Interview /
Interview Elizabeth George
Uiterlijk
Met haar rode, kort geknipte krullend haar, haar porseleinbleke huid en eenvoudige kleding lijkt Elizabeth George zo weggelopen uit een Engels plattelandsdorp. Klein, tenger, onopvallend en introvert maar ontegenzeggelijk met een warme en lieve uitstraling.
Een uiterlijk overigens waar ze dankbaar voor mag zijn, want aan haar typisch Engelse verschijning heeft zij indirect haar schrijverscarrière te danken.
“In 1962 kwam er in de buurt waar ik toen woonde een geadopteerd meisje uit Manchester (Engeland) wonen. Zij kwam op school in dezelfde klas als ik te zitten. Omdat mijn uiterlijk
haar sterk deed denken aan de meisjes uit haar geboorteland, trok zij meteen naar mij toe.
We werden goede vrienden en ik genoot van haar verhalen over Engeland. Het was of er een droomwereld voor mij openging. Daar wilde ik naartoe als ik groot was. Het leek allemaal zo veel beschaafder en romantischer. Daar werd mijn liefde voor Engeland geboren, een liefde die nooit meer is verdwenen en zich alleen maar heeft verdiept.”
Dode nonnen
Voordat die liefde voor Engeland vorm kreeg in haar wereldberoemde romans, zou nog veel water door de zee vloeien. Al op jeugdige leeftijd verhuisde ze van Warren (Ohio) naar Mountain View in de San Francisco Bay regio (Californië). De jonge Elizabeth voelde zich anders dan andere kinderen. Ze hield niet van sport en was niet bezig met jongens. Ze wilde schrijven. Bovendien werd ze al op jeugdige leeftijd geïntrigeerd door misdaad en lugubere gebeurtenissen. Zo kan ze zich tot op de dag van vandaag een gruwelijk krantenbericht herinneren. “ Het ging over de nonnenschool ‘Queens of Angels' in Boston. Op een dag brak er brand uit. De kinderen mochten van de onderwijzende nonnen echter niet vluchten. Ze moesten op redding wachten. Toen de brandweerlieden later de klassenlokalen binnenkwamen, zaten alle kinderen en nonnen nog keurig in hun bankjes, met hun hoofd op hun tafeltjes. Gestikt door de rook. Ik was toen 10 jaar oud, maar dat bericht zal ik nooit meer vergeten. Die belangstelling voor het abnormale is moeilijk te verklaren. Wellicht als reactie op mijn doorsnee opvoeding in een veilig middenklasse gezin in een doodgewone buurt. Het is een soort behoefte aan escapisme.”
Schrijven als drang
Op haar 7e begon ze voorzichtig met schrijven. Op haar 8e had ze haar eerste schrijfmachine en op haar 12 voltooide ze haar eerste roman The Mysterie of Horseshoe Lake. En ook haar tienerjaren spendeerde ze niet aan afspraakjes of meisjesdingen. Elizabeth schreef!!!
Ze ging psychologie en Engelse taal en letterkunde studeren. Tegen die tijd was Elizabeth vastbesloten misdaadverhalen te gaan schrijven. Haar jeugdliefde voor Engeland kreeg plotseling vaste vorm toen ze in 1966 naar Engeland ging voor een Shakespeare college. “Het was in die tijd echt swinging Londen. Ik liep door Carnaby Street en was helemaal verrukt. Ik besefte dat ik mijn (toekomstige) misdaadverhalen alleen nog maar in Engeland wilde laten afspelen. Wat een sfeer, wat een cultuur, wat een mensen. Ik heb er daarna nooit meer een seconde over nagedacht om mijn verhalen ergens anders te situeren.” Op haar 20e trouwde ze met haar eerste man Ira Toibin, terwijl ze onvermoeibaar door bleef schrijven. De romans die ze in die tijd schreef, werden echter allemaal door uitgevers afgewezen. Elizabeth George beschouwt het achteraf als een “liefdesreis” en niet als een “martelgang” omdat ze bezig was met dat wat ze het liefste deed. Om de kost te verdienen, werkte ze jarenlang als docente Engels aan diverse scholen en universiteiten. Totdat het geluk haar in 1988 toelachte en haar roman Totdat de dood ons scheidt niet alleen gepubliceerd werd, maar meteen bedolven werd onder de prijzen.
