerd in de menselijke kant. Een fantastische vrouw. Ze is een bijfiguur, maar door haar charismatische optreden een van de belangrijkste figuren. Een tijdje geleden is mijn boek De Vaticaanse moorden verfilmd. De film heeft goed gelopen. Dus kwamen de producenten bij me om een optie te nemen op De Pantheon getuige. Het eerste wat ze zeiden is: mogen we Teresa mooi en jong maken. Ik heb dat resoluut geweigerd. Teresa is een echte strijdbare Italiaanse van over de dertig. Op haar personage moet je geen jonge starlet loslaten. Veel eerder een rijpere vrouw zoals Sophia Loren in haar goede dagen. Iemand met een vurig Italiaans temperament die alle mannen om haar vingers windt. Terese Lupo is opvliegend, maar wel een hele goede vrouw.”
Serie
Hoewel De Vaticaanse moorden als een stand-alone werd geschreven, merkte Hewson al snel dat zijn karakters te interessant waren om voorgoed te laten verdwijnen. “Ik had een nieuwe redactrice en nadat zij het boek gelezen had was het eerste wat ze zei: "Ik weet dat je dit boek niet hebt geschreven om er een serie van te maken. Maar alsjeblieft, zie het als het eerste deel van een serie.” Ze had in alle opzichten gelijk. Nic Costa en Teresa zijn ideale personages voor een serie. In mijn boeken dring ik de lezer mijn mening over mijn personages niet op.
Ik wil niet als een onderwijzer zeggen: dit is een goede man en dit is een boef. Dat moet blijken uit hun handelingen. De lezer is overigens slim genoeg om dat heel snel te doorgronden.”
Extra’s
De boeken van Hewson zijn heel gemakkelijk leesbaar, maar toch hebben ze meerdere verhaallijnen en vaak ook historische achtergronden. “Ik houd van complexe verhalen die daarnaast ook nog impliciet iets extra’s te bieden hebben. Dat kan om hele simpele dingen gaan. Een spannend gesprek in een auto of in een kantoor bijvoorbeeld. Boeken zijn slecht als er geen gevoel is voor beweging, voortgang. Er moeten problemen zijn die opgelost moeten worden en die problemen moeten beetje bij beetje inzichtelijker worden. Sense of motion is belangrijk. Halverwege moet je als schrijver even inhouden om dingen op een rij te zetten en dan kan je daarna de bus weer door laten rijden. In De Pantheon getuige heb ik een politieke achtergrond verwerkt, maar ook de religie komt aan bod. Ik ben altijd gefascineerd geweest door het tegenstrijdige van wat de kerk is en wat zij predikt. De kerk draagt liefde, vrede en reinheid uit, maar de vroege kerk was geobsedeerd door martelaarsschap en vocht zonder moeite de meest bloedige gevechten uit. Er kleeft een ongelooflijke gewelddadigheid aan het verspreiden van het geloof die niets te maken heeft met de vredelievende boodschap.”
Research
Dat hij veel research moet plegen voor zijn boeken, vindt Hewson normaal en ook totaal geen probleem. “Als je lang journalist bent geweest zoals ik, is het plegen van research een tweede natuur. Het hoort bij je vak. Ik heb het eigenlijk mijn hele leven gedaan. Ik ben nu 54 jaar. Ik groeide op in Yorkshire, Noord Engeland. Op mijn 17e ging ik van school om bij een plaatselijke krant. te gaan werken. Ik schreef de overlijdensberichten en verder allerlei lokaal nieuws. Maar ik was ambitieus. Op mijn 24 e was ik een redelijk volwaardig journalist. Helaas wel een free lance journalist met onzekere inkomsten. Omdat ik al vrij jong vrouw en kinderen had, deed ik alles om aan geld te komen. Dat is de reden dat ik vroeger ook een soort reisboeken heb geschreven. En hoewel ik journalistiek gezien steeds hoger op de ladder kwam, wist ik dat dat niet mijn bestemming was. Ik ben vanaf 1978 redacteur geweest bij The Times en tot 3 jaar geleden was ik columnist voor de Sunday Times. Maar ik wilde boeken schrijven. Dat ben ik pas op latere leeftijd gaan doen. Vanaf 1995 ofzo.”
