Interview /
Interview Robert Harris
Kasteel
Robert Harris is op en top een Engelsman. Beschaafd voorkomen, keurig geknipt haar, licht gebruind gelaat en uitermate galant. Hoewel het vele reizen hem niet in de koude kleren is gaan zitten, neemt hij alle tijd. Kalm en zorgvuldig articulerend. Fel uithalend daar waar de hypocrisie van het politieke bedrijf hem ergert, vol zelfspot als hij zijn eigen bevoorrechte positie in het leven beschrijft. Hij geniet met volle teugen van het vele geld dat hij met schrijven verdient. Een kasteel en een James Bond auto zijn de trofeeën die hij verdiende met zijn scherpe observatievermogen en zijn humoristische, met fluweel omwonden, pen. Het weerzien is, op Engelse wijze, allerhartelijkst. Milde glimlach, lichte knik met het hoofd. Na een vorig gesprek waarin we lang spraken over Cicero en het oude Rome is het nu de beurt aan de moderne politiek en leiders als Bush en Blair.
Ghostwriter
In Geest maakt Harris, net als in zijn vorige boek Imperium, gebruik van een verteller, die in rangorde van de beschreven hoofdpersonen een mindere positie inneemt. In Geest is het een
onbeduidend ghostwriter, iemand die het levensverhaal van iemand anders optekent en te boek stelt. Harris zelf vindt de keuze logisch: “In de eerste plaats identificeer ik me natuurlijk met schrijvers en het is heel handig om iemand te hebben die in het middelpunt van alle gebeurtenissen staat. Hij is zowel insider als outsider. Ruim vijftien jaar geleden wilde ik al een ghostwriter als romanpersonage gebruiken. Dat leek me een uiterst boeiende figuur voor een verhaal. Het is dramatisch gezien een perfecte figuur. Met name om morele dilemma’s te onderzoeken. Want wat doet zo iemand als hij het verhaal moet optekenen van iemand die constant een hoop leugens aan hem vertelt? Dus als vertelvorm is het gebruik van een ik-persoon als ondergeschikt verteller ideaal. Alleen had ik tot voor kort geen goed alibi om een ghostwriter te gebruiken.”
Acteur zonder podium
De verteller, de ghostwriter, is in Geest een weinig uitgesproken karakter. Omwille van het geld dat hij ermee kan verdienen, gaat hij ermee akkoord om een boek te schrijven over het leven van de voormalige Engelse premier Adam Lang. Hij komt verder nauwelijks uit de verf, is zelfs eendimensionaal te noemen. “Hij is inderdaad een totaal anoniem figuur. Ik weet niet of je het gemerkt hebt, maar de lezer komt nergens zijn naam te weten. Hij is een soort geestverschijning. Als hij Adam Lang voor het eerst ontmoet zegt hij ook half grappig tegen hem: “Ik ben uw geest.” Ik heb hem eigenlijk rond laten dwalen, zoals een microfoon of een camera. Zijn rol is alleen registreren. Tegenover hem staat de voormalige premier Adam Lang die vol actie zit. Maar helaas, op het moment dat hij niet het podium meer heeft waarop hij voor een groot publiek kan acteren, stort hij in elkaar. En de ghostwriter is op zich niemand. Hij is geen persoonlijkheid. Hij is volstrekt afhankelijk van datgene wat hem verteld wordt. Daar ontleent hij zijn bestaan aan.”
Afwisseling
Hoewel Geest een prachtig boek is, is het vreemd dat Harris zijn Romeinse trilogie in de steek heeft gelaten. De vorige keer dat ik hem zag, was hij, volgens eigen zeggen, al bezig aan het tweede deel. “Ik was gewoon even toe aan een heel ander tijdvak met heel andere personages. Ik dacht dat dat zowel voor mijn lezers als voor mij goed zou zijn om te laten zien dat ik ook andere dingen kan schrijven dan uitsluitend historische romans die zich afspelen in het oude Rome. De laatste roman die ik heb geschreven en die niet in Romeinse tijden speelde was al weer tien jaar geleden. Dus dit was een verfrissend uitstapje. In de toekomst ga ik absoluut weer terug naar Rome, maar ik wil niet dat mensen aan me denken als iemand die alleen maar over het Romeinse Rijk schrijft. Toevalligerwijze heb ik daar een paar boeken over geschreven. Maar ik kan meer. Dat wilde ik bewijzen.”
