Lidewijde leest de favoriet van... Hilly van Hassent
Hoe vertel je een collectief verhaal op een indringende manier?
Hilly van Hassent is een veellezer. Nee, dat klopt niet. Hilly is een super-turbo-veellezer. Het helpt natuurlijk dat ze boekverkoper is, maar volgens mij zit het in haar bloed. Ze koos als haar favoriet deze korte roman van Julie Otsuka, Waarvan wij droomden. Het vertelt het verhaal van Japanse ‘postorderbruidjes’ die op jonge leeftijd per boot naar Amerika vertrekken met slechts een foto van de man met wie ze ‘met de handschoen’ getrouwd zijn. Ze volgt ze zo’n ruim 20 jaar lijkt het, tot in de Tweede Wereldoorlog de Japanse mensen na de aanslag op Pearl Harbor in kampen worden gezet omdat ze opeens tot ‘de vijand’ behoren. ‘Het boek blies me omver, liet me onthutst achter, wat was er allemaal met die vrouwen gebeurd en wat gebeurde er allemaal met mij?,’ antwoordt ze als ik wil weten waarom: ‘Wat een schrijfster. Het boek zit vol met allerlei schrijftrucs en ze past allerlei stijlen toe!’
Wat Hilly meteen ook opviel was de vertelstijl – het is helemaal in de wij-vorm geschreven – met de herhalingen en opsommingen. Iedere alinea die met een bepaalde zin begint waardoor je al snel in een bepaalde cadans komt. Daarin schuilt het gevaar, volgens Hilly, dat je te snel gaat lezen ‘en dat moet niet want de kracht van deze roman is juist dat Otsuka heel veel informatie geeft en het door deze manier van vertellen des te harder binnenkomt. Er zitten zoveel ontroerende passages in.’ De oorspronkelijke titel van Waarvan wij droomden is The Buddha in the Attic. Voor beide titels is wat te zeggen, vindt Hilly. De Nederlandse sluit heel goed aan bij de schrijfstijl en de Amerikaanse is wellicht schrijnender omdat ‘het hier om ontkenning van jezelf gaat, je geloof /identiteit parkeren om te overleven. Jezelf ontkennen/wegcijferen...’ Kortom: ik wilde dit boek absoluut lezen en ben het in alles met Hilly eens.
Misschien schrikt Hilly’s opmerking ‘allemaal schrijftrucs’ sommige lezers af, maar dat is dan onterecht. Wat dit boek zo bijzonder maakt en wat meteen opvalt is die gekke wij-verteller. ‘Sommigen van ons, velen van ons, wij wisten niet, wij hadden alleen’. Ik dacht: dat gaat na een paar bladzijden wel over, dan zoomt ze in op een persoon. Maar ik had het fout en ik vroeg me af waaróm Otsuka het hele boek volhield? En hoe hield ze het dan toch boeiend? Immers met een ‘wij’ is het veel moeilijker om je te vereenzelvigen. Otsuka schrijft ongelooflijk knap en slim en dat bedoelt Hilly met die trucs.
Otsuka wilde het verhaal van een groep vertellen. Een verhaal dat bij velen onbekend is gebleven, of beter gezegd: onder het tapijt is geschoven. Enerzijds het verhaal van de immigratie van de Japanse uitgehuwelijkte meisjes en anderzijds die van de totaal onverwachte internering van de Japanners na de aanval op Pearl Harbor. Vele Amerikaanse Japanners die in de kampen kwamen, waren in Amerika geboren, spraken geen Japans meer en hadden Amerikaanse voornamen, sterker nog: velen vochten aan de kant van de Amerikanen tegen de Japanners. Maar angst was een gevaarlijke raadgever in de oorlog en van de ene dag op de andere werden ze als een gevaar gezien.
De meeste uitgehuwelijkte meisjes waren door hun familie min of meer opgegeven en uithuwelijking of verkoop aan een echtgenoot was de laatste kans voor geld te zorgen. Sommigen zijn nog maar 15 jaar, anderen zijn gescheiden, weggelopen van hun man, of zijn dansmeisjes geweest of prostituée. Allemaal denken ze dat het leven in Amerika beter voor ze zal zijn. Allemaal komen ze bedrogen uit.
Maar hoe vertel je zo’n verhaal van een hele groep? De meeste schrijvers kiezen dan vier of vijf hoofdpersonen en blijven die volgen, geven ze namen en achtergronden zodat je je helemaal kunt inleven. Dat doet Marieke van der Pol in Bruidsvlucht over drie vrouwen en een man die als bruid na de oorlog van Londen naar Nieuw-Zeeland vliegen. Of er wordt één indrukwekkend verhaal uitgekozen dat op de achtergrond de geschiedenis of het lot van het collectief heeft. Dat doet David Guterson met Ceders in de sneeuw, een spannende rechtszaakroman waar deze Japanse kwestie in Amerika als voeding voor het conflict werkt.. De romans van Amy Tan – over Chinese immigratie – vertellen meer vanuit een persoon, maar tekenen wel de lotgevallen van velen. Dave Eggers met Wat is de wat maakt van één werkelijk gebeurde tocht een roman. Dat ene verhaal staat symbool voor een hele immigrantenstroom. Hoe dan ook moet de schrijver een vorm vinden die aanspreekt, die de lezer meevoert, laat zien en voelen hoe het was. De wij-vorm is daarbij juist heel lastig omdat je níet kunt inzoomen en je kunt níet in individuele hoofden kijken. Otsuka doet dat op een slimme manier tóch. Ze somt per onderwerp op in de wij-vorm; zakelijk vaak, gruwelijk soms, onschuldig en ontroerend door elkaar. Dat werkt. Door die afstand komt het juist hard binnen. Doordat je continu weet: dit was niet één geval, dit waren vele vrouwen. Dit is wel hetzelfde verhaal, maar een met heel veel facetten, variaties, maar de een niet meer of minder erg dan de ander.
