Meer dan 6,0 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Interview /

Jos Dewit zet zijn seriepersonage tussen twee culturen

door Raymond Rombout 1 reactie
Het is weer tijd voor de Vlaamse thriller. Of u wilt of niet, het thrilt in Vlaanderen. In deze aflevering een interview met Jos Dewit, meerderen keren genomineerd voor De Diamanten Kogel en Hercule Poirot.

Pagina 3 van 3

Der Einzelgänger

Meteen duidelijk is de lamentabele hiërarchie op het kantoor van Zeiz. Onderzoeksrechter Engelen, coördinerend commissaris Lambrusco en commissaris Vannuffel flirten met karikaturen van zelfgenoegzaamheid, verwaandheid en onbekwaamheid. Deze scènes lijken zo uit je eigen leven gegrepen? 

'Wie ooit in de administratie heeft gewerkt, weet wat voor situaties je kunt meemaken met idiote chefs of onbekwame collega’s. Lambrusco is gebaseerd op een personage dat ik heb gekend. Zijn naam zegt het ook hé: Lambrusco is een goedkope Italiaanse bubbelwijn. Vanaf het derde boek stel ik hem even op rust. Maar Zeiz is geen gemakkelijke man, hij is een betweter, een einzelgänger, een moeilijke man om mee samen te werken. Dat maakt dat zijn collega’s niet altijd over hem te spreken zijn. Ik denk dat dit universeel is.' 

In het begin van het boek krijgt Zeiz een tuchtnota, wegens een verbale uithaal. Dat heeft onmiddellijke gevolgen wat betreft de omgang met zijn collega’s. Waarom isoleer je Zeiz zo als einzelgänger? 

'Daar ga ik eerlijk op antwoorden. Dat heeft twee redenen. Eerst en vooral is een Einzelgänger een interessante figuur, ook al is het een cliché. Ze lossen hun probleem zelf op. Dat maakt het technisch makkelijker. Door het personage te isoleren, moet ik me niet bezighouden met de hele recherche, waar iedereen zijn rol speelt. Op tv gaat dat anders. Daar is de commissaris vaak een deel van het geheel en heeft elk personage zijn eigen scriptschrijver.'  

Zeiz doet geen overbodige moeite om nieuwe vrienden te maken. Hij doet onhebbelijk over zijn naam en zet de directeur van zijn oude school in een gesprek meermaals op zijn plaats. Is Zeiz zo’n brompot-inspecteur? 

'Gewoon een moeilijk karakter. Waar hij niet tegen kan, en misschien projecteer ik mezelf daarin, is dat mensen iets zeggen of tonen, maar het eigenlijk anders bedoelen. Daar heeft hij een gevoel voor. Zelf ben ik diplomatischer, maar het is als schrijver leuk om zich te laten gaan. Zeiz is dus op vele vlakken mijn betere ik.'  

Een amusant detail uit de vergadercultuur. Zeker moment beantwoordt de onderzoeksrechter een vraag met “absoluut”. Waarop de vraag wordt gesteld of ze daarmee “ja” bedoelt. Haar antwoord is opnieuw: “absoluut”. Waar komt zo’n nieuwspraakwoord vandaan? 

'Dat is zoals ze in het leger zeggen: affirmatief. In het Duits zeggen ze genau, in plaats van ja. In Nederland: precies. Het is gewoon een woord dat me stoort, maar ik weet niet waarom.'    

Vader Zeiz 

De vader van Zeiz lijdt aan terminale kanker en zal binnenkort overlijden. Hij is een verbitterd man, vol verwijt die zijn zoon nooit graag zag en hem constant verwijten maakt. Hoe gaat het met uw vader? 

'Die is al langer dood. Ik had daar een goede verhouding mee en Ludo met de zijne ook. Oorspronkelijk was het niet de bedoeling dit personage zo uit te bouwen. Maar ik heb dat naar mij toegetrokken. Het kan me enorm plezieren zo iemand uit te vergroten, zeker als hij met problemen en frustraties zit.'  

Symptomatisch lijkt het gesprek waar de oude man beweert dat ze op een ander uur hadden afgesproken. Zeiz ontwijkt de ruzie en wil het goed maken. Maar zijn pogingen tot verzoening botsen op de onredelijkheid van zijn vader. Is dat vanwege zijn ziekte, of is dit altijd zo geweest? 

'Dat is altijd zo geweest. Zijn vader is een onmogelijke man. Die doet dat met opzet, probeert zijn zoon te sarren. Zeiz merkt dat hij geleidelijk op zijn vader gaat lijken. Ziet ook de dingen die zijn vader ergerden en nu ook hem ergeren. Bijvoorbeeld in dit stationsbuffet, zat hij meestal daar, in die hoek, waar hij naar buiten kon kijken, naar de mensen en de eeuwig durende werken. Dat heb ik ook, met het ouder worden doe ik dezelfde dingen als mijn vader.'  

Het lievelingstijdverdrijf van die vader is kijken naar curling op tv. Wat is daar in hemelsnaam zo verslavend aan? 

'Dat is een beetje een grappige noot. Het zal ook wel interessant zijn, voor de mensen die het beoefenen, zoals bij cricket. Het past wel bij de figuur van de vader. Het is iets wat niemand anders doet. Het is een manier van aanstellen. Zijn vader heeft altijd de progressieve jongen gespeeld, stelt zich op als vriend van de buitenlanders. De sympathieke open-minded Westerling, de Multi-Kulti figuur, iets waar ze in Duitsland wat mee lachen. Maar als kind van zo’n overjarige hippie, doorzie je die façade snel.'  

