Interview /
Interview met Carina Bergfeldt
Door: Saskia Hausel en Susan Sandérus | Foto: Gustav Mårtensson
Heb je altijd al een boek willen schrijven?
‘Nee eigenlijk niet, ik was ervan overtuigd dat ik geen boek zou kunnen schrijven. Na het kijken van een aflevering van Dexter in september 2009 bij mijn broer kreeg ik een idee. Stel dat een heel normaal persoon in een klein dorpje het plan opvat om iemand te gaan vermoorden: wat gebeurt er dan? Ik kon het idee niet meer loslaten. De hoofdpersoon moest geen superhacker zijn zoals Lisbeth Salander of een rechercheur die alles kan oplossen. Nee, het moest een heel normaal persoon zijn, zoals jij en ik. Waar zou die persoon dan starten, hoe gaat die persoon het aanpakken? Mijn broer en ik vroegen ons iedere keer af, wat zou Ida doen? Zij is mijn schoonzus en de allerliefste persoon die ik ken.
Op 1 januari 2010 liep ik inmiddels al vier maanden rond met het idee, toen ik achter mijn laptop ging zitten en op Google Hoe schrijf je een thriller? intypte. Ik kwam op de school van Camilla Läckberg terecht, waar een van de eerste vragen was: Welk karakter zie je voor je? Ik zag gelijk een man voor me met grijze, koude ogen, iemand die zijn vrouw mishandelt. In vier dagen tijd heb ik tachtig pagina’s geschreven over de kindertijd van de vrouw die haar vader gaat vermoorden.’
Hoe lang heb je erover gedaan het boek te schrijven, naast je drukke baan als journalist?
‘Ik heb drie maanden vrij genomen en ik ben vertrokken naar New York, om naar een schrijfcursus te gaan. Ik heb in het begin heel veel fouten gemaakt, maar ik vond het schrijven zo leuk, ik ging maar door. In New York kon ik ook echt mijn hoofd leegmaken om aan het boek te schrijven, ik heb er heel veel geleerd. Het leuke was dat ik het niemand had verteld, het was een verrassing voor iedereen toen ik op Facebook een foto van het manuscript postte. Mijn moeder en mijn beste vriendin hebben het gelezen. Mijn grote angst was dat je een hekel zou krijgen aan de moordenares. Zowel mijn moeder als mijn beste vriendin belde me direct de volgende dag. Mijn vriendin zei zelfs: “Ik haat hem, als zij hem niet doodt, dood ik hem.” Dit boek heeft dus iets, dacht ik gelijk.’
Was het boek gelijk goed toen je het inleverde? Het is tenslotte je debuut.
‘In de eerste versie van mijn boek wist je direct wie de moordenaar was. Ik dacht dat de psychologie van de moordenaar belangrijk zou zijn voor de lezer en je meegenomen zou worden in haar verhaal. Er was namelijk al een tweede verhaallijn: je niet wist wie de andere moord in het boek had gepleegd. Ik dacht dat het te veel zou worden. Mijn Zweedse uitgever zei dat ze het eigenlijk niet wilde weten. We hebben de eerste versie aangepast en het werkte eigenlijk heel goed. Het is veel meer een thriller geworden.’
Wat betekent dit boek voor je?
‘Dit boek betekent letterlijk alles voor mij. Nu zit ik hier in een Amsterdamse tuin in de zon. Tien dagen geleden zat ik in Frankrijk en een paar maanden geleden was ik in Spanje. Het is een heel nieuwe wereld, dit gevoel dat ik in staat ben geweest om dit boek te schrijven. Al deze woorden die ik heb geproduceerd. Vorige week kreeg ik een e-mail van een Italiaanse lezer die het een fantastisch boek vond en gisteren ontving ik nog de vijfsterrenrecensie op Crimezone.nl van een Nederlandse lezer. Het geeft me echt een ongelooflijk gevoel, dat een boek met zo'n mooi omslag mijn naam draagt. Ik vind het leuk om de eerste pagina te lezen in een andere taal. Ik ken de Zweedse versie uit mijn hoofd en zie de zinnen in een andere taal verschijnen. Ik werk met woorden, maar er zijn eigenlijk geen woorden voor hoe dit allemaal voelt.’
Hebben sommige personages je verbaasd?
‘Mijn eerste baan was bij een lokale krant en ik werkte daar met Ing-Marie. Ik heb haar persoonlijkheid eigenlijk gestolen. Ze was een verrassing voor me, tijdens het schrijven was ze er ineens en ik begon heel erg gesteld op haar te raken. Ik hou van echte mensen en zo heb ik ze ook beschreven.’
Hoe heeft je werk als journalist je als auteur beïnvloed?
‘In de acht jaar dat ik journalist ben, heb ik geleerd dat de eerste zinnen belangrijk zijn: je moet de lezer in de eerste twee of drie seconden pakken, zodat ze verder gaan lezen. Ik ben gewend om dingen simpel te houden, lezers moeten je kunnen begrijpen, zo kun je ze helemaal meenemen in het verhaal.’
Heb je interviews die je vanuit je werk als journalist heb gehouden ook gebruikt voor het boek?
‘Ja, ik heb verschillende mensen geïnterviewd die het slachtoffer zijn geworden van huiselijk geweld. Helaas zijn deze mensen maar al te makkelijk te vinden. Sommige mishandelingen die in het boek voorkomen, zijn echt gebeurd. De dingen die de vader zegt, zijn echt gezegd. Mensen zullen zich hiermee kunnen identificeren. Er is geen land waar huiselijk geweld geen probleem is. Ik was laatst in Afghanistan en daar wordt 85% van de vrouwen door hun man geslagen. Ik wilde huiselijk geweld beschrijven zoals het is, ik wilde het niet overdrijven maar ook niet bagatelliseren. De moeilijkheid was om deze echte gebeurtenissen te beschrijven als fictie. Ik ben natuurlijk gewend om als journalist de waarheid te schrijven. Maar nu mocht ik mijn eigen verhaal maken, dat was heel verwarrend in het begin.’
Er zitten zware onderwerpen in je boeken, waarom?
‘Omdat het gebeurt. Mensen zitten vol emoties en ze willen hierover weten en lezen. Vooral vanuit mijn baan als journalist krijg ik heel vaak van lezers te horen dat ze blij zijn dat ik over een bepaald onderwerp schrijf. Het maakt mensen bewust. Zo was er een lezer die ineens de situatie herkende waar ze inzat. Het besef kwam dat de gelukkige momenten in haar leven eigenlijk altijd zo moeten zijn. Ze liet mij dit weten via e-mail, dat emotioneerde mij. Deze dingen gebeuren en ze zijn het waard om over geschreven te worden. Dat was precies wat ik wilde bereiken.’
Werk je al aan een tweede boek?
‘Ja ik ben bezig met schrijven, het gaat over dezelfde drie hoofdpersonen. Het verhaal begint precies een jaar later. Ik blijf bij het thema van geweld tegen vrouwen en in dit boek staat een verkrachting centraal. Verder kan ik nog niet veel loslaten. Ik moet weer een tijdje vrij nemen om het af te maken, als ik aan het werk ben bij Aftonbladet, ben ik gewoon te druk. Ik heb even uitstel gekregen van de Zweedse uitgever, maar het tweede boek komt eraan.’