Interview /
Interview Simone van der Vlugt
Met al een flinke reeks kinderboeken op haar conto maakte Simone van der Vlugt in 2004 met De reünie de overstap naar de literaire thriller. In 2005 volgde Schaduwzuster. Beide boeken waren jaloersmakend succesvol. Met haar nieuwste thriller Het laatste offer slaat Simone de weg in van de avonturenroman. Een hele ommezwaai.
Stijl
Als een huis werkelijk de spiegel is van de ziel van haar bewoners, dan duidt het lichte en voornamelijk in wit gedecoreerde huis van Simone van der Vlugt erop dat hier mensen wonen die houden van inzichtelijkheid, van orde en netheid. Groot, ruim, helder, een oase voor de denkende en schrijvende geest. Hier kost het concentreren op werk geen moeite, zoveel is duidelijk. Het perfectionisme straalt van alles af. Het is dan ook niet meer dan normaal dat Simone de fotograaf en mij korte tijd in de steek laat om van trui te verwisselen. De vorige fotograaf kreeg kleur. Wij krijgen wit. Geheel in stijl.
Harmonie
Simone van der Vlugt werd op 15 december 1966 in Hoorn geboren als Simone Watertor. Als oudste dochter in een gezin van twee kinderen groeide zij op in harmonie. Liefhebbende moeder, hard werkende vader en een huis met tuin waarin konijnen en cavia’s ronddartelden.
Het was de ideale omgeving voor het wegdromen naar andere tijden. Geheel in de ban van Thea Beckmann’s Kruistocht in spijkerbroek stortte Simone zich op het schrijven, hetgeen uitmondde in volwaardige boeken waar zij in haar tienertijd de uitgevers mee bestookte. Simone kijkt met een glimlach op die tijd terug. Zij heeft Terug op Kreta, dat zij op haar 17e schreef, nog wel eens herlezen: “Als je daar later naar terugkijkt zie je heel wat mankementen. Herschrijven heeft geen zin. De uitgever vond het ongeloofwaardig. Hij had gelijk, maar dat zie je later pas. In die tijd dacht ik dat het niet zoveel anders was dan de boeken van Agatha Christie en die zijn ook lang niet altijd geloofwaardig.”
Literatuur
Omdat de schrijfkunst door de halsstarrige houding van de uitgevers vooralsnog weinig perspectief leek te bieden, volgde Simone de lerarenopleiding Frans en Nederlands.
Het heeft haar literaire smaak niet blijvend beïnvloed. “Ik vond Albert Camus mooi. En toevallig heb ik een jaar geleden Bonjour Tristesse van Francoise Sagan weer gekocht. Dat leest heerlijk weg. Ik was in mijn studietijd wel erg onder de indruk van Hersenschimmen van Bernlef en De donkere kamer van Damocles van WF Hermans. Maar over het algemeen is de Nederlandse literatuur somber. Oorlog, dood, daar haal ik weinig voldoening uit. Op mijn boeken wordt ook het etiket “literair” geplakt. Het is een verkooptechniek van de uitgevers.
Ik heb niet de pretentie literair te zijn. Ik wil boeken schrijven die gewoon lekker lezen.”
Vrouwen versus mannen
Lekker schrijven, lekker lezen. Dat roept de vragen op of vrouwelijke auteurs anders schrijven dan mannen en of vrouwelijke lezers ook anders lezen dan mannen. Simone is er resoluut in: “Ja, vrouwen schrijven anders, op een subtiele manier. Datzelfde geldt voor het lezen. De boeken die nu populair zijn, zijn op vrouwen gericht. Zeker op het gebied van thrillers. Vrouwen willen zich herkennen. Vrouwen willen geen harde en rauwe beschrijvingen van lijken met allerlei onprettige details. Vrouwen willen meer onderhuidse spanning. Ook het fenomeen angst heeft voor de vrouw een heel andere lading dan voor de man. In het donker, alleen op straat, is voor vrouwen een angstiger belevenis dan voor mannen. Mannen schrikken niet zozeer van voetstappen in het donker. Vrouwen wel. Zie jij het voor je dat mannen met een busje peperspray in hun zak rondlopen omdat ze bang zijn dat ze worden aangevallen? Nee toch? Dus het begrip spanning betekent voor iedereen wat anders.