Operatie Monstrans

Operatie Monstrans begint met een lijk in een tapijt. Dat tapijt speelt zijn rol nog in het verhaal. Kun je dat eens uitleggen? 

'Dat is een waargebeurd verhaal, mij verteld door een overleden vriend, iemand die bij de SpuSi werkte, de Duitse technische dienst voor moordonderzoek. Dat tapijt was doordrenkt van dat lijk. Normaal gezien nemen ze een paar stalen en verbranden het tapijt, maar een onderzoeksrechter beweerde dat dit bewijsmateriaal was. Dat stinkende tapijt verhuisde vervolgens van de ene politiedienst naar de andere. Op den duur hebben ze het vlakbij het kantoor van de hoofdcommissaris gelegd, die uiteindelijk zei: weg ermee.'   

Franske Meertens is een simpele jongen die heel zijn leven werd misbruikt door de paters, maar in een gesprek met Zeiz komt hij redelijk alert en bijdehand over. Is hij een fictief figuur? 

'Franske pakt de badge van Zeiz af. Die is verrast, dat die man dat durft. Toch is dat niet iemand die je meteen tot de orde zult roepen. Daar laat hij zich leiden door zijn rechtvaardigheidsgevoel. Een badge, wat maakt dat nu uit? Hij vindt die man sympathiek, omdat hij een eerlijke man is, die zich toont zoals hij is. In die kloosters had je vaak van die figuren, die nergens anders aan de slag konden.'  

Vanaf de ontmoeting met de Mechelse commissaris Plessers komt de affaire Operatie Kelk aan bod. Vond jij Operatie Kelk ook zo’n gemiste kans? Heeft de overheid dit goed gemanaged? 

'Over deze zaak hebben Ludo en ik lang gediscussieerd. We waren daarvan gedegouteerd. Dat heeft kunnen sudderen en rotten, maar uiteindelijk zijn die mannen de dans ontsprongen, op één sitting duck na. Al die feiten zijn verjaard, ook dat nog. De slachtoffers maakten geen schijn van een kans. De hypocriete cultuur in onze maatschappij is daar schuldig aan. Ik bespreek dat regelmatig met mijn vrouw, een Duitse uit Gelsenkirchen, in het Ruhrgebied. Ik ben een halve Duitser geworden, maar dat is niet erg. Mijn blik is verruimd door veel in Duitsland te zijn, waar iedereen protestant is, op Beieren na. In het Vlaanderen van mijn jeugd was de pastoor in de gemeente baas. De burgemeesters, die ben ik vergeten, maar die pastoor zie ik nog voor me. Dat heeft met onze aard te maken. Duitsers en Nederlanders spreken de dingen uit. Wij verdringen dat, spreken er niet over. Wie in onze vaderlandse geschiedenis het hoofd boven het maaiveld durfde te steken, was er aan. Onze bekendste historische helden, Van Artevelde, Egmont en Hoorn, zijn gestorven voor hun ideaal. Wij doen het stiekem, flirten met het ongeoorloofde, Duitsers zijn daar zich veel meer van bewust. Das gehort sich nicht.' 

Zijn Duitsers niet bij uitstek hovaardig? 

'Dat kan komen door het nationalistische gevoel, dat ook Fransen, Engelsen en Amerikanen hebben. Zelfs Nederlanders. Iets wat wij totaal niet hebben. Vlamingen hebben dat niet in hun bloed, wij zijn immers een beetje van alles.'  

Met je twee nawoorden wil je bewijzen dat het onmogelijke niet mogelijk kan worden. Pema laat zich enerzijds fysiek vernederen in ruil voor het behoud van haar dromen, terwijl sommige kerkelijke bedienaars hun onweerstaanbare voorkeur voor jongetjes niet kunnen onderdrukken. Wat was de bedoeling? 

'Het is een sarcastisch nawoord van de zwakke tegenover de macht. Die priester die eigenlijk onverantwoorde dingen doet omdat hij de macht had, en bovendien de macht had om het te verdoezelen. Terwijl Pema zo zwak is dat ze zelfs geen principes heeft. Principes hebben is voor een vluchteling een overbodige luxe, weet je nog?'  

Als je als vluchteling jaren in de leugen leeft, ben je dan verknoeid als mens? 

'Neen, dat is juist het interessante: wat is identiteit? Identiteit is een vloeibaar begrip, daar kunnen we heel veel mee. Zeker als het verleden weg valt: ouders, afkomst, vrienden, herinneringen. Wat is een naam? Dat is een luxeproduct, dat mensen in een bepaalde situatie totaal overbodig vinden. In sommige vluchtelingenkampen worden de derde generatie vluchtelingen geboren. Derde generatie! Denk je dat die zich nog bekommeren om hun identiteit?'



Over de auteur

Raymond Rombout

63 volgers
17 boeken
0 favorieten
Auteur


Reacties op: Jos Dewit zet zijn seriepersonage tussen twee culturen

 

Gerelateerd

Over

Jos De Wit

Jos De Wit

Jos de Wit (1954) is een Vlaams schrijver. Hij werkte als leraar Nederlands voor...

Enckels & Dewit

Enckels & Dewit

Ludo Enckels (1956) is een Vlaamse schrijver. Van opleiding is hij opvoeder...