Interview /
Interview Tom Egeland
In 1988 maakte hij zijn thrillerdebuut, maar zijn echte doorbraak kwam in 2001 met Het einde van de cirkel, een boek dat sterke gelijkenissen vertoonde met De Da Vinci Code, maar dat wel twee jaar eerder was geschreven. Verder schreef Egeland het script voor een speelfilm en een mini tv-serie gebaseerd op zijn boek Wolvennacht. Hij heeft inmiddels 7 thrillers geschreven waarvan zijn nieuwste boek Heksenbord pas is verschenen.
Hij is boomlang en heeft een uiterst vriendelijk gezicht dat omzoomd wordt door lang haar en een onregelmatige ringbaard. In doen en laten is Tom Egeland, de Noorse solist die geheel zijn eigen weg zoekt in thrillerland, minstens zo aardig als hij eruit ziet. Een ietwat verlegen man, een Viking zonder strijdbijl. Hij heeft jarenlang voor krant en tv gewerkt, maar passend bij zijn karakter, achter de schermen. Uiterlijk vertoon, opgeblazen ego’s en ijdelheid, hij heeft er een bloedhekel aan. Tekenend is dan ook het feit dat hij de snelle wereld van de televisie heeft verlaten voor de rust van zijn eigen werkkamer waar hij kan schrijven. “Geen mooi weer spelen, geen irritatie over ijdele tv-presentatrices, geen deadlines, geen spotlights. “Heerlijk, alleen achter mijn computer.”
Onze man in Amerika
Over zijn jeugd vertelt Tom Egeland met warmte in zijn stem, maar staccato. Hoewel hij als voormalig journalist gewend is om mensen de hemd van het lijf te vragen, heeft hij er meer moeite mee om over zijn eigen leven te vertellen. “Ik groeide op in een buitenwijk in Oslo. Mijn ouders hadden een aantal winkels: een delicatesse winkel met fruit en chocolade, en een breiwinkel voor vrouwen die zelfmaakmode prefereerden boven fabriekskleding. Nadat ze die winkels verkocht hadden, ben ik aan het eind van de jaren zeventig naar Amerika gegaan. Ik heb een aantal jaren in Denver, Colorado gewoond bij een mormoons gastgezin. Ik ging er naar de universiteit waar ik eigenlijk alleen maar een pretpakket aan vakken heb gevolgd. Gedurende die tijd schreef ik voor een Noors misdaadtijdschrift. Ik was een jaar of 17, 18, maar ik werd door het tijdschrift gebombardeerd tot “Onze correspondent in Amerika”. Een hele eer op die leeftijd. Ik was nog zo jong dat ik op alle foto’s angstvallig een zonnebril ophad om wat ouder over te komen. Dat nam niet weg dat ik talent had voor schrijven. Ik kreeg $ 100,- per artikel wat voor mij een gigantisch kapitaal was. Ik schreef toen verhalen over de Amerikaanse misdaad. Stof genoeg voor wel een miljoen verhalen.
Het misdaadtijdschrift waar ik voor schreef was overigens weinig prestigieus. Er stonden foto’s van topless dames in, die af en toe zelfs helemaal niets aan hadden. Het was dus zo’n typisch blad voor mannen die hielden van bloot en misdaad.”.
Journalistiek
“Toen ik later, op twintig jarige leeftijd, in Noorwegen mijn studie had hervat, stond ik voor de keuze: of mijn studie afmaken of doorgaan in de journalistiek. Ik kon voor de krant Alfenposten gaan werken. Dat heb ik toen gedaan. Ik ben 10 jaar lang nieuwsverslaggever en eindredacteur van de nieuwsafdeling geweest. Ik mocht bepalen welke artikelen op de voorpagina mochten komen. Na de krantenperiode ben ik voor het eerste Noorse commerciële tv-station gaan werken. De eigenaren geloofden in de waarde van een goede nieuwsrubriek en ze hadden daar veel geld voor over. Ik had het geluk die nieuwsrubriek te mogen opzetten.
Het was een drukke periode omdat we midden in de vernieuwingen zaten. Het moest allemaal commerciëler. Daardoor werd een misdaadrubriek plotseling ook bespreekbaar. TV2 was in dat opzicht echt controversieel. Maar ik heb er wel veel ervaring door opgedaan.