Persiflage op Tony Blair?
In Geest is de voormalige Britse premier helemaal van slag. Hij staat niet langer in het middelpunt van de belangstelling. Dat doet pijn. En wat nog meer pijn doet is dat men hem wil aanklagen als oorlogsmisdadiger, omdat hij zijn volk willens en wetens heeft meegesleurd in een oorlog die op verkeerde gronden is begonnen. De kranten in Engeland bejubelden in grote koppen en vette letters deze steek onder de gordel aan het adres van Tony Blair. Maar is het boek wel gebaseerd op Blair of is alles 100% fantasie? Harris glimlacht minzaam als hij antwoordt: “Geest is kompleet fictie, maar het heeft natuurlijk een satirische kant. Het is een satirische thriller. Ik heb natuurlijk veel van mijn persoonlijke ervaringen met de politiek beschreven. Ik ben geruime tijd in de gelegenheid geweest om Tony Blair te observeren, voordat we een soort meningsverschil kregen. Ik heb sommige karakteristieke eigenschappen van hem geleend, maar je kunt onmogelijk zeggen dat mijn hoofdpersoon als twee druppels water op Tony Blair lijkt. Ik weet dat het een ragdunne scheidslijn is, maar als je het boek uit hebt, zal je merken dat je op geen enkele wijze een serieuze gelijkenis kan trekken tussen Blair en mijn hoofdpersoon Adam Lang. En zeker de vrouw van de premier, mijn romanpersonage Ruth, verschilt totaal van Cherie, de vrouw van Tony Blair. Er wordt wel gesuggereerd dat Cherie in wezen de slimste van het stel was en dat zij de politieke beslissingen van Tony in hoge mate bepaalde, maar een dergelijke verhouding vind je in mijn boek totaal niet terug. En ook laat ik Ruth niet half naakt poseren voor een schilderij, zoals Cherie ooit deed. Als ik haar echt had willen persifleren, dan had ik wel een dergelijke scène in mijn boek beschreven.”
Overal geesten
In het begin van het boek wordt beschreven hoe ene McAra, de vorige ghostwriter van Adam Lang, van boord van een schip is verdwenen. Waarschijnlijk verdronken. Toch zweeft zijn personage door het boek in de vorm van zijn nagelaten aantekeningen aan de hand waarvan hij het levensverhaal van Lang als boek had willen presenteren. Ondanks het feit dat hij niet aanwezig is, is hij daardoor een van de hoofdpersonen. Harris kijkt een tikkeltje vermoeid. “Wel, ik heb het boek opgezet met de bedoeling om het verhaal op te hangen aan drie personen. De voormalige leider, Adam Lang, zijn vrouw en de ghostwriter. Ik heb in Geest geprobeerd er een studie van ‘macht’ te maken. En in dat opzicht staat Adam Lang als voormalige premier natuurlijk centraal. Maar hij komt vrijwel niet voor in het verhaal. In de eerste zestig pagina’s ofzo komt hij helemaal niet opdagen en na een kort moment dat hij wel aanwezig is, verdwijnt hij plotseling. Maar toch is hij continue aanwezig in de gedachten van mensen. En, wat je zegt, de andere geest die door alles heen dwaalt is die van McAra die vermoedelijk verdronken is. Eigenlijk zit mijn boek vol geesten. Ook de ghostwriter is een geest. Hij heeft nauwelijks een eigen identiteit. Maar, weet je, ik vind het ontzaggelijk moeilijk om mijn eigen boek te analyseren, tenminste dit boek, omdat ik het in heel korte tijd heb geschreven. Het is bijna of mijn onderbewuste mij het verhaal heeft laten schrijven.”