Ik merk zelf ook dat ik aarzel om mannen voor hun verjaardag De reünie of Schaduwzuster te geven. Die zijn toch te veel op vrouwen gericht. Met Het laatste offer zit ik gelukkig helemaal goed. Dat is voor iedereen. Ik kan het trouwens ook zien aan mijn lezingen in het land. Er komen voornamelijk vrouwen. Er zijn wel manen, maar heel weinig”
Chicklit?
Veel van de literaire thrillers van dit moment worden door barse mannelijke critici afgedaan als futloze en fruitige romannetjes uit de bouquet-reeks. Chicklit voor en door vrouwen. Maar wat houdt de neerbuigende kwalificatie chicklit eigenlijk precies in? Simone heeft hier duidelijk over nagedacht. Moeiteloos maakt ze het onderscheid. Chicklit zijn boekjes over alleenstaande twintigers en dertigers waarin alles uitsluitend draait om het vinden van de grote liefde, zoals in The diary of Bridget Jones. Dat zijn de hedendaagse bouquet-reeks romannetjes. Het zoeken naar of het wachten op de prins met zijn witte paard. In mijn eerste twee boeken zit ook wel een vleugje chicklit, maar het is een absolute bijkomstigheid. Het vinden van de grote liefde is geen doel op zich. Natuurlijk is dat wel iets wat vrouwen bezig houdt en dus is het niet zo vreemd dat het ter sprake komt. Maar mijn verhalen gaan over veel wezenlijker zaken.”
Simone geeft wel toe dat er in de boeken van de vrouwelijke auteurs wel erg veel dagelijkse beslommeringen worden beschreven, dat er veel tijd is voor het shoppen en dat het drinken van thee en wijn soms wat uitvoerig wordt beschreven. Eenzelfde voorliefde van mannelijke auteurs voor het beschrijven van typisch mannelijke zaken als voetbal en auto’s, zou zeer zeker ook de aandacht trekken. “Ik heb onlangs een boek gelezen waarin erg veel aandacht werd besteed aan poolen, biljarten. Dat heb je op een gegeven ogenblik inderdaad wel gehad. Maar, het is wellicht een overgangsperiode voor ons vrouwelijke auteurs. In Het laatste offer kom je geen vleugje chicklit meer tegen. Ik heb er een beetje afstand van genomen.”.
Vrouwelijke misère
Opvallend is dat vrouwen het in de boeken van Simone niet gemakkelijk hebben. In De reünie is de hoofdpersoon een depressieve 23-jarige vrouw die eerst op school en later op het werk gepest wordt. In Schaduwzuster wordt Marieke, een lerares op een zwarte school, bedreigd waardoor ze in angst leeft. In Het laatste offer is de hoofdpersoon Birgit een eenzame 26-jarige vrouw met vele mislukte relaties en een problematische jeugd. En dat terwijl Simone zelf een onbezorgde jeugd en studietijd heeft gehad. “Ja, ik moet oppassen dat ik niet de Carry Slee van het thrillergenre word, haha. Ik schrijf wat ik zelf ook graag zou lezen. Ik ben erg geïnteresseerd in dat wat de mensen gevormd heeft. Misschien komt het omdat ik het zelf allemaal niet heb meegemaakt. Maar als je van je personages meer wilt maken dan pionnen die op een schaakbord heen en weer geschoven worden, moet je beschrijven hoe ze in hun jeugd gevormd zijn. Veel krijg je mee door je genen, maar ook minstens zoveel door je achtergrond. Zo was mijn moeder vroeger altijd bang om met de auto in het water te rijden.
Ik reeg als kind de boodschap mee dat langs het water rijden gevaarlijk is. Ik heb die angst volledig overgenomen. Ik heb een emergency glow-hamer in de auto en mijn kinderen geïnstrueerd wat ze moeten doen als we in het water terecht komen. Zo zie je maar.”
