Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Dossier /

De Vivaldi van het spannende boek

Er zijn van die schrijvers die een prominente ereplaats verdienen in de Hall of Fame van beste misdaadauteurs, maar die toch relatief onbekend zijn omdat het grote publiek de hoge kwaliteit van hun boeken nog niet omarmd heeft. Zo’n schrijver is de Zweedse misdaadauteur Johan Theorin. Een schrijver die in een programmatische cyclus van vier thrillers de vier jaargetijden gebruikt als sfeervolle achtergrond voor criminele en mysterieuze activiteiten die zich afspelen op het Zweedse eiland Öland.

Bekroond
In 2007 debuteerde de voormalige journalist Theorin met zijn schitterende thriller Schemeruur (Echoes from the Dead), waarmee hij meteen diverse nationale en internationale prijzen in de wacht sleepte. Datzelfde gold zelfs in sterkere mate voor de opvolger Nachtstorm, waarmee Theorin maar liefst 4 prestigieuze awards won. En ook de thrillers Steenbloed en Grafheuvel, die “De vier seizoenen van Öland” completeren, werden in juichende bewoordingen door de pers ontvangen. Aan waardering door kenners en critici dus geen gebrek. Uitgevers uit tal van landen kochten de rechten aan, maar de verkopen bleven tot op heden bescheiden. Onlangs werd de verfilming van Schemeruur, Echoes from the Dead, op dvd uitgebracht. Hopelijk is dat het beslissende zetje om een breed publiek aan te zetten tot het lezen van de schitterende boeken van Johan Theorin, de Vivaldi van de Misdaadroman!!!

Hi, I am Johan
Op zijn officiële website stelt Johan Theorin zich voor op een wijze die niet zozeer inzicht geeft in zijn leven, maar die wel duidelijk maakt waar zijn liefde naar uitgaat en wat zijn grote inspiratiebron is voor zijn boeken: het lyrisch beschreven eiland Öland waar hij zijn vier-jaargetijden-thrillers laat afspelen: “Hi, I am Johan. Ik schrijf donkere 'mystery novels' met bovennatuurlijke elementen die zich voornamelijk afspelen op het Zweedse eiland Öland. Dit is de plaats waar ik een groot deel van mijn jeugd heb doorgebracht en waar ik nog steeds zo vaak mogelijk naartoe ga. Öland is een eiland dat in de Baltische zee ligt en dat ’s zomers een zonnige en populaire vakantiebestemming voor toeristen is. ’s Winters is het eiland koud en donker en zijn er nog maar weinig mensen die er wonen. Het weer kan er onstuimig zijn, met plotseling opkomende sneeuwstormen, en aan de oostkust van het eiland hebben veel schepen schipbreuk geleden.”

Dagdromer
De in 1963 in Gothenburg geboren Johan Theorin kwam vaak op het eiland Öland omdat de familie van zijn moederskant zeelieden, vissers en boeren waren die al eeuwen op het eiland woonden. Van hen hoorde Johan op jeugdige leeftijd al de mythische verhalen, de sagen en legendes, de folkloristische overleveringen die bij een eiland horen. Hij kon er geen genoeg van krijgen. Als vijfjarige dagdromer verwerkte hij de verhalen op zijn eigen manier. Als zijn moeder ’s avonds eten kookte, ging kleine Johan bij haar in de keuken staan en vertelde zijn moeder zelfverzonnen verhalen, gebaseerd op alle mysterieuze verhalen die hij had gehoord. Hij kon nog niet schrijven, dus niets van zijn verhaaltjes werd opgetekend. Maar Johan ontwikkelde ongemerkt een systeem dat hij nog steeds hanteert. Eerst verzint hij complete verhalen met alle personages die daarbij horen en pas daarna begint hij te schrijven. In een roes alles wat hij verzonnen heeft vormgevend. Lange tijd schreef Theorin uitsluitend korte verhalen. Nog voordat hij zijn brood verdiende als journalist publiceerde hij al korte verhalen in Zweedse kranten en tijdschriften. Slecht gelezen, vijfentwintig jaar lang, tot aan het moment dat hij besloot boeken te gaan schrijven.

