Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Interview /

Interview Jeffery Deaver

Vorig jaar berichtten wij over het nieuws dat de erven van Ian Fleming de Amerikaanse bestsellerauteur Jeffery Deaver hebben gevraagd een nieuw James Bondverhaal te schrijven. Dat werd door velen gezien als een opmerkelijke keuze want een hoofdpersonage die veel meer Brits is dan ‘007’ is er bijna niet te vinden.

Maar Deaver maakte indruk op Corinne Tunner, de huidige directeur van Ian Fleming Publications Ltd., en niet in de laatste plaats door zijn speech tijdens de uitreiking van de Dagger Awards in 2004 waar de Amerikaan de Ian Fleming Steel Dagger Award in ontvangst nam voor zijn historische thriller Brandend ijs. Hij vertelde over zijn jarenlange bewondering voor de Britse schrijver en de invloed die de James Bondverhalen hebben gehad op zijn eigen carrière.

Zeven jaar na de speech en ongeveer een jaar na de bekendmaking ligt Carte Blanche in de Nederlandse boekwinkel en bezocht Jeffery Deaver onze hoofdstad voor de promotie van zijn James Bondthriller-debuut waar hij onder andere het middelpunt zou zijn van een grote Meet & Greet met fans in de Rode Hoed. Wij ontmoetten de auteur in het inmiddels welbekende Ambassade Hotel aan de Herengracht in Amsterdam.



EEN GROTE VERRASSING
De vraag van de Ian Fleming organisatie kwam ook voor Jeffery Deaver zelf als een grote verrassing. ‘Ik was overdonderd. Ian Fleming was écht mijn grote voorbeeld. Door hem wilde ik schrijver worden. Ik las mijn eerste James Bond toen ik acht jaar oud was. Als 11-jarig jongetje schreef ik mijn eerste boek, eigenlijk gewoon een kort verhaal, over een Britse spion die een Russisch vliegtuig steelt. Vreselijk onnozel, maar het was een begin.’

‘Ik heb er uiteindelijk precies vijf seconden over nagedacht voordat ik zei: “Ja, dat wil ik!” Natuurlijk waren er nog wel een aantal kwesties die we moesten oplossen. Ik wilde bijvoorbeeld dat mijn vijfentwintig uitgevers wereldwijd het eerste recht zouden krijgen om ook dit boek uit te geven. De meeste van hen waren namelijk niet de oorspronkelijke uitgever van de eerdere James Bondboeken. Het kostte wel een aantal maanden om dat te regelen en natuurlijk ook de zakelijke kant van het verhaal want mijn nieuwe Kathryn Dance-boek zou hierdoor een jaar opschuiven. Uiteindelijk is het ook gewoon business. En natuurlijk had ik ook mijn eigen ideeën over “de nieuwe James Bond”. Ik wilde het verhaal in het heden laten afspelen, anders dan Sebastian Faulks – de laatste Bond-auteur (Devil May Care, 2008) – die het verhaal in de jaren zestig liet plaatsvinden. Maar gelukkig strookte dit geheel met de ideeën van de Flemings. Het moest een “Deaver-thriller” worden met een verjongde James Bond, maar wel geheel volgens de traditie van de oude meester.’




CARTE BLANCHE
Carte Blanche speelt zich, zoals het een echte James Bond betaamd, af op verschillende continenten. Dicht bij huis, in Groot-Brittannië, maar ook in Servië, in Dubai en in Zuid-Afrika. Een keuze dat de nodige research met zich meebrengt.

‘Ik had al veel research gedaan voordat ik wist dat ik dit James Bondverhaal zou gaan schrijven,’ vertelt Deaver. ‘Ik ben sowieso op alle plaatsen waar het verhaal zich afspeelt geweest, maar toen ik begon aan Carte Blanche heb ik het ‘typische’ Deaver-onderzoek gedaan, zoals ik dat altijd doe voor elk boek. Dit keer gericht op de Engelse cultuur, spionage en handel. Ik heb me flink moeten verdiepen in de wereld van de vuilverwerking en de mogelijkheden van recycling.’

