Interview /
Nieuwsgierig naar de herkomst van onze gerechten
Daniëlle Hermans brak in 2008 nationaal en internationaal door met haar bestseller 'Het tulpenvirus'. Daarna volgden nog drie historische thrillers: 'De watermeesters', 'De man van Manhattan' en 'In vredesnaam'.
Kortom, hoog tijd voor een gedegen onderzoek naar Marian Mudder en Daniëlle Hermans.
Hoe zijn jullie op het idee gekomen voor Fooddetective?
Marian: Daniëlle en ik zaten op een zomeravond te dineren en het gesprek kwam op een van onze favoriete onderwerpen: eten. Daniëlle houdt van researchen, eten en nadrukkelijk niet van koken, ik ben dol op eten en op koken met als gevolg dat we elkaar veel te vertellen hebben. Daniëlle vertelde mij het verhaal over het ontstaan van carpaccio en dat bracht ons op het idee om onze krachten te bundelen en meer gerechten te zoeken waar een leuk of spannend verhaal achter zit.
Waar en hoe hebben jullie onderzoek gedaan?
Daniëlle: We wilden eerst weten achter welke gerechten een interessant en spannend verhaal zat. Daar hebben we boeken op nageslagen en veel op internet gezeten. Vervolgens hebben we en selectie gemaakt van gerechten die in Nederland bekend zijn en die ons door hun spannende achtergrondverhaal aanspraken.
Wat deden jullie als de bewijzen elkaar tegenspraken?
Daniëlle: Als de bewijzen elkaar tegenspraken, gingen we verder met zoeken. Jammer genoeg moesten we het bij sommige gerechten opgeven, omdat het eenvoudigweg niet meer te achterhalen valt waar de oorsprong van het recept noch de benaming ligt, maar meestal kwamen we er wel uit.
Wanneer en waar zijn jullie op dood spoor terechtgekomen?
Daniëlle: Bij bijvoorbeeld Dame Blanche. Het spoor richting het originele recept liep niet dood, maar wij wilden zo graag weten waarom de Dame Blanche zo anders geserveerd wordt en wie dat op zijn of haar geweten heeft. Daar zijn we niet achter gekomen. Wat we ook jammer vinden, was dat we niet konden achterhalen welke Amsterdamse banketbakker de Tompouce heeft bedacht, maar wellicht duikt die naam nog ergens op.
Hoe was de taakverdeling? Wie heeft het meest gespeurd en wie het meest gekookt?
Marian: Daniëlle heeft voornamelijk gespeurd en ik heb me meer in het culinaire gedeelte van het boek verdiept. Ik heb alle recepten gezocht en alles gekookt. Daniëlle heeft zich kranig staande gehouden als koksmaatje. De teksten heeft Daniëlle geschreven waarna ik er overheen ben gegaan om er een ‘Marian’-sausje overheen te gooien.
Hebben jullie alle recepten zelf uitgeprobeerd?
Marian: Ja, we hebben alles uitgeprobeerd. Dat was heel erg leuk om te doen. Ik heb een open keuken waar ik de eettafel in had gezet zodat we goed uit de voeten konden met alle spullen. Ik heb in een ver verleden een cateringbedrijfje gehad dus ik ben wel handig in de keuken. Naar aanleiding van het koken heb ik nog het een en ander aan moeten passen in de recepten omdat het anders echt niet te vreten was. Ik denk dat onze smaak zich ook heeft ontwikkeld in de loop der jaren. Sommige recepten houden stand maar andere zijn aan inflatie onderhevig. Dat heb ik wel aangepast want wat heb je aan een recept als het niet lekker is. Dus hier en daar is er enigszins van het ‘originele’ recept afgeweken omdat ik het uiteindelijk belangrijker vindt dat het lekker is.
Wat is jullie favoriete recept?
Marian: Persoonlijk ben ik dol op tarte tatin, ook omdat hij zo gemakkelijk te maken is en ik mijn gasten er dolgelukkig mee maak. Verder is bearnaisesaus een grote favoriet.
