Interview /
Lauren Beukes: 'Ik misluk liever dan dat ik op safe speel'
Ze vraagt meteen of we later van haar een foto willen nemen met die blitse zonnebril op, die ze de dag ervoor voor vijf euro ergens in Amsterdam op de kop heeft getikt. Lauren Beukes (1976) is nogal direct. 'Cheeky', vindt ze zelf. ''Ik ben tamelijk brutaal.'' Die vrijpostigheid brengt haar op plaatsen die voor anderen doorgaans ontoegankelijk blijken. In het dankwoord van haar laatste, onconventionele thriller Gebroken monsters maakt de Zuid-Afrikaanse schrijfster een diepe buiging voor veel mensen in de stad waar het boek zich afspeelt, Detroit. Ze liet zich in deze op sterven na dode Amerikaanse stad gidsen door journalisten, kunstenaars, medewerkers van een gaarkeuken, leerlingen van een balletschool, rechercheurs, een fotograaf en een taxidermist, oftewel een opzetter van dieren.
''Ik ben schaamteloos'', zegt ze als verklaring voor de uitbundige en hartelijke wijze waarop ze werd geholpen in Detroit. ''Mijn filosofie is: Wees brutaal, maar word geen hufter. Ik vraag gewoon aan mensen of ze me de weg willen wijzen in de stad. 'Laat me jouw Detroit zien.' Ik ontmoette er een vrouw die me wilde introduceren op haar zeilclub. Maar dat was niet wat ik wilde zien van de stad. Daarna bezocht ik met haar een pottenbakkerij en daar kwam ik een zwarte jongeman tegen. Ik sprak hem aan: 'Jij moet mijn gids zijn'. Aanvankelijk was hij verbouwereerd, maar hij wilde me rondrijden. Maar dat gebeurde wel in een lijkwagen. Die had hij geleend van de uitvaartonderneming die naast hem gevestigd was.''
''Details uit de gesprekken die ik met rechercheurs van de Moordbrigade had, komen letterlijk als dialogen terug in het boek. Het illegale feest van kunstenaars dat in het in boek voorkomt, zoiets heb ik ook in het echt meegemaakt.'' Ze bezocht ook een verlaten mannenpension. ''Het was er zo griezelig. We kwamen binnen via een kapot raam en zagen allemaal vreemde foto's op de grond liggen. Even verderop was een zaaltje waar ooit basketbal was gespeeld. De vloer stond blank met een soort groenzwarte vloeistof. Een echt duistere plek, net als in een film.''
Ze koos de failliete grootste stad van de Amerikaanse staat Michigan als locatie voor haar thriller omdat lezers daarmee een bepaald boek verwachten, zegt ze. ''Mensen zien Detroit alleen maar als een arme teloorgegane stad met verlaten fabrieken en wijken vol slooppanden. Ze denken over die stad hetzelfde als over Johannesburg. Een gehavende stad, het is een gemakkelijk cliché. Het is het ultieme decor voor fotoshoots voor hippe magazines en tegelijkertijd scharrelen er daklozen rond. Het is wél de plaats die mensen 'thuis' noemen. Het is nog steeds een stad waar grote groepen mensen wonen, met hun dromen en ambities. Het is een plek waar ze hun kinderen laten opgroeien en waar het leven gewoon doorgaat. Het is tevens een hedendaagse ruïne en dat maakt het ongemakkelijk. Zo zou het eruit kunnen zien na de Apocalyps.''
Niet onbelangrijk was de informatie die Mickey Alice Kwapis van de Detroit Academy of Taxidermy haar verschafte over het werken met dierenhuiden en de kok die haar de ins en outs over het gebruik van vleeslijm verklapte is ze ook eeuwig dankbaar. Ze verwerkte de opgedane kennis meteen in het begin van haar boek, waar een dode, zwarte jongen wordt aangetroffen van tussen de tien en zestien jaar. Zijn bovenlichaam is naakt. Of de onderkant ook onbedekt is, of voorzien van een broek 'met in de kontzak een mobieltje dat geen belminuten meer heeft', kan rechercheur Gabriella Versado niet zeggen. Want het onderlichaam van de jongen is vervangen door dat van een hert, met hoeven en al. 'Het witte pluimpje van de staart steekt als een koddig vlaggetje in de lucht', schrijft Beukes. Jongen en hert zijn aan elkaar vastgelijmd. Er blijkt een seriemoordenaar actief die in Detroit nog meer van dit soort 'kunstwerken' exposeert en Versado is er alles aan gelegen om de huiveringwekkende maniak te stoppen.
Beukes is onderweg op een Europese tournee die haar langs zeven steden in vijf landen brengt. ''Het is een uitputtingsslag'', zegt ze. ''Soms lijkt het alsof je je in een tredmolen voortbeweegt. Het is zaak om er toch ook vooral een beetje vakantie van te maken.'' Niet dat een promotietour vervelend is, benadrukt ze. ''Het is soms veel makkelijker dan het schrijven van een boek. Maar het leukste is nog het doen van research.''
Apartheid
Lauren Beukes (spreek uit: bjoekes) is geboren en getogen in Johannesburg. ''Mijn familiegeschiedenis gaat terug naar de zeventiende eeuw. Er is me verteld dat onze wortels zowel in Nederland als in Frankrijk en Noorwegen liggen.'' Ze groeide op in de jaren van de Apartheid en dat liet zijn sporen na in haar schrijven. Het vormde haar sociale geweten en maakte haar zeer bewust van de geschiedenis van haar land. ''Racisme, sociale onrechtvaardigheid, armoede, deze geesten van onze historie achtervolgen ons nog steeds. Het is een belangrijk thema in mijn werk. In al mijn boeken komen maatschappelijke vraagstukken, direct dan wel indirect, aan de orde.''
