Interview /
Interview Sebastian Fitzek
De inhoud van De therapie is intrigerend. Josy, de zieke 12-jarige dochter van psychiater Victor Larenz verdwijnt onder mysterieuze omstandigheden. Totaal gebroken trekt Larenz zich terug in een afgelegen vakantiehuis op een eiland. Op een dag duikt daar de mooie Anna op. Zij smeekt Larenz om therapie omdat zij lijdt aan waanvoorstellingen. In haar eigen ongrijpbare werkelijkheid duikt constant een meisje op dat verdwenen is en dat gruwelijke gebeurtenissen meemaakt. Larenz haat de therapeutische sessies, maar Anna’s verhaal vertoont opvallend veel overeenkomsten met de verdwijning van zijn eigen dochter. Larenz blijft in de emotionele sessie volharden in de hoop meer over zijn verdwenen dochter te weten te komen.
Van popmuzikant tot radiodirecteur
Sebastian Fitzek, de schrijver van deze zenuwslopende thriller werd op 13 oktober 1971 geboren in Berlijn. Zijn vader was schoolhoofd en doceerde Duits, net als zijn moeder. Het taalgevoelige gezin stelde al vanaf Sebastian’s prilste jeugd hoge eisen aan zijn taalgebruik.
Iets dat hem later enorm van pas zou komen.
“Wie zou er onder die omstandigheden plezier krijgen in de literatuur? Gelukkig waren mijn ouders cool. Ze lieten me thrillers en stripoverhalen lezen. Ik werd echt niet gedwongen om samen met hen poezie te ontleden. Vanaf de zesde klas kreeg ik elke dag tennisles met de bedoeling professional te worden. Maar in mijn tienerjaren ontdekte ik dat meisjes dol waren op popsterren. Daarom stortte ik me op drumles en richtte een band op. Met weinig succes. Toen ik mijn demotapes naar een radiostation stuurde, boden ze me gekscherend een baan als comedyschrijver aan. Ik was toen even de weg kwijt. Ik wilde dierenarts worden en jurist, maar door allerlei toevallige omstandigheden kwam ik bij de radio terecht. En daar werk ik nu nog, als programmadirecteur bij radiozender 104.6 RTL in Berlijn.”
Paniek
Fitzek kan zich nog precies herinneren wanneer hij besloot te gaan schrijven. “Ik kwam de bioscoop uit na het zien van Angel Heart met Mickey Rourke. Ik was zo gefascineerd door het verhaal dat ik me begon af te vragen of ik ooit ook zo’n boeiend verhaal zou kunnen schrijven. Een vraag die me tot op de dag van vandaag bezig houdt. Maar dat was het moment dat ik besloot te gaan schrijven. Het idee voor De therapie kreeg ik tijdens het bezoek aan de dokter. Mijn vriendin werd behandeld en ik zat in een overvolle wachtkamer en na een half uur sloeg mijn fantasie op hol. Paniek. Wat zou ik doen als iedereen zou zeggen dat ze mijn vriendin helemaal nooit gezien hadden. Dat de dokter en de receptioniste zouden zeggen dat ze nooit binnen was geweest. Dat ik me gewoon verbeeldde dat we samen gekomen waren. En dat alle andere patiënten bevestigend zouden knikken. Welke logische reden kan een mens dan bedenken om te kunnen verklaren dat ze nooit meer komt opdagen. Dat idee fascineerde me en die situatie heb ik ook beschreven in De Therapie als Larenz met zijn dochter naar de dokter gaat en iedereen ontkent haar ooit gezien te hebben.”
Munchhausen-syndroom
Bij een dergelijk uitgangspunt wordt het uiterste gevergd van het inleven in de kronkels van de menselijke geest. Daarom besloot Fitzek zich te verdiepen in de psychologie en psychiatrie. “Ik heb toen enorm veel medische literatuur gelezen, bijvoorbeeld de dagboeken van een schizofrene vrouw. Mijn broer en zijn vrouw zijn neuroloog en neuroradioloog, dus van hen heb ik veel informatie gekregen. Bovendien heb ik mensen in mijn nabije omgeving die lijden aan schizofrenie en aan het zeldzame Munchausen-syndroom dat ik in mijn boek beschrijf. Het Munchhausen-syndroom wordt beschreven als een psychische ziekte die maakt dat mensen zichzelf pijn doen, verminken of ernstige ziektes voorwenden op een heel overtuigende en dramatische wijze. Hun enige doel daarbij is om aandacht te trekken van doktoren, vrienden, familieleden en collega’s. Het feit dat het liegen dat niet de mensen die de leugens moeten aanhoren ziek worden, maar de leugenaar zelf wel, fascineert me bovenmatig. Er wordt gezegd dat iedereen wel 200 keer per dag liegt (Zelfs het antwoord op de vraag Hoe gaat het met je? wordt altijd met een leugen beantwoord). We zijn dus allemaal leugenaars.
