Interview /
Interview Denise Mina
Haar kleding is berekend op gure herfststormen en lange wandelingen. Ze heeft een alles verhullende regenjas aan waarin haar frêle gestalte geheel schuil gaat. Haar enorme sportschoenen versterken het beeld van de kleine tragi-komische Giulietta Masina uit Fellini’s La Strada. Maar dat beeld smelt als sneeuw in de zon bij het zien van haar ogen. Grote, kristalheldere ogen. Ogen waar dichters hun leven lang inspiratie uit kunnen putten. Ogen waar fotografen extra lenzen voor aanschaffen. Zodra Denise Mina zich van haar jas heeft ontdaan, ontpopt zij zich als een speelse, levendige en tikkeltje balorige tomboy. Nog niet toe aan een serieus gesprek. Terwijl ze een koekje bij een willekeurig koffiekopje wegsnaait, vertelt ze dat ze een enorme zoetekauw is. Dat Schotten sowieso grote snoepers zijn. Ze meldt ernstig dat ze het gebrek aan fantasie haat waarmee kleurrijke en lekkere snoep verkocht wordt. In grote bruine zakken. Ziet interviewer haar staan in een eigen snoepwinkel? Vindt hij het een goed idee? Verslaggever vindt dat elk mens in het leven moet doen waar hij/zij zich het beste bij voelt. Denise Mina knikt goedkeurend, springt op en stuitert door het vertrek. Ze is, zoals een Amerikaanse evergreen het zo fraai aanduidt, “a bundle of joy”. Wijds gebarend duidt ze aan wat voor mooie verpakking ze om haar afzonderlijke snoepjes zal doen. Zal ik bij haar snoep komen kopen? Zeker, zeker. Met moeite keren wij beiden terug naar de werkelijkheid.
Zwerven
Denise Mina vindt dat ze het goed heeft getroffen in het leven. Ze gebruikt zelfs het woord stabiel, hoewel een korte beschrijving van haar jeugdjaren een andere terminologie moeiteloos zou rechtvaardigen. “Ik kom uit een streng katholieke familie die heel stabiel was. Een grote familie ook. Mijn moeder komt uit een gezin met 15 kinderen. Ik ben overal en nergens opgegroeid. Mijn vader was een ingenieur in de oliebusiness. In dat beroep heb je geen vaste standplaats. Ik ben met mijn ouders in 18 jaar tijd 21 keer verhuisd. We hebben in Parijs gewoond, in Londen, in Bergen (Noorwegen), in Amsterdam en in Kent, waar alle punks vandaan komen. Ik heb mijn hele jeugd op kostscholen gezeten. Ik was een tegendraads meisje dat veel wegliep. De nonnen durfden me niet te corrigeren omdat ze een beetje bang voor me waren. Ik ontmoette veel mensen. Het was een mooie tijd. Toen mijn ouders gingen scheiden ben ik het huis uit gegaan. Ik heb erg veel baantjes gehad. Ik werkte in bioscopen, stond achter de bar, werkte in een vleesfabriek en waar al niet. Ik heb van al die baantjes wel geleerd dat als je een baantje hebt dat je niet bevalt, zorg dan dat je er goed voor betaald wordt of ga studeren. Dat ben ik gaan doen. Ik ben avondlessen gaan volgen aan de Universiteit. En zie wat er van me terecht is gekomen. Ik schrijf, ik heb een partner, ik heb kinderen, maar ik ben niet getrouwd en ik ga niet naar de kerk, En daar heb ik allemaal geen seconde spijt van. Tot groot verdriet van mijn familie overigens.”
