Interview /
Interview Sara Paretsky
Open kaart
Bij sommige mensen zit het schrijven bijna letterlijk in het bloed. Zo ook bij Sara Paretsky. Het is dan ook verbazingwekkend dat haar eerste boek pas verscheen, nadat ze de dertig al was gepasseerd. “Ik schreef al toen ik een heel jong kind was. Ik zag de wereld in verhalen. Het kwam echter nooit bij me op om schrijfster te worden. Alles wat ik schreef was heel erg privé, dat was van mij alleen. Rond mijn dertigste werkte ik als marketingmanager voor een grote verzekeringsmaatschappij. Pas toen schreef ik mijn eerste V.I. Warshawski verhaal en probeerde ik tot publicatie over te gaan. Schrijven is mijn tweede natuur, maar het voelt nog steeds onwennig dat ik mijn verhalen nu aan de openbaarheid prijs geef.”
Gevraagd: uitgever…
Het schrijven van een verhaal is één, het vinden van een uitgever is twee. Voor Paretsky ging dat niet zonder slag of stoot. Dit had niet zozeer te maken met de kwaliteit van het verhaal of met de vrouwelijke hoofdrolspeelster, maar meer met de setting waarin het verhaal zich afspeelde. “Het onderliggende probleem was, dat mijn verhaal zich afspeelde in Chicago en niet in New York, L.A., of San Francisco. Chicago stelt niets voor ten opzichte van deze ‘hot spots'. Veel uitgevers vonden mijn verhaal alleen geschikt voor Chicago en omstreken en daar waren niet genoeg potentiële boekenlezers om een uitgave rendabel te maken.” Ik vroeg Paretsky hoe het uiteindelijk toch gelukt was om met een uitgever in zee te gaan. “Mijn agent trok steeds vol goede moed van de ene uitgeverij naar de andere. Op een gegeven moment dacht ik, dat hij ze allemaal wel had gehad. Maar hij vond er toch nog één. Toen was het eindelijk raak. Ik had het geluk dat de persoon die mijn manuscript las haar zomer in de omgeving van Chicago had doorgebracht. Zij voelde een ‘klik' met mijn verhaal en toen werd mijn eerste boek eindelijk realiteit. Al met al duurde het een jaar voordat ik bij die uitgever terechtkwam. De moed was me toen behoorlijk in de schoenen gezonken…”
Sisters in Crime
Toen de hobbel van het vinden van een uitgever was genomen, diende zich in de jaren '80 een ander probleem aan. Vrouwelijke auteurs werden niet echt serieus genomen en er was bijna niemand te vinden die hun boeken wilde recenseren. Dat laatste is onontbeerlijk voor een goede verkoop. Sara besloot een ‘feministische golf' te creëren in de wereld van het spannende boek en richtte in 1986 ‘Sisters in Crime' op. Al snel kreeg ze bijval van andere vrouwelijk auteurs en begon de organisatie de campagne ‘books in print'. Een catalogus van boeken, die uitsluitend door vrouwen waren geschreven, was het resultaat. “Met die catalogus benaderden we boekhandels en bibliotheken. Na wat heen en weer gepraat kregen we een schap in de boekhandels om ons werk ten toon te spreiden en toen begon de verkoop te lopen. Voor veel vrouwelijke lezers was het een eye-opener om boeken te lezen in het thrillergenre waar ze zich mee konden identificeren. Sisters in Crime was daar direct verantwoordelijk voor. Op dit moment beginnen de ‘vrouwenboeken' weer een beetje in het slop te raken. Waarschijnlijk moeten we straks dus weer helemaal opnieuw beginnen…”
Vooral doorgaan…
Ondanks de moeilijkheden waar vrouwelijke auteurs tegen aan liepen, was Paretsky's eerste boek met V.I. Warshawski een groot succes. Inmiddels zijn er 11 boeken verschenen over de ietwat klunzige (Sara: “Ik houd niet van superhelden”), maar uiterst oprechte en gepassioneerde privédetective. Op mijn vraag of Paretsky van begin af aan van plan is geweest om meerdere boeken over deze heldin te schrijven, antwoordt ze: “Eigenlijk niet. Toen mijn eerste boek verkocht was, wilde ik daarna graag een totaal ander boek schrijven. Maar mijn uitgever wilde nog een boek over V.I. en mijn agent adviseerde me zelfs om vier boeken in een serie te schrijven. Van het één kwam het ander en V.I. werd een blijvertje.”
