Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Interview /

Interview Peter James

door Bert Peene
Hij kwam min of meer bij toeval in de filmwereld terecht. Produceerde, regisseerde; werkte met bekende namen als Donald Sutherland, Robert de Niro, Al Pacino, Jeremy Irons en Sharon Stone. Maar zijn hart lag bij de misdaadliteratuur. Hij werd gegrepen door het speurwerk van Sherlock Holmes, wilde schrijven als Graham Greene in Brighton Rock, maar het duurde lang, heel lang, voordat zijn doorbraak als schrijver een feit was. Maar nu is zijn naam niet meer weg te denken van de bestsellerslijsten in Groot-Brittannie en ver daarbuiten. Zijn nieuwste bestseller Op dood spoor. De naam is James, Peter James.

Peter James zit er ontspannen bij. Terwijl buiten zon en regen elkaar steeds weer op het alleronverwachtst afwisselen, begint hij met merkbaar plezier aan ons interview; het vierde al deze dag. Successchrijver zijn, is een druk bestaan. ‘Ach, het hoort erbij en ik vind het ook leuk. Mijn bezoek aan Nederland en België is onderdeel van wat intussen een heuse European Tour aan het worden is ter promotie van Op dood spoor. In juli van dit jaar was ik in Frankrijk, in september in Moskou en Italië, in oktober bezocht ik Spanje en begin volgende jaar staat nog een trip naar München gepland. Allemaal landen waar mijn boeken ontzettend goed worden verkocht. Dat merk je ook als je daar bent. Toen ik in Moskou bij de boekhandel aankwam waar ik zou signeren, stonden er zeker honderd mensen voor de deur te wachten. Omdat ik het Russische schrift niet kon lezen, dacht ik in eerste instantie dat ze voor iemand anders kwamen. Maar ze stonden op mij te wachten. Dat is toch geweldig!’



Schrijven vanuit het hart
Dat is het inderdaad, zeker als je er zo lang op hebt moeten wachten. Want Peter James schrijft al heel lang; bij wijze van spreken al zijn hele leven, zij het lange tijd met wisselend succes. ‘Toen ik een jaar of twaalf was, wist ik al dat ik schrijver wilde worden en dat crime mijn genre was. Ik had The Hound of the Baskervilles van Sir Arthur Conan Doyle gelezen en was meteen verkocht. Het deductievermogen van Sherlock Holmes vind ik geweldig. In dat boek komt een passage voor die ik nog steeds van buiten ken. Holmes stelt daarin vast dat een van de personages in een huis moet wonen waar de badkamer een raam links van de toiletspiegel heeft. De linkerkant van zijn gezicht is namelijk beter geschoren. Wat een gevoel voor details! En dan natuurlijk het personage Holmes zelf: onvoorspelbaar, raadselachtig en complex. Zo wilde ik het ook.’
James voegde de daad bij het woord en begon te schrijven. Hij produceerde drie manuscripten, vond er ook een uitgever voor maar tot publicatie kwam het helaas niet. Zijn werk was gewoon nog niet goed genoeg. Pas halverwege de jaren tachtig kreeg zijn schrijverschap echt vorm en inmiddels heeft hij zeventien boeken op zijn naam staan. Sommige verkochten goed, zoals Possession (1987) en Host, de meeste deden het veel minder. “Als ik terugkijk op die jaren, moet ik vaststellen dat ik te lang mijn hoofd gevolgd heb in plaats van mijn hart. Ik schreef spionageromans omdat ik dacht dat daar een markt voor was. Ik ‘bekeerde’ me tot horror à la Stephen King en Dean Koontz omdat zulke boeken goed verkochten. Maar de genres pasten niet bij mij en dat merk je als die boeken leest. Een deel ervan mag dan ook absoluut niet meer herdrukt worden.’