Het laatste offer
Simone van der Vlugt heeft altijd veel belangstelling gehad voor de geschiedenis. Voor haar jeugdboeken documenteerde zij zich grondig. Dat is voor Het laatste offer niet anders. “Ik zag op de televisie bij Teleac een uitzending over verdwenen beschavingen. Ze verkondigden de theorie dat er ver voor de jaartelling een wereld was waarin het beschavingsniveau bijna net zo hoog was als dat van nu. Maar dat die vrijwel volledig verdwenen is ook al zijn er allerlei aanwijzingen en bewijzen te leveren van dat beschavingsniveau. Zo had men al een uiterst nauwkeurige wereldbol waarop de hele wereld nauwkeurig, met coördinaten en al, in kaart was gebracht. En zo zijn er ook bewijzen dat men al heel lang geleden bekend was met de basisprincipes van elektriciteit. Ik dacht eerst dat het een Broodje Aap was. Het zette mijn hele wereld op zijn kop. Ik ben meteen naar de bibliotheek gegaan en heb alles gelezen wat er te krijgen was, ook de boeken waarnaar verwezen werd. Daarna ben ik op Internet gaan zoeken, wat een onuitputtelijke bron van kennis is, maar helaas niet altijd even betrouwbaar. Iedereen kan van alles op internet zetten. Toen wist ik in ieder geval waar mijn boek over moest gaan. Ik heb eerst een aantal scènes geschreven en toen ben ik samen met mijn gezin gaan reizen om de locaties die ik wilde beschrijven ook in het echt te zien. De archeologische plekken in Egypte moet bezocht hebben om de couleur locale realistisch te kunnen weergeven. Later zijn we ook naar de kathedraal van Chartres geweest, waar de Ark des Verbonds, die een grote rol speelt in mijn boek, uiteindelijk terecht is gekomen. We hebben bijna een dag gezocht naar de inscripties over de Ark. Het was maar goed dat we gegaan zijn, want in de kathedraal stond een andere tekst dan in de bronnen die ik geraadpleegd heb. In het verhaal dat ik vertel zit wel degelijk een grote kern van waarheid. Daarom wil ik niet allerlei bewijsmateriaal verzinnen. Iedereen kan natuurlijk zeggen dat hij het niet gelooft, maar niemand kan zeggen dat het niet waar is.”
Kerkgeheimen
In een interview met de Volkskrant had Simone stevige kritiek op de boeken die in navolging van De Da Vinci code het ene kerkgeheim na het andere ontrafelden. “Weer een geheim uit het Vaticaan, weer die tempeliers…” Nog steeds heeft Simone haar buik vol van de tempeliers, maar met haar grote voorliefde voor de historie kon ze toch niet om de kerk heen.
“Ik was het eerst helemaal niet van plan om kerkgeheimen in mijn verhaal te betrekken. Maar zodra je de geschiedenis induikt, stuit je op de kerk. Die had zo’n allesoverheersende invloed op het leven van vroeger. Ik vind het ook wel leuk om erover te schrijven. Ik heb zelf een tikje van het katholieke geloof meegekregen. Bij ons thuis hadden we een losse manier van kerkbeleving. Mijn moeder was katholiek en mijn vader was niet gelovig. Mijn oma had prachtige vooroorlogse kinderbijbels met intrigerende verhalen over Filistijnen en afgehakte hoofden. Toch heb ik wel een uitgebreide Bijbelkennis. Toen ik voor de NS Publieksprijs verslagen werd door de Nieuwe Bijbel heb ik die cadeau gekregen. Ik vertel mijn kinderen wel Bijbelverhalen, gewoon uit culturele overwegingen. Wat ik in mijn boek opschrijf over de Bijbelse geschiedenis komt aardig overeen met de heersende opvattingen, al moet ik voor het verhaalverloop Mozes wel eens iets laten doen met de uitdrukkelijke vermelding dat dat niet in opdracht van God is.”
Informatiev
In Het laatste offer wordt veel informatie gegeven over Bijbelse onderwerpen, Egyptische opgravingen en overleveringen, moderne wetenschappelijke theorieën over de menselijke beschaving, de geschiedenis van de Ark des Verbonds. Simone is de eerste doe toegeeft dat het doseren van de overdaad aan informatie haar grootste probleem was bij het schrijven van dit boek. “De uitgever adviseerde mij een gehele verhaallijn te schrappen. Ik kon dat in het begin niet over mijn hart verkrijgen. Maar toen gingen we met ons gezin verhuizen en verbouwen en kwam het boek even op de tweede plaats. Toen ik het daarna opnieuw las, zag ik dat ik wel heel veel informatie had gegeven. Daarna heb ik alsnog een hele verhaallijn geschrapt. Ik had wel het geluk dat ik heel veel over Julius Caesar wist. Dat kwam me van pas toen ik plotseling een verbindingslijn nodig had om de Ark des Verbonds van Egypte naar Chartres te laten verplaatsen. Maar ja, doseren en schrappen is het moeilijkste wat er is.”
