Meer dan 5,6 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Interview /

Lisette Jonkman: ‘Het verhaal is gelukt omdat ik mijn ego opzij heb gezet'

door Martijn (Hebban Crew) 2 reacties
Precies een week geleden werden voor de veertigste keer de prijzen van de Harland Awards Verhalenwedstrijd uitgereikt. Dit jaar won Lisette Jonkman met haar horrorverhaal 'De vier stadia van verval'. Hebban sprak met haar over de prijs, de labrador-schrijver, over je eigen ego heen stappen en natuurlijk haar verhaal.

Voor de Harland Awards Verhalenwedstrijd werden 200 verhalen ingezonden. Tijdens het Gala van het Fantastische Boek werd de uitslag bekendgemaakt, zowel van de Romanprijs als de Verhalenwedstrijd. Gisteren kon je al een interview lezen met Auke Hulst, de winnaar van de Harland Awards Romanprijs. Een verslag van het Gala lees je op Hebban.

Hebban redacteur Martijn Lindeboom bezocht awardwinnaar Lisette Jonkman bij haar thuis in Groningen, waar het gesprek zich onder het genot van koffie en een gebakje ontspon.

Hoe is de Dag van het Fantastische boek je bevallen?

‘Ik was te laat, maar ik ben altijd te laat en gelukkig had de organisatie daar ook rekening mee gehouden. Ik moest er om half twee zijn, maar twee uur mocht ook, als je dat even meldde. Maar ik had van niemand een telefoonnummer, dus ik heb voortdurend mailtjes via mijn telefoon gestuurd, zo van “Ik sta nu in de rij voor de parkeergarage. Ok, ik sta nu in de parkeergarage. Ik loop nu het OV in. Ik heb de tram gehaald, dus ik ben er over een kwartier. Nu ben ik uit de tram. Oh, ik ben net vijf minuten de verkeerde kant op gelopen”. Ik heb een heel mailverslag van mijn reis uitgestuurd en ’s avonds bleek dat die natuurlijk niet gelezen waren, omdat iedereen het veel te druk had met de organisatie.’

Altijd een goede reden

Dat klinkt bijna als het begin van één van jouw boeken.

‘Ja, zeker. Maar ik heb altijd een goede reden, heus. Dat gelooft natuurlijk niemand, maar mijn schrijfpartner, Martin Gijzemijter, geeft het inmiddels toe: het is echt zo. Ik heb het maar een beetje geaccepteerd. Om vier uur was het panel waar ik in zat pas, dus dat scheelde heel erg.

Ik was helemaal niet zenuwachtig voor de uitreiking, ik had niks verwacht. Dus ik zenuwde mee met Jeroen van Unen, die genomineerd was voor de Romanprijs. En ik was gespannen voor het panel, omdat in het verleden wel eens iemand akelig gedaan heeft over mijn jurylidmaatschap in 2013. Stel je voor dat er zoiemand in het publiek zit.

En daar komt bij dat ik altijd het gevoel heb dat ik door de mand ga vallen, dat mensen er achter komen dat ik een fraudeur ben.’

Dat is een bekend syndroom inderdaad: imposter syndrome of bedriegerssyndroom.

‘Ik had het er ook even met Marcel van Driel over – die het ook heeft – en hij is al zó lang bezig, dus dat stelde me wel wat gerust.’

Vet gelukkig

En toen kwam de avond: eerst won je de Paul Harland Debuutprijs en toen ook nog de hoofdprijs. Je was echt heel erg verbaasd, begrijp ik, je hebt daar zelfs een blog aan gewijd.

‘Ik weet dat mensen wel eens zeggen dat ze het niet verwacht hadden, maar het dan eigenlijk stiekem wel hadden gedacht. Dat had ik bij de Chicklit schrijfwedstrijd die ik ooit won. Maar hier absoluut niet.

Doordat ik eerder in de jury heb gezeten kon ik het wel een klein beetje inschatten, maar ik was vet gelukkig geweest met een top twintig notering. Op schrijfvaardigheid alleen schatte ik wel in dat dat haalbaar moest zijn. Martin bleef maar zeggen: “Jij bent één!”, zeker nadat ik de Debuutprijs had gekregen. Maar toen 25 tot en met 4 langs waren gekomen dacht ik: och, 30e of zo van de 200 is ook super vet. En toen had ik gewonnen, geweldig! Iedereen had ook een heel net en beheerst dankwoord en ik stond daar te bla-bla-en.’

