LEWA: Sander las Lampje van Annet Schaap
Sander las Lampje
Lees eens wat anders is toch wel een van de hoogtepunten in de redactionele kalender van Hebban. Het is goed om deel uit te maken van de uitdaging die je je lezers voorschotelt. Ookal ben ik de laatste jaren veel breder gaan lezen (inmiddels lees ik meer dan spannende boeken alleen) is er nog genoeg onontgonnen terrein en zijn er plenty mogelijkheden om uit mijn comfort zone te stappen. Door mijn twee jonge kinderen heeft Boer Boris allang geen geheimen meer voor me en weet ik ook alles over scheetjes, windjes en poepkastelen door Scheetjesles en andere verhalen. Voor deze Lees eens wat anders-uitdaging koos ik voor een bekroond en bejubeld kinderboek voor iets oudere kinderen (en volwassenen) en betreed ik deze maand de wereld van geheimzinnige zeewezens en woeste piraten in Lampje van Annet Schaap.
De ervaring
Het LEWA-virus waart door boekenland. Ik ben op Facebook en Instagram zoveel lezers tegengekomen die al buiten hun comfortzone zijn gaan lezen. Feelgoodfans die zich onderdompelden in apocalyptische fantasy en hardcore thrillerlezers die de romantische wereld van Lucinda Riley betraden. Ik vind ‘Lees eens wat anders in april’ een van de leukste campagnes uit onze hoge hoed. En aangespoord door mijn lieve collega's op de redactie die echt vonden dat wij allemaal, dus ook chef Hebban, ‘het goede voorbeeld’ moeten geven koos ik iets lichts. Een kinderboek. Dat het niet ‘zomaar een kinderboek’ was begreep ik al door de vele aanprijzingen die ik sinds de verschijning ervan voorbij heb zien komen. Ik nam me voor om Lampje te gaan lezen, het schrijfdebuut van Annet Schaap, bekend van haar illustraties voor de populaire Hoe overleef ik?!-reeks van Francine Oomen en een groot aantal andere bekende kinderboekenschrijvers. In een interview met Hebban in 2016 vertelde ze dat ze het meest trots was op ‘de stap die ik vorig jaar genomen heb om, na er heel erg lang niet de moed voor te hebben gehad, weer zelf te gaan schrijven.’ Het boek waaraan ze werkte, zou het jaar erop verschijnen bij uitgeverij Querido, en dat was dus Lampje.
Nog niet zo lang geleden schafte ik een prachtig gebonden exemplaar van het boek aan, na de zoveelste lofzang in mijn sociale bubbel. LEWA was dus een perfecte aanleiding om het boek uit de kast te trekken en te gaan lezen.
Maar terwijl de dagen van april wegtikten zat ik verstrikt in de beangstigend realistische ambitie van China om een gooi te doen naar de ultieme wereldmacht en ondertussen stond ik te popelen om met Takkie en Laura op avontuur te gaan. Keuzestress. Een bekend probleem waarover ik al eens eerder een blogje schreef.
Maar Lampje moest echt in april en Lampje zou me al snel betoveren. Het meisje woont samen met haar vader, die vuurtorenwachter is, in de vuurtoren op een schiereiland. Omdat haar vader slecht ter been is (en het verlies van zijn vrouw, Lampjes moeder verdrinkt namelijk), steekt Lampje elke avond de vuurtoren aan. Dat is belangrijk want vlak voor de haven ligt een grote rots waar schepen in het donker zomaar tegenaan kunnen varen.
‘Maar een licht ben je niet, Lampje,’ zegt haar vader altijd als Lampje weer eens iets vergeten is en dat komt nogal eens voor.
Er zit altijd zoveel in haar hoofd: liedjes, verhalen, dingen die ze moet leren, dingen die ze wil vergeten maar toch steeds terugkomen. Als ze iets moet onthouden vergeet ze het vaak, en wat ze wil vergeten onthoudt ze maar telkens.
Als ze op een avond de laatste lucifer uit het doosje pakt om de vuurtoren aan te steken, doet ze haar uiterste best om te onthouden dat ze nieuwe lucifers moet kopen. Maar ze vergeet het en tot overmaat van ramp wordt het juist die volgende avond noodweer. En helaas voor Lampje en haar vader niet zonder gevolgen…
Lampje komt terecht in Het Zwarte Huis, een eng huis waar een monster op zolder zou wonen. Toch laat Lampje zich daar niet al te veel door van de wijs brengen. Ze heeft namelijk een plan. Ze wil naar het torentje om even naar ‘haar vuurtoren’ te kunnen kijken.
Het hart wil wat het hart wil en een vuurtorenwachtersdochterhart wil de vuurtoren zien. Dan kan een vuurtorenwachtersdochterhoofd wel verstandige dingen zeggen, maar dat helpt niet erg.
Boven ontmoet ze Edward, die geen monster is maar een jongen met een vissenstaart, die net als zij in zijn jonge leven al de nodige scheurtjes heeft opgelopen. Hun kennismaking loopt allesbehalve soepel, maar de onbevangenheid van Lampje is vertederend. En de overeenkomsten winnen het langzaam van de verschillen. Want ze hebben veel gemeen en allebei dragen ze de last van een moeilijke - bijna onmogelijke - relatie met hun vader. Een verleden dat ze niet alleen heeft gevormd tot wat ze zijn, maar ook waar ze zijn.
Weet je wat het is met vroeger, fluistert de hele wereld in haar oor. Het is voorbij.
Lampje heeft alles in huis wat een modern sprookje tot een onvervalste klassieker maakt. Het is grappig en ontroerend, spannend en soms een tikkeltje verdrietig, maar vooral ook prachtig geschreven. Annet Schaap gaat belangrijke en serieuze thema’s als verlies en onzekerheid niet uit de weg en verstaat de kunst om net genoeg woorden te gebruiken om de fantasie van de lezer de rest te laten doen.
De conclusie
Ik heb genoten van dit avontuur met de dappere Lampje. Ik kan niet wachten tot mijn kinderen oud genoeg zijn om ze dit verhaal voor te lezen.
Lees hier alle artikelen in de rubriek 'Lees eens wat anders in april'