Verkrachtingen
Het lijkt een hele overstap om van historische jeugdboeken naar literaire thrillers en vervolgens naar een psychologische avonturenroman over te stappen. Maar Simone vindt die overstap niet zo groot: “Ik heb een brede belangstelling. Mijn jeugdboeken spelen zich ook allemaal in een andere periode af. Je kunt van mij echt alle soorten boeken verwachten. Ik vind het schrijven voor de jeugd overigens moeilijker dan het schrijven voor volwassenen. Veel mensen denken dat ze voor kinderen kunnen schrijven. Het is een misvatting. Met name kinderen van 13 jaar en ouder moet je niet kinderachtig toespreken. Ik kreeg vroeger wel kritiek dat mijn jeugdboeken te hard waren. Ik schreef over hoeren en verkrachtingen. Juist die boeken werden onsterflijk populair omdat ze op bepaalde scholen verboden werden. In De slavenring (2003) wordt in de openingsscène een meisje door 2 soldaten verkracht. Een jongen schiet met zijn pijl en boog de verkrachter neer. De kinderen vonden het prachtig, maar de recensenten zaten boordevol kritiek. Maar ik houd me wat dat betreft niet in. In Jeanne D’Arc beschrijf ik de scène waarop zij op de brandstapel staat vanuit haar ogen. Ik ben in haar huid gekropen bij het beschrijven van de verbrandingsscène. De uitgever belde me en zei dat hij een beetje misselijk was. Maar uiteraard waren ook hier de meningen weer verdeeld. Daarom schrijf ik waar ik zin i heb. Ik ga ook weer eens een historische thriller voor volwassenen schrijven, een boek dat zich in het verleden afspeelt. Zoals gezegd, er gaat niets boven afwisseling”
Emotioneel schrijven
Simone heeft een ijzeren werkdiscipline waarbij rekening wordt gehouden met het gezin.
“Ik begin ’s ochtends vroeg. Je moet fris zijn om de emoties van je personages te kunnen oproepen. Ik zorg er altijd voor dat ik om drie uur klaar ben. Als de kinderen van school thuis komen wil ik er voor hen zijn. Ik ben dan ook uitgewrongen. Na twee uur typen ben ik helemaal leeg. Dan heb je de emoties van de personages in alle hevigheid meegemaakt. Je hele lichaam doet mee. Dat geldt natuurlijk niet voor de verbindingsstukken met historische informatie en de stukken waarin je beschrijft dat het hard regent. Ik schrijf altijd vanuit het perspectief van de vrouw. Ik leef me in de vrouw in. Dat is noodzakelijk, want anders verval je al snel in clichés. Het is sowieso moeilijk om aan clichés te ontsnappen. Je moet steeds een andere vorm bedenken voor verliefdheid en seks. Veel schrijvers maken gebruik van hun eigen ervaringen, maar hoe meer boeken je beschrijft hoe meer ervaringen je zou moeten hebben.”
Writers on Heels
Simone van der Vlugt heeft zich aangesloten bij een groepje schrijfsters, dat zich onder de naam Writers on Heels afzet tegen elke vorm van literatuur die zichzelf te serieus neemt. Enkele deelnemende dames: Marion Pauw, Susan Smit en Cindy Hoetmer. De naam Writers on Heels roept associaties op aan de Stoute Vrouwen beweging waarmee Heleen van Rooijen de huishoudbeurs onveilig maakte. Associaties aan vreemdgaan, doktertje spelen met de dokter. Simone schrikt duidelijk van de vergelijking: “Nee, nee, nee. Het heeft niets met stoute vrouwen te maken. Het is een initiatief waarbij een aantal vrouwelijke schrijvers zich afzet tegen chicklit en al dat andere serieuze gedoe. Schrijven is ook leuk. Het is niet alleen maar drank en zwaarmoedigheid. In april komt er een nieuwe bundel verhalen uit waarin een aantal schrijfsters een verhaal over De verleiding hebben geschreven. Het is gewoon gezellig om lid te zijn van zon clubje vrouwen. Het zijn leuke meiden, leuke collega’s. Het is gewoon lachen. Maar zou het te stigmatiserend zijn, denk je? Ik zal er eens over nadenken.”