Interview /
Interview Marianne en Theo Hoogstraaten
De hotelsuite is ruim, licht en rustig. Het past het echtpaar Hoogstraaten als een tweede huid, ook al is de verbazing over zoveel luxe oprecht. Theo, die qua uiterlijk de Nederlandse broer van voormalig president Bill Clinton zou kunnen zijn, en zijn charmante vrouw Marianne zijn duidelijk al lang bij elkaar. Dat bewijst de manier waarop zij elkaars verhalen aanvullen, elkaar in de rede vallen, maar wat belangrijker is: met elkaar meevoelen en meningen delen.
Eerste ontmoeting
Marianne herinnert zich de dag van haar eerste ontmoeting nog als de dag van gisteren, ook is in het in haar beleving een eeuwigheid geleden. “We hebben elkaar leren kennen op een vakantie in Driebergen. Ik was 17 en Theo 18. Ik woonde destijds in Schiedam en Theo in Amsterdam. Het was op de camping. Zijn ouders hadden een caravan en mijn ouders hadden een caravan gehuurd. Het was dus echt een vakantieliefde. Vanaf dat moment zijn we aan elkaar blijven plakken.”
In de jaren erna ging Theo naar de kweekschool en volgde Marianne een aantal bedrijfsgerelateerde opleidingen die resulteerden in een baan in het bedrijfsleven. Theo: “We waren toen een jaar of twintig en woonden op een flatje in de Bijlmer. We hebben de Bijlmer helemaal zien opbouwen. We hebben er twee jaar gewoond, maar we hebben minstens een jaar lang geprobeerd om weg te komen.” Marianne knikt bevestigend: “Ik voelde me er niet prettig, want het begon al vrij snel crimineel te worden. We woonden toen in zo’n flat in de binnenstraat op een benedenverdieping. Als je thuis kwam, vanuit de parkeergarage of de hoofdingang, moest je door die hele binnenstraat lopen. Er is wel eens iemand geweest die meteen met me mee naar binnen wilde lopen. Dat was niet prettig. Ik kom zelf uit een boerendorpje en die overgang was voor mij wel heel erg groot. En als ik ’s avonds naar ballet was geweest in Amsterdam, dan vroeg ik altijd aan Theo of hij me in de parkeergarage wilde komen ophalen.”
Schrijven met een pen
Theo is degene geweest die met schrijven is begonnen. Theo: “Dat was het moment dat er een uitgever onverwacht bij ons op de stoep stond. Hij had op dezelfde pedagogische academie gezeten als ik en wist dat ik dol was op schrijven. Hij vroeg of ik wilde meewerken aan een geschiedenismethode voor school. Ik was op dat moment net klaar met mijn studie geschiedenis en had er wel oren naar. Ik heb toen die geschiedenismethode gemaakt en die is een groot succes geworden. Hij heeft tien tot twaalf jaar lang gelopen op school. Het aardige is dat ik in die tijd nog niet goed kon tikken en Marianne werkte en had er dus geen tijd voor. Ik schreef met de hand en alles is door iemand anders uitgetikt.”
Marianne: “Theo schrijft nog steeds alles met de hand. Daardoor is het gekomen dat ik ben gaan meeschrijven. Vanaf het allereerste jeugdboek van Theo heb ik het uittikwerk voor mijn rekening genomen. Dat was nog op zo’n ouderwetse typemachine met een correctielint. Een vreselijk ding. Wat dat betreft is de computer ideaal. Maar toen ik aan het uittikken was, begon ik langzamerhand mee te doen, omdat ik bepaalde scènes niet helemaal goed vond en die langzamerhand begon te veranderen. Theo vroeg me in het begin waar ik mee bezig was, maar ik zei hem dat ik het verhaal met mijn verbeteringen veel mooier vond (haha). Langzamerhand is hij toe gaan geven dat het ook wel zo was. En zo is mijn rol gegroeid. Mijn bijdrage werd steeds groter.”
