Interview /
Interview Joanne Harris
Joanne Harris (1964) groeide op als dochter van een Engelse vader en een Franse moeder. Beide ouders waren docent en brachten hun enthousiasme voor het vak over op hun dochter. Na haar studie moderne en klassieke talen trad Harris dan ook in de voetsporen van haar oude lui. “Mijn eerste tijd als docent Frans en Duits was zwaar. In mijn eerste week werd ik al bedreigd door ouders, uitgescholden door het schoolhoofd, bekritiseerd door de inspecteur en aangevallen door een vijfde klasser.” Maar Harris liet zich niet ontmoedigen en hield stand. Ze wist dat ze geaccepteerd was toen ze op de schoolkluisjes in graffiti las ‘Mrs. Harris is a right bitch’. “Al op heel jonge leeftijd had ik twee ambities: ik wilde lesgeven en verhalen schrijven. Het lesgeven stond op nummer 1.” Volgens Harris komen beide beroepen heel nauw overeen. “Zowel lesgeven als schrijven doe je alleen maar als je het echt wilt. Het overwerk, de afwijzingen, de mislukkingen, de frustratie en het totale gebrek aan een sociaal leven neem je op de koop toe.” Harris bleek een natuurtalent voor de klas. “Natuurlijk hielp het ook wel mee dat mijn ouders docent waren en ik van jongsaf aan hun ervaringsverhalen te horen kreeg.”
Van de vijftien jaar die ze les gaf, bracht ze er twaalf door op een jongensschool in Leeds. “Deze school was totaal anders dan ik gewend was. Er heerste een belachelijke hiërarchie, gebaseerd op leeftijd, vrouwen werden minzaam bekeken en de hang naar religie was echt niet meer van deze tijd. Ik moest ook erg wennen aan de militaire discipline die gehanteerd werd.” Toen Harris verscheen in een broek werd ze fijntjes terechtgewezen. Vrouwen behoorden rokken te dragen! De volgende dag verscheen Harris in een ultrakort rokje. “Toen ik mijn collega vertelde dat ik zijn advies had opgevolgd was zijn afgemeten reactie: ‘Draag de broek maar.’ Vanaf dat moment kon ik gewoon in een broek verschijnen zonder raar aangekeken te worden.” Met een glimlach denkt Harris terug aan de school. “Sommige momenten vergeet ik echt nooit meer. Zoals die ene keer dat een collega me aanzag voor een gozer uit de zesde klas en me boos op het matje riep. Oké, ik had kort haar in die tijd, zag er jong uit en de ruimte waar we ons bevonden was niet goed verlicht…” Ook een schoolreisje naar Parijs staat Harris nog helder voor de geest. “Een van mijn collega’s haalde het in zijn hoofd om de jongens ’s nachts te voet mee te nemen naar de Sacré-Coeur en realiseerde zich niet dat de beroemde basiliek zich midden in de hoerenbuurt van de stad bevond. De jongens keken hun ogen uit…”
Op de school in Leeds gebeurde elke dag wel wat. Harris zoog alle gebeurtenissen op als een spons. “Schaakmat is geïnspireerd op die tijd. Apart onderzoek heb ik niet hoeven doen, ik had genoeg anekdotes verzameld.” Schaakmat speelt zich af op de jongensschool St. Oswald. Het verhaal wordt verteld door twee sleutelfiguren. De ene is het kind van de voormalige conciërge, de ander een gerespecteerde en bijna gepensioneerde docent die ‘vergroeid’ is met de school. De wisseling tussen de vertellende personen gaat vlekkeloos, beide karakters hebben duidelijk hun eigen ‘stem’ in het verhaal en zijn goed herkenbaar voor de lezer. Harris vond het een genot om via deze personen haar verhaal te vertellen. “Met name de confrontaties tussen beiden vond ik heerlijk om te doen. Hoewel ze allebei een totaal verschillend karakter en achtergronden hebben, zijn er ook zo veel overeenkomsten te ontdekken.” Ook de andere personages in het boek zijn prima uitgewerkt. Dit in combinatie met de subtiele sfeertekening van het alledaagse schoolleven, wekt de indruk dat je zelf op de school aanwezig bent. Elk personage heeft zijn eigen functie in het verhaal en samen zorgen zij ervoor dat de boel niet uit elkaar valt.
Hoewel Harris schrijft over het alledaagse leven op St. Oswald verveelt het verhaal geen moment. Elke zin weet ze boeiend op papier te krijgen en een onderhuidse spanning is op elke pagina aanwezig. “ Dat was ook niet zo moeilijk. De schooltijd is een enorm belangrijke periode in ieders leven en biedt voldoende ruimte voor ontsporing. Als er in die tijd dingen misgaan, blijft dat je altijd achtervolgen en kan het zelfs jaren later nog leiden tot een gewelddadige uitbarsting. Van dit principe heb ik gebruik gemaakt bij één van de hoofdpersonen en dat leverde genoeg psychologische spanning op.”
Hoe verder het verhaal vordert, hoe meer vreemde akkefietjes er plaatsvinden. Eerst lijken ze onschuldig, maar op een gegeven moment kan niemand meer ontkennen dat er een wraakactie tegen de school gaande is. Steeds meer vervelende gebeurtenissen raken de school in het hart en kunnen niet zonder gevolgen blijven. Gevaarlijke pesterijtjes, vermissing en moord zijn de handelsmerken van een dader die tot alles in staat lijkt. Harris weet de identiteit van deze figuur tot het einde geheim te houden. De ontmaskering herbergt tevens een grote verrassing die de lezer even verbaasd laat zitten.
Harris heeft sinds 1989 elf boeken geschreven waarvan twee kookboeken en een bundel korte verhalen. De overige boeken zijn psychologisch van aard. “Deze boeken spelen zich stuk voor stuk af in kleine gemeenschappen. Ze bevatten allemaal conflicten tussen een individu en de gevestigde orde. Een moeilijke jeugd en wraak zijn steeds terugkerende thema’s.” Ondanks dat Harris geniet van haar succes als schrijfster mist ze het lesgeven nog steeds. “Als ik morgen terug in het vak zou gaan, dan weet ik zeker dat ik de kermis van de afgelopen zeven jaar zo weer vergeten ben. De bestsellers, mijn wereldtournees en de verfilming van mijn boeken zouden plotsklaps in het niet vallen. Lesgeven is een verslaving waar je nooit helemaal van geneest. Mijn verlangen naar de klas neemt momenteel nog geen ernstige vormen aan, maar je weet maar nooit wat de toekomst brengt.” Voor nu werkt Harris weer aan een nieuw boek, waar ze nog niks over kwijt wil. “Ik ben een beetje bijgelovig, dus als je het niet erg vindt…”