Wezensvreemde mensen
Hoewel Robert Harris zelf lange tijd politiek verslaggever is geweest, lijkt hij de mensen die in de politiek werken niet bepaald te waarderen. Hij laat zijn hoofdpersoon Adam Lang zelfs zeggen dat politiek hem totaal niet interesseert. “Het klopt dat ik een groot deel van mijn leven besteed heb aan politiek en politici. Het politieke vak is voor de meeste politici een obsessie, denk ik, en heeft in hoge mate te maken met ego. Het is niet zo dat de meeste politici geen goede bedoelingen hebben en dat ze nooit proberen iets waardevols of zinnigs voor de gemeenschap te bereiken, maar de basis van hun handelen is toch macht. En dat is kennelijk zo belangrijk dat ze voor lief nemen dat ze grote schade aanrichten aan hun privéleven. Ze verwaarlozen hun vrouwen en kinderen, hun familie en kennissenkring. Politici zijn geen mensen zoals wij. De politici die aan de top staan, zijn wezenlijk anders. Zij hebben behoefte aan adrenalineshots. Dat maakt ze ook een tikje vreemd. Wezensvreemd en wereldvreemd. Zij leven het moment. IJdelheid is natuurlijk een grote drijfveer.”
Waan van de dag
“Succesvolle mensen leven altijd in de toekomst,” schrijf je ergens in je boek, “nooit in het verleden of heden.” Harris bevestigt zijn eigen schrijfsels met voor zijn doen heftige knikbewegingen. “Ja, dat heb ik zelf gezien en meegemaakt. De werkdruk voor politici is zo hoog dat ze in een soort glazen bol leven. Als ze teveel stilstaan bij dingen of te veel terug kijken, komen ze in de problemen. Ze leven de waan van de dag en dat maakt van hen vrij platte personages. Als ze zich te veel zouden ophouden met reflectie zouden ze al niet eens in dat beroep terecht zijn gekomen. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, zoals Churchill, maar dat soort mensen is echt zeldzaam.
Natuurlijk zijn erbij die het beste voorhebben met de wereld en met het volk. Maar voor hen is het een belangrijker item hoe ze later voort zullen leven. Ik denk dat ze later graag herinnerd willen worden als diegenen die goede dingen voor het volk hebben gedaan. Zij oefenen hun beroep niet uit om rijk te worden. Hun doel is om uiteindelijk geschiedenis te schrijven, om hun naam in de geschiedenisboekjes terug te zien. Dat geldt voor Tony Blair en ook voor mijn hoofdpersoon Adam Lang. Die heeft echter te maken met het vervelende toeval dat zijn reputatie zo is geslonken, dat hij dreigt in de vergetelheid te raken of herinnerd te worden als een waardeloos figuur. Dat is het meest angstaanjagende dat een politicus kan overkomen. In Lang’s geval is het zelfs zo dat men onderzoekt of hij vervolgd kan worden wegens oorlogsmisdaden. Een nachtmerrie voor hem.”
Schijnheilig
Harris beschrijft in zijn boek een scène waarin Lang op de televisie te zien is en er alleen maar clichés uit zijn mond komen. Niets is oprecht, het zijn allemaal voorgebakken gemeenplaatsen en leugens. “Naar wat ik heb gezien en meegemaakt klopt dat beeld volledig. Politici praten uitsluitend in ondoordringbare, niet gemeende clichés. Kijk als iemand sterft en je wilt iemand een hart onder de riem steken is het moeilijk om iets nieuws te zeggen. Je valt dan altijd terug op clichés. Maar aan je houding en je gezicht is duidelijk dat je het wel meent. Bij politici is dat het grote probleem. Als soldaten van hun land sterven omdat ze ergens in Irak door een zelfmoordenaar zijn opgeblazen, kunnen ze alleen maar terugvallen op gemeenplaatsen. Maar verder menen ze er niets van en dat is meestal te zien. Tony Blair en ook mijn personage Lang kunnen echter zo goed acteren dat het lijkt alsof ze iets voor de eerste keer vertellen en dat het recht uit hun hart komt. Dat heeft alles te maken met de manier waarop ze de boodschap presenteren. De ellende voor politici is dat de media tegenwoordig zo snel zijn, dat tien minuten nadat ze iets gezegd hebben, het de hele wereld over is gegaan. Dat geldt voor fouten die ze maken, maar ook voor al die weinig originele platgerapte uitdrukkingen.”
