Interview /
Jos van Kan: ‘Cambodja heeft me ertoe verleid te schrijven’
Het romandebuut Verre vader gaat over een man, Sep, die in Cambodja woont en besluit de resterende tijd van zijn leven in Battambang door te brengen. Het is het verhaal van een man die worstelt met het nemen van verantwoording en het nemen van beslissingen. Het speelt zich af in een tijd waarin de Pol Pot-geschiedenis en de gevolgen daarvan nog bij eenieder deel uitmaakt van zijn of haar dagelijkse leven.
Jos van Kan, toneelregisseur van beroep, heeft zelf in Cambodja gewerkt. Deze periode heeft een diepe indruk op hem achtergelaten, wat de aanzet is geweest om Verre Vader te schrijven. Wout ten Have sprak met hem namens Hebban.
Het verhaal van Sep speelt zich voornamelijk af in Cambodja. Dat is een van de vele plekken in het buitenland waar je gewerkt hebt. Waarom heb je voor dit land gekozen als locatie voor je roman?
‘Ik heb veel gereisd in heel verschillende landen. Cambodja raakte in mij een speciale snaar. Mijn werken daar was zo anders dat ik de behoefte voelde om er iets over te vertellen. Als je in Cambodja woont en werkt, word je voor vragen geplaatst die niet te omzeilen zijn; je wordt gedwongen na te denken over de dagelijkse gebeurtenissen en ook om beslissingen te nemen. Er is zoveel dat je niet kunt begrijpen. Er gebeuren voortdurend dingen waarvan je niet weet hoe je erop moet reageren. Terwijl je oppervlakkig gezien denkt dat het een heel toegankelijk land is. Dat is natuurlijk zo in elke vreemde cultuur die je betreedt. Maar dit land heeft een zo recente, extreem wrede geschiedenis die nog steeds allesbepalend is. De armoede, met name in de provincie, is echt aangrijpend. En daar staat dan een enorme vitaliteit tegenover; het is een land met een zeer jonge bevolking die klaar staat voor verandering en vooruitgang.’
Je bent al sinds 1989 toneelregisseur. Verre vader is je eerste roman, hoe kwam je op het idee?
‘Door de jaren heen heb ik als toneel- en operaregisseur veel opdrachten voor nieuwe theaterteksten en muziekcomposities gegeven. En daar vervolgens veel over gepraat met schrijvers en componisten. Die ervaringen hebben mijn respect voor schrijvers en componisten steeds verder doen groeien. Het kwam daardoor gewoon niet in me op het zelf te gaan doen, schrijven. Ik vind dat iedereen vooral moet doen waar hij goed in is en bij mij was dat regisseren. Vóór Verre vader heb ik me dan ook nooit echt aan schrijven gewaagd. Maar het was het werken in Cambodja dat me ertoe heeft uitgenodigd; Cambodja heeft me ertoe verleid te schrijven. En de reacties die ik kreeg van mijn vrienden en collega’s op de e-mails en brieven die ik ze vanuit Azië stuurde. De uitnodiging van het internet theatertijdschrift Lucifer om twee artikelen over Cambodja te schrijven en de reacties daarop waren uiteindelijk doorslaggevend.’
Heb je dit verhaal met een specifiek doel voor ogen geschreven?
‘Zelfs de meest kleine beslissing die ik neem tijdens het schrijven heeft natuurlijk een doel. Toch is Verre vader niet met een direct doel geschreven, behalve dat ik graag mijn ervaringen in Cambodja met anderen wilde delen. Het verhaal is langzaam gegroeid. Het heeft zich al werkend stap voor stap gevormd. Wie weet is er daarmee ook een doel ontstaan, maar dat is nooit overheersend geweest in het denken over het verhaal.
Mochten er doelen zijn dan zou het bij voorbeeld mooi zijn als de lezer door het verhaal wordt uitgenodigd een standpunt te bepalen. En dan hoop ik natuurlijk dat hij dat niet voor elkaar krijgt. Of me iets dergelijks gelukt is weet ik niet. Ik heb daar niet direct naar toegewerkt. Ik heb geprobeerd via kleine gebeurtenissen, zintuiglijke belevingen en gesprekjes ruimte te geven aan grotere onderwerpen. Zoals het wel of niet nemen van verantwoording in het leven.’
Is dit een eenmalig uitstapje of volgen er nu meer romans?
‘Uitgeverij Nieuw Amsterdam heeft mij uitgenodigd een tweede roman te schrijven. Al lang voor Verre vader helemaal klaar was. Dat was heel bijzonder. Het ontroerde me. Omdat zij daarmee werkelijk vertrouwen in hun schrijvers uitspreken. Niet eventjes on hold gaan staan en afwachten of het een succesje wordt. En zodoende de eigen beslissingen door het succes in de buitenwereld laten bepalen. Een uitgeverij met visie, met lef. En ik heb er vreselijk veel zin in, ben er eigenlijk al aan begonnen. Het is alleen best moeilijk om het te combineren met het werk waar ik mijn brood mee verdien, het regisseren. Beide beroepen vragen een volledige inzet, een beetje schrijven of een beetje theater bestaat niet.’