Romanschrijver
Pas rond zijn veertigste begon Theorin na te denken over het schrijven van boeken. Hij wist één ding zeker. Scandinavische folklore en elementen uit spookverhalen moesten onderdelen worden van zijn verhalen. Dat hij die dingen zou gaan verwerken in misdaadromans, kwam door de grote publieke belangstelling voor dat genre. Johan Theorin wilde ook wel eens meemaken hoe het voelde om een goed gelezen schrijver te zijn. Hij begreep wel dat het “bovennatuurlijke” dat hem zo aansprak in de verhalen die hij van zijn familie op Öland hoorde, in zijn misdaadromans slechts een rol op de achtergrond moest krijgen. Wat karakters betreft hoefde Theorin niet lang na te denken. Tijdens de vele keren dat hij op Öland gelogeerd had, was hij tal van kleurrijke figuren tegengekomen. De eilandbewoners, onder wie een deel van zijn familie, vormden een onuitputtelijke bron van inspiratie voor hem. Zo is de oude, gepensioneerde zeeman Gerlof direct ontleend aan Theorins opa Ellert Gerlofsson, die gedurende 30 jaar als zeekapitein de Baltische zee bevoer en die de kleine Johan tal van betoverende verhalen vertelde. Johan was er dol op. In een interview zei hij: “Ik verwerk altijd wel een paar verhaaltjes van mijn grootvader en broers in mijn boeken - die laat ik dan door Gerlof aan iemand vertellen - om ze te behouden en ze te delen met de lezer.”

De vier jaargetijden
Tegen deze achtergrond is het niet vreemd dat Theorin besloot zijn boeken op Öland te laten spelen. De titel van zijn eerste boek Schemeruur was ontleend aan de typisch Scandinavische traditie. Het schemeruur was ooit de tijd dat boeren en vissers hun kinderen griezelverhalen vertelden. Zij vertelden angstige sprookjes over geestverschijningen, trollen, over piraten, en over stormen, wind, regen en wolken die menselijke verschijningen werden, vol boosaardige karaktereigenschappen. Omdat elk seizoen zijn bekoringen, maar ook zijn eigenaardigheden en eigen folkloristische verhalen had, besloot Theorin voor elk seizoen een boek te schrijven. In Schemeruur is het herfst, in Nachtstorm is het winter, in Steenbloed is het lente en in Grafheuvel is het zomer. Vanwege de diep doorvoelde manier waarop Theorin de natuur en de invloed van de seizoenen beschrijft, mag hij met recht de Vivaldi van de misdaadroman worden genoemd. De alles omhullende mist, de harde wind, de naargeestig kale akkers, de woest schuimende zee, het striemende zand dat de gezichten van de eilandbewoners geselt en in het voorjaar de bloeiende orchideeën en het frisse groen van ontluikende bomen en planten, dat zijn de ingrediënten waarmee Theorin zijn intense sfeer componeert die de verhalen zo’n grote impact geven.

Öland
Dat de naam van het eiland Öland vaak opduikt in een beschouwing over Johan Theorin en zijn werk is niet overdreven. Geen krantenartikel, geen tv-documentaire, geen maatschappijkritisch moment, maar een observatie over het eiland is de directe aanleiding geweest voor het schrijven van zijn vier-jaargetijden-thrillers. Hij zegt daarover in een interview: “Als Öland een mens was, dan was het iemand met een gespleten persoonlijkheid. Voor ons Zweden is het een populair vakantieoord in de zomer. Dan strijken er gemiddeld zo’n 200.000 toeristen neer aan de westkust, maar de rest van het jaar leven hier maar weinig mensen. En in het noorden, waar ik een huis heb, zijn veel dorpjes die het merendeel van het jaar volledig uitgestorven zijn. Daar woont niemand. Dat contrast heeft me altijd gefascineerd. Daar wilde ik over schrijven. In Schemeruur en Nachtstorm speculeer ik over de sinistere en spookachtige dingen die kunnen plaatsvinden in die geïsoleerde dorpjes gedurende de herfst en de winter.”