Voor een True Crime show hebben we bijvoorbeeld een experiment gedaan. We hebben een misdaad in scène gezet en daarna getuigenverklaringen opgenomen. Het bleek dat alle getuigen totaal verschillende verhalen vertelden over datgene wat ze gezien hadden. Hoe kan de politie ooit een getuige geloven? De menselijke geest is niet in staat tot objectieve waarneming. Vraag een vrouw die verkracht is naar de uiterlijke kenmerken van haar verkrachter en ze zal zonder uitzondering een grote bruut beschrijven. De beschrijving is puur emotioneel. Ik probeer zelf op straat wel eens iemand te observeren of kort en grondig te bekijken. Dan sluit ik later mijn ogen en probeer een beschrijving te geven, net alsof ik door de politie ondervraagd word. Het is moeilijk, zo moeilijk. Probeer je eigen partner maar eens dusdanig goed te beschrijven dat een ander haar of hem kan herkennen. Gegarandeerd dat het je niet lukt, waarbij mannen op de een of andere manier slechter kunnen onthouden hoe iemand eruit ziet dan vrouwen. Maar, van die wetenschap heb ik later in mijn boeken gebruik gemaakt.”
Moord op televisie
“Het televisiewerk is voor mij ook van grote waarde geweest om na te denken over morele vraagstukken. Wat moet een tv-station bijvoorbeeld doen als een moordenaar of terrorist de televisie een band opstuurt waarop een moord te zien is. Dat is voor tv-mensen een grensgebied. Je eerste reactie is natuurlijk dat je dat absoluut niet kunt laten zien. Geen zender zal een moord laten zien, maar de voorbereidingen tot die moord daarentegen zijn geen enkel probleem. Jaren geleden hadden we die discussie toen terroristen hun gijzelaars onthoofden en de beelden beschikbaar waren voor uitzending op tv. De Noorse tv was toen halfslachtig. Ze zonden de beelden niet uit, maar lieten het geluid van de onthoofding wel doorlopen. Het werd een nationale discussie. Dezelfde discussie als we toen hadden over vliegtuigkapingen. Moet je die wel of niet laten zien. Het probleem is dat de daders die opnamen maken omdat ze willen dat het publiek ze ziet. En als tv of krant of ander medium kan je er niets aan doen dat mensen elkaar vermoorden. Als eindredacteur van de nieuwsrubriek is het dan ook een moeilijke beslissing.
Zelfmoordenaar
Zelf ben ik gelukkig nooit in de situatie geweest waarin ik als tv-eindredacteur een enorm dramatische afweging heb moeten maken. Wel op een kleinere schaal. Maar ik heb altijd voor ogen gehouden dat het om menselijk leven gaat en dat je mensen erg veel schade kunt berokkenen. Wij hadden bijvoorbeeld iemand gehad die dreigde om zelfmoord te plegen als we een bepaald item zouden uitzenden waarin we lieten zien dat hij de wet overtrad. Het was natuurlijk chantage, maar de misdaad die de man gepleegd had en die we op de tv wilde uitzenden was niet dusdanig groot of spraakmakend dat we het risico wilde lopen dat de man inderdaad zelfmoord zou plegen. Dat neemt niet weg dat je bij de krant en televisie vaak beslissingen neemt waar je later spijt van hebt.
In mijn boek De Bespieder stapt de hoofdpersoon, de reporter Kristin Bye, in mijn schoenen. Zij werkt op de nieuwsredactie en krijgt dezelfde morele vraag die mij ooit bezighield omdat zij moet beslissen of de moorden op jonge vrouwen die zij op tape heeft, ook uitgezonden moeten worden. Ik heb beide zijdes van de medaille willen laten zien. Daarom laat ik Kirstin zelf ook stalken en krijgt ze banden toegestuurd waarop ze zelf ook te zien is. Ze is dus niet meer alleen reporter, maar ook slachtoffer. En dat is heel wat anders: “To be news en not to cover news”. In principe zie je dat overtuigingen dan snel sneuvelen. De hoofdredactrice van een roddelblad dat de gemeenste dingen over mensen publiceert, wordt plotseling behoorlijk boos wanneer haar eigen privacy in het geding is. Het is een ethisch debat. In Noorwegen hebben we meer van dat soort debatten. Zo zijn er mensen die beroemd zijn geworden omdat ze in een tv-serie openlijk seks hebben gehad in een reality show. Moet je dat nu uitzenden of niet? Mede door mijn boeken heb ik die ethische kwesties willen aanzwengelen. Het is ook echt te gek voor woorden met die reality shows. Neem Idols, de gekste mensen doen de gekste dingen om maar een momentje op de tv te komen. Binnenkort stoppen ze 20 mensen in een vliegtuig met maar 19 parachutes. Spring maar jongens, wie geen parachute heeft, heeft pech gehad.”
