Meer dan 6,0 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Interview /

Interview Karen Rose

Sinds haar debuut in 2003 heeft Karen Rose elk jaar een thriller op de markt gebracht en soms nog een extra. Boeken als Don’t Tell, Have you seen Her? I’m watching you, Nothing to fear, Hot Pursuit, You can’t Hide en recentelijk Die for me dat in het Nederlands is verschenen als Sterf voor mij.
Karen Rose, van oorsprong chemisch analiste, heeft zich gespecialiseerd in het genre van de romantische thriller. In 2005 won ze met I’m watching you de Rita Award in de categorie Romantic Suspense. Basisingrediënten voor haar boeken zijn rozenrode romantiek, een flinke dosis seks en gierende spanning. Maar hoe spannend of sensueel haar boeken ook zijn, hoezeer de zaken ook uit de hand dreigen te lopen, altijd hebben haar boeken een happy end.



Washington D.C.
Karen Rose woont met haar man en twee dochters in Florida. Dicht bij het strand. Dicht bij de zon, de palmen, de sinaasappels, de oceaan en de mogelijkheid tot uitwaaien. Allemaal dingen waar ze dol op is. Reden ook waarom ze haar geliefde geboorteplaats Washington D.C. heeft ingeruild voor de zonnige bejaardenstaat.
“Ik ben opgegroeid in een piepkleine voorstad van Washington D.C. Heel erg leuk, maar ook heel erg klein. Ons huis was ook klein. Een flink aantal jaren deelde ik een kamer samen met mijn zusje. Ik heb daar veel mooie herinneringen aan. Af en toe ga ik ook samen met mijn man terug naar mijn oude huis omdat de familie van mijn man nog in die buurt woont. Mijn eigen vader en moeder zijn verhuisd nadat mijn zuster en ik onze school hadden afgemaakt. Maar mijn hart ligt nog steeds voor een deel bij mijn geboorteplaats. Onlangs ben ik nog naar mijn oude buurt teruggegaan om twee oude schoolvriendinnen van de middelbare school te ontmoeten die ik 25 jaar lang niet gezien had.”

Familie
Veel schrijvers hebben ouders die hen vanaf hun jeugd kernwaarden hebben bijgebracht die je ook later in hun boeken weerspiegeld ziet. Bij Rose is dat niet anders. “Ik had allerliefste ouders. Na vele, vele jaren keihard werken zijn ze nu beiden met pensioen en dat hebben ze verdiend. Ik ben ervan overtuigd dat de buurt waarin je opgroeit en de manier waarop je wordt opgevoed van grote invloed is op de manier waarop je later, als volwassene denkt. Ik ben tamelijk conservatief grootgebracht, Bij ons werd “goed” beloond en “fout” bestraft. Ik denk dat het belangrijkste dat mijn ouders mij hebben bijgebracht, het belang van educatie en hard werken is. Mijn beide ouders hebben hun studie afgemaakt nadat ik geboren was. Mijn vader had een volledige baan en werkte overdag. ´s Avonds ging hij naar de universiteit. Mijn moeder deed hetzelfde. Zij ging weer naar school toen ik op de middelbare school zat. Ze was een echte doorzetter en ook al kostte het haar tien jaar, toch bereikte ze haar doel en haalde haar diploma. Ik ben dan ook heel erg trots op hen. Maar het doorzettingsvermogen heb ik dus zonder meer van hen. Nooit opgeven als je iets wilt bereiken. Het is een beetje de American Dream-gedachte, maar ik ben het er wel mee eens. Zet je voor de volle 100 % in voor datgene waarvan je denkt dat het belangrijk voor je is.”.


