Interview /
Karen Köhler: ‘De wereld is vol verhalen’
Fotografe, ontwerpster, actrice, toneelschrijfster en nu literair auteur – dat die kunstzinnige carrière er is gekomen sprak niet vanzelf. “Mijn vader is brandweerman, mijn moeder bejaardenverzorgster.” Op school zette Köhler zich af tegen de norm, droeg een hanenkam, wilde astronaut worden. De zoektocht naar een identiteit leidde tot een crisis: eerst wel, en toen toch maar niet naar de kunstacademie. “Ik werd bij toeval assistente bij een fotograaf van een groot weekblad. Hard werken, maar erg leerzaam.” Op haar 23e was het nu of nooit, besloot ze. Viermaal werd Köhler net niet aangenomen op een Duitse toneelschool, de vijfde maal – in Zwitserland – was het raak. “Misschien wel omdat ik onderkoeld en afstandelijk overkwam. Ik had het eigenlijk al opgegeven.”
Toneel zou het dus worden, maar na het acteren kwam toch het schrijven weer bovendrijven. Eerst toneelstukken, daarna korte verhalen. Een genre op zich, volgens Köhler. “Er wordt soms wat neerbuigend over gedaan. Onterecht volgens mij. Meesters op dit gebied zoals George Saunders en Alice Munro winnen prijzen en worden steeds breder gelezen.” En Karen Köhler zelf dus, die in Duitsland onder meer de Rauriser Literaturpreis 2015 won. Het succes heeft haar verrast. “Zo kent niemand je, een jaar later ben je schrijver op tournee, mensen maken ongevraagd foto’s, interviewers stellen de gekste vragen.” Helpt toneelervaring dan om overeind te blijven? “Als acteur kun je je verschuilen achter je toneelpersonage, als schrijver is dat moeilijker. Bij het voorlezen uit eigen werk heb ik het gevoel dat het publiek direct in mijn ziel kijkt. Het zijn toch je eigen woorden die je uitspreekt.”
Al dat succes, en dat terwijl de verhalen in eerste instantie niet eens waren geschreven om te publiceren. “Ik kijk graag naar mensen, luister naar wat ze vertellen, laat me inspireren door wat ze meemaken. Zo ontstaan in mijn achterhoofd verhaallijnen, die zich op papier uitkristalliseren.” De eerste de beste uitgeverij die ze wat stuurde, toevallig een van Duitsland grootste, wilde haar per se uitgeven. Ze ervaart het als een gelukkig toeval. “Ik ken mensen die heel interessante dingen schrijven die het steeds maar niet lukt. Misschien heb ik de tijd mee.” Gisteren heeft ze dan voor het eerst de Nederlandse editie in handen gekregen. Köhler is trots, maar vestigt bescheiden de aandacht op vertaler Gerrit Bussink. “Die heeft heel veel werk verzet om de verhalen tot in de finesses over te brengen.”
In Vuurpijlen vangen zit meer dan je zou denken. In elk van de verhalen komt een dier voor, dat weer op de door Köhler zelf ontworpen omslag gevisualiseerd is. Zelfs over de volgorde van de verhalen is nagedacht. “Het eerste, Il Comandante, over de vriendschap tussen twee terminaal zieke mensen is een binnenkomer en speelt zich binnen af. In Cowboy en indiaan, een soort gespiegelde western, zijn we nog deels binnen in auto’s en wegrestaurants.” Dan gaan we naar buiten, de wijde wereld in en volgen we dramatische ontmoetingen (Naam. Dier. Beroep.), tragische jonge levens (Poolcirkel) en gestoorde familierelaties (Familieportretten). Allemaal in verschillende stijlen maar steeds een directe, persoonlijke ik-vorm. Sommige verhalen bestaan alleen maar uit dagboekaantekeningen, teksten op briefkaarten maar die roepen de meest krachtige beelden op.
Om het misverstand maar uit de wereld te helpen: de verhalen zijn niet autobiografisch. “Bij lezingen schrikt het publiek daar soms van. Iemand heeft ‘t beleefd maar niet ikzelf, zeg ik dan. De wereld is vol verhalen, ik registreer, bewerk tot alles op z’n plek valt.” ‘Literarisieren’ noemt Köhler dat. Zo bestaat de held Bill uit het filmische Cowboy en indiaan in zekere zin echt. Hij is door Köhler gemodelleerd naar een Indiaanse dichter die ze heeft ontmoet toen ze twee jaar eerder voor het eerst in New York was. “De gebeurtenissen in Starcode Red (krankzinnige en vermakelijke avonturen op een cruiseschip) heb ik als gast van een vriend van mij die werkte op dat schip wel van dichtbij meegemaakt, maar ik ben niet de hoofdpersoon.”
Kan Köhler ons tot slot nog een Duitse schrijver aanraden? “Nacht voor het feest en Hoe de soldaat de grammofoon repareert van Saša Stanišić hebben veel indruk op me gemaakt.” Stanišić, in 1978 geboren uit een Servische vader en Bosnische moeder, is begin jaren negentig naar Duitsland geëmigreerd en wordt alom geprezen om zijn poëtische taalgebruik. En Köhlers volgende boek... weer een bundel? “Ik mocht een aantal weken in IJsland werken en daar groeide een verhaal dat denk ik een young adult-roman wordt.” We hadden het kunnen weten: Köhler slaat weer een nieuwe weg in.