Daniëlle: De caesar salad vind ik een prachtig gerecht. Het is eenvoudig te maken – volgens mij kan ik dat zelfs - en de smaak van de saus, bij de Caesar salad draait het om de saus - is overheerlijk in al zijn subtiliteit.
Wat vinden jullie het meest opvallende of het mooiste verhaal? Waarom?
Marian: Mijn favoriete verhaal is Dame Blanche, wat we allemaal kennen als vanille-ijs met chocoladesaus. Dat blijkt oorspronkelijk een totaal ander dessert te zijn, wat in niets lijkt op hoe we het nu kennen. Het is van origine een zeer verfijnd recept van Escoffier wat maar twee maanden per jaar klaar gemaakt kan worden. Als je wilt weten wat het is moet je het boek maar lezen… Welke onverlaat op het idee is gekomen om te kiezen voor vanille-ijs en die ordinaire chocoladesaus overheen te mieteren daar zijn we jammer genoeg niet achter gekomen.
Daniëlle: Ik vind het verhaal over de herkomst van Carpaccio een van de mooiste verhalen omdat carpaccio zo bekend is dat je er totaal niet over nadenkt waar die naam vandaan komt. Dit gerecht is niet door toeval ontstaan maar speciaal gemaakt voor een vaste klant van Harry’s Bar, een beroemd café-restaurant in Venetië. Ook de manier waarop de naam van dit gerecht is bedacht, vind ik een mooie vondst.
Hebben jullie de smaak te pakken en volgen er meer culinaire boeken? Gaan jullie nu meer schrijven over koken en eten?
Marian: Ik zou nog wel graag een echt kookboek willen schrijven. In mijn boeken speelt eten altijd een grote rol. In mijn tweede boek heeft de hoofdpersoon bijvoorbeeld een cateringbedrijf en kookt ze zich uit de naad om haar geliefde tevreden te houden uit angst om afgewezen te worden. Mijn derde boek speelt zich af tijdens een familiediner. Mijn beste scenes (vind ik zelf) spelen zich altijd in een keuken af. Je kunt veel aflezen aan hoe mensen met eten en drinken omgaan. Troost-eten, teveel alcohol drinken, het zijn allemaal indicaties voor hoe iemand met zichzelf omgaat en vertelt veel over iemands psyche. In mijn nieuwe boek wordt veel gedronken en speelt een groot deel zich in een kroeg af. Dat levert weer een heel ander verhaal op. Eten en drinken is een belangrijk ritueel in de dans tussen mensen en voor mij een grote inspiratiebron.
Daniëlle: In mijn boeken speelt eten geen grote rol, maar ik moet zeggen dat geschiedenis van ons voedsel mij fascineert en mijn nieuwsgierigheid over de herkomst van gerechten en producten nog lang niet bevredigd is, dus wie weet. Toch is de kans erg klein, eenvoudigweg omdat ik niet kan koken. Maar als er een thema aan verbonden wordt en ik daarover mag schrijven, zou ik dat erg leuk vinden.
Zijn jullie al bezig met een nieuw boek? Kunnen jullie hierover al een tipje van sluier oplichten?
Marian: Ik ben druk bezig met een nieuwe roman. Mijn eerste drie boeken hingen zwaar op de ironie en de humor die erin zat alsmede een flinke dosis romantiek. Bij dit boek ligt het zwaartepunt bij de spanning. Het wordt een ‘roman noir’, waarvoor ik me heb laten inspireren door de film noir met een femme fatale en een bijbehorende homme fatale waartussen zich allerlei intriges afspelen.
Daniëlle: ik ben ook met een boek bezig maar daar wil ik nu nog niks over kwijt.
Gaan jullie samen nog een boek schrijven?
Wie weet. De samenwerking is ons heel goed bevallen. We zijn heel verschillend, maar we begrijpen elkaar en vullen elkaar goed aan.