Glasgow
Denise Mina heeft in al haar romans Glasgow gekozen als achtergrond voor haar verhalen. De mistroostige wijk waar haar hoofdpersoon Patty Meehan woont is een buitenwijk van Glasgow. Denise Mina schetst een droefgeestig beeld van een grauwe arbeiderswijk vol afval, schuttingen met graffiti en vervallen huizen. De mensen die er wonen zijn grotendeels werkloos en straatarm. Mina geeft toe dat zij een haat-liefde verhouding heeft met haar geboortestad. “Glasgow is een harde stad. Mensen houder er van praten, lachen feesten en vechten. Het lijkt wat dat betreft op New York. Het is een eerlijke stad. Je weet precies wat je aan de mensen hebt. Je krijgt terug wat je erin stopt. Ben je aardig en beleefd, dan is iedereen aardig en beleefd tegen jou. Gedraag je je als een klootzak, dan gedraagt Glasgow zich ook zo. Ik herken veel van mezelf in die stad. Ik ben op een gegeven moment naar Glasgow terug gegaan omdat daar veel ruimte was en ik er voor weinig geld een huis kon huren. Ierland is peperduur. En Londen ook. Bovendien is Londen oerlelijk, in ieder geval de voorsteden. Terug naar Glasgow, was voor mij terugkeren naar mijn geboorteplaats. En dat gaf een speciaal gevoel. Bovendien staan er tegenwoordig mooie huizen. De buurt die ik beschrijf ken ik goed. Er woont familie van me. Maar de oorspronkelijke wijk die ik beschrijf is helemaal platgegooid. Daar worden allemaal dure huizen gebouwd.”
Paddy
Paddy is een van de meest bijzondere hoofdpersonen uit de geschiedenis van het misdaadverhaal. Ze is veel te dik, heeft een geknakt zelfbeeld en is als assistente op de lokale krantenredactie de voetveeg van iedere collega. Ze onderhoudt haar werkloze familie die benauwend katholiek is. Gelukkig is Paddy slim en heeft ze een stalen doorzettingsvermogen. ”Ik wilde een verhaal schrijven over een jonge werkende vrouw in een bar met veel dronken mensen. Het was een aardig karakter temidden van vreselijke mannen. Wel die bar is een krantenredactie geworden, maar het principe is overeind gebleven. Ik wilde laten zien dat je je eigen principes trouw moet blijven, dat je je niets van anderen aan moet trekken en dat je je droom moet volgen. Als je nergens in gelooft, heb je op voorhand verloren. In mijn volgende boek ontwikkelt Patty zich langzaam. Ze wordt columniste. Dus haar ambitie wordt beloond. Ze blijft keihard werken om nog hogerop te komen en ze krijgt een beetje meer waardering van haar omgeving. Vanaf het prilste begin, voordat ik met de serie begon, heb ik geweten dat ik een karakter wilde hebben dat zich fors kon ontwikkelen. Niet een klein beetje zoals in de meeste misdaadseries het geval is. Mijn ultieme wens om het in de vorm van een biografie te verpakken, met een begin een middenstuk en een einde, heb ik laten varen. Maar ik kom aardig in de richting. Ik heb me voorgenomen om vijf boeken met Paddy als hoofdpersoon te schrijven. Dan is het tijd voor iets anders.Paddy’s achtergrond heeft veel gemeen met die van mij. Ze komt uit een groot katholiek gezin uit Rutherglen, daar waar mijn hele familie vandaan komt.”
Karakter van de mens
“Het is moeilijk om in een boek een dynamisch verhaal te schrijven waarin de karakters ook nog eens volledig tot hun recht komen. Het leuke van een serie is de mogelijkheid tot karakterontwikkeling. Veel mensen hebben verloren idealen, gebroken dromen. Iedereen krijgt grote teleurstellingen in zijn leven te verwerken. Ik heb me wel eens afgevraagd hoe zeer wij mensen veranderen tijdens ons leven. Je hebt natuurlijk allemaal de gewone veranderingen. Je wordt dikker en valt weer af, je wordt religieus of je ontsnapt eraan. Je uiterlijk verandert, je kledingsmaak, je wisselt van partner, je krijgt een andere baan, je politieke voorkeur verandert. Maar ik denk dat de mens in wezen altijd zichzelf blijft. Een mens verandert niet wezenlijk, hoe teleurstellend dat ook is. Ik zelf probeer altijd nieuwe wegen in te slaan, ook op het gebied van schrijven. Dat wil zeggen dat de omstandigheden en de werkvoorwaarden veranderen, maar ikzelf niet. Door veel over Paddy na te denken en te schrijven, hoop ik erachter te komen, hoe het nu precies in elkaar zit.”
