Interview /
Interview: Jeff vanderMeer over de Southern Reach trilogie
Tijdens LonCon3, de World Science Fiction Convention in Londen, interviewde Martijn Lindeboom Jeff VanderMeer, onder andere over zijn eerdere werk, het ambacht van de schrijver en de Southern Reach trilogie. Deel 1 is al te lezen op Hebban Fantasy. Het stuk over schrijven kun je lezen op de website van de Paul Harland Prijs (het valt chronologisch tussen deel 1 en deel 2 van het interview hier op Hebban).
Deel 2: over de Southern Reach trilogie
Martijn Lindeboom (ML): The Southern Reach is een trilogie. Waren alle drie boeken af voordat u ze verkocht aan de uitgever?
Jeff VanderMeer (JvdM): Ik had Vernietiging af. En ik had een goed beeld van de overkoepelende verhaallijn van de boeken, toen mijn agent ze verkocht. Deel twee en drie heb ik daarna geschreven.
ML: Maar ze komen vlak achter elkaar uit. Heeft de uitgever op u gewacht, met uitbrengen?
JvdM: Nee, ze hebben het publicatieschema uitgezet en toen moest ik de deadlines gaan halen. Dat was niet mogelijk geweest als ik drie helemaal losse romans had moeten schrijven, die geen karakters en situaties met elkaar gemeen hadden. Maar ik had de arc al klaar en ik had zo’n 30.000 woorden af van Autoriteit, voordat ik er echt aan begon. Hetzelfde toen ik aan Acceptatie begon, waardoor ik toen voor alle onderdelen van de serie al tekst had. Dus ik had zo’n zes maanden per deel om ze uit te schrijven.
ML: Zes maanden? Wow.
JvdM: Ik heb Autoriteit zelfs in vier maanden geschreven plus allemaal andere scènefragmenten. Mijn proces kwam er op neer dat elke keer dat ik geïnspireerd raakte, ik de scènes schreef waar ik geïnspireerd voor was. Dat hielp enorm. Daarnaast was het zo dat ik normaal twee of drie jaar nodig heb om een roman te schrijven. Dan deed ik allemaal andere dingen tussendoor. En voor deze serie had ik de luxe dat ik niets anders hoefde te doen dan deze boeken schrijven. Het knelpunt was vooral dat ik op de een of andere manier afstand moest kunnen nemen tot wat ik geschreven had. Daarvoor heb ik allemaal nieuwe trucs ontwikkeld, om snel die afstand te krijgen. Want normaal stop je een verhaal in een la voor een maand, voor je er weer naar kijkt. Dus deed ik dingen als het herlezen op andere plekken in de kamer, Ann (VanderMeer, zijn vrouw en voormalig editor van Weird Tales magazine) delen van het manuscript aan me voor te laten lezen, het in andere lettertypes zetten voor het lezen, naar een café gaan om daar te werken, heel veel verschillende manieren. En het werkte. De boeken zijn precies zo geworden als ik ze wilde hebben.
ML: Het eerste en tweede boek hebben verschillende hoofdpersonen. Komen ze elkaar tegen in deel drie? Of geven we dan spoilers weg?
JvdM: Nee, dat is geen spoiler. Gedurende de boeken wordt je overzicht groter. Ook al is Controls wereld in Autoriteit behoorlijk claustrofobisch, het geeft wel een groter uitzicht over het verhaal. Het derde boek heeft zelfs vijf hoofdpersonen, inclusief Control. En het zal ook geen grote verrassing zijn dat de Biologe terugkeert. Het springt voor- en achteruit in de tijd, dus er komen meer figuren in voor, ook uit andere perioden. Ik heb een hekel aan trilogieën waar de hoofdpersoon aan het eind er achter komt waar hij achter moet komen en dat alles netjes wordt opgelost. Dus mijn idee was om elk van de personages verschillende dingen te laten ontdekken en de lezer vrijwel alles, maar geen van de hoofdpersonen komt er achter – net zoals het in de echte wereld zou gebeuren –wat er allemaal precies aan de hand is. Dat nam de druk om een climactische scène te schrijven waar alles uitgelegd wordt, bij me weg. Ik wilde de lijnen van de karakters helemaal afmaken, en daarmee komt de onthulling van het mysterie voor de lezer op natuurlijke wijze, zonder dat je alles in één scène hoeft samen te brengen.
ML: Dus u heeft niet zozeer de plot helemaal proberen rond te maken, maar juist de belevingen van de hoofdpersonen.
JvdM: Voor mij zijn de karakterlijnen feitelijk de plot. Ook al zitten ze in een strakke verhaalstructuur, met afwisseling van de gezichtspunten. Door de volgorde strak aan te houden creëer je zowel stevigheid, als vrijheid om de lijnen goed uit te werken.