V.I. is born
Paretsky weet haar privédetective neer te zetten als een mens van vlees en bloed met enerzijds een pittig karakter, maar anderzijds ook met veel gevoel en een aandoenlijke kwetsbaarheid. Het is duidelijk dat ze met de creatie van deze hoofdpersoon niet over één nacht ijs is gegaan. Ik vraag haar naar de ‘geboorte' van V.I. “Ik wilde al jarenlang een detective schrijven met een vrouw in de hoofdrol. Ter voorbereiding las ik jarenlang bijna alleen maar spannende verhalen. Ik was geschokt door het feit dat de vrouwen in bijna al die verhalen seksistisch werden neergezet. Er begon bij mij toen het idee te ontstaan, dat ik een boek zou schrijven dat alles op zijn kop zou zetten. Ik begon een verhaal te schrijven met een keiharde tante als parodie op Phillip Marlowe. Op een gegeven moment komt er een man in haar leven met brede schouders en een prachtig bruinverbrand lijf. Het voelde echter niet goed om met deze parodie door te gaan. Rond die tijd zat ik in een niet bijster interessante vergadering op mijn werk met mijn baas en letterlijk op dat moment drong V.I. mijn hoofd binnen. Toen wist ik dat ik geen slap aftreksel van Phillip Marlowe wilde creëren. Ik wilde schrijven over een vrouw zoals ikzelf en mijn vriendinnen, die zich probeert staande te houden in een baan die oorspronkelijk voor mannen was bedoeld.”
Het karakter van V.I. was in grote lijnen bekend, maar het beestje moest ook nog een naam hebben. Sara: “Ik vond het bedenken van een naam heel erg lastig. Uiteindelijk is het toch gelukt. Mijn naam is Paretsky, dat is een Poolse naam. Warschau ligt in Polen dus ik heb die twee aan elkaar gekoppeld. Warshawski was het resultaat. De initialen V.I. zaten ineens in mijn hoofd en ‘bekten' lekker bij Warshawski.”
Even voorstellen…
Ik heb als lezer wel een aardig beeld gekregen van V.I., maar ik ben benieuwd hoe Sara zelf tegen haar aankijkt. Ik vraag haar om V.I. voor te stellen aan lezers van Crimezone Magazine. “Op twaalfjarige leeftijd was er een roman waar ik helemaal gek van was en die ik steeds opnieuw bleef herlezen. Het verhaal speelde zich af tijdens de Amerikaanse revolutie en de held werd beschreven als lang, dun en sterker dan hij eruit zag. Dat is V.I., ze is lang, niet heel erg dun maar wel sterker dan ze eruit ziet. V.I. is een zeer gepassioneerd persoon, die soms heel cynisch kan doen over macht en machteloosheid. Ze is ook heel erg idealistisch en enorm trouw als ze in je gelooft. Loyaliteit heeft ze hoog in het vaandel staan, aan eerlijkheid hecht ze grote waarde. Als ze het gevoel heeft dat je haar bedondert, dan zal ze je dat waarschijnlijk nooit vergeven.”
Ik vraag Sara of het mogelijk is om zo'n uitgekristalliseerde hoofdpersoon neer te zetten zonder daar ook iets van haar eigen karakter in te verwerken. “Als je al 21 jaar schrijft over een personage, dan komt deze persoon echt tot leven. Soms is het moeilijk om de scheidslijn tussen jezelf en het fictieve karakter strak te hanteren. Het bewaren van afstand wordt ook nog eens bemoeilijkt, doordat ik in de ik-persoon schrijf. Zowel V.I. als ik kunnen niet tegen onrecht. Op het moment dat V.I. daarmee wordt geconfronteerd, spreekt ze met mijn stem. Toch zijn er ook grote verschillen. V.I. probeert ook daadwerkelijk iets te doen aan het onrecht dat ze tegenkomt. Ik zou niet weten hoe dat moet. In dat opzicht ben ik wel jaloers op haar. Misschien is het beschrijven van misstanden in mijn boeken wel mijn manier van actie ondernemen. Ik weet het niet.
Een andere discrepantie is het feit dat ik een dromer en een lezer ben. Ik kan me heerlijk opkrullen op de bank met een goed boek. Dat zie ik V.I. niet zo snel doen. Zij is veel meer een spring in het veld, die moeilijk stil kan zitten.”
Karaktermoeheid?
Hoewel V.I. eigenlijk nooit verveelt, kan ik me toch voorstellen dat er bij de schrijfster wel een ‘karaktermoeheid' ontstaat als je jaar in, jaar uit schrijft over hetzelfde personage. Mijn vermoeden blijkt te kloppen . “Op een gegeven moment kom je op een punt, dat je niet meer helemaal ‘fris' ten opzichte van je hoofdpersoon staat. Nu is dat moment aangebroken en heb ik er behoefte aan om V.I. even ‘on hold' te zetten. Een aantal jaar terug heb ik dat ook gedaan en dat heeft goed uitgepakt. In de tussenliggende periode heb ik een stand alone geschreven met een boze ondertoon, omdat ik me beklemd voelde door het schrijven over V.I. Daarna voelde ik me een stuk beter en heb ik mijn drie beste boeken (Zwarte lijst, Zwendel en Lastig Parket) uit de hele serie geschreven. Over het boek waar ik net de laatste hand aan heb gelegd, ben ik niet zo tevreden. Vandaar dat ik weer het gevoel heb, dat ik aan een ‘V.I. break' toe ben.” Ik vraag Sara wat voor soort boek ze zou willen schrijven: “Het zal in ieder geval geen nieuwe serie worden, dat zou dan toch een verkapt V.I. boek worden. Ik heb wel eens nagedacht over een nieuwe serieheld, maar dat voelt heel gekunsteld aan. Wat ik nodig heb is een echte vakantie, waarin ik kan schrijven vanuit een compleet andere stemming. Het zal wel weer een thriller worden, want in mijn ogen heeft een verhaal spanning en wat melodrama nodig. Ik denk niet dat ik in staat ben om een echte roman te schrijven. Ik heb niet zoveel te vertellen als ik geen plot heb met een beetje actie. Ik ben trouwens wel gek op het lezen van romans.”