Zelfbedrog
Het lijkt of Harris vindt dat alle staatshoofden acteurs zijn. Hij bevestigt dat vermoeden moeiteloos. “Gevoel voor show is een uitermate belangrijk deel van leiderschap. Je kunt tegenwoordig geen leider meer zijn zonder dat je in staat bent om mensen te boeien. En dat hoef je volstrekt niet te doen op inhoudelijke gronden. Het gaat om de verpakking, de manier waarop de boodschap gepresenteerd wordt. Dat zou je dus acteren kunnen noemen. De manier waarop leiders zich presenteren, de manier waarop ze lopen, lachen, spreken, laten zien dat ze van kinderen en hun familie houden, dat is van het allergrootste belang. Daarom krijgen ze ook mediatraining. Ze leren hoe ze moeten praten op een manier die de mensen aanspreekt. En ze moeten dat zo goed leren dat ze geloofwaardig overkomen. Ook al liegen ze dat ze scheel zien, ze moeten de schijn van geloofwaardigheid hoog houden. En de meesten geloven dan ook volledig wat ze zeggen. Cicero zei het al: “Als ik mezelf niet eens kan overtuigen, wie zou ik dan kunnen overtuigen?” Tony Blair was dan ook het prototype van de man die geloofde wat hij zelf zei. Het probleem was alleen dat hij verschillende dingen zei tegen verschillende mensen en al die verschillende dingen geloofde hij op het moment dat hij ze uitsprak. Maar dat brengt je natuurlijk wel in de problemen als je toehoorders de uitspraken met elkaar vergelijken en dat gebeurde dan ook.”
De schrijver als hoer
Harris beschrijft in zijn boek dat een ghostwriter het beste niet te veel kan afweten van de mensen over wie hij een boek moet schrijven. Verder spreekt uit zijn toonzetting weinig waardering voor het beroep. “Ik ben zelf nooit ghostwriter geweest. De enige reden dat je dat beroep zou willen uitoefenen is omdat je er veel geld mee kan verdienen. Ik heb vrienden die er een dikke boterham mee verdienen. Maar alle vormen van biografie vind ik een onwaardige vorm van literatuur. Ik prefereer dagboeken of brieven. Een autobiografie is meestal geschreven vanuit de behoefte tot zelfverheerlijking. En dat is nog in grotere mate het geval als je een ghostwriter je levensverhaal laat vertellen. Je bent een soort public relations man voor je klant. Die hele business is een tikje vreemd. Je moet jezelf helemaal wegcijferen voor iemand anders, jezelf prostitueren. Maar om over te schrijven wel spannend. Ik was gefascineerd door het idee van een ghostwriter die plotseling zijn baan niet meer wilde uitoefenen, omdat hij genoeg had van de situatie dat hij leugens van een ander maar voor zoete koek moest aannemen. Dat brengt enorme dilemma’s met zich mee.
Meer dan 15 jaar heb ik rondgelopen met het idee, zonder dat ik een goede kapstok kon vinden om een ghostwriter in te passen. Tot het moment dat ik op de radio hoorde dat men Tony Blair wilde vervolgen wegens oorlogsmisdaden en dat hij naar Amerika was vertrokken.
En toen had ik plotseling een plot, een setting en een karakter. Dat was twee jaar geleden
Voor bijna al mijn boeken heb ik twee jaar research gepleegd, maar in dit geval had ik niet meer dan een week nodig. Ik ken de politiek van binnen en van buiten. Dat hoefde ik niet meer te onderzoeken. Alleen Martha’s Vineyard waar Lang met zijn familie verblijft, of opgesloten zit zo je wilt, heb ik moeten onderzoeken.”