Ommekeer
De grote ommekeer kwam in 2001, toen zijn literaire agent hem adviseerde het contract met zijn toenmalige uitgeverij Orion af te kopen en bij Pan MacMillan aan te schuiven. Daar slaagden ze er wel in hem te positioneren op een manier die bij hem paste. “Ironisch genoeg gebeurde dat opnieuw ‘vanuit het hoofd’: ze stelden me voor aan een detectiveserie te beginnen omdat zij verwachtten dat de populariteit van dat genre snel zou toenemen. Ik maakte dus opnieuw een heel rationele keus, maar dit was wel precies wat ik altijd gewild had. Ik was als het ware eindelijk terug bij waar het allemaal begon: de misdaadromans met Sherlock Holmes in de hoofdrol.’
De keus was dus niet moeilijk. Ook de uitwerking ervan stelde hem niet voor onoverkomelijke problemen. James had al een uitstekende relatie opgebouwd met de politie van Sussex, die hem nog steeds graag over haar schouders laat meekijken, en was inmiddels bevriend geraakt met Chief Superintendent Dave Gaylor. Gaylors hoofdtaak was het bestrijden van de zware georganiseerde criminaliteit; daarnaast was hij belast met het oplossen van cold cases, onopgeloste misdaden van jaren terug die met de huidige forensische technieken een nieuwe kans van slagen hebben. ‘Ik kan me nog goed het moment herinneren dat ik hem voor het eerst zag. Hij zat alleen in een klein kamertje, omringd door een twintigtal blauwe dozen. Hij vertelde me dat iedere doos een verhaal bevatte: een verhaal over wanhoop en verdriet, over onvermogen het verleden af te sluiten en verder te gaan met leven. Ik beschouw het als mijn verantwoordelijkheid, zei hij, van ieder verhaal het laatste hoofdstuk te schrijven, zodat het boek voor de nabestaanden eindelijk dicht kan. Ik was diep onder de indruk van zoveel betrokkenheid en had mijn thema gevonden.’

Nieuwsgierigheid
Vanaf dat moment werkt James gedreven aan een detectiveserie met inspecteur Roy Grace in de hoofdrol. In 2005 verscheen de eerste, Dead Simple (Doodsimpel), en sindsdien ligt er ieder jaar een nieuwe Roy Grace thriller in de winkels: Looking Good Dead (De dood voor ogen) in 2006, Not Dead Enough (Op dood spoor) in 2007 en de kopij voor nummer vier heeft hij inmiddels bij zijn uitgever ingeleverd. ‘Die gaat over een man die verdwijnt op 9/11. Het boek verschijnt in de loop van 2008.’ Wat drijft iemand die een dergelijke enorme daadkracht toont?
‘Mijn boeken ontstaan uit nieuwsgierigheid. Ik ben in feite steeds op zoek naar de werkelijkheid die verborgen ligt achter de dingen die we zien. Want schijn bedriegt nogal eens. Dat geldt in feite voor alles in het leven. Natuurlijk had ik die fascinatie ook in een ander genre gestalte kunnen geven, maar als er iemand is die beroepshalve naar de verborgen werkelijkheid zoekt, is het wel een politieman. Als wij twee mensen voor een etalage zien staan, zoeken we daar waarschijnlijk niet snel iets achter. Een politieman doet dat wel. Die vraagt zich af of die mannen een inbraak aan het voorbereiden zijn, of er misschien gedeald wordt, of ze op de uitkijk staan voor iets wat verderop gebeurd en het daglicht niet kan verdragen. Mijn keus voor misdaadliteratuur is dus een heel logische.’

Rol van het paranormale
De overtuiging dat er meer is dan we kunnen waarnemen, verklaart ook de rol die het paranormale in James’ boeken speelt. ‘Inderdaad. Ik ben er al heel lang van overtuigd dat er onbenoembare dingen in het leven zijn. Ooit kwam een zoon van goede vrienden bij een auto-ongeluk om het leven. Het lukte die mensen niet hun verdriet een plaats te geven, totdat ze via een medium met hun overleden zoon in contact kwamen. Ik heb van nabij gezien hoeveel kracht ze aan die sessies ontleenden. Dan kun je wel heel rationeel zeggen: allemaal inbeelding, maar dat geloof ik niet. Daarom gaat Roy Grace af en toe bij een helderziende langs: om te vragen waar zijn verdwenen vrouw Sandhi gebleven is of om hulp in te roepen bij een moeilijk oplosbaar misdrijf.’
Ik vraag hem waarom het verschijnsel in zijn boeken dan nooit een beslissende rol speelt. Tot nu toe heeft nog niet één medium Grace kunnen vertellen of zijn vrouw nog leeft en zo ja, waar en voor 'factfinding' zijn ze allemaal vrijwel nutteloos gebleken. ‘Ik vind dat je je lezers niet voor de gek moet houden,’ licht James toe. ‘Er is ‘iets’ tussen hemel en aarde, maar niemand weet precies wat. Dat maakt het ook zo fascinerend. Ik zou te ver gaan als ik het onbenoembare ineens benoembaar zou maken. Maar in de ontknoping van Not Dead Enough speelt telepathie wel degelijk een rol.’ Betekent dat dan bijvoorbeeld dat Roy Grace tot aan zijn dood naar Sandy blijft zoeken? ‘Ha ha, die vraag wordt me dagelijks meerdere keren gesteld. Ik wil daar nu niet teveel over kwijt, maar ga er maar vanuit dat in het thema van de verdwenen echtgenote wel degelijk ontwikkelingen te verwachten zijn. Wat dat betreft heeft mijn volgende boek voor de lezer een aantal leuke verrassingen in petto.’