Vliegangst
“In tegenstelling tot veel van mijn andere schrijvende vrienden was ik geen meisje dat er al vanaf haar prille jeugd van droomde om schrijver te worden. Ik ben chemisch analiste geworden uit praktische overwegingen. Het was een solide manier om de kost te verdienen en een familie te kunnen stichten, precies zoals mijn man en ik gepland hadden. Ik ben met schrijven begonnen als een uitvloeisel van het vele lezen dat ik deed. Als kind was ik altijd aan het lezen. Waar ik ging, zag je boeken. Maar tijdens mijn studie had ik eenvoudigweg geen tijd meer om nog voor mijn plezier te lezen. Pas toen ik klaar was met mijn studie ben ik weer gaan lezen en dat kwam omdat ik voor mijn werk veel moest reizen en ik last heb van vliegangst. Om mijn paniekaanvallen een beetje onder controle te houden probeerde ik heel geconcentreerd te lezen. Niet op het opstijgen van het vliegtuig te letten, niet op het vliegen zelf, niet op het dalen. Ik las om te overleven. Maar op die manier heb ik wel weer het plezier ontdekt dat er te vinden was tussen de voor- en achterflap van boeken. Om mijn gedachten af te leiden begon ik na enige tijd zelf verhalen te verzinnen en die schreef ik op. Meer als hobby dan als het gevolg van een droom om schrijver te worden. Enkele jaren later drong mijn man erop aan dat ik moest proberen om mijn werk gepubliceerd te krijgen. Om een lang verhaal kort te maken, ik volgde zijn advies op en ontdekte dat ik een schrijversdroom in me had die ik nooit gekend had.”

Gekostumeerd lesgeven
Karen Rose is de enige uit de familie die een creatief beroep is gaan uitoefenen, ook al ziet zij het woord creativiteit liever iets ruimer gedefinieerd. “Ik vind mijn vader ook creatief. Veertig jaar geleden was hij al een expert in computertalen. Er was toen nog niet eens een echte industrie. Alleen hele slimme mensen voegen “1” en “0” samen. En dat is creatiever dan de meeste mensen denken, Mijn moeder gaf les op de lagere school en zij probeerde altijd om de kinderen de wereld op een andere manier te leren zien. Dus, ja ook zij was creatief. Om van mijn man niet te spreken. Hij is een geboren verhalenverteller en houdt van de dramatische kant ervan. Hij geeft op de middelbare school les in geschiedenis en psychologie. Voor zijn geschiedenislessen verkleedt hij zich vaak in historische kostuums om het theoretische gedeelte wat visueler te maken voor zijn leerlingen. Mijn favoriet is zijn Martin Luther King vertolking. Maar hij doet ook Cleopatra. Dan zet hij een zwarte pruik op en draagt een rubberen slang om zijn nek. In Sterf voor mij kan je een aantal van zijn capriolen herkennen in de scène waarin Sophie zich verkleedt.”.


Mentor
“De uit vliegangst geboren manuscripten die Karen Rose schreef waren in eerste instantie gewoon bedoeld voor huiselijk gebruik. Tot haar man erop aandrong dat ze zou proberen ze gepubliceerd te krijgen. “Mijn eerste boek werd niet direct door uitgevers omarmd. Het manuscript dat ik had geschreven was meer dan 1.000 pagina´s en daar zit niemand op te wachten, merkte ik al gauw. Maar het was een goede oefening en door dat boek te schrijven heb ik geleerd hoe het wel moest. Als je alle valkuilen hebt gehad, zorg je er wel voor dat je er de volgende keer niet meer invalt.
Toen ik begon, dus nog voordat mijn werk gepubliceerd was, schreef ik romantische verhalen met spannende elementen erin. Een mentor die ik in die tijd had vertelde me dat ik veel gevoel had voor spannende verhalen en hij adviseerde me om me toe te leggen op het genre van de romantische thriller. Ik dacht waarom ook niet, en toen heb ik mijn definitieve vorm gevonden. Mijn eerste gepubliceerde boek was een romantische thriller. Zonder dat ik nu probeer om andere auteurs na te doen, heb ik grote bewondering voor Nora Roberts, Tami Hoag, Linda Howard en Lisa Gardner, stuk voor stuk fantastische schrijvers van romantische thrillers.