Actie
Zijn gedrevenheid om te gaan schrijven, is volgens Hewson voor een groot deel te herleiden tot zijn jeugd waarin hij mateloos veel las. Hij beschouwt het als een kwestie van “goed voorbeeld doet goed volgen”. “Mijn ouders hadden een kinderopvang aan de kust van Bridlington. Daar was ook een bibliotheek. Ik heb als kind de hele bibliotheek gelezen. Ik hield van alles, ook van misdaadverhalen. Lezen heeft de eerste vijftien jaar van mijn leven gevormd. Victoriaanse romans, Amerikaanse hard boiled detectives, Conan Doyle, Agatha Christie en veel avonturenromans. Wat me opvalt is dat fictie tegenwoordig veel minder avontuurlijk is dan vroeger, dat vind ik wel jammer. Avonturenromans prikkelen de fantasie van jonge lezers. Er wordt momenteel minder van de fantasie gevraagd dan vroeger. Het wordt de mensen allemaal expliciet voorgeschoteld. Mensen van nu zijn films gewend. Diezelfde snelle actie willen ze ook in boeken terugvinden. De meest verkochte boeken zijn actieromans. Je kunt niet zeggen dat het goed of fout is. Mensen willen snelle, directe verhalen. De uitdaging voor een schrijver is om origineel te zijn binnen die grenzen. Lezers willen over het algemeen niet buiten die grenzen. Ze zijn conservatief. In welk genre ik zelf schrijf weet ik niet eens. Geen idee, ik schrijf omdat ik het leuk vind. Maar naast alle historische feiten, zorg ik altijd voor genoeg actie in mijn boeken. “
Overbruggen generatiekloof
“Ik ben me er de laatste tijd pas bewust van geworden dat ik rekening moet houden met het feit dat nieuwe generaties de verhalen die ze kennen niet meer uit boeken hebben, maar uit films. En de nieuwe generatie houdt van actie. Daarnaast weet ik dat veel vrouwen mijn boeken lezen. Waarom? Ik heb voor mezelf vastgesteld dat dat met passie te maken heeft. Mijn boeken spelen zich af in Italië en mensen zijn daar erg emotioneel. Ik beschrijf die emoties in mijn boeken en dat valt erg goed bij vrouwelijke lezers. Ik schrijf niet alleen een
misdaadverhaal, ik beschrijf ook sfeer, Italiaanse sfeer. Als Engelse of Amerikaanse vrouwen geld hebben en ze mogen kiezen, dan verkiezen ze een zonnige en romantische vakantie in
Italië boven een vakantie in eigen land. In mijn boeken krijgen ze alvast een voorproefje.”
Romeinen
Hewson mag graag over zijn manier van schrijven vertellen, maar toch komt het gesprek steeds weer terug op Italië. “Ik houd van Italië en de mooiste stad van de hele wereld. Rome verveelt me nooit. In Rome werkt bij mij alles beter dan in Londen. Als je uit het koude Noorden komt is Rome het paradijs. He heet kleur, warmte, passie. Toen ik boeken ging schrijven heb ik Italiaans geleerd. Ik heb een appartement in Rome gehuurd. Mijn Italiaans is inmiddels behoorlijk goed. Ik zou mijn boeken niet hebben kunnen schrijven zonder Italiaans te spreken. Ik streef naar authenticiteit en geloofwaardigheid. Dat wil zeggen dat ik niet alleen grondige research pleeg, maar dat ik ook achteraf laat controleren of de door mij beschreven feiten waarheidsgetrouw zijn weergegeven. Ik laat mijn boeken altijd eerst aan Italianen lezen voordat ik ze ter publicatie aanbied. Ik zal een voorbeeld geven van een fout die ik gemaakt zou hebben, zonder controle van de Italianen zelf. Ik schreef in het manuscript van een boek dat het op vrijdag altijd heel druk was bij het Colosseum. Daar moesten mijn Italiaanse vrienden erg om lachen. Volgens hen waren er heel wat drukkere dagen.”
Domani
Romeinen zijn anders dan Venetianen. Het mooie aan Romeinen is dat ze niet liegen. Ze vertellen je ronduit de waarheid. Ze zijn oprecht, eerlijk, ook als je daar geen behoefte aan hebt. En voor een schrijver is de eerlijkheid een heerlijke eigenschap. Bovendien zijn ze erg behulpzaam. Zelfs de Italiaanse agenten. Ze zijn mensen die grote fouten maken, maar daar komen ze rond voor uit. Dat is voor een schrijver heerlijk. Ik heb die eigenschap ook in De Pantheon getuige beschreven. In mijn ogen zijn Romeinen net kinderen. Ze hebben hun prioriteiten. “domani, domani.” Mensen zijn geneigd dat als negatief te kwalificeren. Maar ik vind het juist heel erg geciviliseerd. Ze zijn erg gefocust op de kwaliteit van het leven en die kwaliteit en het tijdsbesef staan elkaar in de weg. Wie constant haast heeft, kan nooit genieten. Ik zal je nog een voorbeeld geven. Ik heb een hele aardige, maar ook hele arme talenlerares gehad. Ze vond alle mannen schoften, omdat ze haar te weinig geld gaven om goed van rond te kunnen komen. Maar als zij geld kreeg, kocht ze meteen dure schoenen. Dat moment van blijdschap en kwaliteit van leven, vond ze belangrijker dan de hele maand die nog moest volgen en waarin ze weer arm was. Rome is a tough city to live in. Veel mensen moeten er elke dag worstelen om rond te komen. Maar dat is in elke grote stad het geval.