Voor dit verhaal ben je van Chicklit naar keiharde horror gegaan. What happened?

‘Toen ik begon met schrijven in groep 7, ben ik begonnen met horror, omdat ik veel R.L. Stine las en Paul van Loon – die er nu ook was! Vorig jaar ben ik nog heel fangirly met hem op de foto gegaan en dit jaar wilde hij met mij op de foto, dus dat was een leuk stapje vooruit. Maar goed ik schreef dus horror, met allerlei monsterachtige titels en waar het vaak allemaal een droom bleek te zijn, wat ik nu een vreselijke manier van verhalen afsluiten vind.

Die heb ik toen aan mijn leraar laten lezen – aan hem heb ik mijn eerste boek opgedragen – en die zei: “Jij wordt later een groot schrijfster”. Hij heeft één verhaal gehouden en dat heeft hij me op mijn eerste boekpresentatie teruggegeven, echt heel erg cool. En dat was ook horror, het was eng en ik wilde er zelf ook graag een beetje bang van worden.

Op de middelbare school las ik Het dagboek van Bridget Jones en zag ik de film en toen ben ik een soort dagboek gaan bijhouden en dat werden verhalen. Automatisch was dat meer chicklit dan horror, want zoveel enge dingen gebeuren me gelukkig niet.

Mijn gimmick in het schrijven werd al snel grappig, soms tegen slapstick aan. Dat heeft zich doorgezet in mijn verhalen en boeken. Maar ik wilde altijd nog een fantasy- of horrorverhaal schrijven.

Dit verhaal kwam voort uit een hele rare mailwisseling waar ik ergens aan het einde in geCCd werd. Ik moest de hele tot een ruzie escalerende conversatie terugscrollen om er achter te komen wat er aan de hand was. ’s Nachts heb ik daar over gedroomd, maar toen was het heel eng. Mijn vriend heeft me toen aangeraden het op te schrijven. De eerste versie bestond alleen maar uit emails, maar dat werkte nog niet zo goed.’

Het winnende verhaal

Waar gaat je winnende verhaal De vier stadia van verval over?

‘Het gaat over Mark Bouwer, hij is op sabbatical geweest op Bali – het was toch Bali? Ja, Bali – en als hij terugkomt blijkt de huurder in zijn huis - dat niet verkoopbaar is omdat het in Höfte, Drente ligt met de huidige huizenmarkt - al drie maanden geen huur heeft betaald. Hij gaat zelf op onderzoek uit. Er blijkt heel wat meer mis te zijn dan alleen de huurachterstand.’

Naast horror ben je ook met een fantasyboek bezig, Magic Inc., samen met Martin Gijzemijter. Hoe staat het daarmee?

‘Het gaat wel goed, we hebben alleen besloten het helemaal opnieuw te schrijven, omdat we niet tevreden waren met de eerste versie. Dat was een 7 en we gaan voor een 11! Het boek heeft nog niet in de brochure van Luitingh-Sijthoff gestaan, dus we hebben nog geen deadline.

Heel anders dan Denk maar niet dat dit een liefdesliedje is, mijn nieuwe roman, waar ik nu mee in de laatste fase zit en dat al vorig jaar klaar had moeten zijn, maar goed. Dat boek gaat trouwens over een internationale rockster – Roxy – uit Nederland, die al tien jaar niet meer thuis is geweest, omdat ze daar een groot geheim heeft achtergelaten. Maar dan raakt ze overspannen en moet ze terug naar het dorp van haar ouders. En daar haalt haar verleden haar in. Het is iets ruiger dan mijn eerdere boeken.

Magic Inc. gaat over een bedrijf dat magie verkoopt als consumentenproduct. We onderzoeken wat dat doet met de samenleving. Het wordt een serie, al weten we nog niet van hoeveel boeken. Over de hoofdpersonen kan ik nog niets vertellen, dat zou teveel van het verhaal weggeven.’

Horrorplankje

Lees je zelf ook veel sciencefiction, fantasy en horror?

‘Ja, sinds ik twee jaar geleden in de jury van de Paul Harland Prijs zat, ben ik dat veel meer gaan lezen, want ik vond de verhalen vet leuk. Ik had niet verwacht dat het zó tof zou zijn. Voor kerst heb ik Dune gekregen, heel tof. Ik heb ook een horrorplankje met Lovecraft en zo.’

Wat zijn je favorieten?

