Interview /
Interview R.J. Ellory
Sinds zijn debuut in 2003 met Candlemoth is het snel gegaan met de populariteit van de Engelse misdaadauteur R.J. Ellory. Zijn boeken die zich steevast in Amerika afspelen zijn meer dan sfeervol, een genot om te lezen vanwege het prachtige taalgebruik en intrigerend vanwege de verhalen die op een gedegen research steunen. De wereldwijde doorbraak van Ellory kwam in 2007 met Een stil geloof in engelen dat in 21 talen werd vertaald en dat door de Volkskrant werd uitgeroepen tot de beste thriller van 2009. Pas verschenen zijn nieuwste literaire hoogstandje op thrillergebied Een volmaakte vendetta, waarin het leven van een van de kopstukken van de Italiaanse maffia wordt beschreven. Het verhaal omspant vijf decennia en leidt de lezer van New Orleans, Cuba, New York naar Las Vegas en Chicago. Een epos over woede, vergelding, passie en verlies.
Foto's Tommy de Bree
Jonge crimineel
R.J. Ellory spreekt beschaafd, op zachte toon. Met zijn keurige voorkomen, rossige haar en ringbaard is hij op en top een Engelsman. Maar dan wel van een apart soort. Reizen is niet per definitie zijn grote liefde, maar hij houdt er van om uit Londen weg te gaan. Een feit dat hij benadrukt. “Ik vind het heerlijk om Londen te verlaten, echt. Ik houd van New York, Parijs, Amsterdam, maar niet van Londen.”
Of zijn vluchtgedrag iets te maken heeft met zijn jeugd waarin hij weinig houvast vond? Wie zal het zeggen. Feit is dat Ellory uit een gebroken gezin kwam. “Mijn vader verliet mijn moeder voordat ik was geboren en mijn moeder stierf toen ik zeven jaar was. Ik heb mijn vader nooit gekend en doe dat nog steeds niet. Op jonge leeftijd ben ik bij mijn oma (de moeder van mijn moeder) gaan wonen. Mijn opa was toen al dood. Hij is in 1957 verdronken. Mijn oma stuurde me naar kostschool. Daar bleef ik tot mijn zestiende. Ik was geen leergierig kind, ik was niet atletisch, ik deed niet aan sport. Ik was meer geïnteresseerd in fotografie, schilderen en muziek. Ik voelde me op die leeftijd een beetje verloren en had geen idee wat ik met mijn leven wilde gaan doen. Op mijn zestiende ging ik van school en ging terug naar mijn geboortestad. Mijn broer en ik raakten in contact met jonge criminelen en dat was geen gelukkige keuze. We kwamen in moeilijkheden en belandden in de gevangenis. Niet lang, drie maanden, maar toch. Toen ik vrij kwam besefte ik dat ik mijn leven anders in moest richten.
Mensen helpen
Ik ging in de gezondheidszorg werken en hielp mensen die door drugs in moeilijkheden waren gekomen. Daarnaast studeerde ik veel bij. Ik heb voedingsleer gedaan en fysiotherapie en ik heb methodes bestudeerd om mensen met verslavingsproblemen te helpen. Ik had plotseling een doel in mijn leven. Ik kon mensen helpen. Ik heb dat ruim twintig jaar gedaan, eigenlijk tot vorig jaar, 2009. Ik ben er alleen maar mee gestopt omdat ik het te druk kreeg met schrijven, reizen en mijn familie. Maar de behoefte om mensen in nood te helpen, heb ik nog steeds. Ik ben altijd geboeid geweest door de vraag waarom mensen bepaalde dingen doen, waarom ze bepaalde keuzes maken. Dus, de psychologie van de mens, niet alleen louter voorkomend uit de fysieke mens, maar ook vanuit het gezichtspunt van de spirituele mens. Kijk, ik ben geen religieus mens, maar ik denk niet dat de mens louter een mechanisch ding is, een verzameling botten en spieren, vlees en bloed. Er is iets wat de mens onderscheidt van dieren, iets ongrijpbaars wat hem eerlijkheid meegeeft, normen en waarden, integriteit en de mogelijkheid om te kiezen. De capaciteit om te creëren. Dat fascineert me.”