I need a thrill(er)
Paretsky's voorliefde voor het spannende verhaal komt duidelijk naar voren in ons gesprek. Ik ben dan ook benieuwd wat volgens haar de ingrediënten zijn voor een goede thriller. “Allereerst heb je geloofwaardige karakters nodig, die zowel voor de schrijver als voor de lezer tot leven komen. Je kunt heel veel fouten in een boek vergeven als het verhaal wordt gedragen door volwaardige en sprankelende karakters. Natuurlijk moet een thriller ook spanning bevatten. Er moet een onderhuids gevaar voelbaar zijn en de lezer moet een beetje nerveus worden van het verhaal.” Ik vraag Sara hoe ze dit bewerkstelligt in haar eigen boeken. “ De misdaden in mijn boeken gaan altijd over dingen die niet te zeer voor de hand liggen. Ik schrijf verhalen met verschillende ‘lagen' die uiteindelijk allemaal aan elkaar te linken zijn.”
Automatische piloot?
Vaste onderwerpen in Sara's boeken zijn witteboordencriminaliteit en sociale misstanden. Ik vraag haar of ze veel research doet naar dergelijke thema's. “Dat ligt een beetje aan het boek. Voor Zwarte lijst, mijn nieuwste boek, heb ik behoorlijk diep gegraven in oude stukken. Het boek gaat o.a. over een negertheater, een overheidsproject in 1930. Het was fantastisch daar onderzoek naar te doen en al die oude documenten te lezen. Voor dat boek heeft de research duidelijk invloed gehad op de manier waarop ik het heb geschreven. Verder lees ik veel financiële bladen om inspiratie op te doen voor mijn plots.” Is een boek dat weinig research nodig heeft dan ook makkelijker en sneller te schrijven? “Ik doe meestal 18 maanden over een boek, soms nog iets langer. De tijd die ik nodig heb, heeft niet zozeer met de research te maken, maar meer met het gemak waarmee het verhaal zich vormt. Met Zwarte lijst had ik geen enkele moeite, maar met het verhaal dat ik onlangs afrondde wel, terwijl dat veel minder gecompliceerd was. Ik bleef maar stukken tekst weggooien en herschrijven, erg frustrerend. Je zou denken dat schrijven makkelijker wordt naarmate je het langer doet, maar dat is niet zo. De moeilijkheid zit hem juist in het vernieuwen van je verhalen. Schrijven op de automatische piloot is niet mogelijk. Je wilt niet steeds hetzelfde zeggen en jezelf herhalen. Dat gevoel had ik heel sterk bij mijn laatste, nog niet verschenen boek.”
Hints
Een bijzonder en niet meer alledaags element in Paretsky's boeken is het gegeven dat elk hoofdstuk een eigen titel heeft. “In de wat oudere boeken was het gebruikelijk, dat elk hoofdstuk een titel had. Ik ben daar altijd gek op geweest en heb dat in mijn eigen verhalen doorgevoerd. Met die titel wil ik een hint geven die de lezer alleen maar begrijpt als het hoofdstuk is gelezen. Soms word ik wel een beetje moe van het verzinnen van een pakkende aanhef, maar ik voel me eigenlijk een beetje verplicht om het te blijven doen.” Natuurlijk wil ik weten waarom. Sara: “Ik had een hele trouwe fan, zijn naam was Don, en hij verheugde zich altijd enorm op mijn hoofdstuktitels. In de tijd dat ik vrij controversieel was in de ‘mysterie world' en veel kritiek te verduren had, sprong hij altijd voor me in de bres. Ik noemde hem mijn ‘Don'Quichot. Hij was mijn ridder. Mijn hoofdstuktitels zijn een soort van ode aan hem. Helaas leeft hij niet meer en kan hij er zelf niet meer van genieten.”
Die ene knaller…
Het succes van Paretsky zit wereldwijd meer dan snor. Een van haar V.I. boeken is verfilmd en ze heeft al behoorlijk wat awards in haar tas. Toch komt ze enigszins onzeker over. Mijn laatste vraag is dan ook of haar carrière haar alles heeft gebracht wat ze ooit hoopte, of dat er nog steeds dingen te wensen overblijven. “Ik wil nog steeds dat ene perfecte boek schrijven, waarin alles echt klopt. Het zou mooi zijn als dat mijn laatste boek is, omdat ik daarna altijd bang zal zijn dat ik het niet kan evenaren. Mijn droom is om die ene ‘knaller' te schrijven en dan te sterven in het harnas…”