Stomende seks
Karen Rose beperkt zich in haar boeken niet alleen tot vluchtige kushandjes en rode rozen op het kussen. Af en toe schrijft ze ook expliciete stomende seksscènes. “Romantiek hoeft van mij overigens niet per se in elke thriller voor te komen, maar ik houd ervan om het een groot deel te laten uitmaken van mijn boeken. Romantiek is een onderdeel van de mens, dus ook van mijn karakters. Ik onderzoek en beschrijf mijn personages zo menselijk mogelijk en dan kan je romantische gevoelens niet weglaten. Romantiek en seks horen bij het leven net als eten en slapen. In mijn eerdere boeken komt meer seks voor dan in Sterf voor mij, dat komt doordat Sterf voor mij een complex plot heeft. Ik heb onnoemelijk veel details verwerkt die naar mijn mening het verhaal verrijken. Maar die details nemen de nodige ruimte in beslag. In mijn eerste opzet hadden Sophie en Vito wel degelijk stomend hete seks, maar mijn uitgever wil niet dat ik weer een boek van 1.000 pagina’s schrijf. (haha). Als ik eenmaal op dreef ben weet ik van gen ophouden. Daarom heb ik wat van de stoom laten ontsnappen. Maar wees ervan overtuigd dat Sophie en Vito tijdens en na het voltooien van mijn boek om enkele zeer bevredigende momenten met elkaar hebben doorgebracht. (grijns).
Overigens hebben mijn personages weliswaar fijne momenten met elkaar, maar soms hebben ze het ook behoorlijk moeilijk. Ik vind dat ik hen niet een al te gemakkelijk leven moet geven. Anders worden het van die voorspelbare karakters en ik wil dat ze menselijk zijn, dat het lot tal van dingen voor hen in petto heeft waar ze niet op hebben gerekend. Bovendien is het veel bevredigender om een verhaal te lezen waarin een personage veel ellende moet overwinnen, dan dat alles van een leien dakje gaat.”


Gelukkig of ongelukkig
“Ik heb er wel eens over nagedacht om van mijn karakters doodeenvoudige gelukkige mensen te maken. Dus nu eens geen zorgen en problemen. Maar persoonlijk vind ik het interessanter om een personage vanuit verloren positie te laten terugkomen. Iemand die door zijn vechtlust weer boven komt drijven ook al zijn alle omstandigheden tegen hem of haar. Daar komt bij dat mijn personages dan misschien niet gelukkig zijn, maar ze zijn zeker niet ongelukkig.
Soms zijn ze eenzaam of geloven ze dat ze gelukkiger zijn dan in werkelijkheid het geval is, maar geen van hen is aan het begin van het verhaal doodongelukkig. Ik zorg er wel voor dat de partner of het maatje de ontbrekende stukken uit hun leven invult. Dat maakt het juist zo mooi. In het verlengde daarvan liggen de happy endings die ik mijn verhalen altijd geef.
Het leven is te kort om geen happy end te hebben. Ik denk dat er genoeg wanhoop en ellende in de wereld is waar men dagelijks mee geconfronteerd wordt. Ik krijg veel brieven van lezers die me schrijven dat ze het heerlijk vinden om uit de realiteit weg te vluchten en al lezend, en zich identificerend, een woeste rit vol passie door het boek te maken. In de wetenschap dat de wereld gek is geworden en gewelddadiger dan ooit, laten ze zich vol overgave meeslepen in de verhalen die ik voor hen verzin. Maar ik geef hen aan het einde wel een goed gevoel en dat is wat de echte wereld meestal niet voor hen in petto heeft. Er is één uitzondering: de boef! Voor de boef is er nooit een happy end.”


Inspiratie uit de gevangenis
“De inspiratie voor de problematiek die ik behandel is overigens voornamelijk fantasie en niet ontleend aan de zorgen uit mijn eigen leven. Ik ben (hopelijk) nog nooit een seriemoordenaar tegen gekomen en wat de liefde betreft ben ik gezegend met een fantastische echtgenoot en een prachtige familie. Maar toen we pas getrouwd waren, was mijn man psychotherapeut die werkte met mensen in de gevangenis en zijn patiënten hadden soms gruwelijke dingen uitgespookt. Ik was altijd doodsbang dat één van de gevangenen mijn man iets vreselijks zou aandoen. Dat is ook tweemaal in zijn carrière bijna gebeurd. Hij kon op het nippertje ontsnappen, maar het heeft hem psychisch wel degelijk aangetast. Dat zijn natuurlijk wel elementen die ik in mijn boeken meeneem.”