Thrillerdebuut
“Mijn eerste boek schreef ik in 1984. Het heeft bij elkaar vier jaar geduurd voordat het gepubliceerd werd. Het was een boek dat op de actualiteit was gestoeld, maar ook duidelijk een probeersel. Ik probeerde op een Stephen King- achtige manier te schrijven. Een soort magisch realisme. Een soort Armageddon. Een jong paar krijgt een ongeluk in de sneeuw. Als ze wakker worden is het 1.000 jaar vroeger in tijd. We zien het verhaal vanuit hun point of view en vanuit het gezichtspunt van de Vikingen. Mijn tweede boek Shadowland is ook een puur horrorverhaal, een soort Rosemary’s Baby. Het gaat over een jong paar dat een hele enge huurder in huis neemt. Na die twee horrorverhalen wilde ik eindelijk wel eens iets conventionelers schrijven. Ik ben ook niet iemand die zich vast wil leggen op één genre. Ik schrijf waar ik zin in heb. Ik heb een aantal mediathrillers geschreven, maar in sommige boeken, zoals Wolvennacht zitten ook parapsychologische elementen.
Noorwegen heeft geen enkele traditie in misdaadliteratuur, dus voorbeelden uit eigen land heb ik niet. Als ik al beïnvloed ben, dan is dat door boeken van puur Amerikaanse makelij.
Leven van een kunstenaar
“Overigens heb ik met mijn eerste boeken niet zoveel verdiend dat ik mijn andere werk vaarwel kon zeggen. Het schrijven ben ik gaan doen naast mijn andere werkzaamheden. Het was niet eenvoudig en ik heb dan ook tijdenlang dag en nacht gewerkt. Dat kon natuurlijk alleen dankzij mijn vrouw die mij alle steun gaf. Maar, ik ben niet echt een doorsnee schrijver. Ik werk eigenlijk als een journalist. Ik ga achter mijn computer zitten, schrijf een half uur. Dan breng ik mijn kinderen naar school, ga weer terug naar huis en schrijf weer een uur. En uiteindelijk heb ik dan een boek. Ik kan familie en werk op die manier goed combineren. Het vergt discipline, maar je bent er snel aan gewend. Vroeger moest ik steeds deadlines halen. Nu kan ik als een soort kunstenaar mijn tijd nemen. Niet dat ik hoef te wachten op inspiratie. Dat heeft iemand die in de journalistiek gewerkt heeft nooit. Ik studeer ook geen uren op één bepaalde zin. Ik weet meteen of een zin werkt of niet. Dat scheelt veel tijd.”
Serie
Na zijn eerste boeken die op zich stonden. Ontdekte Tom Egeland de serie. Boeken waarin hij vaste hoofdpersonen kon laten terugkomen. Het werden zijn mediathrillers waarin nieuwsreporter Kristin de hoofdrol vervult. “Het is heerlijk om nu eindelijk karakters en een setting te hebben die ik in volgende boeken kan later terugkomen. Schrijvers zijn luie mensen. Ik heb nu twee series op stapel staan met seriekarakters. Met name in mijn thrillers die zich in de wereld van de media afspelen is het heerlijk om seriekarakters te hebben. Ik ken die wereld door en door en kan me dus enorm inleven in mijn hoofdpersonen. Hun gedrag is een goede weerspiegeling van datgene wat ik dacht en deed toen k nog voor de media werkte.”
Kristin
Mijn hoofdpersoon Kristin is een typische Noorse tv-reporter. Ze heeft voor de krant gewerkt en ze is een beetje radicaal. Ze is in het begin gebiologeerd door roem en geld. Ze wil dolgraag een nationale beroemdheid zijn. Daar geniet ze ook van. Ze is een beetje hypocriet, maar het aardige van haar is dat ze dat ook beseft. Het is overigens interessant om te zien hoeveel presentatoren ontkennen dat ze beroemd willen worden. Ikzelf heb altijd achter de schermen gewerkt, maar ik heb veel van die jonge mensen begeleid van wie het ego sneller groeide dan hun fysiek. Stardom verpest karakters. Door Kristin te beschrijven probeer ik wat van die mechanismen te vertellen. Ze is in die tv-hype getrokken. In mijn nieuwste boek Heksenbord is die fase voorbij en richt ze zich weer voornamelijk op haar taak als nieuws en misdaadverslaggeefster. Kristin mag dan wel een vrouw zijn, in principe doet zij echt letterlijk hetzelfde als ik destijds. Als schrijver ben ik dol op haar. Ik heb als het ware een relatie met haar gekregen. Dat klinkt natuurlijk vreemd. Maar begrijp me goed, het is geen narcisme. Ik ben niet dol op haar omdat ik dol ben op mezelf, maar het is wel leuk om dingen die je zelf zou doen door een ander te laten beleven. Ik zit dan ook vaak glimlachend achter mijn computer. Overigens weet ik niet of Kristin tien boeken lang meegaat. Ik houd ervan om nieuwe dingen te bedenken en uit te proberen.”
