Interview /
Interview Karin Slaughter
Ze is moe. Ze is over, af en uit. Ze is uitgevloerd. Jetlag, slaap, onbehagen, te veel landen in te weinig tijd. Het duizelt, het suist, het warrelt. Ze leeft dus ze bestaat. Ze wandelt dus ze is wakker. Maar vraag niet hoe. Haar laatste vliegtrip was van Nieuw Zeeland naar Oud Zeeland, Holland. Vele uren vliegen, heel veel uren. Ze heeft een egaal, tikje gesloten, gezicht. Verlegen. Smalle wenkbrauwen, piekerig haar. Een vage duiding van een glimlach. Bleekjes. Nauwelijks make-up. Geen zin? Geen tijd? Een stem die van verre komt. Showtime baby. De keerzijde van het succes. Eindeloos praten met journalisten. Gelukkig alom bewondering. Het zoete bad van erkenning. Daar put ze alle kracht uit voor een goed gesprek.
Reclame
Karin Slaughter werd in 1970 geboren in Georgia. Na haar studie verhuisde zij naar Atlanta waar zij een eigen bureau oprichtte dat gevelreclames verkocht. “Ik was verkoopster binnen mijn eigen firma. Ik werkte met ontwerpers en tekenaars. Het was een fase in mijn leven waarin ik ruim de tijd heb gekregen om de menselijke natuur te leren kennen. Maar, ik wist van te voren dat het tijdelijk zou zijn. Ik wilde schrijven, altijd gewild. Ik had me voorgenomen om voor mijn dertigste mijn eerste boek gepubliceerd te krijgen. Voor die tijd had ik al een stuk of wat korte verhalen geschreven en een gewone roman, historische fictie.
Het probleem was dat uitgevers het niet wilden uitgeven. Ze vonden de schrijfstijl wel leuk, maar het verhaal vonden ze niets. Gelukkig voor mij had ik er een misdaadelement in verwerkt dat wel aansprak. Toen ik uiteindelijk een literair agent benaderde, kreeg ik meteen een contract voor drie boeken. Onder voorwaarde dat ik me zou concentreren op de misdaad. Daar kon ik goed over schrijven, zei men.
Mijn eerste boek kwam uit op 9-12-2001 vlak na de terroristische aanslag op de Twin Towers. Het werd meteen aan Nederland en 17 andere landen verkocht. Dus ik werd meteen opgetrommeld om een publicitaire rondreis te maken naar alle landen waaraan mijn boek verkocht was. Het was een gekke tijd. Geen Amerikaan durfde te vliegen. En geen Europeaan zat erop te springen om met het vliegtuig naar Amerika te gaan. Ik zat vaak alleen met de stewardess in het vliegtuig.”
Titel
De titel van een boek is voor Slaughter het belangrijkste. Het is een overblijfsel uit haar reclametijd waarin ze samen met een creatief team lange tijd zat te broeden op een aansprekende slogan. Slaughter is er verzot op. Het spelen met woorden en woordklanken. Zoeken naar dat ene woord dat alles zegt, een cartoon in woordvorm. “Er gaat enorm veel tijd inzitten om die te bedenken. Maar de titel geeft aan war het verhaal over gaat. De titel die ik nu had was Skin Privilege. Onder die titel zijn heel wat exemplaren gedrukt. Maar we kregen een aanmaning van een paar advocaten, want er bleken meer boeken te zijn met die titel. We hebben het dus moeten veranderen in Beyond Reach en dat is een titel waar jullie Nederlandse titel Onaantastbaar van is afgeleid. Jullie cover met die twee vrouwenhanden die met een rode shawl achter haar rug zijn vastgebonden, is trouwens ook heel mooi.”