Schrijven in opdracht
De meeste boeken gaan over onderwerpen die Marianne en Theo zelf bedacht hebben, soms heel actueel zoals Webcam girls, waarin jongens en meisjes zuipwedstrijden houden, stoned worden en de gevaren beschreven worden van een man die op jonge meisjes valt. Maar het schrijversduo schrijft soms ook in opdracht. Theo: “Twee jaar geleden kregen we de opdracht voor de gemeente Zoetermeer om een geschiedkundig boek te schrijven, geschikt voor groep 8 van de basisschool en de brugklassers. Dat hebben we gedaan. Daar is ook een musical van gemaakt. Dat was een happening om te doen.” Het echtpaar benadrukt dat sommige mensen denken dat het schrijven van een kinderboek veel gemakkelijker is dan een boek voor volwassenen. Niets is volgens hen minder waar. “Je moet de knop omzetten,” zegt Marianne gedecideerd. “Voor jongeren schrijven wordt enorm onderschat.” Theo: “Je taalpallet is veel beperkter en met dat beperkte taalpallet wil je toch het maximale vertellen. Dat is zo verrekte moeilijk. Je bent gebonden aan beperkt perspectief, gebonden aan relatief kortere zinnen, gebonden aan niet te veel samengestelde zinnen, je woordkeuze moet weloverwogen zijn, en toch wil je hetzelfde gaan vertellen. Dat is zo moeilijk. Je leert er wel enorm veel van, ook voor de boeken voor volwassenen. Bij boeken voor volwassenen kan je je weliswaar helemaal uitleven, maar je hebt ook geleerd om met beperkte middelen het maximale te bereiken.
Het verschil is wel dat je bij kinderboeken in kindertaal moet denken en schrijven, dus geen al te lange zinnen, en dat je bij boeken voor volwassenen volledig je gang kunt gaan.”
Taal in Lokvrouw
In hun nieuwste thriller voor volwassenen, Lokvrouw, wordt met name in het begin veel gebruik gemaakt van bijvoeglijke naamwoorden. Het lijkt op een erfenis van het schrijven van jeugdboeken waar alles iets explicieter uitgelegd moet worden. Theo ontkent het stellig: “Nee, dat doen we in jeugdboeken juist niet. Die zijn minder beschrijvend. Dat we in Lokvrouw wel meer bijvoeglijke naamwoorden gebruiken, komt waarschijnlijk omdat ik er van houd. Ik denk overigens niet dat het bewust gaat. Maar de ruimte die je krijgt in een boek voor volwassenen, gebruik je natuurlijk wel. Maar we hebben ook hoofdstukken geschreven die juist heel karig zijn wat dat betreft. Die zijn heel kort, heel erg to the point. Taalsober zelfs. Dat past ook helemaal in de sfeer van bepaalde scènes. Neem Kristina in Lokvrouw, de vrouw die de steeds slechter ziende hoofdpersoon Daniel begeleidt tijdens de cruise. Zij heeft meerdere gezichten. Ze zegt zelf ook heel bewust dat ze soms een masker opheeft, met andere woorden dat ze zich soms anders voordoet dan ze is. Nou bij dat masker hoort natuurlijk een hele andere taal. Dus je probeert je taal aan te passen aan de situatie of aan de scène.”
Eerste thriller
Het eerste jeugdboek van Theo verscheen in 1988, de eerste thriller van het duo in 2005. Theo verklaart de overstap: “Na twintig jeugdboeken hadden we behoefte aan iets anders. Op een gegeven moment groei je daar naartoe. Grenzen verleggen, mogelijkheden benutten op schrijfgebied. We wilden voorzichtig aftasten of we ook op de thrillermarkt terecht zouden kunnen. We hebben het voorzichtig aangepakt. We hebben een hoofdstuk of vier geschreven van Een middag aan zee en die naar enkele uitgevers gestuurd. Vrij snel erna kregen we van vier uitgevers positieve reacties binnen. Toen zijn we verder gegaan en dat viel in goede aarde. Dat we geen roman hebben geprobeerd, maar een thriller ligt in het verlengde van ons jeugdboekenwerk. We schrijven heel veel crimi’s, dat ligt ons goed. Daarnaast zijn crimi’s zowel voor de jeugd als voor volwassenen heel toegankelijk. Je kunt er een breed publiek mee bereiken. Bovendien past het ook een beetje in het tijdsbeeld.”