Vrouwen
Het is een wonder dat een onzeker meisje als Paddy dat zowel thuis als op haar werk geestelijk wordt vernederd, zo zelfstandig en volhoudend is. Denise Mina ziet hier geen tegenstrijdigheid in. “Een atmosfeer van onderdrukking leidt juist tot opstandigheid en ontplooiing van individuen. Het is een logisch verzet. Nergens ter wereld zal iedereen zich bij het gezag neerleggen alleen maar omdat men dat probeert af te dwingen. Wist je dat er ooit een team vrouwen uit Iran volledig in burka gekleed de Mount Everest heeft beklommen?
Dat is zuiver protest. Ikzelf kan nog niet eens over de drempel van mijn deur stappen in een burka. Kan je nagaan wat een doorzettingsvermogen die vrouwen hadden."
Sociale zekerheid
In de boeken van Denise Mina wordt veel maatschappijkritiek geventileerd. Zowel het falen van de gemeente als van de overheid wordt aan de kaak gesteld. Het enorme percentage werklozen en de armoede in bepaalde achterstandsbuurten wordt schrijnend beschreven,
“Op de een of andere manier zijn Schotse schrijvers politiek bewust. In sommige streken praat men daar niet over, maar in Schotland is het een nationale sport om over politiek te praten. Daarom ga ik dat in mijn boeken ook niet uit de weg. En als je het over politiek hebt, heb je het over misleiding, over corruptie, over het gebruik van mooie woorden en loze beloften en over het falen op het gebied van armoedebestrijding en het scheppen van banen. De monden van de mensen die regeren prediken sociale waarden, maar ze zijn niet in staat om sociale zekerheid te scheppen. Ik beschrijf dat door middel van de toestand waarin de familie van Patty en het merendeel van hun buurtgenoten verkeert.”
Roos op vuilnisbelt
Een Engelse criticus schreef eens dat Denise Mina over stof en vuil kon schrijven en dat ze zelfs dat tot een boeiend verhaal zou weten te maken. “Dat is vleiend. Maar misschien moet ik juist over het vuil en over de ellende schrijven om iets moois te kunnen maken.Of het nu om mijn boeken of om toneel gaat, ik heb iets met de zelfkant van de samenleving, iets met mensen die zich tegen de verdrukking in staande moeten houden die zich niet door tegenslagen laten ontmoedigen, die zich niet neerleggen bij de geboden en verboden die hun milieu hen oplegt en die hen dreigen te verstikken. Ik beschrijf mensen die met minder wilskracht zouden zijn verdronken. Ik beschrijf dus de zwarte kant van het menselijk bestaan, de worsteling om het licht te laten zien.”
Een roos op de vuilnisbelt?
“Precies, zelfs op de meest onvermoede plaatsen kunnen mooie dingen tot bloei komen.”
Bloedende vrouw
Denise Mina schrijft veel, heel veel. Ze ziet haar beroep deels als literaire uiting en deels puur als werk van een ambachtsvrouw. “Bij misdaadverhalen heb je natuurlijk niet uitsluitend te maken met een individuele uiting van een individuele emotie. Je moet zoeken naar een aanknopingspunt, een moord of ongeval. Je moet een idee hebben. Om dat idee vorm te geven heb je vakmanschap nodig. Om je emoties te kanaliseren via de karakters is een literaire bezigheid. Voor mijn nieuwste boek, Het dode uur, kwam het idee overigens vanzelf.