Lena’s Story
Als Slaughter de titel heeft gevonden bedenkt ze welk personage ze extra wil uitdiepen. Vervolgens bedenkt ze een rampzalige situatie en vraagt zich af hoe haar personages op die situatie zouden reageren. In Onaantastbaar lopen er twee crisisverhalen door elkaar. In de eerste verhaallijn wordt dokter Sara Linton beschuldigd van een medische misser waardoor een jongetje onnodig zou zijn gestorven. In de tweede verhaallijn wordt politieassistente Lena Adams beschuldigd van moord. Omdat het verhaal van Onaantastbaar, o.a. via flash backs diep ingaat op de jeugd en het leven van de donker gekleurde detective Lena Adams, zou het verhaal ook Lena’s Story hebben kunnen heten. Karin Slaughter aarzelt bij die suggestie: “In elk boek licht ik er een personage uit en in Onaantastbaar was dat Lena. Maar haar leven is zo nauw verbonden met dat van haar baas Jeffrey dat ik Lena’s Story een te beperkte titel zou hebben gevonden. Lena is een opvliegend type. Er zit veel onderdrukte boosheid in haar. Dat komt omdat ze zoveel heeft meegemaakt. Haar moeder is weg, haar vader is dood. Ze is opgevoed door haar oom Hank, een zuipschuit en junk. Ik heb in mijn vorige boeken al iets van Lena’s verleden aangestipt. In dit boek wilde ik haar complete achtergrond uit de doeken doen. Lena is een product van haar verleden. Ze probeert op zichzelf te staan en zelf alle beslissingen te nemen. In haar streven naar zelfstandigheid weert ze bijna agressief en obsessioneel alle hulp af. Het enige wat ze wil is op het emotionele vlak contact krijgen met haar opvoeder Hank , maar als ze naar haar geboorteplaats teruggaat treft ze hem aan in een verdoofde toestand. Hij leidt weer het leven van een junk? Wat is er gebeurd? Lena is boos op zichzelf dat ze geen emotioneel contact met Hank kan krijgen. Zij gaat op jacht naar zijn dealer. Uit boosheid om dat wat Hank wordt aangedaan maar ook uit frustratie omdat ze daardoor geen contact kan krijgen met Hank. In mijn ogen doet Lena die dingen, verstandig en onverstandig, die van haar een compleet mens maken.”
Sara
Bij het schrijven van haar boeken heeft Slaughter al haar hoofdpersonen duidelijk voor ogen. Kinderarts en lijkschouwer Sara Linton is wellicht haar meest geliefde karakter. In Slaughter’s ogen is Sara lang en heeft ze rood haar. Een ideale vrouw met veel begrip voor anderen. Ze is rustig, is in staat zich in het belang van een hoger doel weg te cijferen en is, volgens Slaughter, net zo geïnteresseerd in wetenschap als Slaughter zelf. In Onaantastbaar wordt zij beschuldigd van een medische misser. Iets dat haar erg aangrijpt omdat zij een leven van luxe en werk in een groot ziekenhuis met aanzien heeft laten schieten voor een minder luxe leven en werk in een plattelandsziekenhuis, uit de ideële overweging dat ook mensen in een kleine dorpsgemeenschap recht hebben op kwalitatief hoge medische hulp. Omdat Sara kinderarts is, kan ik me geen fouten permitteren. Ik heb veel tijd in ziekenhuizen doorgebracht om te weten wat haar taken en plichten zijn. Hoe ze fouten kan voorkomen, hoe ze kinderen moet behandelen. Natuurlijk kan ik me wel wat dichterlijke vrijheden permitteren maar niet teveel. Sara’s andere beroep, lijkschouwer, biedt me meer dramatische mogelijkheden. Ik heb tamelijk veel boeken gelezen over autopsies en ik heb ook instructievideo’s gezien. Dus ik weet waarover ik schrijf. Maar echt ooggetuige van een autopsie ben ik nog niet geweest. Het is mij meerdere malen aangeboden om bij een echte autopsie aanwezig te zijn. Een deel van mij wil dat ook wel. Een ander deel van mij vindt dat ik dat niet kan maken. Een autopsie is zoiets persoonlijks. Ik ben er nog niet uit.”
Medische missers
“Medische missers zijn na minstens een decennium vechten door de diverse media eindelijk bespreekbaar geworden. Ook in Onaantastbaar. Het is niet de eerste keer dat Slaughter een maatschappelijk probleem aankaart. Ze is zich daar volledig van bewust. Ziet het bijna als een taak. “Misdaadliteratuur heeft altijd een voortrekkersrol gehad op het gebied van sociale en maatschappelijke onderwerpen. Of het nu To Kill A Mockingbird of The Lovely Nones is. Mijn enige probleem is dat ik moet oppassen dat ik de probleemstelling niet al te zwart-wit maak. Het is heel eenvoudig om te zeggen. “Medische fouten” zijn grove missers, die mogen niet voorkomen. Het is ook te gemakkelijk om te zeggen. Artsen zijn ook maar mensen, die maken nu eenmaal fouten.” Artsen zijn wel degelijk aan hun patiënten verplicht om uiterste zorgvuldigheid te betrachten. Maar in Onaantastbaar heb ik het probleem goed aangekaart.
Sara gaat bij zichzelf te rade of zij onder invloed van privéomstandigheden niet anders heeft gehandeld dan zij had moeten doen. Haar gedrag is voor haarzelf bespreekbaar.”