Houden van de underdog
In haar eerste belangrijke boek Totdat de dood ons scheidt (1988) wordt George’s belangrijkste hoofdpersoon Thomas Lynley (inspecteur bij New Scotland Yard en de achtste graaf van Asherton) geïntroduceerd. De rijke en goed verzorgde Lynley krijgt als partner een volstrekte tegenpool in de gedaante van de sjofel geklede en bijna lelijke Barbara Havers (brigadier, afkomstig uit de werkende klasse). Zij zouden uitgroeien tot de succespersonages met wie George eindelijk vaste voet aan de grond kreeg. “Toen ik Totdat de dood ons scheidt schreef (mijn derde poging om een in Engeland gesitueerd misdaadverhaal te schrijven) wist ik dat ik het eindelijk had. Yes! Het kwartje was gevallen. Ik wist dat ik eindelijk een solide basis had en dat dit boek gepubliceerd zou gaan worden. Met de karakters die ik bedacht had kon ik verder. Lynley is een bevoorrecht man die alle omstandigheden altijd heeft mee gehad. Maar hij is ook een man die beseft dat geluk hem heeft toegelachen en dat er maar dit had hoeven te gebeuren of het was allemaal heel anders gelopen. Zijn vader stierf toen hij 22 was. De manier waarop hij daarmee omgaat, maakt dat hij een enorm schuldgevoel ontwikkelt. Het vervreemdt hem voor meer dan 16 jaar van zijn moeder. In die tijd gaat zijn 10 jaar jongere broertje bijna ten onder aan zijn drugsgebruik. Dat schuldgevoel ligt ten grondslag aan vrijwel alles wat Thomas Lynley doet. Hij opereert vanuit de gedachte dat hij in het verleden mensen tekort heeft gedaan.
Lynley’s collega, brigadier Barbara Havers, is precies het tegenovergestelde. Zij komt juist uit een weinig bevoorrecht milieu. Zij is zich daar terdege van bewust. Zij weet dat hij moet vechten om iets te bereiken. Haar gedrag komt voort uit een enorme behoefte om te bewijzen dat zij niets minder is dan wie dan ook. Zij weet dat zij even slim is als ieder ander, maar ze worstelt met haar accent, haar opleiding, haar economische status en niet te vergeten haar sociale status. Dat maakt haar overigens enorm sympathiek, zeker in de ogen van de Amerikaanse lezers, die altijd voor de underdog kiezen”
Eigen karakter
Zoals zovele schrijvers zegt George dat delen van haar karakter zijn terug te vinden in meerdere romanpersonages. Ze omschrijft haar eigen karakter als “introvert, introspectief, eerder intellectueel dan emotioneel, koel en logisch.” Eigenschappen die ze het meest heeft meegegeven aan Simon St. James (forensisch wetenschapper en vriend van Thomas Lynley). “Het is logisch dat hij wat karakter betreft het meeste op mij lijkt. Hij is het eerste karakter dat ik heb bedacht. En als je een creatief proces opstart, geef je meer van jezelf weg dan in een latere fase. Later leer je meer je fantasie te gebruiken. Simon St. James lijkt dus erg op mij. Daarom houd ik het meeste van hem. Zijn reacties zijn veelal mijn reacties. Als hij dingen doet of als hem dingen overkomen, denk ik constant: hoe zou ik zelf reageren?
Zijn oplossingen zijn mijn oplossingen. Dat is wezenlijk anders dan bijvoorbeeld een personage als Kendra Osborne uit Een onafwendbaar einde. Zij is een donker gekleurde vrouw die onder moeilijke omstandigheden twee neefjes en een pubernicht probeert groot te brengen. Zij leeft aan de onderkant van de maatschappij. In haar geval denk ik goed na over haar karakter en hoe zij onder gegeven omstandigheden zou reageren. De handelingen van Simon St. James komen dus vanuit mezelf, vanuit mijn hart. De handelingen van Kendra en vele andere personages komen vanuit mijn verstand.”
Originaliteit
Gevraagd naar haar grote voorbeelden, noemt Elizabeth George zonder aarzelen John Fowles (The Collector en The French Lieutenant’s Woman) als degene die zij bewonderde toen zij met schrijven begon. “Hij is iemand die zich steeds vernieuwt. Geen van zijn boeken lijkt op elkaar. Sommige dingen werken, sommige dingen werken niet. Maar in ieder geval schrijft hij niet keer op keer dezelfde roman. Dat probeer ik ook. Daarom ontlenen mijn misdaadromans hun bestaansrecht ook niet aan cliché’s. Ik ontwikkel mezelf dagelijks en ga met een grote boog om de cliché’s van het genre heen. Daarom volg ik ook niemand na. Ik heb vroeger bijvoorbeeld veel van Conan Doyle gelezen. Hij hanteerde een schrijfstijl en romanvorm die ooit bedacht was door Edgar Allan Poe. Een excentrieke detective die optreedt in korte verhalen en wiens zaken worden verteld door een verteller annex bewonderaar. Poe creëerde die vorm al in 1840 en Conan Doyle maakte hem beroemd. Ik heb ervan genoten, maar ik gebruik die stijl zelf helemaal niet. Ik heb een heel andere manier van vertellen. Ik ga volledig uit van de karakters. De achtergrond van de karakters bepaalt veelal hun opvattingen en hun handelswijze. Daar ligt ook mijn interesse als schrijfster, in de menselijkheid.”
