Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Nieuws /

Lees het winnende verhaal van de Boekenweek Schrijfwedstrijd

door Hebban Crew 30 reacties
De afgelopen weken organiseerden CPNB en Hebban een Boekenweek Schrijfwedstrijd passend bij het Boekenweekthema 'Ik ben alles'. Winnaar Telle van Beek ontvangt voor haar verhaal 'Schuld' een geldbedrag van € 1.000, twee kaarten voor het Boekenbal en een publicatie van het verhaal op Hebban en in Mezza, het weekendmagazine van AD en 7 regionale kranten. De Boekenweek is van 11 tot en met 19 maart.

Eervolle vermeldingen

Heldendom

Ben Blom

Nogmaals bedankt voor je hulp! Ik ben nu weer terug van het ziekenhuis. Kwestie van herstellen. Liefs, Sarah

Met een brede glimlach legt hij zijn telefoon op tafel. Sarah heet ze dus. Gelukkig zit alleen haar onderarm in het gips. Toen hij haar vorige week met fiets en al over de motorkap van die auto zag vliegen, had het er heel anders uitgezien. Hij was naast haar gaan zitten, had zijn jas over haar heen gedrapeerd en haar trillende hand vastgepakt. Iemand anders had zich over de bestuurder ontfermd, die al net zo in shock was.

Hij neemt een slok van zijn halflauwe koffie en pakt vervolgens het dienblad met eten vast. Nog een uur, dan kan hij even videobellen met zijn dochtertje om haar een verhaal voor te lezen en haar welterusten te wensen. Als hij op zakenreis was, deed ze altijd stiekem – dat dacht ze tenminste – een boek in zijn koffer. Meestal een boek dat ze inmiddels uit haar hoofd kon voordragen. Hij krijgt nu al een brok in zijn keel bij het idee dat ze straks met een frons van opperste concentratie de woorden zachtjes mee zal zeggen.

Dit keer heeft ze een paar boeken meegesmokkeld. Thuis denken ze dat hij een slopende, geestdodende reis langs klanten moet maken. In werkelijkheid gunt hij zich echter een week alleen in hun vakantiehuis in de Franse bossen.

Voorzichtig loopt hij de keldertrap af. Pas als hij de deur opent, begint haar hopeloze gejammer weer. 'Alsjeblieft, laat me gaan. Ik heb twee kinderen.'

Zonder te reageren schuift hij het dienblad naar haar toe, zodat ze het voedsel met geboeide handen naar binnen kan werken. Dan loopt hij terug naar boven en stuurt een appje. Graag gedaan, Sarah. Wat fijn dat je oké bent.

Een tropische verrassing

Lygia Boerleider

Zijn ogen glijden vanaf mijn kruin langzaam af naar de martelwerktuigen die men 'hakken' noemt. Hebben mannen het écht niet door dat wij het merken wanneer zij een milliseconde te lang staren naar onze borsten?

Ik krijg een lauwe, slappe vis in mijn hand die nét te lang op de Albert Cuyp heeft gelegen.

Dit is toch geen handdruk ... Deze hakken liggen in ieder geval niet naast zijn bed vanavond.

We nemen plaats, en al snel wordt de ongemakkelijke 'first-date-stilte' onderbroken door: 'Wat ... ben je eigenlijk? Iets exotisch hè?'

Exotisch? Ben ik soms een papaja? Ik staar hem enkele seconden aan. Glimmende druppels lijkend op schubben verschijnen op zijn voorhoofd.

'Ja eh, ik bedoel, kijk…'

Ik laat het visje even spartelen. Wat zal ik antwoorden?

'Moeder is Surinaams, papa is Italiaans en Nederlands. Zij zijn verantwoordelijk voor het creëren van deze raciaal ambigue tropische verrassing, maar ik lijk op geen van beiden. Verder ben ik ook Joods, en nee, ik ga niet naar de synagoge, ik ben gedoopt. Jodendom is een etnoreligie. Volgens de rest van Nederland ben ik Marokkaans, Spaans, Turks of Grieks. In mijn moederland mag ik mij geen Surinaamse noemen, die hebben geen grijze ogen en die praten niet "zo wit". Pas als er om mijn achternaam wordt gevraagd door een tante Dina, Liesbeth of Nancy, krijg ik een stempel "Sranan' uma" op mijn verbrande voorhoofd gedrukt. Ai! Eindelijk, validatie. Tuurlijk kennen zij nu mij en mijn familie! Mijn vader speelde altijd op hun erf en mijn pampers werden altijd door de tantes verschoond. 'Je was nog zó klein!’ Een met goud versierde gebruinde hand probeert de lengte van een dreumes uit te beelden. Denk ik.'

