Interview /
Jerry Hormone: 'Ik ben te sexy voor Hebban'
Jerry Hormone publiceerde een aantal kortverhalen in o.a. Das Magazin, De Revisor en de Titaan. Vrijwel meteen werd zijn korzelige schrijfstijl opgepikt en meerdere uitgevers zochten contact, wat begin dit jaar resulteerde in zijn literaire debuut, Het is maar bloed (Atlas Contact). Hoog tijd om deze getalenteerde duizendpoot eens aan een vragenvuur te onderwerpen. In tegenstellig tot zijn roemruchte interview voor Vrij Nederland, hield vandaag iedereen zijn kleren netjes aan. In woorden werd geen onderwerp geschuwd en de sympathieke spraakwaterval ging volledig los.
Je hebt al meer dan honderd Borre boeken uitgegeven. Voelt dit nog als een debuut?
'Ja, Het is maar bloed voelt als een debuut. Op een gegeven moment weet je het natuurlijk wel, die postbode die elke maand voor de deur staat met de auteursexemplaren van je nieuwste boek, maar nu was het wel weer effe een partijtje gaaf toen-ie aanbelde. Het is toch ook weer heel andere koek om voor kinderen van je eigen leeftijd te schrijven. En het circus om Het is maar bloed heen is ook van een heel andere orde.'
Het klinkt alsof je niet meer blij was met Borre.
'Nou, ik was niet niet-blij met Borre, maar het nieuwtje was er op een gegeven moment wel vanaf, maar dat lijkt me niet gek. En die serie, die loopt van groep 0 t/m groep 8, 12 boekjes per jaar, dus op een gegeven moment was die serie gewoon afgeschreven.'
En toen dacht je, kom laat ik eens een literair debuut schrijven?
'Ik had tijd voor iets nieuws: een verhalenbundel voor grote mensen.'
Wat is het verschil in aanpak?
'Kinderboeken schrijven doe je voor een gerichte doelgroep. Het is maar bloed schreef ik in de eerste plaats voor mezelf.'
Als een dagboek?
'Nee, niet zo. Ik had hier laatst een discussie met Auke Hulst over. Hij vond mijn opmerking over dat je maar moest gaan masturberen als je alleen voor jezelf wilde schrijven, klinklare onzin. Hulst vindt dat je alleen voor jezelf moet schrijven en dat doe ik op zich ook, maar dan niet voor Jerry de schrijver, maar voor Jerry de lezer. Ik schrijf wat ik zelf zou willen lezen. M'n eigen dagboek zou ik niet willen lezen. Dat zou een erg saaie, ijdele en zeikerige tekst zijn. Zoals de meeste dagboeken.'
Je wist dus wat je wel en niet wilde en hoe vond je toen een uitgever?
'Ik ben korte verhalen gaan schrijven en heb die naar allerlei literaire tijdschriften en websites gestuurd ter publicatie. Al snel waren er een aantal uitgeverijen in me geïnteresseerd. Omdat ik in zakelijk opzicht veel te aardig ben, heb ik toen Willem van Sebes & Bisseling in de arm genomen om me te helpen met contractonderhandelingen.'
Hij pauzeert even en vervolgt:
'Of eigenlijk: die voor me te doen.'
Zoals jij het vertelt klinkt het allemaal heel simpel. Bij Willem binnenkomen is toch niet echt simpel.
'Het klinkt heel simpel maar je hebt gelijk: bij Sebes zijn ze erg selectief. Als ze er geen kwaliteit en centen in zien, doen ze het niet. En da's ook logisch: agent zijn is geen hobby.'
En jouw boek heeft die kwaliteiten?
'Ik heb gewoon een goed boek geschreven. Geen vijf sterren, maar wel vier. Alleen is het wel het soort literatuur waarvoor je een beetje tussen de regels moet kunnen lezen, want in dat wat er niet gezegd wordt, zit het drama van het menselijk tekort.'
Nog even verder over het debuteren. Wie zijn er allemaal belangrijk geweest bij de totstandkoming van dit debuut?