Je hoofdpersoon is juist een man die een reactief leven leidt en eigenlijk niet weet hoe hij met zaken om moet gaan en dus niets doet. Hierdoor lijkt hij veel mis te lopen in zijn leven. Was het makkelijk om jezelf in Sep te verplaatsen?
‘Ik heb nooit moeite hoeven doen om me te verplaatsen in Sep. Hij was er ergens al en ik heb hem een stem gegeven. Ik vermoed dat bijna iedereen ergens het gevoel heeft leren kennen dat hij niet weet hoe hij moet leven. Wie weet er wél hoe het echt moet? Of kan? Ik probeer zelf zeker mijn leven vorm te geven. Dat lukt slechts ten dele en dat is maar goed ook. Want het idee dat je alles zou kunnen vormen en naar je hand zou kunnen zetten, lijkt me een gruwel. Het is een gemene illusie waarmee ik mezelf voortdurend om de tuin leid. Daar waar ik verrast word, waar ik het niet meer weet en ik sprakeloos sta, is mijn leven vaak toch op zijn boeiendst.’
In het verhaal komt het wegkijken van onheil en daarmee respect tonen voor de mens sterk naar voren. Hoe kijk jij hier zelf tegenaan?
‘Het gegeven dat mensen in Azië wegkijken op momenten dat een ander mens het moeilijk heeft, op zijn zwakst is, valt, huilt of radeloos is, is een complex gegeven. Een eventuele verklaring is dat men elkaar het gezichtsverlies in het openbaar wil besparen, dat is misschien nog wel begrijpelijk. Met Verre vader heb ik over dit onderwerp geen heldere analytische verklaring willen schrijven. Het gegeven is er. En je krijgt er in Azië op een dag mee te maken. Het is een van de vele raadselen die ik alleen voorzichtig kan proberen te omcirkelen met taal, in de context van een groter verhaal.’
Het verhaal gaat naast het persoonlijke verhaal van Sep ook over de heftige geschiedenis van Cambodja en de Cambodjanen. Deze geschiedenis maakt echter maar zijdelings onderdeel uit van het verhaal. Is er een specifieke reden voor dat je hiervoor gekozen hebt?
‘Je zou theoretisch gezien iets kunnen vertellen over Cambodja zonder het over de Pol Pot-tijd te hebben. Maar in het leven van iedere Cambodjaan speelt het recente verleden een directe rol. Voor een groot aantal mensen omdat ze het zelf meegemaakt hebben. Als dader of slachtoffer, of ergens in dat het vage gebied daartussen. Het is allemaal nog zo kort geleden gebeurd. Er kwamen ongeveer twee miljoen Cambodjanen om. Door die omvang bestaan er eigenlijk geen Cambodjanen die niets uit die periode te betreuren hebben. Iedereen heeft familie en vrienden verloren; vermoord of omgekomen door uitputting en honger. Zelfs voor de vele jonge Cambodjanen speelt het verleden een belangrijke rol, omdat hun moeder en vader het aan den lijve ondervonden hebben.’
Wat zou je willen bereiken als schrijver?
‘Ik zou graag een zo goede schrijver worden dat ik zonder ontrouw te worden aan mezelf ervan zou kunnen leven. Zodat ik de beide beroepen kan combineren. Ze hebben veel raakvlakken. Welbeschouwd ben je als regisseur ook een verhalenverteller. Alleen vertel je het verhaal dat een ander heeft geschreven of gecomponeerd opnieuw. In jouw interpretatie, in samenwerking met de uitvoerende op het podium. Het mooie aan het schrijven is dat ik mag vertellen over wat mij bezighoudt zonder de tussenkomst van, zonder de ontmoeting met anderen. Begrijp me goed, ik houd enorm van mijn werk als regisseur en van samenwerken met anderen. Maar in de stilte die er ontstaat als ik alleen aan tafel ga zitten, komt er ruimte voor andere verhalen. Verhalen over de wereld om mij heen, zoals ze zich aan mij alleen voordoet, direct via mijn ogen en oren binnenkomt. En dat ik dat mag verwoorden en vertalen is een intensieve, maar hele mooie nieuwe uitdaging die ik mijzelf graag stel.’
Ben je al begonnen aan een volgende roman? Zo ja, kun je een tipje van de sluier oplichten?
‘Mijn tweede roman zou alleen nog heel zijdelings over Zuidoost Azië kunnen gaan. Ik wil me niet herhalen. Het werken eraan is begonnen. Ik merk dat ik bepaalde dingen anders registreer in mijn waarneming, dat ik dingen hoor en zie die ik alvast ergens opsla. Dat is geen beslissing, het is iets wat me gebeurt. Er zit nog niets in mijn laptop hoor, maar ik heb wel in mijn hoofd een soort schriftje waarin ik af en toe wat noteer. En als ik bij momenten mijmer, dan gebeurt het voorzichtig, dan komt er een verhaal aan. Het is te pril nog om daar al veel over te zeggen!’
Auteursfoto © Jan Glas