Stephen King inspirator
Als kind en teenager las ik gigantisch veel, maar ik had er een probleem mee dat alle boeken gingen over mensen die nooit fouten maakten. Dat is ongeloofwaardig. Mensen maken allemaal fouten. En toen ik twintig jaar was ontmoette ik iemand die helemaal gek was van een boek van Stephen King. Hij wilde niets anders dan dat boek lezen en herlezen. Het was of iemand de lichtschakelaar in mijn hoofd omzette. Het was als een religieuze ervaring. Ik zag het licht. Ik wist plotseling wat mijn levensbestemming was. Ik wilde schrijver worden en mensen in vervoering brengen. Ik wilde verhalen vertellen van gewone mensen in bijzondere omstandigheden. Ik wil schrijven over emoties, psychologie, complexe verhalen met meerdere lagen. In korte tijd heb ik toen 22 boeken geschreven, rijp en groen achter elkaar. Daar zijn er nu zo’n acht van gepubliceerd en de rest is het niet waard gedrukt te worden ook al staan er heel bruikbare ideeen in, die misschien nog wel eens terugkomen in volgende boeken.”
Locatie Amerika
Geen van de verhalen van R.J. Ellory speelt zich af in Engeland, hoewel dat een voor de hand liggende keuze geweest zou zijn. “Ik heb gekozen voor Amerika omdat ik mijn fantasie beter de vrije loop kan laten in een land waar ik niet elke straat en elke winkel ken. Ik wil niet schrijven over een wereld die ik als mijn broekzak ken, geen wereld waar ik dagelijks in bivakkeer. Ik schrijf over een wereld die me interesseert, waar mijn liefde naar uitgaat. Dat werkt enorm inspirerend. Daadoor wordt schrijven meer een hobby dan dagelijks plichtmatig werk. Je moet doen waar je hart naar uit gaat. John Lennon zei ooit: “Find something you love and you never work another day.” Zo voel ik het ook. Ik voel een enorme passie om te schrijven. Dat betekent wel dat ik soms op de vreemdste uren moet werken, dat ik vaak moet doorbijten en mezelf ertoe moet aanzetten om door te gaan, maar dat hoort erbij. Het is geen gemakkelijk beroep. Je moet je familie vaak in de steek laten. Je kunt beter een vaste baan hebben met een vast inkomen en vastgestelde vrije dagen en een vakantietoeslag. Nee, schrijven doe je omdat je niet anders kan en wilt.
Maffia
Het boek waar Ellory mee doorbrak, Een stil geloof in engelen speelt in Georgia in 1939. De jonge Joseph Calvin maakt mee dat in zijn omgeving tal van meisjes op sadistische wijze wordt vermoord.
Dit grijpt Joseph zo aan dat het de rest van zijn leven beinvloedt. Gelukkig heeft hij een talent dat hem uit de nachtmerrie kan helpen vluchten. Het is een beetje het verhaal van Ellory die na zijn kostschooltijd de wereld rondreisde, weg van het thuisfront, om uiteindelijk rust te vinden in het schrijven. Een stil geloof in engelen was een stand alone. In het volgende boek Een volmaakte vendetta richt Ellory zijn pijlen op een duister deel van de Amerikaanse samenleving, de Italiaanse maffia. “Ik heb Een volmaakte vendetta geschreven omdat ik de twee gezichten van Amerika wilde portretteren, vanuit het gezichtspunt van orde en wetshandhaving en vanuit het gezichtspunt van de misdaad. Ik heb daar twee boeken voor uitgetrokken. Het eerste boek, Een volmaakte vendetta, gaat over de georganiseerde misdaad, vijftig jaar maffia. En daarna schreef ik A simpel act of violence, waarin ik de andere kant van de medaille laat zien. Het handelt voornamelijk over Amerika ten tijde van Reagan, over de schending van mensenrechten. Over de schandalige praktijken van de CIA in Nicaragua en het draait om de drugs die de CIA in Miami verhandelt om een illegale oorlog te steunen. Het draait om allerlei soorten criminaliteit die door de Amerikaanse regering niet wordt onderzocht of bestraft. Toen ik dat laatste boek in 2006 publiceerde, had ik zonneklaar aangetoond dat er geen verschil is tussen de georganiseerde misdaad van de maffia en de misdadige praktijken van de Amerikaanse overheid. De mensen die de wet overtreden en de mensen die de wet moeten handhaven zijn gewoon even slecht. Ik heb dat niet geschreven vanuit morele verontwaardiging ofzo, maar het waren twee verhalen die ik vertellen wilde. Voor veel Amerikanen bleek het een openbaring. Ik ben in die boeken heel journalistiek te werk gegaan. Ik heb “veel bronnen geraadpleegd en die volgens de Watergate-methode van Woodward en bernstein driedubbel gecheckt. Ik kon me weinig veroorloven. Ik vind het bevredigend om zo gedetailleerd te kunnen werken binnen een enorm groot geheel. Vandaar dat ik ook de maffia onder de loep heb genomen. Zij hebben in Amerika een vinger in de pap in vrijwel alle geledingen van de maatschappij.