ML: De stukken die ik het mooiste vond in Vernietiging waren de scènes in het verleden van de Biologe, waar ze in de verwaarloosde achtertuin, met de overgroeide vijver haar passie voor biologie ontdekt. Dat was erg intiem en goed voor de opbouw van het karakter. Zijn dat ook uit eigen ervaringen geputte scènes?
JvdM: Inderdaad ja. Toen ik met mijn familie terugkeerde naar de US, na jaren op de Fiji-eilanden gewoond te hebben (waar zijn ouders werkten voor het Peace Corps, red.) hadden we een overgroeid zwembad achter in de tuin. Oorspronkelijk wilde ik maritiem bioloog worden, voordat ik schrijver wilde worden en bijvoorbeeld de scène met de zeester is gebaseerd op toen ik zeven of acht was en we ’s nachts op een rif stonden. De zaklamp van mijn ouders hield er mee op en ik was een eind verderop. Ik wist niet precies waar ik heen moest. Toen kwam ik een in het donker gloeiende zeester tegen, waardoor ik mijn oriëntatie weer wat terugkreeg. Dus dat is ook echt gebeurd. Dat geeft diepte aan een verhaal, die eerstehands details. Ik had besloten dat alles wat niet fantastisch was, een eigen detail moest zijn in deze boeken. Alles heb ik dus zelf gezien. We zijn zelfs speciaal teruggegaan naar Californië om nog een keer die omgeving te ervaren.
ML: Dat moet heel anders zijn dan het voorbereiden op een fantasyverhaal dat in een alternatieve realiteit speelt.
JvdM: Dat is ook zo.
ML: Voelt het beter, of alleen anders?
JvdM: Anders. Zo’n aanpak had niet gewerkt voor andere boeken. Ik kan het ook niet los zien, ik hou heel veel van deze boeken, omdat ze zo persoonlijk zijn, een soort natuurlijk dagboek.
ML: Hoe werkt de grens tussen Area X en de buitenwereld?
JvdM: De wereld in de boeken is als het ware een stap verwijderd van onze realiteit. Dingen als hypnotische suggestie hebben meer kracht dan ze bij ons hebben, daarom is het in het eerste boek nog wat vaag. De deur in de toren, de barrière tussen onze wereld en Area X, het komt allemaal verder in de latere boeken naar voren.
ML: De biologe lijkt niet een erg emotioneel persoon te zijn. Is er een reden waarom u daarvoor gekozen heeft? Want als ze wel erg emotioneel was geweest, was het een heel andere vertelling geworden. Heeft u die keuze aan het begin van het schrijven gemaakt, of was het de natuurlijke manier om dit personage te schrijven?
JvdM: Ik heb de eerste tien pagina’s geschreven en toen heb ik afstand genomen, om te kijken wat ik daar had. Ik hou er van om het begin te herschrijven en te herschrijven, tot de toon klopt. Dus ik ga op zoek naar wat voor karakter heb ik hier en hoe drukt zij zich uit. En ik had door dat ze nogal afstandelijk was en dat vond ik direct interessant. Wat gaat er gebeuren als ik deze gebeurtenissen ga laten vertellen door een persoon die wat op afstand staat, die niet de reacties heeft die de meeste mensen hebben op wat er gebeurt, door haar relatie tot de natuur. Dat vond ik nogal ongebruikelijk en dat trok me aan in deze vorm. Ik wist dat ik daarmee een risico nam, en mijn agent zei zelfs “weet je zeker dat je deze hoofdpersoon neemt? Want het wordt moeilijker om het boek te verkopen zo. Misschien moet ze meer over haar man vertellen, misschien moet ze meer onthullen.” Maar ik wilde haar ‘in character’ laten blijven, en zij vertelt niet uit zichzelf allerlei details. Ze is niet echt een onbetrouwbare verteller, maar ze vertelt wel pas dingen zodra ze daar zelf klaar voor is. Het risico is dus dat als je het boek leest om het mysterie en niet zozeer om het personage, dan zou je het vervelend kunnen vinden dat zij pas later in haar verhaal dingen onthult, die in een normaal mysterie aan het begin al aangegeven zouden worden. Maar zij vindt dat bepaalde dingen de lezer nog niet aangaan, tot ze er aan toekomt.
ML: En hoe kwam u aan het personage van Control?