'Allereerst Elfie (Tromp, zijn partner, red.), zonder haar was het helemaal niks geworden. Voor ik haar kende, was ik die ik-persoon uit het verhaal 'Een engel van beton' (Passieve drinkende en rokende jongeman, red.).
Jerry denkt even na – iets wat de spraakwaterval niet heel vaak doet – en gaat dan in zijn kenmerkende enthousiaste stijl verder:
'Sla bij deze vraag vooral mijn redacteur Jelte Nieuwenhuis niet over. Zijn vertrouwen in mijn schrijven en zijn enthousiasme voor Het is maar bloed zijn mij heel veel waard. Maar ik heb daar uitsluitend goede contacten (bij uitgeverij Atlas Contact, red.)
Hype
En toen was je debuut een feit. Er ontstond vrijwel direct een hele roering rond je persoon. Hoe ga je om met de hype rond je persoon?
'Mensen die zeggen dat het plat is (omdat er wat scheldwoorden in voorkomen en de personages zich vooral bezig houden met basale zaken als drinken, roken en proberen te neuken) hebben er niets van begrepen.'
'Tja, hype, hype.' (lacht een beetje en doet zijn haar weer eens achter zijn oren)
'Sommige mensen (die mij nooit een seconde gesproken hebben en enkel uit de media kennen) denken dat ik een act ben. Als dat het geval is, ben ik 24/7 die act en is het personage al jaren geleden met de persoon samengevallen. Kijk, ik heb al meer dan tien jaar niet voor een baas hoeven werken, en daarvoor nooit een serieuze baan gehad, dus ik heb me nooit aan iemand hoeven aanpassen en heb altijd mezelf kunnen zijn. Ik ben misschien wel gewoon heel veel en onbeschaamd mezelf. Als ik als Karina Wolkers in m'n blote reet op de foto wil, dan denk ik niet: wat zal m'n moeder/baas/pastoor daarvan vinden. Dan doe ik dat gewoon.'
Je bent nogal open over je privéleven. Heeft dit circus invloed op je dagelijkse bestaan?
'Omdat ik op televisie een paar keer 'neuken' heb geroepen en met m'n blote reet in de Vrij Nederland heb gestaan, wil dat niet zeggen dat je veel meer over m'n privéleven weet dan over dat van een andere schrijver. Ik ben nogal schaamteloos. Ik weet niet of dat hetzelfde als open is. Het enige wat ik wel merk, is dat mensen waar ik nog nooit een seconde mee gesproken heb, nu van alles van mij vinden en het ook nodig vinden mij dat via een Facebook of een Twitter te melden. Mensen die schelden en beledigen, daar gaat meteen een block op. Sodemieter op, ik heb de grootste lol.'
En Elfie, hoe ervaart zij je schaamteloosheid? Het is jouw boek, jouw taal, jouw feestje en morgen staat zij weer in de Metro of bij de Bas. Heb je hier afspraken over?
'Wat betreft schaamteloosheid zitten we niet ver van elkaar af. En d'r moeder is er net zo één, die lacht zich helemaal de tering als Elfie op tv zegt dat ze van twee bier al d'r broek uittrekt.'
Autobiografisch
Sommige verhalen lijken autobiografisch. Ligt nu het leven van Jerry voor me op tafel?
'Ongeveer de helft van de verhalen in Het is maar bloed is in meer of mindere mate op autobiografische gegevens gebaseerd. Maar het blijft allemaal fictie. Als iets aan hoe het werkelijk heeft plaatsgevonden me voor het verhaal niet uitkomt, dan laat ik dat weg of verander ik dat. Ik ben tenslotte geen dagboek, maar literaire fictie aan het schrijven.'
Een van de mooiste en meest rauwe verhalen uit de bundel is wel 'De spareribclub' (lees het verhaal hier).
Is dat gebaseerd op je eigen leven?
'De spareribclub is wat dat betreft nul autobiografisch. Dat verhaal is compleet uit de duim gezogen. Alleen de naam 'De spareribclub' en het principe van die club, heb ik afgekeken van een oom van Elfie. Niet autobiografisch, maar wel een mooi verhaal.'
