Isolement
Een schrijver floreert het best in isolement. Op een zolderkamertje, in het souterrain of in een door groen overwoekerd tuinhuisje, helemaal alleen achter zijn laptop of voorovergebogen boven een vel papier dat aanstonds niet maagdelijk wit meer zal zijn. Hier in zijn uppie creëert hij zijn meesterwerk. Na maanden of misschien wel langer ploeteren zet hij de laatste . neer van Zijn Grote Roman, sluit hij de deur van het tuinhuisje of de zolderkamer en begeeft zich weer onder zijn geliefden. Of zijn vrienden in de kroeg.
Het zijn van een bekende persoonlijkheid zit niet in het DNA van de waarachtige schrijver. Deze kunstenaar heeft geen kleinkunstacademie of de toneelschool op zijn cv. Het is nooit zijn plan geweest om voor grote groepen mensen op te treden. Die laat zijn debuut dan wel zijn oeuvre voor zich spreken. En oké, als het dan toch moet – een schrijver wil toch gelezen worden – dan laat hij zich wel even zien in de lokale bibliotheek, waar hij voor een fles wijn dan nog het liefst uit eigen werk voorleest.
Dat laatste is Elena Ferrante al een forse doorn in het oog. Van publiciteit moet ze niets hebben, aan interviews heeft ze een broertje dood. Al een kwart eeuw houdt de Italiaanse schrijfster haar werkelijke identiteit verborgen. Ze wil niet meedoen aan discussies, prijsuitreikingen en conferenties. Ze laat zich alleen schriftelijk interviewen en dan nog zo spaarzaam mogelijk. ‘Ik geloof dat boeken, als ze geschreven zijn, hun auteurs niet meer nodig hebben’, zo luidt haar standpunt. ‘Als ze (de boeken dus) wat te zeggen hebben, zullen ze vroeg of laat lezers vinden; zo niet, dan niet.’
Een principe dat te eerbiedigen valt, ware het niet dat Ferrante de laatste jaren is uitgegroeid tot een bestsellerauteur van formaat. Ze is zelfs een van de honderd invloedrijkste personen ter wereld, vindt het magazine Time. Tja, dan moet je als journalist wel van heel goede huize komen om de roep om haar doopceel te lichten te kunnen weerstaan. Zeker als je onderzoeksjournalist bent, dan moeten alle principes en standpunten wijken.
Zeker als je onderzoeksjournalist bent,
dan moeten alle principes
en standpunten wijken.
De Italiaanse journalist Claudio Gatti beweert nu zeker te weten wie er achter Ferrante schuilgaat. Voor de nieuwsgierigen onder ons: de Italiaanse vertaalster Anita Raja is volgens Gatti de auteur van onder meer de veelgeprezen Napolitaanse romans. De journalist - ‘ik word betaald om dingen uit te zoeken en antwoorden te verstrekken’ - zegt dat te kunnen afleiden uit de betalingen van Ferrantes uitgeverij aan Raja, die een dramatisch hoge vlucht namen nadat Ferrante in 2014 bij het grote publiek doorbrak. Haar uitgever weigert commentaar te geven op Gatti’s bevindingen. ‘Als iemand met rust wil worden gelaten, dan laat je haar met rust’, aldus de uitgever, die eraan toevoegde: ‘Ze is geen lid van de Camorra of heeft banden met Berlusconi. Ze is een schrijfster en doet verder niemand kwaad.’
In steeds meer commentaren zie je steun voor het standpunt van Ferrante en haar uitgever. Boodschapper Gatti krijgt de zwartepiet toegeschoven. ‘Wat doet het ertoe wie zij is’, schrijft The Guardian. ‘Ze is ons niets verschuldigd.’ De krant vreest dat Ferrante zo kopschuw wordt dat ze niet meer zal publiceren. Kortom, respect voor het zelfgekozen isolement.