Meer dan 5.000 pagina’s achtergrondinformatie vormen de basis van het verhaal achter Carte Blanche. En niet zonder reden want de Amerikaan wilde Bond slimmer dan ooit maken.
‘Hij moest heel veel bagage meekrijgen en kennis over de moderne spionage. Ik wilde dat Bond al zijn vaardigheden zou moeten gaan gebruiken om stukje bij beetje dichter bij het geheim van het kwaad, in dit geval Severan Hydt te komen.’

De “bad guy” in Carte Blanche is dus Severan Hydt. Hij is de baas van Green Way International, het grootste afvalverwerkingsbedrijf ter wereld. Een man met een bijzondere voorliefde voor alles wat te maken heeft met verval en verderf. “De vuilnisman”, zoals zijn bijnaam luidt, is samen met enkele naaste medewerkers bezig met de voorbereidingen voor een even morbide als gevaarlijk plan dat moet leiden tot de dood van velen. En ondertussen zet hij Bond en de lezers geregeld op het verkeerde been.

‘Hydt is niet de gemiddelde Bond-tegenstander die de wereldmacht wil veroveren. Mijn slechterik is “groen” en toont zeer grote betrokkenheid voor wat betreft het milieu. Zijn macht zit ’m in het vergroten van zijn aandeel in de wereldwijde afvalverwerkingsindustrie. Ook is hij psychologisch gezien behoorlijk complex. Ik zocht naar een meer Thomas Harris’ Silence of the Lambs-achtige schurk, met een bizarre interesse.’

Deavers 007 krijgt in Carte Blanche ook nog eens te maken met een beperkte license to kill. Nieuwe verordeningen in eigen land zorgen ervoor dat hij daar geen wapen mag dragen. “Carte grise” heet dat en is een meesterlijke zet van onze bestsellerauteur. In het persbericht over Carte Blanche liet Deaver al weten dat de vraag tot hoever een geheim agent mag gaan voor nationale en internationale veiligheid een belangrijk onderdeel van het verhaal zou gaan vormen.





JAMES BOND

Voordat Deaver begon met het schrijven herlas hij alle originele James Bondromans en de korte verhalen van Ian Fleming.
Deaver: ‘Ik heb de films niet meer bekeken en ook de vervolgromans van John Gardner heb ik niet meer opnieuw gelezen. Ik wilde de oorspronkelijke, de door Ian Fleming bedachte, James Bond gebruiken als model. Zijn stem wilde ik benaderen, kopiëren zou onmogelijk zijn want Fleming was een grandioos schrijver. Als voormalig journalist wist hij precies zijn vinger te leggen op de tijdgeest, wat er gebeurde in die tijd. En hij maakte van James Bond zo’n een slimme en geestige man, met ongekende briljante gedachten. Ik zou het niet kunnen plagiëren, al zou ik dat willen…’

