Interview /
Jan Terlouw: 'Ik ben heel erg verwend met succes'
Vorige week zaterdag startte de actie 'Geef mij maar een boek!', een nieuw initiatief dat jaarlijks een klassiek kinderboek bij de Nederlandse jeugd onder de aandacht wil brengen. Dit eerste jaar staat Oorlogswinter van Jan Terlouw (1931) centraal, een beroemde jeugdroman die zich in de Tweede Wereldoorlog afspeelt. Er werd voor deze 75ste druk een nieuwe cover ontworpen en ruim 260.000 exemplaren gedrukt, beschikbaar voor slechts 1 euro. ‘En dat voor een boek dat ik 44 jaar geleden heb geschreven. Het is ontzettend leuk dat mijn boek zoveel gelezen wordt. Daar schrijf ik voor.’
Gouden Griffel
Aanvankelijk wilde Terlouw helemaal niet schrijven. ‘Ik geloofde niet dat ik het kon.’ Hij vertelde zelfverzonnen verhalen aan zijn kinderen en dat was dat. ‘Ik hield niet van de motoriek van het schrijven. Ik was linkshandig en dat mocht niet in die tijd,’ legt Terlouw uit. ‘Ik moest altijd met rechts schrijven.’ Het is aan zijn vrouw Alexandra van Hulst te danken dat we vandaag de dag kunnen genieten van boeken als Pjotr, De Kloof, Koning van Katoren en Oorlogswinter. In totaal schreef Terlouw twaalf jeugdromans. Maar zoals hij het mooi verwoordt: ‘Succes stimuleert en ik ben heel erg verwend met succes.’ Voor Koning van Katoren kreeg de schrijver een Gouden Griffel. Het jaar daarna kreeg hij een tweede Gouden Griffel voor Oorlogswinter.
Oorlogswinter
Terlouw schreef het boek in de tijd dat zijn kinderen net zo oud waren als hijzelf in de oorlogswinter van ‘44/’45. Een periode die veel invloed op Terlouw heeft gehad. ‘In november 1944 werd ik dertien. Het was het begin van de oorlogswinter. Mijn kinderen begonnen er vragen over te stellen. Ze wilden weten hoe het leven was in die tijd. Ik schreef het boek, maar ik verwachtte er weinig van, omdat er al zoveel oorlogsboeken waren.’ De verwachtingen kwamen niet uit, maar werden juist overtroffen. Maar hoe kan een boek over een periode in de Tweede Wereldoorlog de huidige jeugd nog boeien? ‘Kinderen moeten niet alleen feiten leren. Ze moeten er ook over kunnen lezen en blijkbaar doen ze dat nog. Ik heb over mijn ervaringen en die van de mensen om mij heen een zo eerlijk mogelijk boek geschreven. Je hoort als kind niet mee te maken dat je in een eenmansgat moet springen omdat er een Spitfire schiet, dat er een bom valt op een huis en een heel gezin omkomt, of dat je klasgenoot ineens weg is en naar Dachau blijkt te zijn afgevoerd. Het is een authentiek verhaal. De lezer voelt dat.’
Terlouw was acht toen de oorlog in mei 1940 begon en dertien toen Duitsland in 1945 capituleerde. ‘Een ingrijpende gebeurtenis die mijn karakter beïnvloed heeft. Er zijn nog steeds momenten dat ik me afvraag: “zou ik je vertrouwd hebben als ik je in de oorlog had gekend?”’
In huis met een seriemoordenaar
Dat vertrouwen werd flink op de proef gesteld toen hij Hans van Z. leerde kennen. We spreken van het jaar 1967, het jaar dat Nederland kennismaakte met zijn eerste seriemoordenaar: Hans van Z. Van Z. had minstens vier gruwelijke roof- en lustmoorden gepleegd. Waarschijnlijk had hij meer op zijn geweten, maar dat is nooit bewezen. Uiteindelijk werd hij gepakt omdat de laatste vrouw die hij voor dood achterliet, overleefde en de politie inlichtte. Het werd het moordproces van de eeuw genoemd, waarbij ook de internationale pers aanwezig was. Hans van Z. werd tot levenslang veroordeeld. De man kwam in de tijd van zijn moorden veel over de vloer bij het in Utrecht wonende gezin Terlouw.
‘Het is heel apart dat je dat meemaakt. Je ontmoet iemand die je begint te vertrouwen. Langzaam groeide het besef dat de man niet heel erg deugt, maar dan is het nog een hele schok als je later hoort dat hij een seriemoordenaar is. Meteen dringt de vraag bij je op: ben ik schuldig? Had ik hem moeten aangeven, nadat hij geld van me gestolen had? Ik heb het mezelf vrij gauw vergeven. Ik kon het toch niet weten.’
Toch had de eerste indruk een unheimisch gevoel bij Terlouw en ook zijn vrouw achtergelaten. Zo’n gevoel waarop je niet de vinger kan leggen, maar achteraf wel blijkt te kloppen. ‘Het was een jonge, knappe man met vrolijke, mooie ogen. Een vriend van de huurster. Toch zei ik tegen mijn vrouw: “Hans van Zon, heb je die al gezien?” “Ja.” “Laat hem maar niet alleen met de kinderen.” “Nee, je hebt gelijk.”’ En daarmee werd besloten dat de kinderen en Hans van Z. niet alleen bleven. ‘Hij keek net een graad langs me heen. In ieder gebaar en woord zit een hele persoon. Dat kun je niet verbergen.’
Het is inmiddels bijna vijftig jaar geleden. Hans van Z. is in 1998 overleden en behalve dat de kinderen oom Hans tegen hem zeiden en op zijn schoot zaten, is het verworden tot een herinnering. Niettemin schreven Jan Terlouw en zijn dochter Sanne er een boek over: In huis met een seriemoordenaar. ‘Het is een interessante belevenis om over te schrijven.’ De roman is op ware feiten gebaseerd. ‘We hebben veel verzonnen, want je moet een boek schrijven. Het is misschien niet allemaal waar, maar de essentie wel,’ zegt Terlouw.
Koning van Katoren
Momenteel gonst het van de geruchten dat Terlouw bezig is met het derde deel van Koning van Katoren. Hij zucht glimlachend. ‘Ik was bezig met een verhaal over klimaatsveranderingen, wat inderdaad eventueel als derde deel van Koning van Katoren kan dienen. Het is een roman, maar is het voor kinderen geschikt of juist meer voor volwassenen? Daar ben ik nog niet over uit.’
’We kunnen het oplossen, maar we doen het niet. Dat komt door het hebzuchtgas.’
Klimaatverandering is veel ernstiger dan de meeste mensen weten, vindt Terlouw. Maar tegelijkertijd denkt de natuurkundige in hem dat het probleem oplosbaar is. Die tegenstelling intrigeert hem. ’We kunnen het oplossen, maar we doen het niet. Dat komt door het hebzuchtgas.’ Hebzuchtgas, dat klinkt heel erg Koning van Katoren-materiaal. ‘Ja, maar ik heb het ook over dat het kapitaal de baas is geworden, en dat de politiek dat heeft laten gebeuren. Dat is dan weer meer voor volwassenen geschikt. Vandaar de dubio over of het een kinderboek of een volwassenboek moet worden.’
Politiek en samenleving blijven de voormalig D66-voorman in ieder geval bezighouden. En hij vindt ook nog de tijd om samen met zijn dochter aan een volgend nieuw boek te werken. ‘Iets anders, maar ik ga er nog niets over vertellen, want ik weet niet of het gaat lukken.’