Meer dan 5,6 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Interview /

Interview Stuart MacBride

Stuart McBride verdiende de kost als middelmatig schrijver van sf-romans. Maar pas toen hij in 2005 zijn eerste thriller Stonecold (Steenkoud) publiceerde, lachte het succes hem toe. Voor zijn thrillerdebuut ontving hij de prestigieuze Barry Award. Inmiddels heeft hij vier boeken geschreven, waarvan onlangs het tweede boek Dood kalm in Nederland is verschenen. Zijn verhalen beschrijven de goedwillende maar vaak falende politieagenten van het troosteloze Aberdeen. Stuart MacBride begrijpt het wezen van de mens.

Musketier
Rossig haar, rossige ringbaard. Alleen zijn bril staat een vergelijking met een van de drie musketiers in de weg. Een Schot in hart en nieren met de humor die uitsluitend aan Britten voorbestemd lijkt. Hij houdt van bier, gin en Diet Coke en hij haat de Orwelliaanse wezens ook wel Teletubbies genaamd. Lof doet hem goed, kritiek maakt hem razend. Hij kookt volgens eigen zeggen als een ninja en heeft sokken genoeg voor een weeshuis. Over zijn leeftijd doet hij vaag, maar hij is de veertig ruim gepasseerd. Voor een interview neemt de goedlachse Schot ruim de tijd. Stuart MacBride is een begaafd verteller die de somberheid en duisternis van het bestaan niet schuwt, maar die door zijn humor alle treurigheid kunstig weet te relativeren.

Plassen op schrikdraad
Stuart MacBride werd geboren in Dumbarton (Glasgow). Op tweejarige leeftijd verhuisde hij met zijn familie naar Aberdeen. Een blauwe maandag universiteit, een kort ogenblik acteur en nog korter grafisch ontwerper dreigde een carrière van 12 ambachten en 13 ongelukken in te luiden. Plotseling vond hij zichzelf terug achter de computer, schrijvend aan science fiction verhalen. Hij verdiende er zijn brood mee. Maar in 2004 stapte hij tot grote verrassing van zijn kleine schare trouwe fans over naar de wereld van de misdaad. “Het was mijn literaire agent die mij adviseerde om die stap te maken. Vlak na het millennium waren de Engelse uitgevers zeer terughoudend met het aankopen van nieuwe SF romans. Bovendien was er in alle boeken die ik tot op dat moment geschreven had een stevige portie misdaad verwerkt. Eigenlijk waren het thrillers die zich afspeelden in een zeer nabije toekomst. Daarom stelde mijn agent voor om het hele science fiction deel eruit te gooien en te proberen een rechttoe rechtaan misdaadroman te schrijven over een seriemoordenaar. Het was destijds best angstig. Met het voorschot voor Steenkoud kon ik net een jaar de rekeningen betalen. Als mijn vrouw Fiona en ik tenminste onze broekriem aanhaalden. Maar achteraf gezien moet ik zeggen dat het waarschijnlijk het beste advies is dat ik ooit in mijn leven gehad heb. Het was net zo’n waardevol als de waarschuwing “plas niet op een hek van schrikdraad.”

Ratten als Rottweilers
MacBride had geen enkele moeite om het toch totaal andere genre te schrijven. “Eigenlijk heb ik al mijn hele leven misdaadverhalen gelezen. Vanaf het moment dat ik oud genoeg was om mijn eigen boeken in de schoolbibliotheek uit te zoeken. De helft van mijn boekenplanken wordt gevuld door spannende boeken. Ze zijn mijn eerste literaire liefde. Onderbewust heb ik altijd geweten dat ik zelf een misdaadroman zou schrijven. Ik wist alleen niet dat het al zo snel zou zijn.”
Het idee voor zijn eerste roman Steenkoud kwam tijdens een autorit, op weg naar zijn werk.
“Ik reed langs een oude vervallen boerderij bedekt met sneeuw. Plotseling kreeg ik een visioen van iemand die uit die koude, witte uitgestrektheid kwam aanstormen, in het rond klauwend met zijn bebloede hand terwijl hij iets schreeuwde over ratten zo groot als Rottweilers. Al het andere in mijn boek kwam doordat ik me afvroeg wat er tot dat moment met die man gebeurd was. Ik schrijf op een tamelijk organische wijze. Veel van de dingen die in mijn verhaal voorkomen vloeien automatisch voort uit de dingen die daarvoor zijn gebeurd.
Bij mij is er geen masterplan waar iedere afzonderlijke gebeurtenis deel van uitmaakt. Ik denk dat mijn verhaalverloop daardoor ook behoorlijk onvoorspelbaar is.”

