Interview /
Interview: Jeff vanderMeer over genre en leven als schrijver
We kondigden de komst van de Vandermeers al eerder aan. Wie erbij wil zijn in The ABC Treehouse in Amsterdam (aanvang 18 uur) doet er goed aan even te reserveren. Er zijn geen kosten aan verbonden, maar plaatsen zijn beperkt.
Op zaterdag 28 februari is Jeff Vandermeer ook te vinden bij het Sonic Acts Festival.
Tijdens LonCon3, de World Science Fiction Convention in Londen, interviewde Martijn Lindeboom Jeff VanderMeer, onder andere over de Southern Reach trilogie, zijn eerdere werk en het ambacht van de schrijver. Het stuk over schrijven kun je lezen op de website van de Paul Harland Prijs (het valt chronologisch tussen deel 1 en deel 2 van het interview hier op Hebban).
Op 27 februari publiceert uitgeverij De Bezige Bij deel twee van de Southern Reach in vertaling: Autoriteit. Na het interview is het boek bij ABC te koop en zal Jeff signeren. Het verschijnen van het tweede boek in het Nederlands is een goede gelegenheid om het LonCon-interview op Hebban Fantasy te plaatsen.
Deel 1: over het fantastische genre en het leven van een schrijver.
Martijn Lindeboom (ML): Kunt u een korte introductie geven over Jeff VanderMeer, voor de lezers in Nederland en Vlaanderen die u nog niet hebben ontdekt.
Jeff VanderMeer (JvdM): Mijn meest recente boeken zijn de Southern Reach-trilogie. De serie beschrijft een vreemde plek, Area X, die wordt onderzocht door de geheime organisatie The Southern Reach. Het gaat over wat er in dertig jaar gebeurd is met deze vreemde, ongerepte wildernis. Hiervoor had ik een andere serie, Ambergris, die in een meer fantastische setting speelt. Daarnaast heb ik aan een groot aantal anthologieën meegewerkt, waarbij ik heb geprobeerd om fantasy- en main stream-auteurs samen te brengen in verzameld werk met fantastische en duistere thema’s. Dus zo had ik bijvoorbeeld Lovecraft en Borges binnen één boek.
ML: Zijn dat ook uw favoriete auteurs die u zo samen kon brengen?
JvdM: Zeker, maar ik heb veel bredere invloeden dan dat. Nabokov was een vroege favoriet, maar ook Stand on Zanzibar was van grote invloed. En behoorlijk wat sciencefiction, zoals bijvoorbeeld van Ursula LeGuin. Ik ben opgegroeid met een mix van literaire en genrewerken.
ML: Ik sprak een paar maanden geleden met Neil Gaiman en ik vroeg hem naar zijn mening over het onderscheid in genres en hij vond dat dat onderscheid eigenlijk niet meer gemaakt moet worden, omdat de oude genres in elkaar over aan het lopen zijn tegenwoordig. Beschouwt u zichzelf als een genreschrijver, of een schrijver in het algemeen.
JvdM: Toen ik begon redigeerde ik mainstream literatuurtijdschriften, en daar kwamen zowel genre als literaire teksten langs ter publicatie. Destijds was het fantastische genre grotendeels afgescheiden van de rest van de literatuur. Dat was deels ook een bewuste keuze. Er was veel hokjesdenken (tribalism) dus het was altijd een lastige opgave voor mij om langs die grenzen te navigeren. De afgelopen jaren is die spanning langzamerhand wat verdwenen en nu is er veel meer interactie mogelijk. Er zijn nu veel meer mainstream uitgevers die bepaalde vormen van fantasy en sciencefiction willen uitgeven. Hoezeer er ook gemopperd wordt dat bepaalde literaire auteurs SF publiceren, dat geeft juist genre-auteurs, zoals mij, de gelegenheid om ook met nieuw werk bij algemene uitgevers gepubliceerd te worden. En daardoor bereiken mijn boeken meer lezers dan ooit tevoren, omdat een mainstream uitgever meer bereik heeft. Mijn werk spreekt nog steeds de genrelezers aan, maar het wordt nu ook daarbuiten gelezen. Het effect daarvan is dat meer lezers kunnen wennen aan genrefictie en het daardoor kunnen gaan waarderen en het gaan kopen. Daarom is het een goede tijd voor genreauteurs.
