LEWA: Daphne las Help me! van Marianne Power
Daphne las Help me!
Hoewel non-fictie niet helemaal buiten mijn comfort zone ligt – autobiografische non-fictie kan ik met veel plezier lezen- zijn zelfhulpboeken tot nu toe niet aan mij besteed. Waarom niet? Geen interesse, te veel gezemel, dat is althans mijn vooroordeel. En dat terwijl het voor mij helemaal niet zo gek zou zijn om wat tips te krijgen over hoe je het beste zen kunt worden, zuiniger kunt leven, moet opruimen of sparen. Dus liet ik me door collega’s Lindy en Debbie overtuigen om Help me! te lezen, waarin Marianne Power vertelt hoe ze een jaar lang leefde volgens de regels van twaalf zelfhulpboeken. Volgens Debbie is Help me! veel meer een ervaringsverhaal dan een zelfhulpboek, en leest het als een roman. Daarnaast staat in hun Boekenpraat dat Power niet meegaat in de zweverigheid van andere zelfhulpboeken, maar wel een les in balans geeft. En het verhaal is volgens Lindy zowel hilarisch als emotioneel. Fijn! Hier ben ik wel voor te porren. Inmiddels ben ik heel benieuwd naar Help me!. En wie weet haal ik er wel een heleboel nuttige tips uit.
De ervaring
Het begint allemaal met een levensveranderende kater. Een ‘frontale, niet te negeren kater.’ Een kater die de weerzin, faalangst en spanning uit het leven van Marianne Power nog eens flink onderstreept. Marianne is 36 en leidt een ogenschijnlijk goed leven. Voor haar werk als freelanceschrijver wordt ze betaald om mascara’s te testen, masterclasses verleiden te volgen en kuuroorden te bezoeken. Ze heeft leuke vrienden, lieve familie en gaat regelmatig op vakantie. Maar toch voelt ze zich ‘een verloren ziel’. Terwijl haar vrienden huizen kopen en kinderen krijgen, is Marianne blijven steken in het leven dat ze sinds haar twintigste leidt. Een leven vol nutteloze Netflix-series en een hoop gezuip. Eigenlijk is ze constant ongelukkig.
Op haar vierentwintigste kocht Power haar eerste zelfhulpboek. Ze raakte eraan verslingerd en verzamelde in de loop der jaren een hele reeks aan zelfhulpboeken. Marianne las ze, maar volgde niet echt op wat erin werd opgedragen. Dat moet anders, beseft ze op die verschrikkelijke, katerige zondag. Terug naar de zelfhulpboeken, maar op een veel rigoureuzere manier.
“Het idee kreeg meteen vorm: één boek per maand, naar de letter opgevolgd, om te kijken of zelfhulp werkelijk je leven kan veranderen. Dat zou ik een jaar lang doen, dus twaalf boeken in totaal. En ik ging mijn tekortkomingen systematisch aanpakken, één per boek: geldzaken, het gepieker, mijn gewicht… En aan het eind van het jaar zou ik volmaakt zijn!”
En zo dompelt Marianne Power zich onder andere onder in Niet durven, toch doen! van Susan Jeffers, Money: A Love Story van Kate Northrup, en het welbekende The Secret van Rhonda Byrne. Met alle zelfhulpadviezen die ze uit de boeken haalt, verlegt ze haar grenzen door naakt te poseren, ziet ze haar erbarmelijke financiële situatie onder ogen (met ‘Gold Digger’ van Kanye West als ondersteunde achtergrondmuziek), springt ze uit een vliegtuig, doet ze aan stand-up comedy, spreekt ze onbekenden aan en volgt ze een ‘Fuck it’-retraite. Ze verdiept zich in engelen en in het vinden van de liefde, maar doet ook aan Rejection Therapy, naar het idee van Jason Comely. Dat houdt in dat ze zich iedere dag een keer laat afwijzen, om zo te leren dat het gevoel van afwijzing verschrikkelijk is, maar dat je er niet dood aan gaat. Bovendien krijg je vaak wanneer je ‘nee’ als antwoord verwacht, tóch een ‘ja’ te horen. 'Doe het niet!,' wil je haar toeroepen als ze weer op het punt staat keihard te worden afgewezen. Tegelijkertijd heb je als lezer waardering voor zoveel moed en durf. Ik doe het haar niet na.
