Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Interview /

De tijdmachine / Frederick Forsyth: 'Ik denk dat ik betere boeken heb geschreven'

Frederick Forsyth schreef met 'De dag van de Jakhals' ongewild geschiedenis. Het wordt door velen nog steeds gezien als een van de beste thrillers aller tijden en als dé grondlegger van het faction-genre. In mei 2012 belandde de klassieker op de eerste plek van de Crimezone Canon van de Misdaadliteratuur. Crimezone's hoofdredacteur Sander Verheijen ontmoette de auteur in Bristol en sprak uitgebreid met hem. In rubriek 'De Tijdmachine' graven we de mooiste en meest bijzondere interviews uit het verleden op en geven we ze een tweede leven.

24 mei 2012 | door Sander Verheijen, gepubliceerd in Crimezone Magazine #2.

Frederick Forsyth: 'Hoe kon ik in vredesnaam een thriller schrijven over een moordaanslag op iemand van wie we destijds allemaal wisten dat hij nog steeds leefde?'

De dag van de Jakhals van Frederick Forsyth had natuurlijk al een bijzondere status in de geschiedenis van de misdaadliteratuur. Het boek uit 1971 wordt door velen – nog steeds – gezien als de beste thriller aller tijden en anders zeker als grondlegger van het faction subgenre. Gisteravond werd de bijzondere positie van deze thriller in het geheugen van thrillerkenners nog eens goed onderstreept tijdens de bekendmaking van de Crimezone Canon van de Misdaadliteratuur. De kenners, bestaande uit recensenten van kranten, tijdschriften en websites, uitgevers, misdaadauteurs, verzamelaars en de redactie van Crimezone, verkozen De dag van de Jakhals tot de allerbelangrijkste thriller in de geschiedenis van het genre. Niet slecht voor een man die eigenlijk nooit schrijver wilde worden…

Frederick Forsyth wordt in augustus (2012) vierenzeventig jaar. We zitten in een kamer van het Marriott Hotel in Bristol, waar dit jaar voor de vijfde keer het Crime Fest is neergestreken. Voor zijn neus staat de Crimezone Award of Honor die ik hem even daarvoor heb uitgereikt. Hij is onder de indruk ervan. Een prijs toegekend door professionals, dat is belangrijk voor Frederick Forsyth. Ondanks zijn lange schrijfcarrière won hij niet al te veel prijzen. Dit jaar is een goed jaar voor de bestsellerauteur. Naast de Crimezone award zal hij in juli de prestigieuze CWA Diamond Dagger Award voor zijn bijdrage aan het genre in ontvangst nemen. Het begon allemaal met dat ene boek, dat hij 42 jaar geleden schreef. Puur voor het geld.

“Vier uitgevers wilden het niet eens lezen,” vertelt hij me in het Marriott Hotel, standplaats van het CrimeFest in Bristol. “Hoe kon ik in vredesnaam een thriller schrijven over een moordaanslag op iemand van wie we destijds allemaal wisten dat hij nog steeds leefde?” Forsyth haalt zijn schouders erbij op. Het was slechts één van de vele ongeschreven thrillerwetten, die hij in zijn fictiedebuut aan zijn laars lapte.

Charles de Gaulle, het beoogde doelwit in zijn boek, overleefde in werkelijkheid (minstens) drie aanslagen en vele beramingen die al in een vroeg stadium in de kiem werden gesmoord. In november 1970 stierf de voormalig president en architect van de Vijfde Republiek op 79-jarige leeftijd een natuurlijke dood.

Frederick Forsyth: “Er was destijds geen betere inlichtingendienst als in Frankrijk. Iedereen die een potentieel gevaar was voor de Republiek was haarfijn in kaart gebracht, waardoor elke poging kon worden verijdeld. Ik werkte zelf in die periode als correspondent in Parijs en had veel contact met mensen in de omgeving van De Gaulle. Ik kwam tot de conclusie dat een aanslag maar op één manier zou kunnen slagen, namelijk door een onbekende, bij voorkeur buitenlandse professional, in te huren. Het zou veel geld kosten, maar dat zag ik als enige mogelijkheid om de Franse geheime dienst buitenspel te kunnen zetten. Het was het begin van mijn idee voor De dag van de Jakhals.”

Gevechtspiloot

Frederick Forsyth had in zijn jeugd maar één droom en dat had niets te maken met schrijven. Hij wilde gevechtspiloot worden vanaf het moment dat zijn vader – een militair – hem als klein jongetje in de cockpit van een gevechtsvliegtuig zette. “Ik rook het zweet, de olie, en toen wist ik het. Veel dromen sterven, maar deze droom is altijd gebleven.”