Cruise
Het idee voor Lokvrouw kwam tijdens een vakantietrip met een cruiseschip. Marianne: ”We waren op zoek naar een andere setting voor een volgende thriller. We dachten eerst aan de omgeving van Amsterdam. Maar dat stond nog niet vast. Daarnaast wilden we allang graag een cruise maken en dat hebben we ook gedaan. Wij observeren graag mensen en wij zijn ook heel erg open. ’s Avonds werden wij aan tafel o.a. bediend door een jonge vrouw met een Kroatisch naambordje. Wij zagen op een bepaald moment een duidelijke spanning tussen haar en haar superieur. Een merkwaardige spanning. Het ontwijken van elkaar. Later zagen we op het naambordje van die man dat hij uit Servië kwam. Ja, en dan wordt je als schrijver nieuwsgierig. We vroegen een gegeven moment rustigjes aan het meisje of al die verschillende nationaliteiten geen frictie gaven.” Theo: “Ze was heel terughoudend. Maar, ze voelde dat wij niet alleen maar nieuwsgierig waren, omdat ze wist dat we schrijvers waren. Langzaam maar zeker ontdooide ze. Het eerste wat ze ons toevertrouwde was dat het voor Servische oorlogsmisdadigers heel gemakkelijk was om aan boord een nieuw leven te beginnen, want dat de screening van het personeel helemaal niets voorstelde. Maar verder liet ze niets los en wij wilden haar niet voor het blok te zetten, ook al voelden we dat ze iets wilde vertellen. We zagen ook dat dat emoties zou oproepen. Ze had waarschijnlijk heel veel weggestopt. Dus het was voorzichtig aftasten. Twee dagen voor het einde van de cruise zei ze ik heb morgen mijn vrije dag, ik zou graag met jullie willen praten.”
Het verhaal van Kristina
Marianne vervolgt het verhaal van Theo: “Toen waren we op Mallorca en zijn hebben we samen op een terras een rustig hoekje gezocht. Toen begon ze te praten en te praten, het was ineens een spraakwaterval, ze kwam helemaal los. Het hele verhaal van haar familie en haar vrienden en vriendinnen. Zij was toen nog maar een klein meisje van een jaar of tien en zij vertelde van een gruwelijke aanval van de Serviërs op het Kroatische dorp waar ze woonde.
Op haar verhaal hebben we Lokvrouw deels gebaseerd, dus op een historisch waar gebeurd verhaal. Om onze hoofdpersoon, de Kroatische Kristina, te begrijpen moet je eigenlijk iets weten van haar achtergrond, de historische situatie. Iedereen weet wat er in Sebrenica is gebeurd, Maar vroeger hebben zich in die regio identieke moordpartijen, verkrachtingen afgespeeld. In Kroatië is drie maanden gevochten. Daar hebben 15.000 burgers maandenlang ondergronds geleefd zonder elektriciteit of andere voorzieningen. Dat is een hel geweest. Het plaatsje Vukovar is drie maanden lang bestookt geweest vanuit de lucht. Vijfhonderd Kroaten hebben geprobeerd die stad te verdedigen tegen duizenden Serviërs die hen vanuit de lucht en met tanks beschoten. Uiteindelijk hebben ze die stad veroverd en zijn de mannen er massaal geëxecuteerd en de vrouwen massaal verkracht. Een gruwel. Maar daar weten we nauwelijks iets van af. Dat is de historische achtergrond waar Kristina ons over vertelde. En niet alleen over de oorlog zelf maar ook wat er na de oorlog allemaal gebeurde. Want voor de inwoners was de oorlog niet voorbij. Die bleven met de herinneringen, de haat. Dat bracht Kristina heel goed onder woorden.“ Marianne: “We zaten toen wel eventjes met kippenvel. Dat verhaal hadden we ook niet verwacht. In het boek zegt Kristina dan ook “Voor jullie is de oorlog voorbij, maar voor ons nooit.” Ook zegt ze “Beschaving, beschaving? Wat is nu die beschaving van jullie? Dat is inbeelding. Kom maar eens in een situatie dat je moet proberen te overleven. Nou dan barst het vliesje wel. Moet je zien wat er dan tevoorschijn komt.”