Ik romantiseer Rome niet. Maar toch is het in de zon gemakkelijker om op straat te zitten, dan in de regen in Engeland.”
Harmonie
Wat sfeer en decor betreft mag Rome dan de muze zijn van Hewson, er is ook nog zoiets als het bedenken van een nieuw verhaal. “Ik begin vanuit een ruw idee. Ik was bijvoorbeeld in Rome toen de oorlog met Irak uitbrak. Romeinen zijn liberale, ruimdenkende mensen. Maar toen de oorlog met Irak uitbrak was iedereen woedend. Een woede die niet Romeins was. Ik werd door het contrast geraakt. Toen kwam ik op het Pantheon-idee, een harmonieuze wereld in conflict met ongrijpbare onharmonieuze gedachten. Harmonie en disharmonie. Ik dacht hoe zouden mijn karakters reageren als in het Pantheon een van de belangrijkste culturele gebouwen van Rome een barbaarse daad wordt verricht, een moord. Ik laat de woede van de Italianen nog groter worden doordat ik als een zijlijn in mijn verhaal, de Amerikaanse FBI laat ingrijpen in een typisch Italiaanse moordzaak. De Italianen stromen over van de woede en minachting voor de Amerikanen. De Italianen waren destijds zo boos over Irak omdat zij dachten dat Berlusconi onder een hoedje speelde met Bush. Ik denk dat Italianen banger zijn voor Bush dan ze ooit voor Saddam Hussein geweest zijn. Het was pure morele verontwaardiging. Men vond het amoreel.”
Reis
Het kost moeite, maar we laten Italië even voor wat het is. Wij willen graag weten hoe de schrijver David Hewson in zijn kleine benauwde Romeinse appartement, waar hij elk jaar enkele maanden verblijft, tot zulke mooie boeken komt. Hewson verschikt geduldig zijn stoel, memoreert zijn docentschap als leraar creative writing en tekent met zijn vinger allerlei ingewikkelde patronen op tafel. “Het moeilijkste van schrijven is het middenstuk. Je hebt het begin geschreven, het idee neergezet en je hebt al dan niet vaag het slot in gedachten. Wat rest is de lange reis van het begin van de probleemstelling naar de oplossing toe. Meestal zijn er wel 10 manieren die je kunt bedenken om de reis te beginnen. Maar het moeilijkste is om te kiezen welke reis voor jezelf en voor de lezer het meest interessant is. Da’s moeilijk. Het is af en toe puzzelen en dingen weggooien omdat er dingen niet meer kloppen. Tijdens mijn lessen in creatief schrijven, leer ik mijn studenten dat weggooien soms net zo belangrijk is als schrijven. Ik breng mijn lessen zelf ook in de praktijk. Van elk boek gooi ik zo’n 30.000 woorden weg. Bij het laatste boek misschien iets minder, want ik ben alweer beter gaan schrijven.”
Architect
“Schrijven is een combinatie van vakmanschap en artisticiteit. Je moet eerst je vakmanschap ontwikkelen, dan moet je leren structureren. Je bent een soort schrijvende architect. Als je een verhaal niet goed opzet, dondert je hele bouwwerk in elkaar. Je moet geloofwaardige oplossingen verzinnen. Veel beginnende schrijvers kopiëren het werk van anderen en missen net dat beetje originaliteit om geloofwaardig te zijn. Er staan boeken in de Amerikaanse bestsellerlijsten van mensen die absoluut niet kunnen schrijven. Het zijn comics in romanvorm. Schrijven is een vak. Er zijn mensen die schrijver willen worden, maar die niets willen lezen. Onzin! Je moet willen lezen. Je moet kunnen analyseren wat goed en slecht is.
De karakters zijn cruciaal voor mij. Het mogen geen stereotypen zijn. Ook de bijfiguren moeten interessant zijn. In Amerika zeggen ze: “Character must act character “ Ik vind dat flauwekul. Karakters moeten vanuit hun gevoel handelen. Het is onmogelijk een goed karakter te scheppen dat acteert dat hij een bepaalt personage is.”
Toekomst
“Mijn volgende boek is eenmalig in Venetië gesitueerd. De inwoners van Venetië zijn Noordelijken, net als Engelsen: geobsedeerd door geld. Wantrouwig ook. Het wordt dan ook meteen mijn laatste boek dat in Venetië afspeelt. Romeinen zijn interessanter.” En natuurlijk gaat het nu ook weer over het grote kwaad van de 21e eeuw, een maatschappij waarin politici en andere hoogwaardigheidsbekleders het begrip ‘eerlijkheid’ volkomen overboord hebben gezet. Ik denk dat dat een jaar of vijftien geleden nog een typisch Italiaans thema was. Nu geldt het voor vrijwel alle landen. Oneerlijkheid is universeel geworden. Voor de eerst komende 100 jaar heb ik genoeg materiaal voor mijn boeken, dat is duidelijk.”