Schots rechtssysteem
Dat hij de wereld van de politie niet van nabij kende vond en vindt MacBride geen enkele belemmering. “Ik was erg vertrouwd met de manier waarop misdaadromans en televisieseries de politieprocedures weergaven. Voor alle zekerheid heb ik, toen ik Steenkoud aan het schrijven was, toch nog veel onderzoek gedaan naar de manier waarop de politie in Aberdeen opereerde. En dat kwam als een schok. Het merendeel van de misdaadfictie is gebaseerd op het Engelse rechtssysteem en dat verschilt enorm van het Schotse systeem. Zo zie je in tv-series altijd dat de verdachte recht heeft op een advocaat. Daar gaat men in Schotland anders mee om. Je mag een verdachte rustig verhoren of in hechtenis nemen zonder dat er meteen een advocaat bij geroepen hoeft te worden. Je krijgt pas een advocaat als ze met je klaar zijn en geen minuut eerder. Bedenk je dus tweemaal als je hier komt en tijdens je bezoek iets stouts wilt doen!”
Overigens vindt MacBride het maar tot op zekere hoogte belangrijk om de politieprocedures heel nauwkeurig te beschrijven. “Als ik elke procedure zou moeten beschrijven die de politie verplicht is te na te volgen, zouden mijn boeken, niet gelogen, een miljoen pagina’s dik zijn en zo saai als afwaswater. Ik houd ervan de belangrijke dingen goed weer te geven en de rest zo te buigen dat het goed en vloeiend in het verhaal past.”

Aberdeen
De boeken van MacBride spelen zich af in Aberdeen, een stad die onder de handen van MacBride een eigen gezicht krijgt. Geen prettig gezicht overigens. Aberdeen wordt beschreven als een steenkoude, pokdalige stad waar het altijd regent. Een stad vol kerken en kroegen, grauwe flats en probleemwijken, een stinkende visverwerkende industrie en een mistroostig havengebied. Toch houdt MacBride van zijn geboortestad. “Aberdeen is een prachtige stad. Het is als een personage met vele verschillende gezichten, met gemoedswisselingen en een temperament dat iedereen die hier woont beïnvloedt. Het is een levendige en wispelturige stad die volledig kan veranderen door de verschillende soorten lichtinval. Op een koude wintermorgen is het een tamelijk benauwende plaats. Maar op een zonnige dag straalt de hele stad. Bij zonsondergang veranderen al die grauwe gebouwen in puur goud en flonkeren ze. Aberdeen kan echt heel mooi zijn. Dat ik de stad regelmatig mistroostig beschrijf komt omdat ik daardoor bepaalde gebeurtenissen een extra dramatische lading mee kan geven.”