Jeffrey
“En wat Jeffrey betreft, hij is mijn geweten. Hij deelt mijn gevoel van rechtvaardigheid. Jeffrey doet, net als Lena en Sara, wat hij denkt dat goed is. Jeffrey vraagt zich ook af wat het verschil is tussen een moordenaar en zijn eigen persoon. Hij weet dat hijzelf ook in staat is te doden. Hij denkt soms als Dirty Harry, oog om oog, tand om tand. Maar maak niet de fout om Jeffrey om zijn gedachten te veroordelen. Jij en ik worden niet elke dag geconfronteerd met de meest gruwelijke moorden en martelingen. Wij hebben geen nachtmerries van de afschuwelijke dingen die hij elke dag ziet en meemaakt. Wij hoeven niet in angst te leven dat we elk moment een kogel door ons hoofd geschoten krijgen. Jeffrey wel. Hij wordt dag in dag uit geconfronteerd met het slechtste van het slechtste dat de schepping voortbrengt. Sadisme, wreedheden, verminkingen, slachtingen, dood, bloed. In zijn geval is het niet vreemd dat je af en toe liever een kortere weg naar gerechtigheid wil dan die justitie te bieden heeft.”
Macht corrumpeert
“Kijk justitie heeft niet altijd de juiste middelen om recht te spreken. Jeffrey weet dat. Soms zijn de bewijzen niet voldoende om een misdadiger te veroordelen. En soms schiet het systeem gewoon schromelijk tekort. Zodra je mensen op posities zet waar ze voor gekozen moeten worden, zijn ze kwetsbaar en chantabel. Ze zijn altijd wel iemand iets verschuldigd. Gekozen functionarissen in de rechtspraak moeten altijd wel een wederdienst verlenen. Aan de andere kant hebben zij op dat moment de macht, dus verlenen zij op hun beurt ook weer diensten waar wat tegenover moet komen te staan. Ofwel macht corrumpeert.
In 1970 hebben ze op de Universiteit van Berkley een experiment uitgevoerd waarbij een aantal studenten de functie van bewakers kregen en waarin een aantal andere studenten zich in de rol van gevangenen moesten schikken. De bewakers draaiden keiharde muziek, lieten het licht ook ’s nachts aan en zorgden ervoor dat de gevangenen geen moment rustig konden slapen. Ze sloegen en vernederden de gevangenen. Niet omdat dat bij hun rol hoorde, maar omdat zij op dat moment de macht hadden en dat blijkt dus iets vreselijks bij mensen teweeg te brengen. Iedereen kan onder bepaalde omstandigheden dus een soort dictator worden.
Dat kan in een grote stad, maar ook in een plattelandsgemeenschap waar 1 persoon, een sheriff bijvoorbeeld, het voor het zeggen heeft. Macht corrumpeert.”
Doodstraf
In het boek laat Jeffrey iemand achter onder omstandigheden waarvan hij, en ook de lezer weet, dat het een kwestie van tijd is of diegene wordt door zijn vijanden vermoord. Toch laat Jeffrey de man achter. Op dat moment weglopen is een vorm van het doodvonnis over iemand uitspreken. Slaughter is heel stellig over haar mening over de doodstraf in het algemeen: “Ik stem volledig in met de doodstraf, mits het op eerlijke gronden zou zijn. Maar dat is in Amerika onmogelijk. Als je arm bent of in bepaalde buurten woont, dan heb je geen schijn van kans. Dan kan je geen fatsoenlijke advocaat betalen die je eventuele onschuld zou kunnen bewijzen. Dan wordt je DNA niet getest. Dat is veel te kostbaar. In wezen ga je dan na een schijnproces de gevangenis in. Je schuld wordt nog steeds binnen een fractie van een seconde uitgesproken als de jury jou of je verdediger niet zien zitten. En dan? Dan kom je in de gevangenis, waarna je nooit van z’n leven nog hoeft na te denken over een tweede kans in je leven. Daar worden voorgoed de littekens in je huid en ziel gekerfd.
Ik ben in een aantal gevangenissen geweest, onder andere om met Hells Angels te praten.
Die gevangeniswereld is erger dan je in welke film of documentaire ook ziet. Daar worden mensen aan de lopende band verkracht en vermoord. Daarom hebben ze in Amerika Supermax gevangenissen uitgevonden. Maximaal beveiligd. Criminelen zitten er in eenzame opsluiting. Ze hebben die Supermax bovendien onder de grond gebouwd. De gevangenen zien dus nooit meer een straaltje licht. Het is een ongelooflijk uitzichtloos bestaan. Zeker voor de mensen die levenslang gekregen hebben. Velen van hen worden dan ook zwaar depressief.
Ik vind een dergelijke vorm van hechtenis gemener dan de doodstraf. Wat mij betreft kunnen ze die mensen die daar gevangen zitten beter een dodelijke injectie geven dan ze te laten creperen. Wie nog geen psychopaat is, wordt het daar wel.”