Een laatste vraag over het autobiografische gehalte van het boek. Niet iedereen die zich in een van de personages herkende was daar even blij mee. Ik weet niet of ik het leuk had gevonden om mezelf als personage terug te vinden in je boek. Begrijp je dat?
'Over die Saskia uit 'Een engel van beton': als de vrouw waarop het personage van Saskia gebaseerd is dat verhaal leest, zal ze zichzelf erin herkennen en er waarschijnlijk niet blij mee zijn. Maar so be it. Ik heb haar naam en uiterlijk veranderd en alleen die tien of twintig mensen die toen van onze relatie wisten zullen haar ook herkennen. En het is geen afrekening. Dat lijkt me weinig interessant voor de lezer. Ik heb geprobeerd er een zo'n mooi en pijnlijk mogelijk verhaal van te maken. En wees eerlijk: de ik-persoon komt er ook niet bepaald goed vanaf. Of zou jij wel met zo'n onvolwassen, passieve, kettingrokende alcoholist een weekje op vakantie naar Frankrijk willen?'
Iets heel anders, namelijk je opmerkelijke schrijfstijl. Achterop de omslag wordt deze helder uitgelegd: 'In een normaal boek krijg je spaghetti en hier krijg je spijkers: ultra kort en puntig.' Heb je dat geleerd van kinderboeken? Zijn je zinnen in Borre kortgeknipte spaghetti’s?
'Ik zou Borre eerder macaroni noemen. Of van die lettervermicelli voor in de soep. Kinderen leren er tenslotte mee lezen.'
Maar je doet het spijkerschrijven met die korte zinnen – waar geen woord teveel staat – zeer bewust. Het doet me denken aan Picasso, die perfect realistisch kon schilderen voordat hij zich aan het abstracte werk waagde.
'Ja, m'n stijl is heel bewust. En ik heb door die kinderboeken te schrijven ook echt leren schrijven. Voor kinderen moet je heel direct en verhalend schrijven. Veel actie, veel dialoog. Dat doe ik nog steeds, maar dan nog een stapje minimalistischer. Al vind ik Picasso niet de beste vergelijking.'
Waar zou je dan voor kiezen?
'Welke schilder het dan wel zou zijn, daar moet ik effe over nadenken. (...) Misschien een striptekenaar. Joost Swarte. De Klare Lijn, dat spreekt me aan. Hergé en zo.'
Seks
Ik heb de seks tot het laatst bewaard. In een boek kun je daar niet omheen en is het voor menig lezer te prominent aanwezig.
'Ik ben te sexy voor Hebban. (lacht) Nee, serieus. In Het is maar bloed wordt meer niet dan wel geneukt. Alleen in 'Klikklak' en 'De spareribclub' wordt geneukt. En dat zijn beide scènes die weinig pornografisch zijn. De verhalen worden bevolkt door moralistisch arme mensen. Die hebben geen hogere idealen. Die willen vreten, zuipen, neuken en drugs doen. En daar praten ze niet mooier over dan nodig is. Ik ben ook niet bezig met het openbreken van de goede zeden. Al zou je ze de kost moeten geven die mij walgelijk vinden omdat ik met een bloedneus op de voorkant van m'n boek sta en in m'n blote reet in de Vrij Nederland.'
Wat vind je zelf fijne literaire seks?
'Ik vind maar heel weinig seks goed geschreven. Wolkers kon het goed, heel zinnelijk. Seks wordt meestal of te lollig, of te cliché of te porno. Ik vind neuken in een boek ook eigenlijk helemaal niet interessant, tenzij het ellendig neuken is. Ik wil drama en ellende, dat is interessant. Aan een goed partijtje neuken zit weinig drama en ellende.'
Dit lijkt me een mooie afsluiter. Wil je nog iets kwijt?
'Ik denk dat ik mijn ei wel gelegd heb.'
Giveaway
Benieuwd naar Het is maar bloed ? We maken een aantal lezers blij met deze verhalenbundel! Doe mee met de giveaway!