Schemeruur(het boek)
Schemeruur, de bekroonde debuutroman van Johan Theorin, begint op een mistige septemberdag in het jaar 1972. Een jongetje van 6 jaar klimt op de stenen muur die de tuin, horend bij het zomerhuis van zijn opa en oma, omzoomt. Het is hem ten strengste verboden om over de muur te klimmen, maar de kleine jongen doet het toch. Hij wordt door de mist opgeslokt. Zijn oriëntatievermogen laat hem in de steek, maar als hij de gedaante van een man ziet, denkt hij redding te hebben gevonden. Wat rest is een nachtmerrie voor de familie. De jongen komt nooit meer opdagen. Politie, familie, vrijwilligers, iedereen doorzoekt elke centimeter van het eiland, maar er is geen spoor van het joch te bekennen. Twintig jaar later krijgt zijn moeder Julia een onverwacht telefoontje van haar vader, die na zijn pensionering op het eiland is blijven wonen. Er is bij hem een pakje bezorgd met een kinderschoen. Pas nu hoort Julia het verhaal van de mythische zonderling Nils Kant, die ooit het eiland onveilig maakte en iedereen schrik aanjoeg. Maar hij is gestorven en begraven, lang voordat Julia’s zoontje verdween. Toch geloven sommige eilanders dat Nils Kant nog wel eens gezien wordt, terwijl hij in het schemeruur over de velden dwaalt. Schemeruur (Echoes from the Dead) is een heel bijzondere misdaadroman over verdriet, verlies, hoop en wanhoop, waarbij de schaduwen uit het verleden nog altijd over het heden hangen. Sober van stijl, maar rijk aan psychologisch inzicht en ongekend sfeervolle natuurbeschrijvingen. Er wordt wel eens gezegd dat je aan de eerste zin van een boek kunt zien of het goed of slecht is. Theorin bewijst die stelling met verve. Zijn begin is zo sfeervol, beklemmend en angstaanjagend dat het boek alleen vanwege het begin al waard is gelezen te worden. Geschreven in de 3e persoon, maar vanuit the point of view van het jongetje dat in zijn avontuurlijke onschuld zijn ondergang tegemoet gaat. Daarna worden in flashbacks en wisselend perspectief de verbanden tussen heden en verleden briljant uitgewerkt.

Schemeruur (de film)
Het verfilmen van een sfeervol en emotioneel geladen boek is altijd een hachelijke zaak, zelfs als het een misdaadverhaal betreft. De spanningsbogen liggen anders en met expliciete (film)beelden wordt een andere sfeer gecreëerd dan met woorden en zinnen die door hun nuances de verbeeldingskracht van de lezer prikkelen. Echoes from the Dead, de verfilming van Schemeruur, gemaakt door de vakmensen die ook de Millennium-trilogie maakten, is gelukkig in alle opzichten geslaagd. Even sfeervol, spannend en mysterieus als het boek. Maar, er is wel één groot verschil. Het begin van het boek wordt verteld vanuit het perspectief van het jongetje dat door de mist dwaalt en eindigt met het moment dat de kleine Jens de mysterieuze Nils Kant tegenkomt, wetend dat hij een vergissing begaat, maar toch hopend dat de grote man hem veilig thuis zal brengen. De film Echoes from the Dead begint echter met een geheel andere scène. In beeld zien we een man (Nils Kant) die ten tijde van WOII op de heide een fazant doodschiet. Dan duiken er 2 ongewapende mannen uit de bosjes op. Nils Kant schiet de mannen zonder nadenken dood. Later schiet Kant een politieman, die hem wil arresteren, dood. Nils vlucht. Er zijn meer verschillen, maar het grote verschil tussen film en boek is het begin. Het boek beschrijft de verdwijning van het jongetje terwijl de film uitvoerig stilstaat bij de koelbloedige moorden van Nils Kant. Het boek geeft na de openingsscène dus nog vage hoop dat het jochie ooit gevonden zal worden. De film maakt duidelijk dat Nils Kant een meedogenloze moordenaar is en dat er totaal geen hoop is. In wezen wordt er iets van het einde weggegeven. Dat neemt niet weg dat de film het kijken meer dan waard is.