Ongeveer een jaar lang werkte Deaver aan “zijn” James Bond. ‘Door alle onderhandelingen duurde het wat langer voordat ik begon met schrijven. Ik moet mijn geld verdienen met het schrijven van boeken dus ik ben ook pas echt begonnen toen het zakelijk dichtgetimmerd was. In december 2010 leverde ik het manuscript in. In het contract was afgesproken dat de Fleming organisatie vetorecht zou hebben. Ze mochten het boek zelfs compleet weigeren als het niet zou voldoen aan de eisen en verwachtingen. Maar dat verwachtte ik eerlijk gezegd niet. Ik had een goedgekeurde outline, en deze zijn bij mij altijd vrij uitgebreid – in dit geval bijna 140 pagina’s. Ze waren uiteindelijk erg blij met het verhaal en de plot. De opmerkingen die ze wel maakten gingen vooral over wat James Bond in hun ogen juist wel of juist niet zou doen. Maar dat waren nog maar kleine aanpassingen.’
Gelukkig voor de Amerikaanse Deaver waren de Engelsen het eens met het feit dat “zijn” James Bond niet meer rookte. Maar er werd wel flink gesneden in het aantal merknamen die in de eerste versie van het boek vermeld stonden.
‘Ik vind het voor mijn lezers belangrijk om zo beeldend mogelijk te schrijven. De Flemings wilden hier wat voorzichtiger mee omgaan en ik denk dat ze daar achteraf misschien wel een punt hadden. Er zijn nu zelfs journalisten die mij hebben gevraagd of ik geld heb aangenomen van Bentley, Emerald Airways of zelfs Rolex. Maar dat heb ik niet. Ik wacht nog steeds tot er een Bentley wordt afgeleverd, haha!’

Maar helemaal begrijpen doet Deaver het niet.
‘Het is een thriller, geen non-fictie. Ik vind dat een beetje product placement in een boek geen kwaad kan. Ik zal het nooit om geld doen. Ik wil zelf de vrijheid hebben om merken wel of uiteindelijk niet te noemen. De Engelse uitgever van Carte Blanche heeft overigens na het lezen van het manuscript Bentley wel benaderd en een promotionele samenwerking met hen geregeld. Vandaar ook dat we een brandweerrode Bentley ter beschikking hadden op de officiële lancering van het boek.’

Carte Blanche is wat inhoud betreft een echte James Bond geworden. Het bevat alle bekende ingrediënten: mooie vrouwen, technische snufjes, snelle auto's, waanzinnige actie, lekker eten en veel drank.
‘Hoewel ik een echte lijstjesman ben, heb ik voor Bond geen lijstje hoeven afvinken. Veel van de iconische elementen in Carte Blanche kwamen eigenlijk vanzelf. Ik wilde een Bentley in het verhaal hebben omdat Bond oorspronkelijk ook in een Bentley reed. Er moesten natuurlijk Bond-vrouwen in voorkomen, het liefst met opvallende, slimme namen: Felicity Willing, Philly Maidenstone en Behka Jordaan (een combinatie van de twee culturen in Zuid-Afrika). Ik wist dat er gegeten en gedronken moest worden, en ach, als liefhebber van lekker eten en goede wijnen was mijn research ook hier van groot belang (lacht). Maar ik wilde niet dat de lezer op de automatische piloot zou gaan denken “ah, nu is het tijd voor de gadget”.’ Deaver geeft hierbij als voorbeeld dat hij wilde voorkomen dat je, zoals in de film waarbij Q een onderwatertoestel prepareert, al weet dat er een onderwaterscène aankomt waarbij Bond door de gadget gered wordt.
Deaver: ‘Ik zou het zelf veel slimmer vinden als James dan niet in de oceaan, maar in de woestijn terecht komt en het toestel naar zijn belager gooit en daardoor weet te ontsnappen… Maar natuurlijk moest ik ook een Q hebben, maar die werkt in mijn verhaal heel reactief. Als Bond in het veld iets nodig heeft dan belt hij hem op en wordt er een oplossing bedacht. Zo gaat het in de praktijk.’



VERFRISSEND

Carte Blanche zal hem ongetwijfeld een nieuwe schare fans opleveren. Deaver denkt dat er veel nieuwe lezers op deze manier met hem kennis zullen maken, maar dat niet al zíjn lezers het boek direct zullen appreciëren.
‘Ik verwacht dat een boek waarin het alleen maar gaat om een spion niet echt hun “cup of tea” zal zijn. Zij zijn gewend aan de meer psychologisch gedreven thriller. Het donkerder en scherper soort. Carte Blanche is een groter boek, veel internationaler. De verkoopcijfers in de UK laten nu al zien dat we er veel van kunnen verwachten. De cijfers liggen een stuk hoger dan mijn vorige boek in dezelfde periode.’