ML: Is er dan niet het gevaar dat ‘echte genreliefhebbers’ die zich buiten de mainstream voelen staan, dan niet meer dit soort boeken zullen kopen?
JvdM: Dat hangt van de markt af. In de US is dat niet zo. Als het boek in de mainstream media voorbijkomt, dan weet de genrelezer daar ook van af. In de UK ligt dat wellicht wat lastiger, omdat genre en literatuur daar verder uit elkaar liggen. Per land zal dat anders zijn.
ML: In Nederland wordt er de laatste paar jaar door meer, ook literaire uitgevers, genrefictie gepubliceerd, zoals Vernietiging bij de Bezige Bij. Toch merken we op Hebban Fantasy dat het genereren van aandacht voor een duidelijke SF-titel, zoals bijvoorbeeld Leviathan Ontwaakt, makkelijker is dan voor een boek dat bij een literaire uitgever is verschenen.
JvdM: Het maakt natuurlijk ook uit wat voor soort boek het is. Mijn serie lijkt te spelen in onze eigen wereld. Als een ‘gewone’ lezer vraagt waar het over gaat, kan ik zeggen “Het gaat over een expeditie naar een ongerepte wildernis, waar vreemde dingen gebeuren”. Dat is een hele simpele beschrijving en helemaal waar, al vertel je dan lang niet alle aspecten. Dat is het instappunt van het boek en dat is een acceptabel verhaal voor een niet-genre lezer. Bij mijn eerdere boeken, die veel meer fantasy waren, had ik dat niet kunnen doen. Voor mij is dit gemixte publiek erg interessant. Als je alleen SF-lezers hebt, wordt er soms erg gefocust op de SF-elementen. Dat is op zich prima, het staat eenieder vrij te ontdekken in het boek, wat men belangrijk vindt. Maar soms worden andere aspecten van het verhaal daardoor helemaal genegeerd. De Southern Reach-serie komt bijna in alle landen uit bij literaire uitgevers. Dat vind ik prettig, want ik houd niet van discussies over genre versus mainstream, ik vind dat verspilling van energie. Ik heb liever dat mijn werk de grenzen van alle genres overgaat.
ML: Toch een vraag daarover: hoe beschouwt u deze boeken zelf? Als sciencefiction of als fantasy? Ik vraag het omdat één van onze recensenten het beschreef als ‘fantasy in onze wereld’. Maar anderen vinden het juist weer meer sciencefiction.
JvdM: Het maakt heel erg uit hoe je het boek leest. Het is zeker ergens, op een hoog abstractieniveau, sciencefiction, maar met hele weirde elementen. Maar als je kijkt hoe de discussies in de natuurkunde zich ontwikkelen: daar wordt het ook heel weird, het wordt vreemder en vreemder. Inmiddels zijn we zover dat de grens tussen sciencefiction, weird en wetenschap beginnen te vervagen. En op die plek mik ik met deze boeken. De serie is ook een kritiek op hoe we met onze omgeving omgaan en – vooral in het tweede boek – een commentaar op hoe US instituties functioneren.
ML: Hoe de Southern Reach-instelling functioneert is heel erg vreemd, maar – ik heb gewerkt voor de Nederlandse overheid – er gebeuren ook rare dingen in het echt. Niet zo vreemd als in Autoriteit, maar toch, het is herkenbaar. Is dat gebaseerd op ervaring?
JvdM: Leuk dat je die achtergrond hebt, want veel mensen geloven niet dat veel van de vreemde dingen in het tweede boek echt gebeurd zijn. De scène dat Control een la opentrekt en daar een dode muis aantreft, dat heb ik meegemaakt in een overheidskantoor. De bizarre contrasten ook: er zijn wel moderne laptops in gebruik, maar de instelling gebruikt nog een antiek DOS-programma. Dat geeft de boeken een extra laag, die echt waar is, maar verzonnen overkomt. Het boek moet natuurlijk werken, ook als de lezer dit soort dingen niet opmerkt. Maar dit soort elementen in het boek, maken dat je het kunt opvatten als een absurdistische, duistere kritiek op hoe overheden soms werken. Hetzelfde geldt eigenlijk voor Vernietiging. Als je niet weet dat dolfijnen af en toe diep de brakke waterwegen in zwemmen, dan is het nog vreemder als je daarover leest in het boek. Vreemder dan alleen de menselijke blik in het oog van die dolfijn. Maar ook die dolfijnen zijn echt.