Hoeren
MacBride erkent dat hij soms ver gaat in zijn beschrijving van de beschrijving van somberheid en ellende. Maar hij beschouwt dat als een realistische weergave van de werkelijkheid. “Er komen genoeg normale mensen en normale gebeurtenissen in mijn boeken voor, maar de werkelijkheid bestaat nu eenmaal niet uitsluitend uit rozengeur, maneschijn en dansende puppies op straat. In Dood kalm komen bijvoorbeeld verslaafde prostituees voor.
In werkelijkheid zijn de meeste hoeren ook verslaafd. Velen zijn minderjarig en verkopen zichzelf om hun verslaving te bekostigen. Het is een gewelddadig, angstaanjagend, tragisch leven. Het zou dus oneerlijk en stompzinnig zijn om hen als “happy hookers” met een hart van goud te beschrijven. Hert soort misdaden dat ik in Dood kalm beschrijf gebeuren in het dagelijks leven constant bij echte mensen en ik heb geen enkele behoefte om de werkelijkheid met een lik kleurige verf te verdoezelen. In dat opzicht lijk ik wel op Ian Rankin, ook een Schot. Critici vergelijken ons wel met elkaar. Wat natuurlijk vleiend voor mij is. Maar voor hetzelfde geldt is het de rechtvaardiging voor een anti-MacBride jihad, uitgeroepen door zijn extremistische fans, de Rebus fundamentalisten. En voor de man zelf is het natuurlijk ook een ramp. Elke morgen wakker worden en in de ochtendkrant lezen dat ene mister MacBride de nieuwe Rankin is. Maar goed, wij Schotten beschrijven onverbloemd de werkelijkheid.”

Personages
Hoofdpersoon in de boeken van MacBride is inspecteur Logan McRae, bijgenaamd Lazarus omdat hij uit de dood herrezen is na een aanslag door een psychopaat. Hij krijgt een jaar ziekteverlof. Hij is een uitermate geloofwaardig, menselijk karakter. “Logan is een tamelijk normale man, begin dertig, loyaal, een teamspeler, slim, maar een beetje impulsief. Hij heeft genoeg hart voor de zaak om zichzelf kritisch onder de loep te nemen als hij iets verkeerd doet. Hij wil de zaken goed afhandelen, maar soms ligt dat gewoon boven zijn macht. Maar hij blijft het proberen. Natuurlijk zit er een deel van mezelf in Logan. Elke schrijver stopt iets van zichzelf in zijn personages. Maar dat blijft niet beperkt tot de hoofdpersoon. Je kunt ook dingen van mij terugvinden in de bijfiguren of in de schurken. Logan is beslist geen blauwdruk van mezelf, behalve dat hij normaal is net als ik. En misschien een beetje te zelf kritisch.”

Screw-up-Squad
In Dood kalm wordt Logan wegens een grote blunder waardoor hij het leven van een collega in de waagschaal heeft gesteld, overgeplaatst naar de Screw-up-Squad, een kleine eenheid waar alle kneuzen van het politiecorps terecht komen. Het is een geestige eenheid, ontsproten aan de fantasie van MacBride. “Zo’n eenheid bestaat in de verste verte niet. De politie is een erg professionele organisatie. Iedereen die zulke problemen zou hebben als Logan, zou training krijgen en naar een therapeut moeten. En als ze dan nog niet goed zouden functioneren, zouden ze een bureaufunctie krijgen of ontslagen worden. The Screw-up-Squad was heerlijk om te verzinnen. Het maakte het verhaal veel interessanter. Kijk, de meeste politieagenten zijn heel erg competent. Maar zie maken fouten, zoals wij allen. Het enige verschil is dat als een agent een fout maakt tijdens een moordzaak, of een onderzoek naar een verkrachting, iemand serieus beschadigd, of vermoord, kan worden. Levens kunnen geruïneerd worden. De impact van hun fouten staat in geen verhouding tot hun verantwoordelijkheden. Maar ik geef toe dat sommige van de personages in mijn boek werkelijk in de Screw-up-Squad zouden horen als die bestond. Ik zou ze nog geen vlieg durven laten vangen, laat staan boeven.”