Lessen in ghostwriten
Elk hoofdstuk in Geest begint met enkele regels waarin Harris uitlegt hoe een goede ghostwriter te werk moet gaan. Een tamelijk bijzondere vorm. Harris heeft daar zichtbaar plezier in. “Dat heb ik gedaan om het grote publiek duidelijk te maken dat ghostwriter geen beroep is dat ik zelf heb uitgevonden, maar dat het een bestaand beroep is met allerlei regels, gedragsodes en dilemma’s. Het zijn citaten uit boeken die een handleiding menen te zijn voor ghostwriters. Ik was helemaal gek op de toon waarop ze zijn geschreven: schoolmeesterachtig, amusant streng. Naïef is niet het goede woord, maar het heeft toch iets kinderachtigs: “ De ghostwriter moet zorgen dat zijn opdrachtgever zich volkomen op zijn/haar gemak voelt in zijn gezelschap.” Da’s toch heel amusant, nietwaar? Het is op de manier van “Ook jij kan een fortuin verdienen. Hoe leer ik schrijven voor veel plezier en veel profijt?” Die toon, heerlijk."
Boosheid
Naast de luchtige toon die Harris in het boek hanteert, haalt hij soms ook in felle bewoordingen uit tegen de nieuwe regels die door de overheid zijn geïntroduceerd en die de privacy van mensen op alle mogelijke wijzen schendt. “De rechtvaardiging is dat in de oorlog tegen terrorisme nu eenmaal drastische maatregelen genomen moeten worden. Ja, dat maakt me woedend. Je hebt gelijk, de ondertoon van mijn boek leunt op boosheid. Er zijn tal van onopvallende manieren van censuur en maatregelen die je persoonlijke sfeer aantasten: je post kan geopend worden, je kan zomaar gefouilleerd worden. Je telefoon kan afgetapt worden, je kan gemakkelijk langere tijd in voorarrest gehouden worden zonder serieuze aanklacht etc.. Vroeger stond de democratie voor iets. En ik ga niet moraliserend doen, maar de manier waarop mensen, in naam van terrorisme, in buitenlandse gevangenissen worden gezet en gemarteld is meer dan schrijnend. En bijna erger nog zijn de leugens, het manipuleren van de publieke opinie. Het Amerikaanse publiek moest ervan overtuigd worden dat Sadam Hoessein ook achter 9/11 zat en dat ze massavernietigingswapens hadden die ze binnen 45 minuten nadat de opdracht was gegeven afgeschoten konden worden op het Westen. En die hype die gecreëerd wordt om mensen continue bang te maken en te houden. Ik vind het weerzinwekkend.”
Onnozele Blair
De boosheid van Harris richt zich ook op Blair die hij uiteindelijk maar onnozel vond. Zeker omdat hij zich aan de hand van Amerika mee liet voeren naar de oorlog in Irak. “Ik denk dat Blair zich, net als elke succesvolle politicus, liet leiden door de waan van de dag. Hij zat in een glazen bol, afgesloten van de werkelijkheid. Ik denk dat Tony Blair sowieso niet veel wist van de exacte situatie in het Midden-Oosten op dat moment. Dat was denk ik zijn grootste probleem, zijn onwetendheid. Zijn bedoelingen waren ongetwijfeld zuiver. Hij kreeg alleen te maken met de consequenties van wat hij in gang had gezet zonder te weten wat hij deed. Hij heeft veel te veel op het kompas van de Amerikanen gevaren. Ook jammer was dat hij steeds heftiger anderen van zijn gelijk probeerde te overtuigen. Met desastreuze gevolgen. Dat geldt voor de Engelse soldaten die zijn gedood en voor hun families, maar helemaal voor de mensen in Irak. Hij heeft goede dingen gedaan, maar ook veel foute dingen. Hij krijgt in ieder geval niet wat hij wilde: een standbeeld in de geschiedenisboekjes. Blair zal als een controversieel figuur de boeken ingaan.”
Harris kijkt me vanachter zijn glaasje water zowel lachend als vorsend aan. Hij schijnt niet te zitten met de neergang van Blair, die hij zo geestig heeft beschreven in zijn boek. “Het was een leuk gesprek,” zegt hij, “maar je weet dat ik houd van het vertellen van moppen. Daar hebben we niet veel mogelijkheid toe gehad. Help me de volgende keer onthouden, dat we de humor niet vergeten.”