Gebroken monsters is Beukes' vierde roman, na Stralende meisjes, een thriller over een tijdreizende seriemoordenaar, Zoo City, Moxyland en het non-fictieboek Maverick: Extraordinary Women from South Africa's Past. Stralende meisjes kreeg een prijs voor beste horror, een prijs voor de beste thriller en nog een literaire onderscheiding. Zoo City werd bekroond met de Arthur C. Clarke Award voor beste sciencefictionroman. ''Ik beschrijf mijn genre graag als hybride'', grijnst Beukes. ''Ik gooi met hartelust van alles door elkaar.'' Haar jongste boek is genomineerd voor zowel een horror- als een thrillerprijs. Beukes' grijns wordt breder. ''Al die hokjes. Ik schrijf gewoon wat ik wil schrijven. Maar als je toch een etiket op Gebroken monsters wilt plakken, dan zou daar 'bovennatuurlijke thriller' op moeten staan. Het blijft zeker niet beperkt tot één genre. Ik weet dat jullie graag alles in hokjes willen stoppen, maar daar verzet ik me tegen. Ik klim er uit.''
In de kern is Gebroken monsters een boek over gezien willen worden, stelt de schrijfster. ''Het gaat over mensen, kunstenaars, die geen anoniem leven willen lijden, maar opgemerkt willen worden. ''Zowel de moordenaar als de journalist die over de zaak schrijft als de dochter van de rechercheur die een echte band met haar moeder mist. Het gaat over onze wanhopige wens om erkenning.''
Beukes wil ook gezien worden. ''Natuurlijk, dat is waarom ik schrijf. Maar het gaat er niet om dat je mij ziet, maar ik wil dat de verhalen worden opgemerkt. Ik wil dat je ziet wat ik waarneem. Ik wil waardering voor mijn creatie, voor de visie die ik heb.'' Ze vindt Gebroken monsters haar beste boek. ''De stijl is veel beter, de karakters zijn cool. Het is nog ambitieuzer dan Stralende meisjes. En dat boek had al veel pretenties.''
Strijden
Ze wil allesbehalve een formuleschrijver zijn. ''Elk boek moet anders zijn. Het is uitermate belangrijk voor mij dat ik mijn grenzen verleg, mezelf voor een grotere uitdaging stel. Ik ben liever ambitieus en dat ik daarin misluk, dan dat ik op 'safe' speel en telkens hetzelfde kunstje uitvoer.''
Humor is een belangrijk ingrediënt in haar boeken, vindt Beukes. ''Ik ben duister én grappig'', lacht ze. ''De beste horror- en misdaadschrijvers zijn allesbehalve zwaar op de hand. Sommigen zijn echt schattig. Heb jij wel eens met Ian Rankin gesproken? Hij is de meest innemende persoon die je je maar kunt voorstellen en hij schrijft over de meest donkere en huiveringwekkende zaken. Voor een schrijver zijn geloof in de mensheid en een goed gevoel voor humor onontbeerlijk. Anders is het lastig om met de duisternis om te gaan.'' Een thriller schrijven is een manier om de hedendaagse maatschappij te begrijpen, meent Beukes. ''Je gebruikt een gruwelijke misdaad om iets uit je omgeving te duiden. Een misdrijf is een barst in de samenleving en die wil je laten zien. Zelfs een 'cozy murder' op het Engelse platteland toont je waar het aan schort, waar het misgaat.''
Schrijven is strijden, is de stellige overtuiging van Beukes. ''Ik doe alles om het te vermijden, vertoon ernstig uitstelgedrag. Maar uiteindelijk is de deadline toch onverbiddelijk. Op mijn zeventiende schreef ik mijn eerste boek, een fantasy-epos, dat nóóit, maar dan ook nóóit zal worden gepubliceerd. Het ging me toen zo makkelijk af, ik zat heerlijk te typen, zonder pretenties. Nu moet ik vechten voor ieder woord omdat ik een nog beter boek wil schrijven. Ik ben zelf mijn ergste criticus. Als je prijzen wint, schept dat natuurlijk verwachtingen. Maar de hoogste verwachtingen komen van mezelf. De hoogste standaard is niet hoog genoeg voor mij.''
Beukes' vorige boek werd behoorlijk positief ontvangen. Niet in de laatste plaats door Stephen King. De grootmeester noemde Stralende meisjes 'hypnotiserend en verschrikkelijk eng. Niet weg te leggen'. ''Gaaf hè?'', zegt Beukes. ''Mindblowing. Ik zag die tweet van hem verschijnen. Ik vind het nog steeds waanzinnig. Stephen King! Ik dacht even dat iemand een verschrikkelijke grap met me uithaalde. Want een aanprijzing van King, dat kan toch niet waar zijn?!'' Beukes heeft zich voorgenomen om zich niet al te veel van Kings tweet aan te trekken. Liever negeert ze die. ''Het maakt het schrijven niet makkelijker. Nee, het wordt zelfs moeilijker.''
Net als zovele collega's wil Beukes niets kwijt over haar volgende boek. ''Het is dodelijk voor mijn energie'', verduidelijkt ze. ''Ik ben zelf nog zo nieuwsgierig naar het verhaal. Als je erover gaat praten, verras je jezelf ook minder. Maar ik ben in ieder geval klaar met seriemoordenaars. Ik denk dat ik nu wel alles heb gezegd over dit soort figuren.''
Stralende meisjes en Gebroken monsters zijn verschenen bij uitgeverij Cargo. Foto's auteur: Peter Kuijt