Interview /
Interview Jon Fasman
In gaat de jonge journalist Paul Tomm, net afgestudeerd en werkzaam bij een hele kleine lokale krant, op onderzoek uit naar de mysterieuze dood van een professor. In zijn huis ontdekt Tomm dat de oude man ‘iets’ verzamelde, maar dat ‘iets’ is verdwenen, getuige een volledig lege vitrinekast. De lezer wordt al snel geïnformeerd over de ‘objecten’ waaruit de verzameling van de professor waarschijnlijk bestaan heeft. Ieder hoofdstuk in het eigenlijke verhaal wordt opgevolgd door een bijna journalistieke beschouwing van een object (een fluit, een kistje, een steen, etc.), meestal voorzien van een anekdote.
Wat direct opvalt tijdens het lezen van De collectie van de geograaf zijn de verschillende stijlen die de auteur gebruikt voor de verschillende verhaallijnen. Waar de hoofdverhaallijn – eigenlijk het verhalende deel met de jonge journalist Paul Tomm in de hoofdrol – zeer toegankelijk is geschreven en gelardeerd is met humoristische oneliners, daar is de beschrijving van de objecten soms niet meer dan een opsomming van ‘feiten’. Bijna zo geschreven alsof ze op waarheid berusten...
Jon Fasman, de negentwintigjarige schrijver, haalt ons gelijk uit die waan. “Nee hoor, alles is fictie. De plaatsen die ik beschrijf bestaan meestal wel, maar ga niet controleren of het er allemaal precies zo uitziet, want dan raak je ongetwijfeld teleurgesteld. Ik vind dat je bij het schrijven van een boek zoveel mogelijk zelf moet verzinnen. Dat is namelijk veel leuker dan uitputtend onderzoek te doen, ha ha!”
Het is ook een bewuste keuze geweest van Fasman om twee compleet verschillende vormen te combineren tot één verhaal. Fasman: “Ik wilde geen traditionele whodunnit schrijven. Ik wilde de stijlen waarvan ikzelf groot liefhebber ben gebruiken en smeden tot een boek. Ik kon ze niet in één verhaal kwijt, dus ik heb gewoon een beetje vals gespeeld om het toch voor elkaar te krijgen (lacht).”
Op mijn kritiek dat hij het de lezer best lastig maakt, geeft de auteur toe dat hij dat achteraf ook wel inziet. Fasman: “De verschillende elementen in het verhaal komen – denk ik – iets te laat bij elkaar. De reacties op mijn boek zijn ook heel wisselend. Ik zit eigenlijk tussen twee kampen in. De echte crimeliefhebber verwacht meer van het ‘whodunnit’-gedeelte, terwijl literaire lezers het misschien alsnog teveel ‘crime’ vinden. Maar over het algemeen genomen zijn de reacties erg positief.”
De auteur vult aan: “Eigenlijk ben ik gaan schrijven om een leuke invulling te geven aan de vrije tijd van mij en mijn vrouw. Ik had nooit verwacht dat mijn schrijfsels werkelijk zouden worden uitgegeven. En ineens is ligt er een boek met je naam erop in de boekwinkel. En nu ook nog eens in veertien of vijftien verschillende talen. Ik geloof dat het zojuist ook in het Thais is uitgebracht...”
Waarom speelt de alchemie zo’n belangrijke rol in het boek?
Fasman: “Het onderwerp – alchemie – heeft altijd al mijn interesse gehad. Allereerst waren de alchemisten al heel vroeg bezig met de wetenschap. De gedachte is heel lang geweest dat de ze alleen maar bezig waren met van lood goud te maken. Terwijl hun kennis en methodes op velerlei wijzen werden ingezet. Dat wilde ik ook proberen duidelijk te maken.”
Op mijn vraag welke personage hem het meeste bij zal blijven, heeft Fasman een opmerkelijk antwoord. In plaats van de hoofdpersoon kiest de auteur overduidelijk voor de dikke politieman Joe Jadid. Fasman: “Als ik ooit in de verleiding kom om een serie te schrijven, dan zal ik eerder over Joe schrijven, dan over Paul Tomm. Paul is na dit boek voor mij dood en begraven. Paul is in het boek volwassen geworden, maar niet actief genoeg en zeker niet geschikt voor een serie. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik me voorlopig zal storten op een nieuwe standalone.”
Net als zijn hoofdpersoon Paul Tomm is Fasman zelf ook direct na zijn opleiding aan de slag gegaan als journalist bij een kleine krant. Het stadje Wickenden is gebaseerd op de stad Providence, waar Fasman zelf studeerde.
Fasman: “Paul is mijzelf van vijf jaar geleden. Maar ik lijk nu het meeste op Joe. I love to eat! Ik zou Joe kunnen zijn over tien jaar (lacht). De krantenbaas (Art, red.) heb ik trouwens volledig gebaseerd op mijn schoonvader. Hij heeft het boek gelezen, maar niet dit gezien. Dat vond ik erg jammer...”
Jon Fasman is net 30 en woonde de laatste tweeënhalf jaar samen met zijn vrouw in Londen. Daarvoor was hij correspondent in o.a. Moskou. In de zomer gaat hij terug naar zijn geboorteland, om in Brooklyn (New York) te gaan wonen en werken. Jon Fasman is inmiddels voor de zesde keer begonnen aan zijn tweede boek.
Fasman: “Het enige wat ik erover wil zeggen is dat het weer een mystery novel wordt met een historisch tintje, maar dat het zich zeker niet afspeelt in Wickenden én dat Paul Tomm zéker niet terugkomt.”
Zelf is de auteur groot fan van moderne Amerikaanse auteurs als George Pelecanos, Michael Connelly en James Ellroy (LA Confidential). Maar ook Eco, Calvino en Conan Doyle.
Fasman: “Zoals Pelecanos de stad Washington DC beschrijft is ongelofelijk. Er is geen Amerikaan die zo treffend een stad kan beschrijven zoals hij dat doet.”
In een interview met Harlan Coben vertelde de auteur dat hij vaak naar Amazon.com surft om zijn eigen ‘ranking’ te bekijken. Ook Fasman betrapt zichzelf daar regelmatig op. Fasman: “Ik moet me altijd inhouden wanneer ik een mindere recensie lees om er niet zelf op te reageren. Ik weet dat er schrijvers zijn die dat doen – onder een valse naam. Maar ik kan het niet...”
Fasman is gek op Nederland. “Het is de elfde keer dat ik hier kom. Ik heb al een hoop gezien, maar ik kom zeker nog terug. Volgende keer wil ik naar de Waddeneilanden. Dat moet helemaal prachtig zijn!”