Keuzevrijheid
In ons gesprek is regelmatig het woord ‘genre’ gevallen. James laat weten dat hij met dat begrip eigenlijk niet zo veel kan. ‘Genres zijn in het leven geroepen om marketeers en boekhandelaren het leven eenvoudiger te maken. Een genre is altijd een gekunsteld iets. Tot welk genre moeten we The Hound of the Baskervilles rekenen? Is het een thriller, is het horror? Dat geldt voor mijn eigen boeken evenzeer. Laten we ze gewoon beschrijven zoals ze zijn: boeken waarin de vraag centraal staat of de moordenaar gepakt wordt voor hij opnieuw toeslaat. Daarin komen scènes voor die je gemakkelijk als ‘horror’ kunt betitelen. Er zijn ook sociale thema’s in verwerkt, zoals de beroerde staat van de Britse gezondheidszorg, de stedenbouwkundige ontwikkeling van Brighton en het grote aantal echtscheidingen onder politiemensen. Maar noem ze alsjeblieft geen ‘horror’ en reken ze ook niet tot de sociaal-realistische literatuur. Iedere schrijver is zijn eigen genre.’
Om misverstanden te voorkomen, benadrukt hij nog maar eens dat zijn boeken, ondanks de wreedheid van de misdaden die de lezer aan zich voorbij ziet trekken en de hiervoor genoemde misstanden, vanuit een optimistische levensvisie zijn geschreven. ‘Ik wil laten zien dat mensen keuzes hebben in het leven. Iedereen is in hoge mate regisseur van zijn eigen lot. Misschien dat Roy Grace in Dead Simple inderdaad een wat tragisch personage lijkt, maar zeker in de twee volgende boeken zie je hem steeds meer zijn lot in eigen handen nemen. In Not Dead Enough is één telefoontje genoeg om hem het eerstvolgende vliegtuig naar München te laten nemen, waar vrienden zijn vrouw Sandy gezien zouden hebben. Hij beseft welke gevolgen dat kan hebben voor zijn relatie met Cloe, maar gaat toch. Zijn zoektocht levert in eerste instantie meer verwarring op dan duidelijkheid en dan neemt hij een besluit: hij kiest voor Cloe en stopt met zoeken. Dat patroon zie je in al mijn boeken terug.’

Verfilming?
We zijn al aan het afronden als het gesprek, voor het eerst, op zijn carrière als filmproducer komt. Hoe groot acht hij de kans dat hij zich weer door een interessant filmproject laat verleiden? ‘Klein. Ik heb het wel gehad met film. Een film maken is geven en nemen, en dan vooral veel geven. Je moet altijd weer rekening houden met de grillen van een stel verwende acteurs. Een film is een compromis en dat is met boeken anders. Ieder woord dat ik schrijf, komt erin. Een heerlijke ervaring is dat. Nee, ik neem alleen weer achter de camera plaats om een Roy Grace thriller te verfilmen.’ En misschien komt dat er ooit nog eens van, want ITV zou in Roy Grace een waardige vervanger van Inspector Morse zien. De tijd zal het leren.



Over de auteur

Bert Peene

0 volgers
2 boeken
0 favorieten


Reacties op: Interview Peter James

 

Gerelateerd

Over

Peter James

Peter James

Peter James (1948) is een Britse filmproducent en auteur van misdaadromans. Zijn...