Column /
Jet (her)leest klassiekers: Gimmick!
Toen ik de overstap maakte van kinderboeken naar volwassen literatuur was een van de eerste titels die mij werd aangeraden Vals licht (1991) van de vorige week overleden Joost Zwagerman, over een student Nederlands die gefascineerd raakt door de wereld van de prostitutie en verliefd wordt op een hoertje. Zwagerman stond bekend om zijn toegankelijke stijl en was populair bij scholieren en studenten, maar ik legde het boek na de eerste vijftig pagina’s weg: het boek deprimeerde me, gaf me een troosteloos en een beetje viezig gevoel. Het schilderij van Edward Hopper dat de omslag sierde, waarbij de beschouwer vanuit het donker een helverlichte kamer met een bijna naakte vrouw inkijkt, maakte dat er niet beter op.
Hoe anders was dat toen ik Gimmick! las, de roman waarmee Zwagerman in 1989 doorbrak bij het grote publiek. In Gimmick! schetst hij een beeld van de wereld van succesvolle jonge creatievelingen die eind jaren tachtig uitgroeiden tot de eerste Nederlandse yuppen: de postmodernistische kunstenaars die Gimmick! bevolken verdienen bakken met geld en geven dat uit aan feesten, seksclubs, drank en drugs. Ik genoot van de decadente levensstijl die Zwagerman beschreef. Van de benevelde avonden in de clubs, gebaseerd op echt bestaande, maar inmiddels gesloten Amsterdamse uitgaansgelegenheden. Van de gepassioneerde tirades van schilder Eckhardt: ‘Wil jij iets met je schilderijen, Walter? Wil jij iets? Ik bedoel: heb je een bóódschap? Vergeet het. Er valt niks meer omver te werpen, te provoceren, te rebelleren.’ Van de dynamische en overrompelende stijl waarin dit alles geschreven was.
En dat terwijl ook Gimmick! een nogal deprimerend verhaal is. Hoofdpersoon Walter van Raamsdonk, die Raam wordt genoemd, geniet weliswaar dezelfde status als zijn collega’s — die van jonge, veelbelovende kunstenaar — maar niet voor lang meer, lijkt het: hij maakt nauwelijks nog schilderijen, zijn inspiratie heeft hij verloren. In flashbacks wordt zijn relatie met zijn grote liefde Sammie uit de doeken gedaan, die op een dag heeft besloten dat ze niet meer met hem verder wil — de oorzaak van Raams ondergang. Hij vlucht in verdovende middelen, maar kan zich tegelijkertijd niet afsluiten voor het cynisme van zijn zogenaamde vrienden en de leegheid van de wereld waarin hij zich begeeft.
Gimmick! maakte bij verschijnen een hoop reacties los. Lezers waren geschokt door het gedrag van de zuipende en snuivende yuppen, en ook de literaire kritiek was niet unaniem positief; De Groene Amsterdammer schreef laatdunkend dat ‘de Veronica-sound de literatuur was binnen gemarcheerd’. Dat er iets veranderde binnen de literatuur was zeker: drie jaar later debuteerde Ronald Giphart met zijn in een vergelijkbare stijl geschreven ‘seksboek’ Ik ook van jou, Arnon Grunberg beschreef in Blauwe maandagen (1994) een grauw leven van alcohol en hoeren.
Gimmick! is misschien niet meer zo schokkend als het 25 jaar geleden was — het merendeel van de jongeren gebruikt tegenwoordig xtc en basis- en middelbare scholieren zingen vrolijk mee met Lil’ Kleine’s Drank & Drugs — maar de taal is nog even flitsend, en Raams situatie nog even schrijnend. En daarmee sprankelt en ontroert het nog steeds.
En Vals licht — dat ga ik denk ik een herkansing geven.