JvdM: Control is voor mij het toppunt van iemand die van zichzelf vindt dat hij altijd op een rationele manier handelt. In de loop van het verhaal, door zijn vasthoudendheid aan rationaliteit, wordt dat juist een absurde en onlogische houding. Hij is iemand die denkt dat als je alle details weet, dat je het probleem kunt oplossen. En het heeft er natuurlijk ook mee te maken dat ik veel met overheidsinstanties te maken heb gehad, waar mensen logische plannen uit proberen te rollen, terwijl ze te maken hebben met onlogische mensen. Geen enkel plan in de wereld gaat werken als de mensen die het uit moeten voeren anders denken dan de bedenker van het plan. En dus is Control als al die mensen die denken dat ze beter zijn dan ze zijn. Hij komt er achter dat het veel slechter gesteld is met hemzelf en met alles om hem heen, dan hij dacht. Aan het begin van Autoriteit weet hij uit dossiers vrij veel dingen over de mensen waar hij mee moet werken en hij gaat ze vragen stellen om te zien of ze tegen hem zullen liegen. Dat geeft hem het idee dat hij ‘in control’ is.
ML: Het eerste wat ik heel vreemd aan hem vond, was dat hij wil dat mensen hem aanspreken als Control.
JvdM: Dat is inderdaad het eerste punt waaraan je kunt merken dat er iets mis is. En daarnaast heeft hij een droom aan het begin van het boek. Maar er komen helemaal geen dromen in de boeken voor. Het is iets anders. Daar kom je in het derde boek veel meer over te weten. Om verdere vervreemding op te roepen, gebruik ik bijvoorbeeld letterlijke stukken dialoog uit Vernietiging, die door Control worden gehoord als hij door de gangen loopt. Ik heb de film The Shining goed bestudeerd voor dat soort vervreemdende effecten. In die film staat bijvoorbeeld ergens een TV aan, maar er is geen elektriciteitskabel. Dat valt je pas op, nadat je door hebt dat er iets niet klopt. Zo’n scène probeer ik dan in fictie te reproduceren. Je kunt niet precies beschrijven, want dan werkt het niet. Daarom zitten er allerlei scènes in Autoriteit waar je als lezer merkt dat er iets niet klopt, maar je kunt niet direct ontdekken wat dat is.
ML: Zijn de Southern Reach boeken moeilijk? Of kan iedereen, ook zonder genreleeservaring, er makkelijk in duiken?
JvdM: Interessante vraag. Er is wel een minderheid van mijn lezers die het te vreemd vindt om in te komen. Voor mensen die alleen maar thrillers lezen, is het misschien lastig, maar in het algemeen doet het het heel goed. Het verkoopt veel beter dan al mijn andere boeken, ook doordat het een breder publiek bereikt. En de meerderheid van die lezers komt er prima in. Ik denk dat Vernietiging je zodanig meesleept, dat als je bij de echt vreemde zaken komt, het boek je al geleerd heeft hoe je het moet lezen. En je bent genoeg gehooked om door te lezen. Ook is het zo dat Amerikaanse lezers, zeker uit het Zuiden van de US, de setting zullen herkennen, waardoor de vreemdheid verzacht wordt. En in het derde boek is dat nog meer zo, aan de ene kant is dat het meest experimenteel en toch ook het makkelijkste om voor de lezer in te komen. Binnen het genre heb je juist weer dat lezers het vergelijken met andere boeken. En dan heb je nog een kleine minderheid onder mijn fans, die zeggen: ‘This is Jeff VanderMeer selling out’. Dat is hilarisch voor mij, want als ik uit had willen verkopen, dan was ik nooit met dit materiaal gekomen. Maar dat hoor ik al een tijdje, ook toen mijn eerste Ambergris boek uitkwam. Ik wist dat het een behoorlijk bizar fantasyverhaal was en dat ik flink moest promoten om het een succes te maken. En dat promoten leverde me toen de beschrijving ‘supercommerciële auteur’ op, terwijl het boek helemaal niet commercieel was en ik juist daarom ging promoten. In elk geval is het in de US geen probleem gebleken om mensen aan deze boeken te krijgen.
ML: Waarom zouden Nederlandse lezers de Southern Reach moeten lezen?
JvdM: Als je iets nieuws en anders wilt ontdekken, zeker als je van expedities naar vreemde plaatsen houdt, en je vreemde verrassingen weet te waarderen, dan is deze serie voor jou.
Deel 1 van het interview, over het schrijverschap en over genre, staat hier op Hebban Fantasy.
Het stuk over schrijven en het schrijfboek Wonderbook staat op de website van de Paul Harland Prijs.
Jeff VanderMeer is een meermaals bekroonde schrijver van onder andere de Ambergris serie (City of Saints and Madmen, Shriek: An Afterword en Finch), Wonderbook en de Southern Reach trilogie (Annihilation, Authority en Acceptance).
Daarnaast is hij redacteur en samensteller van anthologieën, zoals de Steampunk bundels en The Time Travellers Almanac (samen met zijn vrouw Ann VanderMeer).
Ook schrijft VanderMeer essays voor onder meer The Washington Post, The New York Times Book Review en The Guardian.
Zijn werk is in meer dan twintig landen vertaald.