Column /
Lakse schrijvers
Veel schrijvers zijn laks als het om geld gaat en ik hoor bij de kopgroep. Elk jaar kwam er wel een formulier met cijfers. Ik keek naar het eindbedrag en dacht aan de volgende vakantie. Want om een duistere reden heb ik boekengeld nooit als serieus geld gezien. Boekengeld mag op, zo snel mogelijk. Dat lukt prima als je van reizen door de Verenigde Staten houdt.
Maar als een uitgever laat is met het overmaken van de centen word ik kwaad. Omdat sommige dingen gewoon goed horen te gaan. Waarom dat kwaad worden zich niet uitstrekt tot het overmaken van geld verdiend met groteletterboeken, voorgelezen boeken, dyslexieboeken en e-boeken heb ik van mezelf nooit begrepen.
Misschien omdat ik er vanaf het begin geen wonderen van verwachtte. Gelukkig maar, anders was ik al jaren geleden bezweken aan te hoge bloeddruk of een gesprongen adertje in mijn hersens.
Over de ‘gewone’ boeken valt heel wat te zeggen en te schrijven, maar het wereldje van de buitenmodel boeken is wel uitzonderlijk wonderbaar. ‘We zouden uw boek graag in een grote letter willen uitgeven, maar u begrijpt: de markt is klein en we moeten woekeren met ons geld.’
Deze zin betekent dat de schrijver niet zal worden betaald. Omdat ik dat wel wist, zei ik altijd: ‘Voorwaarde is dat ik absoluut een exemplaar toegestuurd wens te krijgen.’ Dat is twee keer gebeurd. Voor andere boeken vol grote letters moest ik naar de bibliotheek.
Boeken voor mensen met dyslexie, hetzelfde laken een pak. Boeken die werden voorgelezen op een cd, idem dito. Boeken verschenen bij kleine uitgevers die ‘zich in de markt proberen te zetten’, nooit een cent. Ze bleken net failliet als de uitbetalingstijd aanbrak.
De grote uitgeverijen geven tegenwoordig een keurig overzicht van het aantal verkochte e-boeken, maar het heeft wel een paar jaar geduurd voor het zover was. Ik liep een keer naar een station met een collega-schrijver. Hij wees naar een uitgever. ‘Van hem krijg ik nog minstens 2000 euro, maar betalen, ho maar.’
‘Contractueel kun je dat toch afdwingen?’
‘Natuurlijk wel, maar hoeveel energie en geld gaat dat kosten? En ik weet nu al dat ik zolang de zaak loopt geen letter op papier krijg omdat mijn kop er dan niet naar staat.’
Binnen het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs maken goedwillende collega’s zich graag druk over de vraag waarom Nederlandse schrijvers niet beter worden verkocht. Met enige regelmaat krijg ik uitnodigingen voor bijeenkomsten over e-boeken, over wat we aan moeten met de piraten, over de zegeningen/ellende van Amazon, over leenrechten, of over de toekomst van het vak.
Heel nuttig, die praatsessies, maar een symposium waarin de ethiek van uitgevers aan de orde komt, kan misschien ook geen kwaad.
Deze column is ook te lezen op www.peterdezwaan.nl