Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Interview /

Interview John Lescroart

Hij heeft de uitstraling van een Californische Beach Boy op leeftijd. Vriendelijk, zonverbrand kaal hoofd, gemillimeterde rossig-grijze snor en baard. De open lach van een man die geïnteresseerd is in andere mensen. Iemand die het leven heeft gezien en geproefd. Iemand die tegenslagen en successen heeft meegemaakt. John Lescroart (1948) is het prototype van de selfmade man. De gelukszoeker die na twaalf ambachten en dertien ongelukken met een ongelooflijke hoeveelheid doorzettingsvermogen de American dream heeft waargemaakt en die nu tot de selecte groep Amerikaanse bestsellerauteurs behoort.

“Het leven is mooi, zoveel is zeker, “weet John Lescroart die in 1989 na het surfen in vervuild water bij Seal Beach met hersenvliesontsteking in het ziekenhuis kwam. Elf dagen lag hij in coma. Toen hij wakker werd gilde zijn vrouw “ He’s alive." En zo voelde het ook. Tot die tijd had hij als muzikant met zijn band “The real good band” door Europa gezworven en in kleine clubs in en rond San Francisco zijn brood verdiend. “De vruchteloze pogingen die hij deed om ook als schrijver aan de bak te komen, waren halfslachtig. “Muziek was mijn ding. Daar wilde ik eigenlijk mee verder. Maar als je vanaf je 17e bezig bent en je hebt nog geen platencontract, dan wordt het tijd om eens na te denken. Die tijd had ik mezelf nooit gegund.
Ik werkte dag en nacht, maar ik feestte ook dag en nacht. Pas na het surfincident besloot ik radicaal te veranderen en mijn leven serieuzer aan te gaan pakken. Omdat ik mijn kans om met mijn muziek iets te bereiken gemist had, besloot ik full time te gaan schrijven.”

Flower power
John Lescroart werd in 1948 in San Mateo (Californië) geboren. Zijn ouders vormden een typisch Amerikaanse mix: deels Iers en deels Frans bloed. Hij groeide op in een gezin met 7 kinderen. Als adolescent maakte hij in de jaren zeventig bewust de flowerpowertijd mee.
“In die tijd telde je alleen mee als je vrij van geest en creatief was. Muziek was datgene wat het dichtste bij mij lag. Met name country en folkmuziek met hier een daar een vleugje levenswijsheid deed het goed. Om mijn brood te verdienen werkte ik bij een telefoonmaatschappij als programmeur. In het begin kon ik van het geld dat ik met mijn muziek verdiende niet rondkomen. Maar ik was wel goed genoeg om vrijwel in alle cafés’s te mogen spelen. Ik genoot van die tijd omdat muziek de meest directe toegang tot meisjes bood die je je maar kunt indenken. Ik ben zelfs met een paar jongens van mijn band naar Europa gegaan, waar het echt feest was.” Als Johnny Capo and his real good band reisde hij naar Amsterdam, Zuid-Frankrijk, Spanje en met name naar Lloret de Mar waar hij geruime tijd optrad. “In Europa ben ik pas echt een hippie geworden. Voor die tijd merkwaardig genoeg niet, terwijl Scott McKenzie toch iedereen opriep om met bloemen in het haar naar San Francisco af te reizen (“be sure to wear some flowers in your hair”) en ik daar in clubs speelde. Europa was vrij, maar op een minder modieuze manier.”

Een eigen huis
Maar lang haar, muziek en een hart vol liefde waren uiteindelijk niet genoeg om John Lescroart de gemoedsgesteldheid en de zekerheid te bezorgen waar hij zo langzamerhand behoefte aan kreeg. Hij begon te schrijven en om die onbetaalde ambitie te bekostigen deed hij overdag van alles voor de kost wat binnen handbereik was. Het leverde hem geld genoeg op, maar het deed zijn droom nog niet meteen uitkomen. “Op mijn 30e verdiende ik 800 dollar per maand, had ik een eigen huis en een huishoudster. Maar eigenlijk wilde ik toen schrijver worden. Ik ben mijn leven lang creatief geweest. Op de universiteit schreef ik korte verhalen en boeken. Het schrijven zat in mijn bloed. Toen ik op mijn 30e nog geen platencontract had, besloot ik dat hoofdstuk te sluiten en full time schrijver te gaan worden. Ik werkte overdag voor de telefoondienst, ik typte verslagen uit voor een andere firma, ik was huisschilder en barkeeper. Ik schreef ’s nachts en op alle andere momenten dat ik vrij had. Mijn eerste boek was Sunburne, voor een deel geïnspireerd door mijn omzwervingen door Spanje. Ik schreef het in 3 maanden. Ik stuurde het naar mijn vroegere leraar Engels. De man vond het niets, maar zijn vrouw wel. Zij heeft het aan een uitgever gestuurd. Daarna duurde het nog 4 jaar voordat het gepubliceerd werd. Want dat was het grootste probleem, gepubliceerd worden en betaald worden voor het schrijfwerk..”