Het allerergste…
In twee boeken: Nothing to fear en Don’t tell hanteert Karen Rose het principe: Wat zou nu het ergste zijn dat mijn hoofdpersoon zou kunnen overkomen. Het is een vraag die Karen alleen maar tijdens het schrijven wil stellen. Voor zichzelf durft ze er niet eens over na te denken. “Ik ben iemand die zich altijd zorgen maakt en als ik mezelf toesta om na te denken over wat me allemaal zou kunnen overkomen, word ik gek. Het zou zijn of ik de doos van Pandora openmaak (haha) en wie weet wat er allemaal uitkomt. Maar de vrouwen die ik beschrijf zijn allemaal sterk, dus die kunnen die vraag en de gevolgen ervan wel aan. Ik houd van vrouwen die op de voorgrond treden en zeggen dat ze dat varkentje wel even zullen wassen. Dat soort vrouwen heb ik ook nodig in mijn boeken.”


Haat-liefde
Een schrijver is ook een mens met oordelen en vooroordelen. Met liefde voor dingen en dingen waar men een hekel aan heeft. Ook Karen Rose heeft uitgesproken ideeën over de dingen die ze liefheeft en haat. “Ik houd van: mijn familie, mijn vrienden, mijn land, mijn huisdieren, chocolade (helaas omdat ik er moddervet van wordt), een goede country-band, een goed boek met een happy end, een dag aan het strand als het winderig en stormachtig is, een goed romantische film die me aan het huilen maakt (maar wel met een happy end), een snelle auto met zo’n heerlijk grommende motor en een uitdagende sudoku puzzel (eens een mathematische gek, altijd een mathematische gek). Maar houd je vast er zijn ook genoeg dingen die ik haat. Ik haat: mensen die andere mensen pijn doen, met name kinderen, mensen die het kalm aan doen juist als ze een tandje bij zouden moeten zetten, bananen (ik heb de lucht ervan altijd verfoeid), mannen en vrouwen die teveel parfum op hebben (ai, mijn allergieën) en rauwe vis. Maar tussen haat en liefde zit nog iets. Koken bijvoorbeeld. Ikzelf ben niet zo dol op koken. Maar mijn man wel. Hij neemt me die taak vaak uit handen
Ik snap niet hoe mensen dingen in pannen gooien en iets smakelijks tevoorschijn kunnen toveren zonder dat ze grondig een recept hebben bestudeerd. Het is een kunst. Gelukkig is mijn man een meester in die kunst. Ik houd dus van koken, als anderen het doen.“

Zingen in slaapkamer
Karen Rose heeft een hoge productie. Ze schrijft meer dan één boek per jaar. Dat betekent niet dat ze het uit haar mouw schudt. “Het moeilijkste deel van het schrijven is voor mij het begin. Zoveel karakters, zoveel mogelijkheden voor een plot, zoveel verhaallijnen, zoveel invalshoeken en manieren om een verhaal te vertellen. Het is alsof je in een restaurant met een menukaart in je handen zit en je ziet alleen maar dingen die je lekker vindt. Het kost zoveel tijd om een goede keuze te maken. Maar in de tijd dat ik chemisch analiste was, noemde men mij de Schema Koningin. Ik denk in schema’s. Eerst dit, dan dat, dan volgt dat andere en dan weer dat… etc. Ik heb die orde in mijn geest nodig om te functioneren en ook om te schrijven. Jaja, als je orde wil, trouw dan altijd met een chemisch analiste. Ik schrijf in mijn kantoor, dat is een duur woord voor een piepkleine ruimte, die eigenlijk een afscheiding is van mijn slaapkamer. Meestal houd ik ervan dat het doodstil is. Als ik naar muziek luister moet het instrumentaal zijn. Zodra er zang aan te pas komt, ga ik luisteren en ben ik definitief afgeleid. Ik heb de neiging mee te gaan zingen. En omdat ik romantische thrillers schrijf en geen musical composities, kan ik maar beter geen muziek aan hebben tijdens het schrijven.”



Over de auteur

Kees de Bree

101 volgers
23 boeken
0 favorieten
Auteur


Reacties op: Interview Karen Rose

 

Gerelateerd

Over

Karen Rose

Karen Rose

Karen Rose (Washington D.C. 1964) is een Amerikaanse auteur van romantische...