Ik zie hem afwachtend kijken terwijl hij speelt met de fruitsalade.

Noem me maar Sjoe

Wim Davidse

Ik ben nu 82. Eindelijk begin ik te vermoeden wie ik ben. In mijn jonge jaren was ik een tijdje Frits van Exter, de jongeman uit De avonden, die het leven leeg en zinloos vindt. Daarna herkende ik me in de Maarten uit Een vlucht regenwulpen, die brak met het gereformeerde geloof.

Toen ik een jaar of dertig was werd mijn blik op de wereld ruimer door het maken van een Niet begeerde reis naar Siberië met de Russische schrijver Andrej Amalrik, naar de strafkampen daar.

Ik bleef intussen toch zoeken naar God, tot Etty Hillesum omstreeks 1980 mij de richting wees: 'God is een diepe put in me, maar er zitten stenen en gruis voor',' schreef ze in Het verstoorde leven.

Met Ik ga leven van Lale Gül beleefde ik recent weer hoe het is om te leven in een verstikkend godsdienstig ouderlijk milieu. Maar ik kon me nu inleven in haar ouders, die van het Turkse platteland terecht waren gekomen in het voor hen chaotische en ongelovige Amsterdam.

Een terugblik op mijn jeugd gaf ook Rinus Spruyt, die in zijn Een dag om aan de balk te spijkeren beschrijft hoe verlegen hij vroeger was in de omgang met meisjes. Ik was toen even die Rinus.

Het einde van de rode mens van Svetlana Alexijevitsj brengt me af en toe weer terug in Rusland. Margarita Pogrebitskaja heeft haar hele leven hard gewerkt om een mooie samenleving op te bouwen en nu bleek dat ineens tevergeefs geweest te zijn. De Sovjet Unie was uiteen gevallen. Ging het nu alleen maar om geld verdienen, om een dure Mercedes te kopen?

Momenteel ben ik soms de dichter J.C. van Schagen: Ik ga maar en ben, noem me maar Sjoe, ik weet toch niet wie ik ben.

Ouderavond

Gerson Albrecht

'Gaat het?' vraag ik als ik zie dat de sigaret in mijn moeders hand al tot aan het filter is opgebrand.

'Je vader was er ook,' antwoordt ze. Haar hese stem kruipt op tegen de gegranolde muren. De asbak op de salontafel, geflankeerd door een lege wijnfles en twee afstandsbedieningen, zit vol. Ik kan het domme gebrabbel van Love Island niet uitstaan, maar dat de tv nu uit staat maakt het er niet beter op.

'En?'

'Ruzie… Ik mag lijen dat-ie dood neervalt.'

'O.'

Ze draait haar hoofd schuin omhoog en kijkt me aan. Ik zie weinig emotie in haar oogopslag.

In ieder geval weinig liefde. Boosheid? Eerder irritatie. Ze snapt toch wel dat ik mijn vader niet ben?

'De leraar was tevreden over jou,' vervolgt ze. Het klinkt brutaal. Ik verplaats mijn gewicht naar mijn andere voet. Het filter begint te stinken.

'Oké.'

'Je krijgt ook Latijns, hoorde ik?'

'Latijn, yep.'

'Ik weet eerlijk gezegd niet wat je daaraan hebt, maar het zal wel goed zijn.'

'Yep.'

'Zeg eens iets in het Latijns dan?'

Een geroutineerde hoestbui geeft mij even tijd om na te denken.

'Luctor et emergo.'

Weer kijkt ze me even aan. Weer zie ik irritatie.

'Wat betekent dat?'

Voorzichtig pak ik de opgebrande sigaret uit haar hand en leg hem in de asbak op de andere peuken. Ik kneed even haar schouders. Vel over been. 'Dat het met mij wel goedkomt.'



Over de auteur

Hebban Crew

2587 volgers
0 boeken
0 favorieten
Hebban Crew


Reacties op: Lees het winnende verhaal van de Boekenweek Schrijfwedstrijd