Ik heb een politieman aan de deur gehad met achter hem een bloedende vrouw. De buren hadden keiharde muziek gedraaid en hadden die vrouw niet horen gillen. Of ik iets wist? Goed in mijn boek heb ik de situatie een beetje aangepast en gaat mijn hoofdpersoon naar een dure villa waar toevallig ook al een politieagent is gearriveerd. Als de deur wordt open gedaan ziet ze achter de heer des huizes een bloedende vrouw. Dat is het beginpunt van mijn verhaal. Het meeste geweld komt uit gecompliceerde toestanden voort. Huiselijke drama’s waarbij al lange tijd spanningen zijn opgebouwd.”
Taal
“Ik ben dol op taal. Ben ook kinderlijk blij als ik een gedachte in een mooi beeld kan omzetten. Boven mijn computer hangen ook gedichten aan de muur. Soms kom ik niet op een woord. Dan word ik gek. Maar in dat geval zoek ik net zo lang tot ik heb kunnen uitdrukken wat ik wil zeggen. Het gekke is dat ik over het algemeen niet bijzonder veel bijschaaf. Ik ben in staat om spontaan fraaie beelden te beschrijven. Een slechte eigenschap van me is dat ik de neiging heb om te veel details te geven. Mijn editor moet altijd heel veel schrappen.Zij heeft gelijk. Te veel details verstoren het ritme. Mijn editor speelt een grote rol in de uiteindelijke versie van mijn boeken. Zij heeft een fantastisch gevoelvoor ritme. Ze weet precies waar ik moet versnellen en waar ik moet vertragen. Voor Het dode uur heb ik bij uitzondering een outline van mijn verhaal gemaakt. Dat kostte wel veel extra tijd en werk. Mijn outline besloeg ongeveer 20 pagina’s. Het maakte het uitwerken wel gemakkelijker. Ik kon naar bepaalde punten toeschrijven. Maar het schrijven blijft een reis en als je alle details van tevoren al weet, wordt het een heel vervelende zaak. En als jij als schrijver je verveelt, weet je zeker dat de lezer zich ook verveelt.”
Pyjama
Denise Mina is een veelzijdige vrouw. Ze geeft les aan de Universiteit, presenteert een televisieprogramma, schrijft boeken, comicbooks en sinds kort een toneelstuk. Een gespleten leven, deels leunend op een innerlijk leven, deels op communicatieve vaardigheden. “Ik geef les en ik schrijf, dat zijn in principe uitersten. Schrijven is een introverte bezigheid en les geven een extraverte bezigheid. Ik heb beide kanten in me. Ik doe ook life televisie. Daar kan ik mijn extraverte kant in kwijt. Het is een manier van denken. Als ik schrijf loop ik in oude ongewassen kleren rond. Dat past het beste bij me. Als ik op televisie kom, trek ik keurige schone kleren aan, wordt mooi opgemaakt. En dan ben ik tijdelijk iemand anders. Het is in het leven nu eenmaal zo dat je je omgeving nodig hebt die je af en toe uit je isolement haalt. Anders liep ik altijd in een t-shirt of in mijn pyjama rond. Ik ben ook niet iemand voor gezellige dineetjes in keurige kleding. Ik raak geïrriteerd, maak foute opmerkingen tegen de verkeerde personen. Kortom, ik ben graag alleen. Maar ik ben niet zielig. Ik heb het altijd druk. Ik moet zoveel schrijven, zoveel voorbereiden. Ik heb geen tijd voor gezelligheid.”