Karakters met problemen
Tom Egeland mag dan een solist zijn in Noorwegen, wat karakterbeschrijving betreft volgt hij de Scandinavische traditie. Dat wil zeggen dat zijn hoofdpersonen te maken hebben met een overvloed aan persoonlijke problemen. Egeland vindt dat romantechnisch gezien ook een noodzaak. “Om karakters een leven te geven moeten ze privé problemen hebben. Problemen hebben we allemaal. Een harmonieus leven is saai om te lezen, vind ik tenminste. Als schrijver wil je sympathie opwekken voor je personages. En je gereedschap om hen interessant te maken is om hen de nodige zorgen en ellende mee te geven. In Scandinavië is er momenteel een heftig debat gaande of het allemaal niet teveel is. Voor mij geldt in ieder geval dat harmonie minder prettig is om te beschrijven. Zo kan je ook geen misdaadverhaal schrijven waarin geen moord voorkomt. Dan is het niet spannend. Boeken waarin niets gebeurt zijn goed voor een show van Jerry Seinfeld, maar zijn geen thrillers.
Heksenbord
In 2006 is Egeland voorgoed met televisie gestopt om zich helemaal op het schrijven van boeken toe te leggen. Hij heeft veel nagedacht over datgene wat een goede thriller in zich moet hebben. “Voor mij is een goede misdaadroman een boek waarin karakters een rol spelen waar je als lezer om geeft. Bovendien zoek ik altijd naar nieuwe gezichtspunten. De lezer moet tegen zichzelf kunnen zeggen: “tsja, zo kan je er ook tegenaan kijken.”
Thrillers moeten een toegevoegde waarde hebben. Dus naast de spanning ben ik niet vies van een beetje moraliteit. Zo heb ik in mijn nieuwste boek Heksenbord de rol van mensen met zogenaamde telepathische gaven ter discussie gesteld. Op de televisie en in andere media worden steeds vaker mensen ten tonele gevoerd die in contact staan met de doden of die zien waar een moord gepleegd is, of die contact kunnen krijgen met mensen uit het veleden. Ook steeds meer mensen geloven in de speciale gaven van een medium. Ik geef er geen oordeel over, maar als je met de politie spreekt zal die je vertellen dat ze nog nooit met behulp van een medium een moord hebben opgelost of een verdwenen lijk hebben gevonden. Ik kies geen partij. Ik laat de mensen alleen nadenken over het fenomeen. Maar wat ik in wezen in dit boek doe is wat Sjowall en Wahloo ooit in werking hebben gezet. De maatschappij met al haar merkwaardige fenomenen en mechanismen onderdeel laten zijn van een misdaadverhaal.”
Beroemd
Tom Egeland heeft ook in Heksenbord weer gekozen voor zijn razende reporter Kristin. “Ja, ik heb een zwak voor haar. Daarom is zij in dit boek ook wat volwassener geworden. Ik laat haar samenwerken met een gepensioneerde verslaggever. Daardoor leert zij ook meer te relativeren. Verstand komt met de jaren, is het niet? In Heksenbord heeft zij ook niet meer de drive om beroemd te worden en te zijn zoals in Bespieder, dat ik tien jaar geleden schreef. Het was een fase. Kristin is nu serieuzer, zoals iedere verslaggever die voor een nieuwsrubriek werkt, serieuzer wordt. En verder is Heksenbord in de basis een cold case verhaal waarin een oude, onopgeloste zaak weer ter sprake wordt gebracht. Cold cases zijn momentele erg populair en als voormalig journalist sprak het thema wel aan. Zo zie je, een schrijver volgt datgene wat in de maatschappij leeft. Hij is net een mens, nietwaar?”