Huurmoordenaar als hoofdpersoon
“Ik heb het verhaal laten vertellen vanuit het gezichtspunt van een Cubaan, Perez, een gewezen huurmoordenaar. Hij maakt deel uit van de maffiafamilie, maar hij is tegelijkertijd een buitenstaander doordat hij uit Cuba komt. Perez wordt geconfronteerd met Ray Hartmann, leider van een onderzoeksteam. Het zijn tegenpolen, maar op een bepaalde manier beginnen ze elkaar te respecteren. En de reden dat ik Perez heb uitgekozen als hoofdpersoon is omdat ik de slechtst mogelijke mens wilde beschrijven. Slechter dan een slachter van mensen bestaat er niet. Ik wilde de lezer verleiden om (bijna) van hem te gaan houden. Aan het einde van het boek moet je als lezer begrip voor hem opgebracht hebben en moet je hopen dat hij ontkomt aan zijn straf. Dat was mijn uitdaging. Het was drama binnen een drama. Perez moordt, gaat naar huis en probeert zo’n goed mogelijke vader te zijn. Hij probeert werk en privé van elkaar gescheiden te houden. Hij vindt zelf dat hij beslissingen neemt aan de hand van een soort integriteitscode, maar hij is gek en gevaarlijk en psychotisch en toch heeft hij een code waar hij zich compromisloos aan vasthoudt Perez zit in New orleans en heeft de hele wereld zit hem achterna. Maar toch wilde ik dat er aan het einde een beetje licht aan de tunnel voor hem zou zijn, een ontsnappingsroute. Het heeft me 2 dagen gekost om daar een oplossing voor te bedenken. Het was alsof ik hem uit een afgesloten kamer moest laten ontsnappen met tien scherpschutters op de gang, klaar om hem neer te schieten. Het is me gelukt op een manier waar zelfs zijn grootste vijand Hartmann min of meer vrede mee kan hebben. Ik heb ook willen beschrijven dat recht niet altijd hetzelfde is als rechtvaardigheid, dat advocaten alleen aan zichzelf denken en niet aan de wet. Dat politici en rechters alleen aan zichzelf denken. En niemand denkt aan het volk, de mensen die de zelfzuchtige machthebbers gekozen hebben. Dat vond ik zo mooi aan de boeken van Raymond Chandler en Dashiell Hammett. Hun hoofdpersonen vochten zonder aanzien des persoons en zonder compromissen te sluiten voor de goede zaak. Zij waren niet te corrumperen, ook al hadden ze geen droog brood om te eten. Dat vind ik ook het Grote Goed van misdaadliteratuur. Je kunt erin laten zien dat het goede soms ook kan winnen en dat het slechte, het kwade niet altijd wint.”
Hard boiled school
Nu de namen van de hard boiled school-auteurs zijn gevallen, is er geen houden aan. “Ja, ja, ik ben gek op de schrijvers uit de periode van de hard boiled school, Chandler, Hammett, James Cain, Ross MacDonald. Zij waren meesters in datgene waar ik acht boeken over heb moeten doen om het me aan te leren: meer zeggen met minder woorden. De hard boilers konden in een zin zeggen waar een andere schrijver een hele pagina voor nodig had. Mijn oma was balletlerares, heel muzikaal, ze speelde piano en kon prachtig dansen, ze las veel. Heel creatief dus. Als ik van kostschool thuiskwam, wilde ze altijd graag met me naar films kijken uit de Gouden Eeuw van Hollywood. We keken weekeinden lang naar James Cagney en Humphrey Bogart en Ava Gardner, Garbo, Hitchcock en Gary Grant, Audrey Hepburn en James Stewart. En dan zei mijn oma altijd: “Kijk goed, luister goed, dit is echt hoe filmscripts geschreven moeten worden. Luister naar de dialogen. Je hebt geen seks en geweld nodig om een film spannend te maken. Kijk, hoe geloofwaardig de karakters zijn opgebouwd. En ze had gelijk. Dat is het grote manco van veel films en misdaadboeken van nu. De karakters zijn niet geloofwaardig.”