Doorbraak
“Toen ik 36 ofzo was, nam ik een oud boek dat ik op mijn 23e al had geschreven, een Sherlock Holmes-achtig iets. Binnen 6 weken had ik twee aanbiedingen. Dat was leuk, ook al kreeg ik er vrijwel niets voor betaald. Maar, het duurde nog eens 6 jaar voor ik doorbrak. Ik werkte in Los Angeles 12 tot 14 uur per dag, zes jaar lang. Ik schreef in mijn garage.
Toen kreeg ik dat rampzalige ongeluk. Na het surfen kreeg ik hersenvliesontsteking. Iedereen dacht dat ik dood zou gaan. Toen ik wakker werd, wist ik dat mijn leven voorgoed veranderd was. Niet dat ik besefte dat ik 11 dagen in coma had gelegen, maar dat maakte mijn vrouw en mijn omgeving me wel duidelijk. Ik besloot dat het leven te kort was om lichtvoetig in rond te dollen. Ik besloot beter mijn best te gaan doen om mijn droom te verwezenlijken. In Californië schreef ik Het 13e jurylid. Het was een goed boek, dat wel. Maar ik was verbijsterd toen het een overweldigende pers kreeg. Eigenlijk was het in wezen niet zo veel anders dan mijn eerdere boeken. In mijn ogen zijn die net zo goed. Dat vind ik nu nog steeds. Maar boeken hebben een moment nodig, een gelukkig gesternte om het daglicht te zien.”

Legal thrillers
De pers vergeleek de rechtbankthriller Het 13e jurylid met de befaamde grootmeesters op dat gebied Scott Turow en John Grisham. Het schoot de bestsellerlijsten in en bleef daar geruime tijd staan. Bijzonder was dat het boek geen vrijblijvend spannend verhaal was, maar een schrijnende aanklacht tegen huiselijk geweld tegen vrouwen. “Ik behandel in al mijn boeken maatschappelijke problemen. Dat is mijn enige motivatie om te schrijven. Als ik geen betrokkenheid zou voelen, zou ik stipverhalen gaan schrijven en dat wil ik niet. In mijn boeken is veelal sprake van corruptie. Er zijn maar een paar dingen die mensen op het slechte pad brengen. De belangrijkste oorzaak is geld. Vrijwel alles is te herleiden tot geld. En dat betekent corruptie. En natuurlijk macht. Mijn nieuwe boek heet Betrayed, al zou bij nader inzien Corruption een betere titel zijn. Toen ik met schrijven begon dacht ik diep na over de motieven achter een moord. Maar die motieven zijn altijd basaal: macht geld en wraak. Hele fundamentele zaken. Het aantal psychopaten of sadisten dat om andere reden aan het moorden slaat is gering.”

Thematiek
Ging het in Het 13e jurylid over huiselijk geweld, in De Kleur van gerechtigheid ging het om rassendiscriminatie en de corrumperende invloed van macht terwijl in Moord op verzoek op voorzichtige wijze de problematiek rond euthanasie bespreekbaar wordt gemaakt. “Ik schrijf over universele thema’s. Ik houd daarbij geen rekening met lezers. Ik denk alleen aan mijn verhaal. Ik wil iedere keer mezelf verbeteren. Ik wil elke keer het best mogelijke verhaal vertellen. Er zijn schrijvers in de USA die vaste sjablonen hebben. Standaardformules volgens welke ze hun verhalen componeren. Bijvoorbeeld een man ontmoet een vrouw, aantrekkingskracht, man en vrouw hebben tijdelijk moeilijkheden. Er komen anderen in het spel, maar toch terug naar de enige echte etc. etc. Op die manier kan je 5 boeken per jaar schrijven. Dat is een manier van leven. Dat is het bieden van oppervlakkig amusement. Zo wil ik niet schrijven.”

Duo
Als beginend schrijver is Lescroart opgegroeid in een tijd dat buddy-movies als The Sting en Butch Cassidy en the Sundance Kid erg populair waren. Vrienden met tegengestelde karakters die elkaar aanvullen, maar elkaar even vaak in de haren vliegen. Dat gegeven is in veel van de boeken van Lescroart het kloppend hart van de verhalen geworden. Vanaf deel 5 speelt politie-inspecteur Abe Glitsky een prominente rol naast Dismas Hardy. Hij is half joods, half zwart en als politieagent staat hij meerdere malen lijnrecht tegenover zijn vriend, de advocaat Hardy. “Het duo-gegeven is natuurlijk bekend uit films. Maar voor het duo zelf heb ik me gebaseerd op mijn eigen leven. Ik heb een paar hele goede vrienden en een grote familie. We hebben niet al teveel respect voor elkaar, maar aan de andere kant ook weer wel. Mijn ene broer is een succesvol zakenman. Hij is volstrekt het tegenovergestelde van mij. We hebben lange en heftige discussies. We kunnen boos op elkaar zijn, maar dat doet de band die tussen ons bestaat niet teniet. Die verhouding zie je terug in mijn boeken.”