ML: Wat is het verschil tussen het schrijven van een ‘echte’ fantasyserie zoals Ambergris en de Southern Reach-serie?
JvdM: Het grote verschil is toch de wereldbouw. Maar dat wil niet zeggen dat ik voor Ambergris alleen maar bezig was met de wereld en niet met de karakters. Het is een andere relatie tussen schrijver en boek, als je een wereld bouwt. Vooral in het laatste boek van Ambergris, moest ik me voorstellen hoe het is om in een bezette stad te wonen, hoe het is om geen zelfbeschikking te hebben. Hoe schrijf je dat en houd je het toch interessant.
ML: Precies, want dat is één van de belangrijke punten uit schrijfadviezen: zorg dat je karakters actie ondernemen, dat niet alles ze overkomt.
JvdM: Dat is zo, ook al hebben we dat vaak in ons echte leven eigenlijk helemaal niet. Het is dus een soort van wensvervulling … Ik heb een overgang ondergaan. De eerdere boeken waren meer barok, versierd en geïdealiseerd. Maar in Finch (deel drie van Ambergris, red.) wilde ik het eigenlijk hebben over Amerikaans imperialisme, zonder dat ik dat zo noemde. Ik wilde niet schrijven over Irak of zo. Maar ik vroeg me dus af: wat als je zo’n bezettingssituatie hebt in een fantasywereld? Wat betekent dat voor je verhaal? Dat is wel een beetje vergelijkbaar met wat ik in Autoriteit doe: kritiek geven op het systeem. Om je vraag te beantwoorden: ik zou zeggen dat de Southern Reach-boeken meer direct persoonlijk zijn, omdat ik niet na hoefde te denken over de omgeving, ik ben op al de beschreven plekken geweest, heb gesproken met alle ambtelijke organisaties in Noord Florida, op de meest afgelegen plekken, een volkomen bizarre ervaring. Een ontmoeting met een hoge pief, waarbij je er achter komt dat hun luchtvervuilingsdatabase, hun grondvervuilingsdatabase en hun watervervuilingsdatabase niet met elkaar kunnen uitwisselen. Hoe meer van dat soort idiote situaties je tegenkomt, hoe afschuwelijker het wordt en daarom heb ik dat in Autoriteit zo uitgewerkt.
ML: Was dat ook de reden om fulltime schrijver te worden?
JvdM: Ja, in 2007 heb ik die overstap gemaakt. De situatie werd zo giftig, dat ik niet anders meer kon dan weggaan. Het management begon gek te worden: ze hingen foto’s van zichzelf in de toiletblokken neer, met rode lippenstift de woorden ‘we are watching you’ er op geschreven. Dus ik ben weggegaan en heb me op het schrijven gestort. Eerst heb ik veel non-fictie gedaan en uiteindelijk heb ik me opgewerkt tot het schrijven van een roman en het schrijven van fictie is nu mijn belangrijkste bron van inkomsten. Heel goed voor mijn geestelijke gezondheid ook.
Het stuk over schrijven en het schrijfboek Wonderbook staat op de website van de Paul Harland Prijs.
Deel 2 van het interview, specifiek over de Southern Reach trilogie, staat inmiddels ook op Hebban Fantasy.
Jeff VanderMeer is een meermaals bekroonde schrijver van onder andere de Ambergris serie (City of Saints and Madmen, Shriek: An Afterword en Finch), Wonderbook en de Southern Reach trilogie (Annihilation, Authority en Acceptance).
Daarnaast is hij redacteur en samensteller van anthologieën, zoals de Steampunk bundels en The Time Travellers Almanac (samen met zijn vrouw Ann VanderMeer).
Ook schrijft VanderMeer essays voor onder meer The Washington Post, The New York Times Book Review en The Guardian.
Zijn werk is in meer dan twintig landen vertaald.