Om een lang verhaal kort te maken, zijn droom kwam uit. Op zijn negentiende was hij de jongste RAF-piloot. Maar de jonge Forsyth wilde meer. Hij wilde in het Hunter Squadron vliegen, de voorhoede van de gevechtsvliegers. Maar de legerleiding was duidelijk: dat zat er voor hem niet in. Forsyth zwaaide af en besloot zijn tweede droom na te jagen.

“Ik wilde ook zo veel mogelijk van de wereld zien. Maar ik had natuurlijk geen geld. Mijn vader zei toen: ‘dan moet je buitenlandcorrespondent worden.’ Zo gezegd, zo gedaan. Als correspondent heb ik veel van de wereld kunnen zien. Ik heb in Oost-Europa gezeten, Brussel, Parijs, Madrid, zelfs in Rome waar ik verslag deed van de verkiezing van Johannes XXIII. Ik heb de witte rook gezien.”

Van 1961 tot 1965 werkte hij als journalist voor Reuters in de Franse hoofdstad. Na zijn terugkeer in Engeland ging hij aan de slag als oorlogscorrespondent bij de BBC. Hij deed hier onder meer verslag van de burgeroorlog in Nigeria en raakte persoonlijk betrokken bij de rebellen uit de provincie Biafra. Er werd kritiek geuit op zijn “gekleurde” verslaggeving. Het zorgde voor een conflict met zijn werkgever en Forsyth nam ontslag. Hij werd weer freelance correspondent en bleef verslag uitbrengen van de belangrijkste oorlogsconflicten in de wereld.

Schrijven voor het geld

In 1970 – moe van alle oorlogen – kwam hij terug in Engeland. Hij had geen geld. Geen vaste baan. Maar hij had wel een idee om snel geld te verdienen. “Het was een bezopen idee natuurlijk, maar ik besloot een boek te schrijven voor het geld. Daar kan ik eerlijk over zijn. Er zijn volgens mij namelijk vier redenen om te schrijven. Er zijn schrijvers die een boodschap voor de mensheid hebben – dat heb ik helemaal niet – of schrijvers die gewoon beroemd willen zijn – dat wil ik al helemaal niet. Vraag maar aan Patsy.” Forsyth kijkt glimlachend naar de publiciteitsdame van zijn uitgeverij, die aan de andere kant van de tafel zit. “Vraag maar aan haar hoe leuk ik het vind om geïnterviewd te worden of om boeken te signeren. Uh no. En dan heb je nog schrijvers die moeten schrijven. Zij die niet kunnen stoppen. Dan denk ik: Get a life. Doe iets. Ga duiken of golfen. Ik voel die dwang om te moeten schrijven helemaal niet.”


Dus blijft over: het geld.

Forsyth: “Ik schreef voor het geld en dat doe ik nog steeds. Niemand werkt graag voor niets. In januari 1970, toen ik aan De dag van de Jakhals begon, had ik één verhaal in mijn hoofd. Ik schreef het in 35 dagen en stuurde het naar een paar uitgevers. Natuurlijk wilden ze het niet hebben. Ik werd door allemaal afgewezen. Ik kon het ze niet eens kwalijk nemen. Ze lazen in het eerste hoofdstuk over een moordaanslag op Charles de Gaulle en daar stopte het. Dit kun je geen thriller noemen. De Gaulle leeft toch nog!”



De vijfde uitgever las het wel helemaal en was enthousiast. Zoiets had hij nog niet eerder gelezen. “Maar hij zag ook wel in dat ik met een aantal regeltjes had gebroken. De lezers zouden van tevoren weten dat de moordaanslag zou mislukken. En dat ik een hoofdpersonage had gecreëerd zonder naam, de Jakhals, was ook ongekend. Geen naam. Geen identiteit. Dat we nooit zouden weten wie het was… En dan nog mijn obsessie met de technische details. Ik wilde weten hoe alles ging en dat de lezer haarfijn uit de doeken doen. Dat vond ik zelf als lezer ook altijd belangrijk. Het begrijpen van hoe dingen werken.”

In De dag van de Jakhals worden dan ook vele pagina’s gevuld met gedetailleerde technische beschrijvingen, onder andere over het vervalsen van een Brits paspoort. “Wat ik toen schreef over de Jakhals die naar een begraafplaats gaat om de identiteit te stelen van een overleden baby was toen nog niet heel erg bekend. Maar zo werd het jarenlang door de KGB ook gedaan. Tegenwoordig is het bijna algemene kennis. Mijn uitgever vroeg me dan: ‘Kun je niet gewoon zeggen dat hij een vals paspoort had geregeld?’ Ehm, nee, dat kon ik niet.”

Nooit meer seks

Zijn uitgever gaf hem ook nog een ander advies, dat hij maar al te graag wel opvolgde.