Komisch duo
In de Screw-up-Squad wordt Logan gekoppeld aan de extreem lelijke hoofdinspecteur Steel, een ketting rokende lesbienne die het behoorlijk achter haar ellebogen heeft. Samen met Logan vormt ze ongewild een komisch duo. MacBride vindt het een verrijking van het verhaal. “Steel neigt ernaar een beetje op zichzelf verliefd te zijn en Logan is vaak de pispaal voor haar azijnzure gevoel van humor. Ze zeikt hem voortdurend af. Toch zie je vaak dat er humoristische situaties ontstaan als zij samen zijn. Het is hun dynamiek. Logan denkt aan het belang van de zaak. Steel denkt aan haar eigen belang. Zet twee verschillende karakters bij elkaar, Logan en zijn oorspronkelijke baas Insch bijvoorbeeld, en je hebt een heel andere situatie. Insch is een veel serieuzere persoon.”

Humor
MacBride staat bekend om zijn humor. Met name zijn humor van de werkvloer lijkt heel realistisch. Maar hij kijkt goed uit welke momenten zich voor humor lenen. “Humor is belangrijk, maar het hangt af van de scène en van wat er op dat moment gebeurt.
Als er een kind vermoord is, zal het onderzoeksteam geen grappen maken. Maar er zijn ook situaties waar de agenten “werkvloer-grappen” maken. Grappen om de ellende voor zichzelf en de omgeving te verzachten. Het is een manier van overleven en niet zozeer omdat ze afgestompt zijn voor geweld of gruwelijke omstandigheden. Ik heb het merendeel van mijn volwassen leven in grote teams gewerkt en humor is altijd datgene wat de groepsdynamiek ondersteunt. Mensen verwerken succes en mislukkingen door er grappen over te maken. De politieagenten zijn ook mensen, dus handelen ze als mensen. En nu veel van de lokale agenten uit Aberdeen mijn boeken hebben gelezen, heb ik van hen te horen gekregen dat ik een goede kijk heb op hun manier van omgaan met elkaar.”

Gimmicks
Ondanks het feit dat de humor realistisch is, is er kritiek geweest op de gimmicks die MacBride in zijn boeken heeft gestopt. Inspecteur Insch kauwt aan de lopende band op gummibeertjes, Engelse drop en ander snoepgoed en brigadier Steel steekt de ene sigaret met de andere aan. MacBride: “In een doorsnee misdaadroman is de hoofdpersoon groter dan het leven zelf. Inspecteur Rebus Van Ian Rankin is een stevige drinker die iets met muziek heeft, inspecteur Morse van Colin Dexter heeft een ochtendhumeur en is een obsessieve intellectueel met een voorliefde voor opera, Sherlock Holmes is een aan opium verslaafde, viool spelende, pedante frik. En ze hebben allemaal een sidekick die in hun schaduw achter hen aanloopt zodat de hoofdpersoon kan uitleggen wat er aan de hand is. Het is een conventie van het genre. En die conventie maakt beslist niet dat het daardoor slechte boeken worden. Ik ben een groot bewonderaar van Rankin’s boeken. Met Steenkoud en Dood kalm wilde ik de boel eens op zijn kop zetten. Logan is de normale, alledaagse sidekick van iedereen. In mijn boeken is niet de held Logan, maar zijn zijn bazen (Insch en Steel) groter dan het leven zelf. Steel en Insch zijn de traditionele wijsneuzige allesweters. Door hen een verslaving mee te geven maken ze zichzelf lichtelijk belachelijk. Overigens heb ik in mijn vierde boek minder gelegenheden gevonden voor humor of komische interactie tussen teamleden dan in de vorige drie. Maar goed, zover zijn jullie in Nederland nog niet.”