De stap naar het geloven van onze eigen leugens is maar een heel kleine stap.”
En natuurlijk zijn er gradaties in het Munchhausen-syndroom. Het begint bij mensen die zeggen dat ze zich niet lekker voelen zodat andere mensen medeleven tonen en zeggen dat ze dat vervelend vinden voor de zieke. Een gradatie verder en je komt bij de mensen die hun denkbeeldige ziekte zo overtuigend simuleren dat ze naar een ziekenhuis gebracht worden. De ergste vorm is dat mensen daadwerkelijk gif innemen of zichzelf ernstig verminken om aandacht te krijgen.”
Leugens
In De therapie lijken sommige mensen normaal en andere mensen minder normaal. Het geeft een ongelooflijk vervreemdend effect. Wie is wie? Wie spreekt de waarheid? Wie simuleert? “Ïn het dagelijks leven zou je de mensen met het Munchhausen-syndroom ook niet kunnen herkennen. Het zijn ontstellend goede acteurs. In Engeland hebben ziekenhuizen zelfs camera’s geïnstalleerd in de kamers van patiënten. Ze hebben daar gefilmd dat mensen zo ver gaan dat ze chemische schoonmaakmiddelen slikken. Ik heb voor mijn boek uitvoerige gesprekken gehad met doktoren om de symptomen en de ziekte zelf zo realistisch mogelijk te kunnen beschrijven.”
Dat roept de vraag op wat het verschil is tussen een leugen en fantasie. “Alles is een leugen. Natuurlijk is datgene wat de schrijver bedenkt ook een leugen. Schrijven is liegen. Maar zoals met alles in het leven, er zijn goede en er zijn slechte variaties. De vraag is wat voor effect de leugen heeft op een andere persoon. Als iemand door een leugen verraden wordt of bezeerd wordt, dan is een leugen slecht. Als de leugen een amuserende waarde heeft waar een ander zich mee kan vermaken, dan is alles in orde.”
Thrillers
De therapie is zenuwslopend, adembenemend, maar wijkt ver af van het normale stramien van thrillers. Dat was ook de opzet van Fitzek. “Ïk heb vanaf mijn jeugd veel thrillers gelezen. Met name van Stephen King. Tijdens mijn studie las ik veel van Grisham, Follet en Crichton. Tegenwoordig ben ik gek op Deaver, Coben en Lehane. Maar ik houd ook van Duitse schrijvers als Link, Prange, Schätzing en Esbach, als het maar origineel is. Maar voor mijn eigen boek wilde ik nog iets anders. In ieder geval heb ik voor mezelf de overtuiging dat er niet echt bloed hoeft te vloeien om een spannend verhaal te schrijven. Ik heb me gericht op de wonderbaarlijke werking van de menselijke geest. Het maakt wel dat mijn boek qua sfeer donker lijkt, maar er is altijd wel ergens licht.”
Medicijnen
Hoewel in De therapie een van de hoofdpersonen slechts kan functioneren onder invloed van medicijnen, gelooft Fitzek niet in het voorschrijven van medicijnen als remedie tegen psychische stoornissen. Psychiaters kunnen patiënten door praten helpen om zichzelf te leren helpen. Zij kunnen de juiste weg wijzen. Maar het is wel belangrijk dat de patient bereid is om dat moeilijke pad naar genezing zelf te bewandelen, zowel emotioneel als fysiek. Medicijnen kunnen in een bepaalde fase belangrijk zijn om emoties te stabiliseren, Maar medicijnen bieden geen oplossing. Ik geloof meer in praten.”
Eiland
Het eiland waar het verhaal zich afspeelt versterkt de eenzaamheid van de emotioneel geknakte dokter Larenz, maar ook van zijn patiente Anna. “Het eiland Parka is geen bestaand eiland. Ik heb het bedacht en zo beschreven dat het zich overal zou kunnen bevinden. Net zoals het verhaal zich overal zou kunnen afspelen. Een eiland is het ideale decor voor eenzame mensen, mensen met een trauma, mensen die leven maar geestelijk dood zijn, volslagen verward zijn, midden in een rouwproces zitten. Wind, regen, mist, onstuimig water, stilte, een kleine gemeenschap waar iedereen weet wat er gaande is. En alle emotionele toestanden die ik hierboven beschrijf zijn verenigd in dokter Larenz. De wanhoop die zich van een mens meester maakt als hij zijn kind verliest moet onbeschrijflijk zijn.”