“De seksscènes in De dag van de Jakhals schreef ik omdat ik dacht dat dat zo hoorde. Het was vreselijk omdat het er niet echt in paste en zeker niet stimulerend was. Mijn uitgever zei: ‘We houden het er in, maar doe het alsjeblieft nooit meer.’ In geen van mijn volgende boeken zit nog seks, en het lijkt er niet op dat het de verkoop erg in de weg heeft gezeten.”

Een onverwacht fenomeen

Ondanks de genoemde bezwaren werd The Day of the Jackal in 1971 toch uitgegeven, zij het in een voorzichtige oplage. Er werden 8.000 boeken gedrukt, maar al snel volgde herdruk op herdruk. Het geld begon toen ook werkelijk binnen te druppelen. “Het grote geld kwam na de verkoop van het boek aan een Amerikaanse uitgever. Ze betaalden er 365.000 dollar voor, waarvan de helft voor mij was. Ik had in mijn leven nog nooit zoveel geld gezien!”

Toch had Forsyth veel en veel meer geld kunnen verdienen met het boek. In 2010 vertelt hij in een openhartig interview met The Telegraph: “Ik accepteerde een eenmalige afkoop van 75.000 pond. Ik had natuurlijk nooit verwacht dat het boek zoveel jaren later nog steeds een bestseller zou zijn. Voor de filmrechten kreeg ik het aanbod of £ 17.500 + 5% van de opbrengst of £ 20.000. Ik koos het laatste. Terugkijkend, had ik na dit boek al met pensioen kunnen gaan.”

De dag van de Jakhals werd internationaal een ongekend succes. Het boek stond zelfs twee jaar lang in de Amerikaanse top 5 van het jaaroverzicht van Publishers’ Weekly. Op 13 juli 1973 ging de film The Day of the Jackal in première met Edward Fox als de Jakhals. De verfilming werd zeer goed ontvangen. Tot en met 1975 waren er meer dan 2,5 miljoen exemplaren van het boek verkocht. En de Jakhals werd onverwacht een fenomeen.



“De film heeft daar natuurlijk grote invloed op gehad,” zo legt Forsyth uit. “Het was een fantastische film, gemaakt door Fred Zinnemann, een van de beste filmmakers uit die tijd. Hij stelde me voor aan Edward Fox en het klikte direct. De Jakhals werd erg goed door hem neergezet. Toen ik het schreef had ik alleen echt niet bedacht dat hij de held zou worden. In mijn ogen was Claude Lebel, de politiecommissaris, de held in het verhaal. Dat is vrij gebruikelijk in een verhaal waarin een crimineel en een politieman de hoofdrollen spelen. Maar deze koelbloedige moordenaar werd door vrouwen aantrekkelijk gevonden… Dat bewijst waarschijnlijk waarom mannen zoals jij en ik nooit winnen, haha!”

De jaren die volgden brachten veel geld in het laadje. Toch zat Frederick Forsyth op zijn 51e financieel weer aan de grond. Hij kon weer helemaal opnieuw beginnen.

“Ik ben gewoon niet zo goed met geld. De verhalen zijn daar een keihard bewijs van. Ik had een agent die er met mijn spaargeld vandoor ging. Ik dacht dat hij een vriend was, maar dat bleek hij niet te zijn. Een grote oplichter. Ik was alles kwijt. Terug naar af. Het heeft ongeveer tien jaar en vier boeken geduurd voordat ik de boel weer een beetje op orde had.”

Wel dankbaar, maar geen favoriet

Ondanks het grote succes en de ongekend hoge waarderingen is De dag van de Jakhals niet Forsyths persoonlijke favoriet, las ik in een interview met hem.

“Ik ben wel het meest dankbaar voor dit boek. Mensen kijken vooral naar De dag van de Jakhals terwijl ik er sindsdien nog een heel aantal geschreven heb. De vuist van God is wat dat betreft misschien wel mijn meest bevredigende boek. Dat ging over de eerste Golfoorlog. Daar was natuurlijk van alles mis. Er werd veel in doofpotten gestopt. Ik wist dat we door de regering Bush werden voorgelogen. Het was te perfect allemaal. Daar moest meer aan de hand zijn. Uiteindelijk bleek er een geheim agent geïnfiltreerd te zijn in de organisatie van Saddam Hoessein. Daarover gaat dat boek.”

Frederick Forsyth wordt door velen gezien als de grondlegger van het faction-genre. De bijna naadloze vermenging van feiten en fictie. Met soms wel een heel akelig dun lijntje… “Soms is er helemaal geen lijn,” zegt Forsyth. “Wat er af en toe in het echt gebeurt is zo raar, zo onbegrijpelijk, dat niemand het zal geloven en zal aannemen dat het fictie is. Dat is dan niet zo.”

Heeft hij wel eens feiten niet kunnen of durven gebruiken in zijn boeken?

“Ik heb wel er wel eens voor gekozen om ontdekkingen die ik heb gedaan niet te gebruiken omdat dat mensen in gevaar zou kunnen brengen. Bijvoorbeeld als bepaalde methoden nog actief gebruikt worden door de diensten.”