Geweld
In Nederland zijn we pas toe aan deel twee, Dood kalm. Waar en wanneer kwam de inspiratie voor dit boek? “Ik zat in het vliegtuig naast een dikke, zweterige zakenman en ik fantaseerde erover hoe graag ik hem zou vermoorden. Ziedaar hoe gemakkelijk een idee kan ontstaan. En van daaruit was het maar een kleine stap naar een aantal vermoorde prostituees (haha).”
Dat gewelddadige gedachten niet altijd leiden tot extreem geweld, bewijzen de boeken van MacBride die wel donker van sfeer zijn, maar waarin expliciet geweld gedoseerd is.
“Het hangt helemaal van het verhaal af hoeveel geweld erin voorkomt. Het meest geweld vindt buiten bereik van de camera plaats. Er gebeuren maar weinig gewelddaden zichtbaar.
De meest gewelddadige scène in Dood kalm die mensen doet huiveren gebeurt niet voor het oog van de lezer. Ik bouw de spanning op, ik laat het resultaat zien en de lezers vullen zelf het middenstuk in. En vervolgens geven ze mij de schuld van wat ze zelf hebben bedacht. Wat op zich natuurlijk heel vleiend is. Ik ben er zeker van dat de verbeelding van de lezers het geheel een stuk erger en gewelddadiger maakt dan ik ooit had kunnen beschrijven.”

De poes & werkdiscipline
Ik begin om half acht ’s ochtends. Ik lunch een uur en vervolgens ga ik weer door tot half zeven ’s avonds. Elke dag. Zeven dagen per week zolang ik aan een boek werk. Het enige dat me van mijn werk kan houden is de poes. Die wil ik nog wel eens op schoot nemen. Het is een soort ontspannend moment, waarbij ik tevreden tegen de poes pratend mijn concentratie
verlies. Verder hoort het ook bij mijn werkdiscipline om muziek aan te hebben. Muziek die ik ken, anders leidt het te veel af. Ik draai Pink Floyd, Radiohead, Barenaked ladies, Peter Gabriel, Bizet, Howard Shore. Bij dat soort muziek schrijf ik graag. De eerste ruwe versie van een boek neemt overigens zo’n vier maanden in beslag. Ik ben zelf ook de beste criticus van mijn eigen werk. Ik schrap minstens 10 tot 20% voor ik tevreden ben. Dus ik ben behoorlijk gedisciplineerd zou ik zo zeggen. Ik ben inderdaad anders dan de slordige personages die ik beschrijf en die er soms een rommeltje van maken. Mijn boeken zijn grote zakdoeken vol leugens. Het is allemaal fantasie. Ik heb ook nooit prostituees vermoord. Beter bewijs is er niet. ”

Broken Skin
Toen hij aan zin eerste misdaadroman begon had MacBride een contract voor drie boeken.
Inmiddels zijn het derde en vierde deel voltooid en is in zijn contract de specificatie “van onbepaalde duur” toegevoegd. Ook in het derde deel staat de vaste rolbezetting uit de eerste twee boeken weer centraal. “In Broken Skin wordt Logan belast met het onderzoek naar een jonge man die vastgebonden en doorweekt in eigen bloed, bij een eerste hulp post wordt achtergelaten. Het is een spoor dat Logan leidt naar een onderwereld waarin bondage en pornografie een grote rol spelen. Tegelijkertijd zwerft er een verkrachter door de granieten straten van Aberdeen. De politie is ervan overtuigd dat ze weten wie de dader is, maar ze kunnen niets bewijzen. De verkrachtingen worden steeds gewelddadiger en Logan moet proberen beide zaken op te lossen voor er meer doden vallen. Jaja, het is een wrede wereld.”

Ontspanning
Hoe kan iemand zich ontspannen als hij dag in dag uit bezig is met geweld en gruwel?
“Koken. Dat is al jarenlang mijn manier om te ontspannen. Er gaat iets heel therapeutisch uit van het bereiden van een goede maaltijd na een dag schrijven over misdaad en rotzooi. Koken is mijn valium.”



Over de auteur

Kees de Bree

98 volgers
23 boeken
0 favorieten
Auteur


Reacties op: Interview Stuart MacBride

 

Gerelateerd

Over

Stuart MacBride

Stuart MacBride

Stuart MacBride bereikte met zijn eerste thriller, Steenkoud, de shortlist van d...