De nieuwe ervaring werkte voor Deaver ook nog eens verfrissend.
‘Het was erg leuk om dit boek te schrijven. Het was voor het eerst dat ik een boek heb geschreven over een personage die ik niet zelf heb uitgevonden. Ik kende hem al. Maar ik heb wel geprobeerd zijn achtergrond, en met name het verhaal over zijn ouders, verdere invulling te geven. Hierover is in de boeken van Fleming maar weinig bekend geworden. Hij was een wees, zijn ouders overleden bij een noodlottig bergklimongeluk, dat wisten we al. Ook dat hij kostscholen bezocht, bij zijn tante woonde en als tiener door Europa reisde waar hij onder meer goed leerde skiën. Meer dan dit wisten we niet over Bond en dit werd eigenlijk alleen een keer aangehaald in een necrologie over James Bond in You Only Live Twice toen men dacht dat hij was overleden.
Met deze gegevens wilde ik verder om te zien of ik zo een extra verhaallijn kon toevoegen aan het hedendaagse verhaal. Kijk, mijn lezers zijn gewend aan meerdere plots in mijn boeken en ik heb me er erg mee vermaakt!’

REVIEWS
Ook al heeft Deaver al meer dan 25 thrillers op zijn naam staan, vindt hij de eerste reacties op een nieuw boek altijd weer spannend.
‘Ik ben ook maar een mens. Ik lees liever een goede recensie dan een slechte. Maar ik probeer uit elke recensie “iets” te leren. Helaas moet ik zeggen dat er ook een aantal critici zijn die alleen voor zichzelf schrijven. Ze verwaarlozen de functie die ze eigenlijk hebben: de lezer helpen bij de beslissing of ze een boek wel of niet moeten lezen. Hiervoor – vind ik – moet je verder kijken dan alleen dat ene boek. Je moet kijken naar eerder werk van de auteur, naar vergelijkbare boeken en ook naar de verwachtingen van het specifieke publiek voor dit boek. Zo las ik één recensie over Carte Blanche waarbij het boek zeer positief werd besproken, maar de nadruk vooral gelegd werd op de vraag of – en hoelang – de James Bond-franchise nog zou voortbestaan. Dat is een geheel andere discussie. Tot dusver heb ik vooral zeer positieve reacties gehad.’

James Bond na Ian Fleming
Op aanraden van zijn accountant startte Ian Fleming destijds een kleine personenvennootschap, vernoemd naar de twee mannen die getuigen warenbij de oprichting ervan, John Gliddon en Norman Rose: Glidrose Productions. Meer dan vijftig jaar later is deze fiscale constructie uitgegroeid tot een volwaardige firma met wereldwijde invloed ten aanzien van James Bond. Tegenwoordig is de firma omgedoopt in Ian Fleming Publications Ltd. en wordt ze geleid door de familie Fleming. De verbindingsman sinds 1956 was ene Peter Janson-Smith die borg staat voor de continuering van de James Bondboeken. Acht jaar na Flemings dood vroeg hij Kingsley Amis, een jonge, veelbelovende schrijver die het waagde The James Bond Dossier te publiceren, een kritische beschouwing over James Bond. Of Amis het dan beter kon? Amis kweet zich van zijn taak, maar ondervond wat het betekende in Flemings schoenen te staan. Hij trok zijn conclusies en bedankte voor de (verdere) eer. Glidrose maakte prompt een lijstje van nieuwe kandidaat-auteurs. Nummer één zei na enig nadenken ja: John Gardner. Gardner mag met recht de erfopvolger van Fleming worden genoemd. Hij publiceerde niet minder dan zestien Bondromans, méér dan de meester zelf. Hoewel niet elke titel een meesterwerk is, behoudt het gehele oeuvre een constante kwaliteit. Gardner werd op hoge leeftijd ernstig ziek, waarop Glidrose weer aan zet kwam. Gardners opvolger werd Raymond Benson, die ook al een essayistisch boek had geschreven over het leven van de geheime agent: The James Bond Bedside Companion. Benson schreef zes romans voor hij werd vervangen, ten tijde van de machtswisseling bij Ian Fleming Publications. Het nieuwe bewind zorgde niet alleen voor een nieuwe schrijver, maar ook voor nieuwe concepten. Tussen 2005 en 2008 verschenen vijf boeken in de Young Bond-reeks, geschreven door Charlie Higson. Deze reeks beschrijft de tienerjaren van James op de kostschool Eton College in de jaren 30. De succesvolle spin-off voor jongvolwassenen werd uitgebreid met een computergame (The Shadow War), een graphic novel en twee reisgidsen. Ook verschenen The Moneypenny Diaries met fictieve achtergrondinformatie bij de verscheidene opdrachten van 007.