Contrasten & drama
In de thrillers van Elizabeth George is moord dikwijls het uitgangspunt, al wijkt ze daar net zo gemakkelijk vanaf. De misdaad zelf is voor haar nauwelijks belangrijk. Het gaat haar om de aanleiding tot de moord, de gebeurtenissen die de karakters zodanig beïnvloeden dat er geen weg terug mogelijk is. George weet bij elk verhaal van tevoren goed wie het slachtoffer is, wie de dader en wat het motief is. Maar om de gebeurtenissen te sturen, maakt ze veel gebruik van contrasten. “Zeker,” beaamt ze. “Contrasten betekenen drama. Rijk versus arm, slim versus dom, zacht versus wreed, traditie versus modern, high society versus onderklasse, man versus vrouw. Allemaal leidt het tot jaloezie en afgunst, superioriteitsgevoelens en minderwaardigheidsgevoelens, neerbuigendheid en nederigheid, opstandigheid en berusting. Zonder dat er iets gebeurt, zijn er dus al tal van sluimerende conflictpunten.
Dat vind ik ook zo interessant aan Engeland waar je nog echt klassenverschillen hebt, adel en arbeidersklasse. Dat heb je niet in Amerika. Overigens heb je binnen elke klasse weer gradaties en contrasten. Kijk maar naar Een onafwendbaar einde. Daar is niemand bevoorrecht. Iedereen moet sappelen om te overleven, maar toch zijn er figuren die zich door geweld, drugs of door hun fantasie aan de grauwheid van het bestaan willen ontworstelen. Zij willen zich ook onderscheiden van de anderen. Maar, hier gelden de wetten van de straat, het recht van de sterkste. Op straat worden de bevoorrechte posities niet geërfd, maar bevochten. Ook dat is drama. Daarnaast heb je natuurlijk het drama in het leven van de personages zelf: Barbara Havers heeft de zorg voor haar demente moeder, Simon St. James is gedeeltelijk verlamd. Zijn echtgenote Deborah Cotter moet leven met een minder valide man. De Pakistaanse personages in In de ban van bedrog hebben te maken met discriminatie, uithuwelijking, mensensmokkel. De personages in Een onafwendbaar einde worden geconfronteerd met adoptie, armoede, werkloosheid en straatterreur. Drama heeft vele gezichten. Het is de kunst het zodanig te doseren dat het geen soap wordt, maar het leven zelf beschrijft.”
Noodlot als hoofdpersoon
De ideeën voor George’s romans komen op totaal verschillende manieren tot stand. Soms geeft een locatie aanleiding tot een verhaal, soms een krantenbericht en soms ook sociale verontwaardiging of maatschappelijke betrokkenheid. Bij Een onafwendbaar einde lag dat weer heel anders. “Het was oorspronkelijk opgezet als onderdeel van mijn voorgaande roman. Toen ik merkte dat ik zoveel wilde vertellen dat het boek meer dan 1.500 pagina’s zou worden, heb ik besloten het als een soort losstaand vervolg te schrijven. Het is meer een sociaal statement, of zo je wilt een drama, dan een echt misdaadverhaal. Ik wilde er duidelijk in tot uitdrukking brengen dat mensen continu beslissingen moeten nemen en dat die beslissingen vaak gedicteerd worden door hun milieu en achtergrond. En bovendien dat een mens kan beslissen wat hij wil, maar dat het lot altijd nog wat verrassingen in petto heeft. In dat verhaal dat ik wilde vertellen, bleef niet veel ruimte over voor Lynley of een van mijn andere vaste romanpersonages. Dus hoewel het lijkt of ik even moe was van mijn vaste hoofdpersonen en ze even vakantie heb gegeven om iets anders te schrijven, is het tegendeel waar. Het verhaal had hen gewoon niet nodig.