'Je moet steeds alert blijven.'
Soms verdwijnt de anonimiteit en gaat de wij-vorm over in een opsomming van individuele voorvallen met de namen van de vrouwen, al blijven het dan nog steeds allemaal korte zinnen. Van tijd tot tijd komen er in cursief zinnetjes doorheen. Letterlijke citaten, uitroepen, gedachten of ervaringen van de vrouwen, dacht ik. Totdat ik ontdekte dat dat niet altijd klopt. Soms zijn het de (hatelijke) opmerkingen die de vrouwen te horen krijgen. Zo speelt Otsuka met haar wij-vorm en dat blijft boeien. Je moet steeds alert blijven. Want naast de wij-vorm is er de hun-vorm. De hun- of zij-vorm zijn in eerste instantie de mannen die hun echtgenoten worden, maar worden later zijn het Amerikanen of hun kinderen. Wie hun is varieert per hoofdstuk. En helemaal aan het einde van het boek, haalt Otsuka nog een meestertruc uit. Als alle Japanners weg zijn getrokken, de affiches met de oproepen dat ze zich moeten melden van de telefoonpalen zijn gehaald wordt de wij-vorm opeens het verhaal van de achtergebleven Amerikanen. Die zich schuldig voelen, die de Japanners missen maar toch langzaam vergeten, die hun huizen leegroven, die zien dat anderen in hun huizen gaan wonen. En dan concluderen: ze zijn echt helemaal weg…
En toen vroeg ik mij af: wie vertelt hier nu eigenlijk echt? En dan blijkt weer de magie en de macht van de literatuur en het woord. Om zo van een bladzijde naar de ander van perspectief te kunnen wisselen dat het zo ongelooflijk hard aankomt. Want door ze op het laatst ook nog letterlijk hun stem te ontnemen, en de wij opeens vanuit de Amerikanen te laten komen maakt ze meer weg dan weg… ze zijn tot zwijgen gebracht. Het mooie is dat deze korte roman ze juist – paradoxaal – meer tot leven brengt dan welk individueel verhaal ook. Achter die twee wij-vormen zit een sturende alwetende verteller, die nergens naar voren komt, maar genadeloos ons meevoert en zonder enige sentimentaliteit laat voelen én zien. Hap… naar adem.
Het heeft lang geduurd voor Amerika aan deze Japanners excuses hebben aangeboden. Inmiddels is er een stroom boeken op gang gekomen over deze Japanse internering. Voor een groot deel zijn ze niet in het Nederlands vertaald omdat ze te specifiek zijn. Ze gaan niet allemaal over de jonge bruiden, ook slimme jonge vrouwen werden door de regering uitgekozen om in Amerika te studeren zodat zij de moderne tijd mee terug naar Japan konden brengen. Daarover schreef Janice P. Nimura in haar (niet vertaalde) boek Daughters of the Samurai. Over de kampen kun je lezen in: Lawson Fusao Inada - Only All We Could Carry.
Lidewijde Paris begon 1 september 2016 met De Lees!ambassade na haar vertrek als uitgever bij uitgeverij Nieuw Amsterdam. Ze wil het literaire lezen op een onderhoudende manier promoten. Van 1999 tot 2006 was zij uitgever van Querido en in 2007 richtte ze uitgeverij Ailantus op die 2011 werd overgenomen door Nieuw Amsterdam.
Haar boek Hoe lees ik? (2016), is een gids vol tips voor leesclubs, boekhandelaren, scholen, beginnende schrijvers en alle andere lezers. In 2018 verscheen het vervolg Hoe lees ik korte verhalen? Beide boeken werden voorzien van illustraties door Emma Ringelding.
Lidewijde's agenda
- Op zondag 2 september verzorgt Lidewijde Paris de Lees!workshop Hoe lees ik korte verhalen? met brede insteek in Boekhandel De Koperen Tuin in Goes. Klik hier voor meer informatie.
- Op zondag 16 september geeft Lidewijde Paris een workshop Hoe kickstart je je verhaal? in Theater de Omval in Diemen. Klik hier voor meer informatie
- Op zondagavond 16 september is Lidewijde Paris aanwezig bij de Anna Karenina Gala Night in TivoliVredenburg in Utrecht. Klik hier voor meer informatie.
- Op maandag 17 september gaat Lidewijde Paris tijdens het ILFU in gesprek met Paolo Cognetti over zijn documentaire over Amerikaanse schrijvers en zijn schrijverscarrière. Klik hier voor meer informatie.
- Op woensdag 19 september verzorgt Lidewijde Parijs Hoe lees ik een film? in het filmhuis in Den Haag. – Film Sir– Vooraf een of twee vragen, film samen bekijken, nabespreking. Klik hier voor meer informatie.
- Voor wie wil kennismaken met De Literatuurfabriek wordt er op vrijdag 21 september een eerste bijeenkomst van het nieuwe seizoen georganiseerd in Boekhandel De Drvkkery Middelburg. Klik hier voor meer informatie.
- Op woensdag 26 september is Lidewijde Paris in de Openbare Bibliotheek van Den Bosch om de Lees!workshop Hoe lees ik nou eens anders? te verzorgen. Klik hier voor meer informatie.