De ene zelfhulpactie is succesvoller dan de andere, geregeld valt Marianne terug in oude patronen en komt de klad in haar twaalfmaandenplan, maar haar discipline om door te gaan wint het toch steeds. Ze gaat zelfs zo ver dat ze er letterlijk ziek van wordt. Door zichzelf zo hard aan te pakken, wordt ze enorm geconfronteerd met haar zwakke punten. Power krijgt klachten die horen bij een burn out en een depressie. Ze verliest de grip op zichzelf en relaties met vrienden en familie komen op scherp te staan. Beetje bij beetje beseft Marianne dat ze doorslaat in het zelfhulpplan, maar tegelijkertijd wil ze het ook afmaken.
“Mijn oude ik loslaten – de ik die verslaafd was aan werken, die het iedereen naar de zin wilde maken, erbij wilde horen… Dat voelde niet goed. Het was afschuwelijker dan ik kon uitleggen. Ik was aan dit jaar begonnen met de gedachte dat ik wilde veranderen, maar veranderen was doodeng. Als ik niet langer mijn oude ik was, wie was ik dan wel?”
Marianne noemt het jaar waarin ze twaalf zelfhulpboeken naleefde een ‘rampjaar’, waarin ze veranderde in een ‘zelfhulpjunkie’ en heel egoïstisch is geweest. Hoe wanhopiger ze naar volmaakt geluk streefde, hoe verder ze van dat ideaal afdreef. Toch heeft dit rampjaar heeft ook veel gebracht. Het heeft haar geleerd dat perfectie niet bestaat. Marianne heeft zichzelf nu geaccepteerd zoals ze is en kan genieten van het ‘leven in het nu’.
“Hoewel het niet gezond is om zo met jezelf bezig te zijn als ik dat jaar ben geweest, heeft het me wel in staat gesteld een hoop wangedachten uit mijn hoofd te verdrijven, waardoor ik eindelijk verder kon kijken dan het waas van zelfhaat dat om me heen hing, naar de mensen in mijn omgeving.”
Hoewel ik een beetje sceptisch was voordat ik dit boek ging lezen - zelfhulp kan je leven toch niet écht verbeteren?- heeft Help me! mij positief verrast. Dat komt vooral door Power’s geheel eigen toon, die zowel snedig, geestig als ontroerend is. Ik sluit me aan bij de Boekenpraat van Debbie en Lindy, dat Help me! veel meer leest als een roman dan een ervaringsverslag. Ieder hoofdstuk kent een goede opbouw, vormt een kort en persoonlijk verhaal an sich. Het boek bevat veel humor, regelmatig maakte ik de associatie met Bridget Jones. De beschrijvingen van Marianne’s grensverleggende activiteiten zijn zeer vermakelijk, en de dialogen (vooral die met haar moeder) zelfs hilarisch.
Maar Power laat niet alleen haar humoristische kant zien in dit boek, veel vaker schemert een gevoelige vrouw door die kampt met onzekerheden waar we allemaal wel wat in herkennen. Marianne is niet belerend, maar geeft je wel inzichten door de ontdekkingen die ze over zichzelf doet.
Sterk aan Help me! is dat de schrijfster zich voor elk zelfhulpboek daadwerkelijk openstelt. Ze stelt kritische vragen bij de aangehaalde ideeën, maar probeert het gedachtegoed bij elk boek ook écht te begrijpen. Verder is het fijn dat Power erop wijst dat sommige tekortkomingen een kwestie van accepteren zijn, hoe hardnekkig je ze ook probeert te bestrijden met zelfhulp. De journaliste heeft zich met dit boek enorm kwetsbaar opgesteld, en dat siert haar. Petje af.
De conclusie
‘Ja, ik vind het wel leuk,’ zei ik wat matig enthousiast tegen collega Lindy, na het lezen van de eerste hoofdstukken. ‘Maar je zou het zelf niet hebben gekozen?’, vroeg ze. Nee, ik zou dit boek zelf niet hebben gekozen. Toch ben ik blij dat Lindy me dit boek heeft aangeraden en ik dit LEWA- uitstapje heb gemaakt. Aan het begin moest ik er even inkomen, maar naarmate ik verder las werd Help me! steeds leuker en inspirerender. Ik begon Marianne Power’s schrijfstijl steeds meer te waarderen, vond meer herkenning en had echt het gevoel dat ik een roman las in plaats van een non-fictie boek over zelfhulp. Natuurlijk is Help me! niet écht een zelfhulpboek - daar waag ik me liever nog steeds niet aan - maar ik heb door deze leeservaring wel kennisgemaakt met een schrijfster waar ik meer van wil lezen. Een succes dus, deze LEWA!
Lees hier alle artikelen in de rubriek 'Lees eens wat anders in april'