Op 28 mei 2008, ter gelegenheid van de 100e geboortedag van Ian Fleming, werd Devil May Care gepubliceerd, een nieuwe James Bondroman van de hand van Sebastian Faulks, die op zijn beurt was aangezocht door IFP. Het moet zijn dat het niet in de smaak viel (hoewel Faulks er wel de British Book Awards Popular Fiction Award voor kreeg), want nu is dus de beurt aan Jeffrey Deaver om James Bond te laten herleven.

De literaire verwerking van de vier laatste films en de spin-offs niet meegerekend, werden in totaal 25 nieuwe James Bondromans geschreven. Hoewel de verkoop bij lange na niet die van de Ian Fleming-boeken benadert, bieden zij een ontzaglijk onontgonnen terrein voor nieuwe verfilmingen. Het is enorm jammer dat deze werken daarvoor consequent worden genegeerd. De kloof tussen boeken en filmrechten (lees Fleming versus Broccoli) moet wel erg diep zijn. In ieder geval is deze serie van nieuwe James Bondboeken indrukwekkend en belangwekkend genoeg om er uitgebreid aandacht aan te besteden.

Door Raymond Rombout




AND WHAT’S NEXT?
Lincoln Rhyme blijft vooralsnog Deavers favoriet, maar vooral omdat er daarnaast ook andere hoofdpersonages zijn waarmee hij verder kan.
‘Rhyme is veruit het populairst onder mijn fans. Dat is niet raar, want er zijn pas twee boeken met Kathryn Dance verschenen. Ik vind het zelf vooral fijn dat ik kan afwisselen. Twee Lincoln Rhyme-boeken achter elkaar kan nog net, maar dan moet ik echt iets anders doen. De forensische wetenschap wordt afgedekt met Rhyme, de misdaadpsychologie met Dance en af en toe gooi ik er een stand-alone in als ik een verhaal heb dat niet past in een van beide series. En nu dan James Bond, maar dat is natuurlijk een verhaal apart.’

Op de vraag of we nog een James Bond-verhaal van hem kunnen verwachten is de auteur een klein beetje terughoudend maar zeker niet negatief.
‘Ik vond het een fantastische ervaring om met de Fleming organisatie te werken. We zijn een goed team gebleken. Maar er zijn twee series die ik moet onderhouden: die van Lincoln Rhyme en Kathryn Dance en ik ben niet zo jong meer dat ik twee boeken per jaar kan schrijven.

Als Carte Blanche gezien gaat worden als de “James Bond and the Deadly Hallows” (lacht), wie weet wat er dan gaat gebeuren. Maar we moeten realistisch blijven…’



Over de auteur

Sander (Hebban Crew)

1165 volgers
592 boeken
26 favoriet
Hebban Crew


Reacties op: Interview Jeffery Deaver

 

Gerelateerd

Over

Jeffery Deaver

Jeffery Deaver

Jeffery Deaver (1950) studeerde journalistiek aan de Universiteit van Missouri e...