Vijand van bureaucratie
Het is geestig dat Lescroart die zelf geen noemenswaardige juridische kennis bezat ooit doorbrak met rechtbankthrillers waarin specifieke juridische procedures worden behandeld. “Mijn beste vriend, Al Giannini, is openbaar aanklager. Hij is erg behulpzaam. Ik ken hem sinds mijn jeugd. Hij kan keihard zijn, maar ik heb altijd leuke gesprekken met hem, ook vaak twistgesprekken want hij en ik denken volstrekt anders over het Amerikaanse juridische systeem. Al Giannini denkt dat wet en rechtvaardigheid met elkaar samenvallen. Hij maakt als jurist deel uit van het systeem. Hij ziet de wet als een verzameling regels die nageleefd moeten worden. Ikzelf denk dat de wet over moraliteit gaat. Ik ben een vijand van de bureaucratie. Je kunt het niet genoeg aanvallen. Stommiteit, idioterie en dat officieel gemaakt onder de verzamelnaam overheid. Dat neemt niet weg dat ik het Amerikaanse jurysysteem goed vind. Rechters komen uit de gelederen van aanklagers, dus is men in Amerika bang dat de rechter meteen iemand schuldig zou verklaren. De juryleden bieden een goed tegenwicht tegen die houding. Zij zorgen voor de balans. Daardoor biedt het systeem een zekere mate van rechtvaardigheid al maak ik me daar ook weer niet te veel illusies over. Hebben jullie veel onschuldigen in de gevangenis? Nee? Nou wij wel. Maar aan de andere kant: in het Nederlands systeem zou ik geen rechtbankthrillers kunnen schrijven. Mijn boeken zijn helemaal gebaseerd op het Amerikaanse systeem. Dus in Nederland was ik brodeloos.”

The Hunt Club
En toen… toen was daar ogenschijnlijk plotseling The Hunt Club. Het begin van een nieuwe reeks thrillers waarin de oude vertouwde hoofdpersonen Hardy en Glitsky slechts in piepkleine rollen op de achtergrond aanwezig zijn. “Het is gek. De fans schreeuwen altijd om een vervolg in een serie met de vertrouwde hoofdpersonen, maar dat zijn niet altijd de best verkopende boeken. Vorig jaar heb ik een stand-alone geschreven. Dat boek werd beter verkocht dan mijn Hardy-Glitsky boeken. Het is overigens wel verklaarbaar. Kijk, in Amerika is het zo dat de recensenten je boeken nauwelijks bespreken als ze onderdeel uitmaken van een lang lopende serie. Je moet dus met iets nieuws komen. Nu verkochten mijn andere boeken op zich heel goed, het waren bestsellers in Amerika. Maar de verkoop van elk nieuw boek was ongeveer hetzelfde als die van het boek ervoor. Heel stabiel allemaal, maar de uitgever wilde betere verkopen, dus stelde hij voor eens een nieuwe stijl uit te proberen. Hij kwam met dat idee precies op het moment dat ik zelf ook toe was aan iets anders.
Ik ben aan De Hunt Club begonnen omdat ik moe was van mijn eigen hoofdpersonen. Oude, getrouwde mannen met kinderen en veel huiselijke problemen. Ik wilde atletische frisse mensen beschrijven, een nieuw elan. Mensen die ik ook bloot kan stellen aan fysiek gevaar en die daar een antwoord op hebben. Maar voordat ik de juiste toon gevonden had, was ik behoorlijk veel tijd verder. Ik heb tot driemaal toen een paar honderd proefpagina’s geschreven en uiteindelijk weggegooid. Maar plotseling had ik het te pakken.
Het is een leuke club mensen geworden, vrienden en partners verenigd is in The Hunt Club. Ze hebben vrijwel allemaal nog een eigen baan, maar ze verlenen diensten aan de Hunt Club.
Mijn hoofdpersoon Wyatt Hunt is natuurlijk mijn favoriet, maar verder heb ik iets met Amy Wu. Ze is een jonge advocate die het in een van mijn vorige thrillers bijzonder zwaar had. Ze kon moeilijk met haar problemen omgaan. Daardoor ging ze na afloop van haar werk in uitdagende kledij naar kroegen waar ze zich vol liet lopen. Ze vond het in die tijd geen probleem om met volstrekte vreemden naar bed te gaan om haar eigenlijke problemen te vergeten. Het was een leerzame vlucht uit de realiteit. Nu, in The Hunt Club, loopt ze weer in het gareel, maar het blijft een bijzondere advocaat.
Toen ik met de Hunt Club kwam, een wezenlijk ander boek dan al mijn voorgaande, werd het overigens in alle belangrijke tijdschriften en kranten besproken. Bovendien lagen de verkopen gemiddeld 25% hoger dan die van mijn vorige boeken. Dus het idee om een nieuwe reeks te beginnen was goud waard.”