Verwarring
Het verhaal is zo gecompliceerd en verrassend tegelijk dat er een nauwkeurige outline aan vooraf gegaan moet zijn. Fitzek bevestigt het volmondig. “Ja, met een thriller als deze, moet je absoluut van tevoren weten waar het verhaal naartoe gaat. Als ik het slot niet duidelijk uitgestippeld had, was het een complete chaos geworden. In dat geval zouden niet de hoofdpersonen, maar de lezer met een gevoel van totale verwarring zijn opgescheept. Maar het was niet gemakkelijk. Nadat ik het basisidee uitgedacht had, heb ik een jaar lang na moeten denken om het verhaal rond te krijgen. Nadat ik een uittreksel had gemaakt met een geloofwaardig einde ben ik pas begonnen met schrijven.”
Gevaarlijke situaties
“Het tegendeel was echter het geval met mijn karakters. Die heb ik niet van tevoren uitgewerkt. De karakters hebben tijdens het schrijven hun eigen verhaal ontwikkeld. Dat betekende dat ik soms geen flauw idee had hoe ik hen uit penibele situaties moest redden. Dat was het punt waarop ik me realiseerde dat het verhaal echt spannend werd. Als zelfs ik niet wist hoe ik mijn personages uit gevaarlijke situaties moest halen, hoe zou de lezer het dan kunnen? Maar tijdens het schrijven heb ik de karakters wel zo zorgvuldig mogelijk vorm gegeven. Slecht vorm gegeven karakters kunnen een fantastisch verhaal ruineren, maar natuurlijk is het omgekeerde ook het geval.”
Lui en onrustig
“Het grootste probleem met een complex verhaal als dit is dat ik in wezen nogal lui ben. Ik heb strakke deadlines nodig en ik kan alleen onder tijdsdruk werken. Helaas kan ik niet anders werken. Als ik twee jaar de tijd had om een boek te schrijven, zou ik eerst een jaar op vakantie gaan, Het leuke van schrijven is dat ik zulke bijzondere mensen ontmoet. Dat is een van de redenen dat het de moeite waard maakt om een jaar aan een boek te zitten ploeteren. Ik ontmoet zoveel creatieve, gekke, interessante en inspirerende mensen, zoals ik in mijn hele leven nog niet ben tegen gekomen. Dat is wat ik leuk vind. Wat ik haat is te lang op een plaats blijven. Ik word gedreven door een innerlijke onrust. Als ik in de bioscoop zit, kan ik niet op mijn plaats blijven, dan word ik gek, vreet ik mezelf op van de zenuwen. Als ik op een feestje ben, ga ik al na een half uur weg. Tenzij ik iemand ontmoet die interessant is. Dan kan ik de hele avond over nieuwe projecten praten.”
Nieuwe boek
Over nieuwe projecten gesproken. In Duitsland is net mijn tweede boek uitgebracht, Amokspiel. En ook hierin speelt de psyche van de mens weer een hoofdrol. Het gaat over de psychotherapeute Ira Samin die haar zelfmoord zorgvuldig heeft voorbereid. Ze zit boordevol zelfverwijt over de dood van haar dochter en daarmee kan ze niet leven. Maar dan wordt haar hulp ingeroepen. Er is een afschuwelijk gijzelingsdrama aan de gang in een radiostudio. Een psychopaat speelt een dodelijk spelletje, Cash Call. In de show belt hij toevallig gekozen mensen. Als zij de telefoon opnemen met een speciaal wachtwoord, laat hij een van de gegijzelden vrij. Als ze niet het juiste antwoord geven, schiet hij een gijzelaar dood. De man zegt dat hij net zolang door zal gaan tot zijn verloofde naar de studio komt. Het tragische is dat de vrouw al maanden dood is. De psychotherapeute Ira is dus bezig te onderhandelen in een verloren zaak, terwijl zij zich in de grootste crisis van haar leven bevindt. Miljoenen luisteraars wachten gespannen af. Je ziet, ik heb het mezelf en de lezers niet gemakkelijk gemaakt. En dat voor een lui mens. Niet gek, he?”