Vakmanschap en Kunst
Alle romans van George spelen in Engeland. Met een buitengewone accuratesse beschrijft zij de straten, de huizen en winkels, het gedrag en de kleding van de mensen. De kenmerkende sfeer van Engeland en de eigenaardigheden van de Britten worden loepzuiver getroffen. Ze schrijft zo gedetailleerd dat zelfs de meest oplettende lezer zou vermoeden dat hier een Engelse schrijfster aan het werk is. “Ik lees Britse kranten, tijdschriften en boeken en ik ga een paar keer per jaar naar Engeland om research te plegen. Dan maak ik honderden foto’s, schrijf kladblokken vol met aantekeningen en praat met tientallen mensen. Ik geniet daarvan. Maar bovendien maakt het dat ik de materie die ik in mijn boeken beschrijf ook beheers. Ik kan locaties en mensen heel gedetailleerd tot leven wekken. Die zekerheid heb ik nodig. Ik ben absoluut een controle freak. Als ik met een boek begin, schrijf ik met een minimum van vijf pagina’s per dag, op het weekeinde na. Als ik ga skiën, neem ik mijn PC mee, sta ’s ochtends om zes uur op, schrijf mijn verplichte vijf pagina’s en ga dan pas skiën. Het grote voordeel daarvan is, dat ik helemaal in het verhaal zit, dat ik niets hoef terug te lezen om me weer in te kunnen leven. Schrijven is een mengeling van vakmanschap en Kunst. Tot dat gedeelte van het vakmanschap hoort discipline en een grondige research, weten waarover je praat. Een ander deel van dat vakmanschap is het onderdeel dat ik het allermoeilijkste vind, het plot zo helder uitzetten dat de afzonderlijke scènes door een oorzakelijk verband met elkaar verbonden zijn. De dingen moeten logisch uit elkaar voortvloeien. Het schrijven zelf, de taal en het gedetailleerd invullen van de karakters daarentegen zie ik als Kunstvorm. Overigens ziet mijn dagelijks leven er lang niet zo gecontroleerd en gedetailleerd uit als mijn manier van schrijven. De discipline bewaar ik voor mijn werk. Nu weet ik dat ik gemakkelijk praten heb want ik heb een hulp in de huishouding die alle dagelijkse zorgen van mijn schouders tilt. Ze kookt, doet boodschappen, laat de honden uit, maakt schoon. Zij maakt dat ik behoorlijk veel vrije tijd over houd.”
Big Sur
Inmiddels is Elizabeth George in 1995 gescheiden van haar eerste man en opnieuw getrouwd met Tom McCabe. Het echtpaar heeft geen kinderen, maar wel twee dashonden. Ze zijn vaak in Engeland omdat veel van de romans van Elizabeth George door de BBC worden verfilmd.
Zou Elizabeth George niet in haar geliefde Engeland willen wonen.
“Absoluut niet,” zegt ze. “Ik heb nooit de behoefte gehad om in Engeland te gaan wonen.
Voor het schrijven en bewerken van de filmscenario’s zou het handig zijn, maar nodig is het niet. Voor mijn boeken is dat ook niet nodig. Ik heb een flat in Londen waar ik gedurende mijn researchperiodes woon, dat is genoeg. Ik denk dat ik de sfeer van Engeland zo goed kan treffen omdat ik een buitenstander ben. Iemand die observeert ziet de dingen vaak helderder dan als je ergens midden in zit. Als je me vraagt naar mijn favoriete bestemming, dan is dat niet Engeland maar de Post Ranch Inn in Big Sur, Californië. Het is een unieke en romantische plaats met houten huizen en boomhutten met brede waranda’s. Een prachtig uitzicht over de zee en met veel privacy. Je bent er heel dicht bij de natuur. Er zijn veel artiesten en schrijvers die daar tot rust komen. (Noot KdB: Hier beschreef Jack Kerouac Het geluid van de golven en schreef Allen Ginssberg zijn beroemde gedichten). Het is wel heel Amerikaans, maar per slot van rekening ben ik Amerikaanse. Maar kijk, ik ben een schrijfster en wat ik het allerprettigste vind aan mijn beroep is dat ik thuis kan werken of op welke plek ook waar ik een tijdje wil zijn. Ik hoef gelukkig nooit de snelweg op naar mijn werk. Ideaal.”
Het allerleukste
Is schrijven dan het allerleukste wat er bestaat? “Nee,” antwoordt George. “Schrijven is een drang, een levensbehoefte. Maar het allerleukste is rondsnuffelen in antiekwinkeltjes, skiën en lunchen met vriendinnen. Misschien is het een manier om mijn jeugd over te doen. Ik doe nu allerlei meisjesdingen die ik mezelf tijdens mijn jeugd heb ontzegd.”