Je kunt je afvragen of de AVRO/TROS het eerbiedigen van de privacy van de auteur ook zo hoog heeft zitten, dat het geen onbekende would be-schrijvers uitnodigde voor het programma De pennen zijn geslepen, maar Bekende Nederlanders. Of zou de zucht naar hoge kijkcijfers de overhand hebben gekregen en ertoe hebben geleid dat actrice Monic Hendrickx, Sesamstraatoma Gerda Havertong, oorlogsjournalist Arnold Karskens, modeontwerper Hans Ubbink, ontwikkelingspsycholoog Hans Pont, kunstenares Tinkebell en bioloog Kees Moeliker werden ingehuurd. Vanaf eind oktober moeten de zeven - uiteraard tegen betaling en ondergebracht in een royale villa - onder leiding van Meesterprijswinnares Saskia Noort de aanzet tot een literaire thriller zien te maken. Tips en trucs worden verstrekt door literair agenten Paul Sebes en Willem Bisseling, het meest onbescheiden duo in uitgeefland.
BN’ers of ON’ers, het programma-idee van AVRO/TROS verdient hoe dan ook ons aller aandacht en hoge kijkcijfers. Nog niet eerder kwam een omroep – op prime time - met een serie uitzendingen speciaal gewijd aan de thriller. Nieuwsgierig ben ik vooral naar de technieken, de rituelen, adviezen, research en eigenlijk ook de geheimen van Saskia Noort, per slot van rekening de enige echte schrijver in het clubje. En dan moeten we de onvermijdelijke golf aan nieuwe Saskia Noort-klonen maar voor lief nemen.
Niks mis mee, maar
het is geen literatuur
Interessant zal toch ook de uitleg zijn van het kokette koppel Sebes en Bisseling over het fenomeen literaire thriller. In zijn boek Bestseller (2008) schrijft Sebes dat de boeken van Heleen van Royen en Saskia Noort zijns inziens tot de wereld van de entertainment behoren. ‘Niks mis mee, maar het is geen literatuur. Wat er goed aan is, is dat het de boekenmarkt in beweging houdt, dat het mensen naar de winkel lokt, dat deze auteurs enorm veel verkoop genereren en mensen aan het lezen zetten’. De ultieme definitie van het begrip literaire thriller in woorden zien te vatten, dat moet in een serie van zeven uitzendingen toch een mooie uitdaging zijn voor Sebes en Bisseling.
Niet geheel toevallig komt ongeveer tegelijk met De pennen zijn geslepen de opvolger van Bestseller uit, getiteld Alweer een bestseller, nu een coproductie van Sebes en Bisseling. De heren geven in een interview op deze site aan dat het boekenvak ‘weer sexy’ moet worden. Nooit geweten dat het boekenvak ooit sexy is geweest, maar dit terzijde. Wat het dartele duo betreft moeten uitgevers met de tijd meegaan, commerciëler zijn en ook wat andere platforms voor boekenverkoop verzinnen dan alleen de boekhandel. En als er dan een auteur is die zich met gemak aan een groot publiek laat zien, dan is dat mooi meegenomen.
Maar je hebt schrijvers en schrijvers. De een babbelt er op een podium lustig op los, de andere verandert in een stramme zoutpilaar. Niet elke auteur is een even ravissante verschijning als Susan Smit, die in het AD, in een oogverblindende japon neergevlijd op een sofa, bekent dat ze bezig is met ‘de laatste restjes rouw en boosheid’ om de breuk met de vader van haar kinderen op te ruimen. Niet elke auteur voelt zich op zijn gemak met de camera’s op zich gericht en aan tafel met Van Nieuwkerk of Pauw. Het woord comfortzone is niet voor niets uitgevonden en het zou uitgevers sieren als ze niet koste wat kost proberen hun auteurs daar uit te sleuren. De schrijver wordt daar zeker niet gelukkiger van. Dat het ook niet hoeft, bewijst de krasse Hendrik Groen. Die man komt nergens opdraven en heeft al twee bestsellers - én een Hebban Award - op zijn naam staan.