Besloten gemeenschap
Karin Slaughter heeft een voorkeur voor kleine dorpsgemeenschappen. Plaatsen waar je denkt dat misdaad geen schijn van kans maakt, blijken broedplaatsen van onrust en geweld. Je kunt er je autosleutel rustig in je auto laten zitten, de achterdeur van je huis rustig openlaten. Maar of dat verstandig is? Slaughter knikt. “Ik ben zelf opgegroeid in een onrustig Zuidelijk stadje Jonesboro. Dat staat model voor Grant County. Kleine gemeenschappen, waar je de misdaad het minst verwacht, herbergen vaak gruwelijke geheimen en misdaden. Ik woonde in Atlanta en elke dag kon je in de krant lezen dat er twee of drie mensen vermoord waren. Maar in bijna alle gevallen ging het om leden van gangs die elkaar hadden doodgeschoten. Maar de seriemoordenaars, de serieuze misdadigers, komen allemaal uit hele kleine gemeenschappen.
Misschien dat te veel rust en afzondering de menselijke geest negatief beïnvloeden. De mens is een sociaal dier en heeft gezelschap nodig om te functioneren. Dus in die dorpsgemeenschappen wordt veel nooit uitgesproken, wordt veel in achterkamertjes geroddeld. Het broeit er totdat de vlam in de pan slaat en iemand doordraait. Het leuke is dat jullie Europeanen dol zijn op onze Amerikaanse plattelandsgemeenschappen. Voor jullie betekent het de wereld van Gone with the Wind en Uncle Tom’s Cabin. Maar het leven in dergelijke dorpsgemeenschappen is universeel, evenals de mensen die er wonen: de praatjesmakers en herrieschoppers, de drukke zakenman, de dorpshoer, de ijdele burgemeester die zich beter voordoet dan hij is, de dikke slager, de kleine criminelen en de corrupte autoriteit. In dat opzicht verschillen Amerika, Frankrijk, Holland niet van elkaar.”
Geweld
Slaughter staat erom bekend dat zij het geweld in haar boeken niet schuwt. Dat zij uitvoerig kan ingaan op de meest gewelddadige acties en met grote liefde de bloedigste details aan het papier toevertrouwt. Een meisje dat verkracht wordt, een man die gemarteld wordt, het wordt driedimensionaal in grootbeeld plasmascherm aan de lezer voorgeschoteld. Karin Slaughter zelf noemt haar beschrijvingen realistisch. “Geweld en bloed kan je nu eenmaal niet realistisch beschrijven als je allerlei verzachtende woorden gebruikt of scènes weglaat. Maar verder is het ook niet helemaal waar wat de lezers zeggen. Ik gebruik veel minder geweld in mijn boeken dan mensen denken. Het varieert van boek tot boek. Zo vielen er in mijn tweede boek maar twee doden, maar mensen schreeuwden moord en brand over het gewelddadige karakter van mijn boeken. In het boek daarna vielen er zeven doden en wat schreven de recensenten? Dat het geweld dit keer meeviel!. Geweld zit tussen de oren. Het is een psychologisch iets. Maar ik moet toegeven dat ik, naarmae ik meer boeken schrijf, beter in staat ben een goede balans te bewaren. Geweld is nu wat functioneler geworden.”
Lezen
Hoewel Karin Slaughter graag leest, heeft ze daar in het dagelijks leven niet al teveel tijd voor. Haar promotietours bieden in dat opzicht uitkomst. Ze leest veel in vliegtuigen, treinen, taxi’s en hotels. Een van haar favoriete schrijvers is Val McDermid. Maar ook Denise Mina, Peter Robinson en Peter Moore Smith behoren tot haar favorieten. Niet vreemd als je bedenkt dat een aantal van hen ook uitsluitend schrijft over kleine, besloten dorpsgemeenschappen. “Als je het hebt over non fictie, dan vind ik Kathryn Harrison absoluut briljant. Poison is een van de beste boeken die ik ooit gelezen heb. Verder adoreer ik Barbara Gowdy die me erg doet denken aan Flannery O’Connor. Maar vandaag zal ik niet veel meer lezen, zegt ze met een stem die vermoeidheid verraadt. Vandaag is de dag van mijn jetlag. Vandaag wil ik niets. Ja, interviews en dan rust. Ik zou wel naar de sportschool willen, maar dat is wat veel moeite. Een promotietour is niet alleen vermoeiend vanwege het reizen, maar ook vanwege het praten. In wezen ben ik diep verlegen en dus kost het me altijd extra moeite om daar tijdens een gesprek overheen te komen. Verlegenheid is de meest onhandige karaktereigenschap als je je boek onder de aandacht van de mensen wilt brengen. Gelukkig kan ik er steeds beter mee omgaan.”