'Ik denk dat ik betere boeken heb geschreven, maar dat doet er niet toe'

In de afgelopen jaren heeft Frederick Forsyth al een aantal keer geroepen dat hij zijn laatste boek heeft geschreven. Maar elke keer kwam hij er op terug.

“Twee keer heb ik het aangekondigd. Het was maar twee keer.” Forsyth moet er zelf om lachen. “Ik meende het toen ook echt. Maar als er dan weer een jaar of twee verstreken was, had ik weer een idee. Zonde om te verspillen, dacht ik dan. Als ik daar dan dieper in dook, dan wilde ik het verhaal ook wel graag vertellen. En ik zie uiteindelijk pas of het idee goed werkt als ik aan het schrijven ben.”

Dat schrijven doet Frederick Forsyth, anno 2012, nog steeds op een oude elektrische schrijfmachine. Hij heeft geen mobiele telefoon. Geen computer. Geen internet.

“Ik schrijf nog steeds op de schrijfmachine. Maar ik weet niet of ik een computer nog heel lang kan uitstellen,” zegt hij eerlijk. “Er is niemand meer die een brief schrijft. Ze willen altijd een e-mail sturen, maar ik heb geen e-mailadres. Ik ben waarschijnlijk the last of the Mohicans. Ik moet eens iemand vinden die het me rustig uit wil leggen.”

Op dit moment (lees: mei 2012) werkt Forsyth aan zijn veertiende roman. Inclusief de korte verhalen en non-fictie boeken staat de teller op negentien werken. “Mijn volgende boek zal in de zomer van 2013 verschijnen, tenminste als mijn idee ook echt blijkt te werken. Ik hoop dat ik het tegen de kerst af heb,” zegt hij op de valreep van ons interview. “En het zal mijn laatste zijn… Maar dat heb ik natuurlijk al eens eerder gezegd, haha!”

Hoe hoopt hij dat we hem zullen herinneren over pakweg vijftig jaar?

“Ach,” reageert Forsyth gelaten, “het zal waarschijnlijk altijd De dag van de Jakhals zijn die men zich zal blijven herinneren. Ik denk dat ik betere boeken heb geschreven, maar dat doet er niet toe. Ik schreef het boek niet om er beroemd mee te worden. Dat overkwam me. Naast de boeken zal er niet veel zijn, ben ik bang. Maar dat was ook nooit mijn bedoeling.”

Met een grote glimlach op zijn gezicht kijkt hij me aan en bekijkt de Crimezone Award nog eens aandachtig.
“Tja, dit krijg je niet met het fokken van konijnen.”

Nawoord

Frederick Forsyth geeft niet veel interviews, dat werd mij duidelijk gemaakt toen ik contact opnam met zijn agent. Ze ging haar best doen, want, zo vertelde ze me, Forsyth won in zijn carrièrre ook niet veel prijzen. Ik maakte wel een klein kansje om een kwartiertje met hem te praten tijdens het Crime Festival in Bristol. De Crimezone Award bleek de gouden sleutel. We spraken ruim een uur met elkaar.

In het interview vertelde Forsyth dat hij aan zijn laatste boek werkte, dat een jaar later (in 2013) ook werkelijk verscheen. Tot op dit moment hield hij woord: De prediker is nog steeds de laatste Frederick Forsyth-thriller. Vorig jaar september verscheen zijn autobiografie waarin hij onder andere uit te doeken doet dat hij al twintig jaar voor de Britse geheime dienst werkte. Dat boek verscheen (nog) niet in Nederlandse vertaling.

In het filmpje dat we na ons gesprek opnamen - als een virtueel dankwoord - sprak Forsyth zijn blijdschap uit voor het ontvangen van deze prijs. Een ware erkenning. 'De beste prijs ook, want toegekend door professionals.'

De dag van de Jakhals ging de Crimezone-boeken in als 'belangrijkste thriller' en voert de prachtige Canon van de Misdaadliteratuur aan. Het is een klassieker. Alles behalve tijdloos, maar nog steeds een must-read voor iedereen die zich wil verdiepen in het thrillergenre."

Sander Verheijen, hoofdredacteur
13 januari 2016



Over de auteur

Sander (Hebban Crew)

1165 volgers
592 boeken
26 favoriet
Hebban Crew


Reacties op: De tijdmachine / Frederick Forsyth: 'Ik denk dat ik betere boeken heb geschreven'

 

Gerelateerd

Over

Frederick Forsyth

Frederick Forsyth

Frederick Forsyth (1938) is een Britse auteur. Zijn middelbare studies kreeg hij...

Overig

De Crimezone Canon van de Misdaadliteratuur

op 22 mei 2014 door Hebban Crew 50 boeken 64 volgers 2 reacties 3 likes