Japanse literatuur en de onvermijdelijkheid van de kat
De kat en het boek
Japanse romanschrijver Natsume Sōseki schreef in 1905 de satirische roman Ik ben een kat, waarin hij vanuit het oogpunt van een huiskat commentaar leverde op de Japanse samenleving en cultuur. De kat in het verhaal maakt gebruik van het ongebruikelijke voornaamwoord 'wagahai', dat 'ik' betekent en door oudere mannen met een hoge sociale status werd gebruikt. Ondanks dat wagahai in spreektaal vrijwel nooit meer voorkomt, is het met dank aan Ik ben een kat in fictie wel blijven bestaan, waarbij het vooral wordt gebruikt door arrogante en pompeuze dieren. Sōseki's roman werd razendpopulair en opende al snel de sluizen voor wat een kenmerk van de Japanse literatuur zou worden: de kat. Ze zijn zelfs zo populair geworden dat ze vaak op omslagen worden gezet zonder dat ze in het verhaal voorkomen!
Katten in de hoofdrol
Gelukskat
In Japan staat de kat symbool voor geluk. Hoewel wij in het westen in het bijzonder de zwarte kat beschouwen als een voorteken van tegenspoed, werden ze in het oude Japan juist aanbeden omdat men dacht dat ze ongehuwde vrouwen aantrekkelijke minnaars zouden brengen. Spiritueel gezien worden katachtigen in Japan geassocieerd met beschermende krachten. In volksverhalen, legendes en literatuur zijn ze dus niet alleen knuffelbare metgezellen, maar hebben ze ook een spirituele betekenis.
Nóg meer katten in de hoofdrol
De Stompstaart
In sommige volksverhalen is de lengte van de staart belangrijk: katten met een stompstaart worden gezien als voorspoedig, terwijl langstaartige katten ervan verdacht worden een boze geest te zijn. Het is dus geen verrassing dat de Japanse Stompstaart de meest geliefde kat is in Japan. Deze soort wordt zelfs traditioneel gebruikt als inspiratie voor de Maneki-neko, een beeldje in de vorm van een wenkende kat. Van de talisman wordt aangenomen dat het de eigenaar – je raadt het al – geluk brengt.
Kat op de cover, maar hij loopt het verhaal voorbij
Een likje verf
Voordat katten populair werden in de moderne literatuur, waren ze al heel lang geliefd in de Japanse kunst. Voornamelijk in de prentenkunst Ukiyo-e worden katten al vanaf de zeventiende eeuw veel afgebeeld. Als het wereldberoemde werk Onder de golf voor de kust van Kanagawa van schilder Katsushika Hokusai een belletje doet rinkelen, ben je onbewust al bekend met Ukiyo-e. Bij het maken van deze bijzondere kunstsoort wordt een stuk hout tot een afbeelding gesneden, waarna het snijwerk wordt beschilderd en bestempeld. Om kopers aan te trekken, beelden kunstenaars populaire onderwerpen af. En daar vallen katten ook onder. Of ze nu in een hoekje op de loer liggen of centraal staan, katten zijn alomtegenwoordig in de Japanse kunst.