Haat en wraak
Theo: “Toen we haar verhaal gehoord hadden, wisten we dat dit ons volgende boek zou worden. Het verhaal is dan ook haar leven, haar familie, maar op voorwaarde dat het onherkenbaar zou blijven. Alleen de naam Kristina is wel echt maar verder hebben we geen namen van familieleden gebruikt. De haat ten opzichte van de moordenaars en verkrachters was natuurlijk enorm.” Marianne: “Wij stelden haar de vraag wat zijzelf zou doen als zij nu een Servische man tegenkwam van wie zij wist dat hij haar familie had vermoord, of haar buurmeisje had verkracht. Ze zei zonder nadenken: “ik zou hem afmaken.” Pats boem, het kwam er zo uit. Afmaken, zonder over de consequenties na te denken Ik ben nu nog jong, die paar jaar gevangenis heb ik er dik voor over.“
Oogziekte van Daniel
De mooie jonge Kristina weet de hoofdpersoon van het boek Daniel te bewegen haar in dienst te nemen en samen met har een cruise te gaan maken. Daniel die een oogziekte heeft waardoor hij langzamerhand blind dreigt te worden stemt toe. Een opmerkelijke hoofdpersoon met een opmerkelijke ziekte. Marianne: “Dat we op die oogziekte kwamen was eigenlijk ook weer toeval. Toen we begonnen met schrijven kwamen we toevallig in contact met iemand die die ernstige oogziekte had, waarbij de ogen degenereerden. We hoorden ook wat de gevolgen waren. Kleine dingen soms, maar wel kenmerkend. In plaats van planten water te geven, werd het water op de grond gegoten bijvoorbeeld. Daar zijn we ons ook in gaan verdiepen. Zoeken op internet. Je kunt precies zien in welke fase zich welke verschijnselen voordoen. Ze hebben het zo gemaakt dat je precies kunt zien wat de patiënt ziet. Een veld met lijnen en midden tussen die lijnen een vlek die steeds groter wordt, totdat je op een gegeven moment alleen maar de buitenrand als blikveld hebt. We hebben die ziekte ook door Kristina laten bestuderen zodat ze Daniel beter kon helpen, maar ook manipuleren tijdens de cruise.”
Aparte kamers
Bij een schrijvend duo rijst altijd de vaar wie wat doet. In het geval; van Marianne en Theo is dat geen punt. Ze hebben beiden een eigen werkkamer waar ze beiden verschillende scenes schrijven die ze later ineen schuiven. Theo: “We weten ongeveer waar we gaan eindigen, maar we laten ons tijdens het schrijven ook verrassen. We overleggen wel constant.
Het samen schrijven gaat in goede verstandhouding. We hebben nooit problemen met inschuiven van bepaalde scènes. Het belangrijkste voor ons is de lezers bij het verhaal te betrekken door middel van de karakters, niet door acties of handelingen. Alsjeblieft niet.”
Marianne: “Tijdens het schrijven komen er soms emoties los door scenes die we zelf bedenken, en schrijven. Een scène die mij nog steeds erg emotioneert, is een scène die we hebben beschreven in de eerste brief van Darija’s zusje aan Darija. Daarin beschrijven we hoe Servische soldaten de keldertrap aflopen in het van Darija’s familie. Geweren worden gericht op de doodsbange mensen in de kelder. Mannenschoenen gaan de trap weer op. Buiten knallen de geweren. Ik heb het gehad dat ik die brief voorlas op een middelbare school dat ik helemaal dichtklapte, dat ik er niet meer uitkwam. Bepaalde scènes kunnen mij bijzonder emotioneren, ook de scène waarin een jong meisjes wordt verkracht door soldaten terwijl er een vliegtuig overvliegt. Een moeilijke scène om te schrijven. In tweede instantie, als je het verhaal gaat componeren, kan je iets meer afstand nemen. Maar de emotie bij mij blijft.
Zeker omdat het verhaal gebaseerd is op het ware verhaal van Kristina. Bovendien, als vrouw grijpt een verkrachtingsscène je toch flink aan. Potverdomme die kerels. Als wens had ik het boek ook eerlijk gezegd willen opdragen aan alle verkrachte vrouwen en oorlogsslachtoffers in de wereld.”
Volgende boek
Theo: “Een slag om de arm houdend komt ons volgende boek volgend jaar rond dezelfde tijd uit. Zeer actueel en het zal in bepaalde kringen hard aankomen. Een dreun. Let maar op.”