Donnie Brasco
“Ik probeer in mijn boek karakters te beschrijven die zo geloofwaardig mogelijk zijn. De mensen hebben natuurlijk, met name door de Godfather, een veel te romantisch beeld gekregen van de maffia. Werken in een misdaadorganisatie is natuurlijk een desperate, grimmige bezigheid. Ik denk dat niemand van de maffioso gelukkig is. Hun levensstijl is heel oppervlakkig en vrijwel iedereen is paranoia, want verraders zijn er overal en je bent je leven nooit zeker. Er is een film die die donkere kant perfect belicht, Donnie Brasco met Al Pacino. Elke dag moet je op stap om meer geld te verdienen en als je het niet goed doet, kan je een kogel krijgen. Ik denk dat die film de werkelijkheid beter benadert dan The Godfather die een mythe in het leven heeft geroepen die niets met de realiteit van doen heeft. Je moet niet vergeten dat je te maken hebt met mensen die fundamenteel asociaal zijn, die psychotisch crimineel en gewelddadig zijn. Ze hebben geen enkel respect voor menselijk leven, zelfs niet voor het leven van hun eigen familie. Je kunt nu eenmaal niet met 2 hoofden denken, geen 2 codes er op nahouden. Dus, The Godfather is een mythe die de maffia verheerlijkt.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik, in mijn boek, tot op zekere hoogte de mythe van The Godfather in stand houd. Mijn huurmoordenaar is een volkomen gestoorde persoonlijkheid die vreselijke dingen doet, maar de meeste mensen die hij vermoordt zijn net zo slecht of zelfs slechter dan hij. Daarom zijn we in staat hem te vergeven. Kijk, mijn oprechte geloof is dat mensen fundamenteel goed zijn. Zelfs de meest doorgewinterde criminelen hebben een geweten en hebben de mogelijkheid te herkennen wanneer ze fout en destructief bezig zijn. Want ze weten dat destructief bezig zijn ook op henzelf terugslaat. Destructie wordt zelfdestructie. Maar ik ben geen filosoof of psycholoog….
Intuitief
Ondanks de complexe verhaallijnen die decennia omvatten is Ellory niet uitgegaan van een stevige outline. “Nee, ik heb van te voren niets opgeschreven. Ik wist niet hoe ik zou beginnen en ik wist niet hoe het zou eindigen. Ik schrijf heel intuïtief. Dat maakt dat ik in een flow kom en snel door kan schrijven. Ik heb Een volmaakte vendetta in 6 weken tijd geschreven. Mijn literaire agent had me in een positie gemanoeuvreerd dat hij mijn vierde boek wilde publiceren voor mijn derde boek. Hij had 10.000 woorden gelezen van het vierde boek en was zo enthousiast dat hij dat met voorrang wilde uitgeven. Maar goed, ik heb toegestemd, zat elke morgen om 6 uur achter mijn pc tot acht uur, dan ging ik naar mijn werk in de gezondheidszorg. Om acht uur kwam ik thuis, ging meteen weer zitten schrijven tot 1 uur ’s nachts. En dat zes weken lang. Ik heb nog nooit zo intens zitten schrijven. Ik denk dat als ik maanden langer de tijd had gehad, dat het een ander boek was geworden. Het is nu een donker boek geworden, alsof het in de onderwereld geschreven is. Iemand heeft het omschreven als een “slow motion thriller”. Het feit dat ik van tevoren niets op papier heb gezet, komt omdat ik vanuit emoties wil schrijven. Ik denk altijd na over mijn boek. Waar ik ook zit, sta of lig, ik denk aan mijn boek. Het vreemde is dat als ik het boek af heb, dat alles dan op slag uit mijn hoofd verdwijnt. Dan ben ik er geen seconde meer mee bezig. Dan denk ik alleen maar aan het volgende project.”
Ideale boek
“De beste manier om over een boek heen te komen is gewoon met een ander beginnen. Maar ik kan niet anders dan spontaan schrijven, zonder plan. Dat is mijn manier. Niet per se de goede manier, want die bestaat niet. Iedereen heeft zijn eigen manier.
Mijn veertien ongepubliceerde boeken uit mijn beginperiode zijn mijn leerproces geweest, mijn universiteit. Nu schrijf ik zo snel dat ik al twee boeken afheb. Een die dit najaar gaat verschijnen en een die in het voorjaar van 2011 gaat verschijnen. In een bepaald opzicht heb ik mezelf dus een jaar rust verkocht. Maar ik werk toch aan een ander boek en daarnaast ben ik musicus en fotograaf, betrokken bij andere projecten. Ik kan nu eenmaal niet niets doen. Maar ik heb ook geen zin om drie of vier boeken per jaar te schrijven. Ik wil graag wat afwisseling. Dat neemt niet weg dat ik voor elk boek mijn uiterste best doe. Ik wil dat elk boek speciaal is. Ik wil dat mensen mijn boek over een jaar of wat nog kennen. Niet de karakters of het verhaal, maar dat ze in ieder geval nog steeds weten wat voor gevoel ze hadden toen ze het boek lazen. Verontwaardiging over misstanden, ontroering, schoonheidsbeleving, noem maar op. Het perfecte boek voor mij is het boek met een verhaal dat je niet snel genoeg kunt lezen om het slot te weten te komen, maar dat je niet langzaam genoeg kunt lezen om van de taal te genieten. Die spagaat dring ik mijzelf als schrijver op. Als ik ooit dat ideale boek schrijf, stop ik…. Maar, misschien ook niet.”