Hellblazer comics
Sinds kort schrijft Denise Mina ook de teksten en het verhaal voor de Amerikaanse comicbook serie Hellblazer, uitgegeven door D.C. Comics. Een ruwe en gewelddadige strip die Denise al las voordat ze gevraagd werd aan de serie mee te werken. "Hellblazer is heerlijk om te doen. Ik kan me er helemaal in uitleven. I eat my own guts to write Hellblazer. Alle agressie die ik in me heb, kan ik op deze manier kwijt. Jongeren met piercings en lekkere kreten als “Where the fuck have you been? Ik houd van comicbooks. Wist je dat de meest briljante schrijvers van comics uit Schotland komen? Het is bizar maar waar. Het schrijven van comics is een heel andere manier van schrijven. De roman is grotendeels een innerlijke wereld, waarin de emoties van mensen heel belangrijk zijn. In strips werkt het niet goed om innerlijke monologen te beschrijven. Het verhaal wordt verteld door de tekeningen. Alles is statisch. De meest woeste handelingen zijn in een plaatje verstild. Je brein ervaart het overigens geheel anders.het. Die ervaart het als keiharde, snelle actie. Als schrijver kan je maar in beperkte mate tekst toevoegen. Er zijn hele strikte regels wat je wel en niet kan doen.
Maar je kunt het jezelf bij comics ook altijd gemakkelijk maken. Raymond Chandler zei eens dat als hij vast kwam te zitten, tijdens het schrijven van een boek, hij een man met een revolver liet binnenkomen. In Hellblazer kan ik alles laten gebeuren, elke gemene streek laten uithalen om het verhaal verder te laten gaan. De held redt zich er toch wel uit.
Toen ik aan Hellblazer begon waarschuwden de redacteuren van D.C. Comics me. Ze zeiden dat ik in termen van ‘status’ flink zou dalen op de maatschappelijke ladder. Dat ik als schrijfster van serieuze boeken plotseling minder serieus genomen zou worden. Ik geloofde hen niet, maar ze hadden gelijk. Niet dat het me iets kan schelen. Een mens moet doen wat hij leuk vindt en wat die knulletjes van Oxford ervan denken, laat me koud.”
Dagboek van een prostituee
“Naast mijn misdaadromans en mijn comics ben ik tegenwoordig ook bezig met hert schrijven van toneelvoorstellingen. Het National Theater had me gevraagd een stuk te schrijven. Dat heb ik gedaan. Het gaat over prostitutie en over een hoer die allerlei verschillende identiteiten heeft aangenomen. Ik laat zien hoe ze zich probeert staande te houden. Toneel is weer een heel andere manier om een verhaal te vertellen, maar wel heel erg boeiend. Ik heb ook geëxperimenteerd. Het is namelijk ook interessant om de manier van schrijven die je hanteert bij romans, toe te passen op een toneelstuk. Zo maak ik in het toneelstuk tijdsprongen. Dat is niet gebruikelijk bij toneel. Het is overigens een mooi stuk geworden. Het publiek was geschokt en dan te bedenken dat ik me nog had ingehouden.”
Voorkeuren
“Ik houd van True Crime boeken. Het feit dat iets waar gebeurd is, brengt altijd veel extra spanning teweeg. Bovendien heb je auteurs die het zo mooi en spannend kunnen beschrijven, dat je met ingehouden adem verder leest. En zo hoort het ook. Je verplichting als schrijver is een goed verhaal vertellen. Voor mij is de plot “the beat and the soul.”
Vrouwen lezen misdaadverhalen anders dan mannen. Mannen gaan voor de plot. Vrouwen gaan voor de karakters. Maar boeken die de karakters laten schieten en alleen aandacht hebben voor de plot zijn onzinboeken. Daarom vind ik de boeken van een plotgerichte schrijver als Andy McNab pure rommel. Hij is zo’n typische mannenschrijver. Maar de andere kant hebben de zogenaamde chicklit-romans totaal geen plot Als er maar mannen in de buurt zijn die al dan niet iets willen met de vrouwelijke hoofdpersonen is het verhaal al klaar. Dat is ook rommel. Maar je moet niet vergeten dat mensen om verschillende redenen lezen. Ontspanning, intellectuele prikkeling, ontroering, ethische waardering. Dus wordt er voor al die smaken wat geschreven en is er voor al die smaken wel wat op de markt. En zo hoort het ook.”