Wyatt Hunt
Hoofdpersoon Wyatt Hunt, niet te verwarren met Wyatt Earp (de wetsdienaar die de dood vond tijdens de Gunfight at the OK Corral) is een complexe man. “Hij heeft een hele interessante achtergrond. Hij is ongetrouwd. Heel belangrijk, Een natuurlijke leider. Hij is heel fysiek en vrouwen vinden hem leuk. Hij is een geadopteerd pleegkind en een oorlogsveteraan. Hij heeft meer dan tien jaar bij de kinderbescherming in San Francisco gewerkt. Een man in de kracht van zijn leven, een gedreven sportman. Hij woont in een verbouwd pakhuis en speelt gitaar. Hij leeft op het scherp van de snede. De risico’s die ik hem op zijn bordje schuif zijn groot. In de wereld van Wyatt Hunt staat winnen gelijk aan overleven. Verliezen betekent de dood. In het eerste boek waarin de Club optreedt, worden een rechter en zijn minnares vermoord. Het lijkt op een crime passionel. Maar inspecteur Juhle ontdekt dat de rechter nogal wat vijanden gemaakt heeft tijdens zijn aardse bestaan. Uiteindelijk loop het spoor naar een adoptiezaak uit een ver verleden. Verder loop daarnaast een verhaal waarin Wyatt op zoek is naar zijn verdwenen vriendin, de mooie Andrea Parisi.
Je zou Wyatt Hunt een klein beetje kunnen vergelijken met de jonge Lescroart. Ik was in mijn jeugd een vrije geest, had denkbeelden die niet doorsnee genoemd kunnen worden.
Mijn hoofdpersoon inspecteur Juhle wil de dingen volgens de regels doen. Wyatt Hunt wil resultaten. Hij laat zich niet beperken door regels. Gelijk heeft hij, haha…”

Conflict
“In De Hunt Club heb ik Hunt en nog 3 andere nieuwe personen geïntroduceerd. Ik kan nu meer met locaties en point of views wisselen. Het geeft me meer energie en daardoor het verhaal ook. Conflict is het belangrijkste element om drama te creëren. Juhle en Hunt doen precies hetzelfde, maar om volslagen andere redenen. Toen de mooie Parisi verdwenen was, vlak na de moord op de rechter, vond Juhle haar daardoor meteen schuldig en Wyatt juist niet. Je moet conflict hebben, zowel in de gebeurtenissen als in de karakters. Juhle wil Parisi arresteren. Hunt wil haar vrijspreken
Ik heb geprobeerd De Hunt Club aan Hollywood te verkopen, maar ze zeiden: “Acht personen die een club vormen? Zo’n club hebben we al. Dat is Ocean 11. Ze vonden het een interessant verhaal, maar vanwege de George Cloony clan in de Ocean films moeilijk te verfilmen.”


Optreden & Killerettes
Van de film komt het gesprek op afzien, op roken, het plezier van reizen en opnieuw op muziek. Na het succes met zijn boeken, kon Lescroart het zich veroorloven om zijn muziek eindelijk eens op c.d. te laten zetten. Inmiddels zijn er 3 albums verschenen en een vierde (country) c.d. is op komst. In Amerika treedt Lescroart regelmatig op met drie spannende achtergrondzangeressen met de bijpassende naam de Killerettes. In de Nederlandstalige versie van The Hunt Club zit een mini-c.d. bijgesloten met twee countrynummers: The Hunt Club en Too long without Her. Het zijn twee van de vele nummers die John Lescroart ’s avonds in strandtent Dead End in Noordwijk aan Zee, samen met een gelegenheidsband, ten gehore zal brengen. Gekleed in jeans, een geruit sporthemd en een enorme spelvreugde, onderscheidt hij zich in niets van een beroemde countryheld op tournee. Terwijl de vage paarse gloed van de lucht zich vermengt me de flarden mist die uit zee opkomen, waaien de weemoedige klanken van eenzaamheid, verbroken liefdes en diep verlangen naar liefde over het opstuivende zand.
Een bevlogen musicus en een briljant auteur. John Lescroart, een bevoorrecht mens.





Over de auteur

Kees de Bree

100 volgers
23 boeken
0 favorieten
Auteur


Reacties op: Interview John Lescroart

 

Gerelateerd

Over

John Lescroart

John Lescroart

John Lescroart (Houston, Texas, 1948) is een Amerikaanse bestsellerauteur v...