Nachtstorm
Het tweede boek van Theorin, Nachtstorm, is haast nog mooier dan Schemeruur. Het boek won 4 prijzen waaronder De Glazen Sleutel en de International Dagger. Het verhaal draait om een jong gezin dat van het Zweedse vasteland naar het eiland Öland verhuist om een oud vuurtorenhuis in ere te herstellen. Wanneer één van de gezinsleden om het leven komt, gaat de politie ervan uit dat het een ongeluk was. Maar de nabestaanden denken daar geheel anders over. “Allemachtig wat een talent!” schreef Vrij Nederland naar aanleiding van Nachtstorm, waarin iets meer bovennatuurlijke elementen een rol spelen dan in Schemeruur. Niet voor niets beschrijft Theorin als voorafje in zijn boek een Zweeds volksverhaal uit de 19e eeuw waarin wordt verteld hoe de doden zich elke winter verzamelen om Kerstmis te vieren. ‘Eén keer werden ze echter gestoord door een ongetrouwde vrouw. Haar klok was blijven stilstaan, dus stond ze te vroeg op en ging midden in de kerstnacht naar de kerk. Er klonk een geroezemoes van stemmen alsof er een kerkdienst werd gehouden in een kerk die vol mensen zat. Plotseling zag de vrouw haar vroegere verloofde. Hij was vele jaren geleden verdronken, maar zat nu op een kerkbank, tussen de anderen.” Dit volksverhaal is overigens kenmerkend voor de manier waarop Theorin zijn “bovennatuurlijke” elementen gebruikt. Het zijn in wezen allegorieën, metaforen die door het hele boek worden volgehouden, vertellingen die een herkenbare menselijke emotie of eigenschap in verhaalvorm weergeven. In dit geval gaat het om de onmacht om afscheid te nemen van een dode geliefde. Daardoor kan iemand jarenlang de verloren geliefde herkennen in volstrekt willekeurige voorbijgangers. Ook nu toont Theorin weer aan een meester te zijn in zijn verhaalopbouw, tekstbehandeling en beelden vol zeggingskracht.

Realist
Het zou overigens een misverstand zijn om te denken dat Johan Theorin, een spiritueel georiënteerd, zweverig type is dat uitsluitend magische en mysterieuze zaken in zijn verhalen stopt. De man die in zijn studietijd twee jaar in Amerika woonde (Michigan en Vermont), doet voor elk boek grondige research. Hij leest veel vakliteratuur, praat met politiemensen, misdaadverslaggevers en doctoren om alle feiten zo realistisch mogelijk te kunnen beschrijven. In een oud huis in Gothenburg schrijft hij dagelijks van 10.00 -18.00 uur. Op de uitschieters na, 1 pagina per dag. Hij ziet schrijven als een mozaïek waarbij fantasie en ontelbare feitelijkheden kunstig in elkaar geknutseld worden. Het is ook niet verwonderlijk dat zijn favoriete schrijvers, naast Peter Straub, grootheden als Dennis Lehane, Ruth Rendell en Karin Fossum zijn. Misdaadauteurs die, net als Johan Theorin, enorm veel aandacht besteden aan het uitdiepen van hun karakters met het doel hen zo menselijk mogelijk te maken.

Steenbloed
Het derde boek in de vier-jaargetijden-serie, Steenbloed, is het meest persoonlijke boek van Johan Theorin. Tijdens het schrijven werd zijn vader ongeneeslijk ziek en overleed enkele maanden later. Theorin heeft zijn rouwproces in Steenbloed verwerkt door zowel het proces van ouder worden en aftakelen, als het proces van sterven in zijn verhaal te verwerken. Theorin laat in dit boek de oude visser Gerlof Davidsson (83 jaar), die gebaseerd is op zijn eigen grootvader, verhuizen van het rusthuis naar het zomerhuisje waar hij ooit gelukkig was met zijn (overleden) vrouw Ella. Daar wil Gerlof zijn laatste dagen doorbrengen. Het is lente, de sneeuw smelt, de zon schijnt en de natuur ontluikt terwijl de trekvogels uit Afrika terugkeren om zich op het eiland te nestelen. Maar met de lente komen ook de slechte dingen en mensen terug naar het eiland. Zo trekt Per Mörner met zijn tienerkinderen in het huis van zijn overleden neef, de steenhouwer. Maar het zit Per niet mee. Zijn ziekelijke dochter Pernilla moet vaak naar het ziekenhuis en Per moet veel tijd besteden aan zijn vader Jerry die kort daarvoor door een beroerte is getroffen. Tot overmaat van ramp wordt het huis van vader Jerry in brand gestoken en vindt de politie tussen de resten de verkoolde lichamen van enkele mensen. Per en de politie duiken in het verleden van Jerry, ooit een beruchte pornokoning van Zweden. Gaat het om wraak? Of zijn de elfen en trollen uit een oud volksverhaal de familie van Per ongunstig gezind? Hoewel Steenbloed opnieuw een heel goed boek is, heeft het rouwproces dat Johan Theorin privé doorliep, een te grote invloed gehad op het verhaal. Zeker, er zijn tal van prachtig beschreven emotionele scènes, er zijn bestaande en zelfverzonnen legendes verwerkt, het criminele pornoverleden van Pers vader is uitgediept, de relatie tussen diverse eilandbewoners is psychologisch goed beschreven, de liefde krijgt een kans, het politie-onderzoek krijgt gestalte en de natuur is uitgegroeid tot een zelfstandig romanpersonage. Maar, de balans tussen alle elementen is wankel. Theorin moet dit zelf ook hebben gevoeld. Vandaar dat hij besloot om na Steenbloed te wachten met het laatste deel van de vier-jaargetijden-cyclus. Hij wilde even los zijn van de wereld die hij door en door kent. Even verlost zijn van zijn dagelijkse nachtmerries over het verlies van zijn vader.

Sint-Psycho
Het uitstapje dat Theorin zich veroorloofde is Sint-Psycho, een stand-alone thriller die door Crimezone is betiteld als een psychologisch meesterstuk. Het verhaal draait om Jan Hauger die solliciteert als kleuterleider bij “Het Zonnestraaltje” waar uitsluitend kinderen zijn van wie de ouders opgenomen zijn in het naastgelegen psychiatrische ziekenhuis Sint-Patricia. Dat de motieven om kleuterleider te worden niet eerlijk zijn en dat Jan ook een verborgen agenda met zich meedraagt, wordt al snel duidelijk. Jan heeft namelijk een ongewone interesse voor een van de patiënten in Sint-Psycho. Maar het wordt nog spannender als blijkt dat één van de grootste psychopaten van het land ook in Sint-Psycho verblijft. Het karakter van Jan heeft wel iets weg van dat van Ripley uit de verhalen van Patricia Highsmith. Hij is aardig en meedogenloos tegelijk. Het verhaal is ijzingwekkend spannend, met name door de vele onderhuidse verwijzingen. Niets is wat het lijkt en iedereen, zelfs de hoofdpersonen, komen voor grote verrassingen te staan. Een beklemmend verhaal over een obsessieve man die mede door zijn jeugd nooit onderscheid heeft leren te maken tussen goed en kwaad.

Het slotakkoord
Na zijn stand-alone besloot Theorin zijn vier-jaargetijden-cyclus af te maken. Het werd een daverend slotakkoord met de titel Grafheuvel. Het verhaal speelt zich af aan het begin van een drukkend warm zomerseizoen op Öland. Tienduizenden toeristen komen naar het eiland om midzomer te vieren. Maar een van de bezoekers komt met andere intenties. Hij komt wraak nemen voor het onrecht dat hem als kind is aangedaan. Gerlof is de enige die een vermoeden heeft wie deze bezoeker is. Hij heeft hem eerder ontmoet, in zijn jeugd, toen ze allebei op het kerkhof stonden en plotseling geklop hoorden vanuit een vers graf. Het is een boek waarin Theorin weer op zijn best is. Intrigerend, intelligent en uitgebalanceerd.

Geen gewone scenarist
Naast zijn werk als misdaadauteur is Johan Theorin ook schrijver van scripts voor interactieve spelletjes voor internet en cd-rom. Hij vindt het een verwarrende, maar nuttige oefening voor zijn boeken, omdat hij geen compleet verhaal hoeft te bedenken, maar alleen losstaande scènes. Het concentreren op bepaalde scènes komt zijn boeken ten goede, vindt hij. Zijn boeken zijn volgens zijn eigen zeggen niet alleen misdaadromans, maar met name dramatische verhalen over menselijke relaties, gelardeerd met bovennatuurlijke elementen. Johan Theorin: “Ik zou mijn boeken liefst omschrijven als 'Mysteries', omdat ik meer geïnteresseerd ben in mysteries en geheimen dan in geweld en misdaad. Dat gevoel zal bij mij altijd centraal staan. Ook in mijn volgende boeken.”

Bij uitgeverij De Geus verschenen de boeken Schemeruur, Nachtstorm, Steenbloed en Sint-Psycho. Het nieuwste boek Grafheuvel verschijnt eind juli/begin augustus 2014. De film Echoes from the Dead die onlangs op dvd verscheen, wordt gedistribueerd door Lumière.



Over de auteur

Kees de Bree

100 volgers
23 boeken
0 favorieten
Auteur


Reacties op: De Vivaldi van het spannende boek

 

Gerelateerd

Over

Johan Theorin

Johan Theorin

Johan Theorin (1963) is een Zweedse journalist en schrijver. Theorin is geboren ...