‘Favorieten vind ik erg moeilijk. Veel enge boeken eindigen vaak nogal kut. Er lijkt altijd nog iets in te moeten waardoor het goede einde alsnog teniet gedaan wordt. Dat kan heel goed werken, maar meestal doet het dat juist niet.

Ik ben niet zo’n fan van Twilight – terwijl Lucy, de hoofdpersoon van mijn boeken Verkikkerd en Verslingerd dat wel is, waardoor iedereen denkt dat ik dat ook ben – maar het andere boek van Stephanie Meyer, Zielen, vond ik echt heel vet. De plotwendingen waren erg subtiel en goed uitgewerkt.

Daughter of Smoke and Bone (Dromendochter, red.) van Laini Taylor vond ik ook super vet. Het begint heel klein en wordt steeds groter, zodat het bijna niet uit te leggen is waar het over gaat. Het wordt zo subtiel opgebouwd dat je het bijna niet door hebt. Hele toffe serie. Stiekem zit er natuurlijk ook wel wat romance in, maar ja, daar hou ik gewoon van.’

Van labrador tot planner

Je hebt zelf het schrijfhandboek Schrijven kreng! geschreven. Had je daar wat aan voor je winnende verhaal?

‘Ik had er wel heel veel aan voor mezelf, om concreet te ontdekken wat mijn aanpak is.

In het begin van mijn carrière deed ik maar wat. Ik heb in het boek onderscheid gemaakt in een aantal verschillende soorten schrijvers. Bij elk boek ben ik een andere soort schrijver geweest.

Bij mijn eerste was ik de labrador: de schrijver die vet enthousiast begint, er in stormt, het allemaal leuk vindt en dan vastloopt. Als een labrador, die na de gekke vijf minuten om zich heen kijkt en denkt: “Ja, fuck, nu zit ik in de modder... waar is de bal? ... we moeten terug naar huis... waar is de baas? …”. Dat was ik bij Glazuur: gewoon gaan! Bij Verkikkerd ben ik meer gaan plotten. Dus werd ik een planner.

Daarnaast heb ik nog de willer – iemand die altijd zegt: “Ik wil een boek schrijven”, maar waarbij het meer gaat om het hebben van een boek, dan daadwerkelijk schrijven – en de ideeënfabriek – dat is iemand die constant allemaal nieuwe invallen en vondsten heeft en die ook eerdere ideeën weer laat verdringen. Martin is een ideeënfabriek.

Maar je hoeft natuurlijk niet altijd de zelfde aanpak te hebben. Ik heb dus per verhaal en boek een andere schrijfinsteek.’

Waarom is De vier stadia van verval zo’n goed verhaal geworden?

‘Dat is gelukt omdat ik mijn ego opzij heb gezet. Als ik vast had gehouden aan mijn originele idee, dan was het nooit zo goed geworden als het nu is. Ik heb de eerste versie naar Martin gestuurd en hij vroeg of ik echt zijn oprechte mening wilde horen. Daar moest ik wel even over nadenken, want het is best wel eng als mensen écht eerlijk gaan zijn over wat je geschreven hebt. Daar heb ik bewondering voor als anderen dat kunnen, want zelf durf ik dat vaak niet. Maar ik heb het aangedurfd en hij adviseerde me de vorm van het verhaal om te gooien. En dat kwam aan, want dat was de basis van het verhaal, de aanleiding om het te schrijven. Dat vond ik wel even een dagje moeilijk, maar de volgende dag werd ik wakker en toen dacht ik, als ik er een goed verhaal van wil maken, dan moet ik ook gewoon over mezelf heen stappen wat dit betreft. Dus je moet soms gewoon je ego loslaten.’

Dat is een mooi advies aan andere schrijvers. Heb je nog meer tips?

‘Neem jezelf niet zo serieus, maar wat je schrijft juist wel. Eigenlijk ben je als schrijver niet het belangrijkste, het verhaal is waar het om gaat. Daar mag je heel serieus over zijn, maar jij als persoon, hè…

Heb je research voor dit verhaal gedaan? Of kende je zo’n huis?

‘Met mijn moeder verhuisde ik in mijn jeugd naar Annermoeras – ja dat heet echt zo – het was ooit een dorp, maar nu is het alleen nog een straat. Daar woonden we in een oude, vervallen boerderij, waar eerst een jaar in geklust moest worden. De kelder van het bijgebouw was creepy, de trap stond op instorten en in de kelder stond hier en daar water, het rook heel muf en vies. Dat was heel veel input voor mijn verhaal. De kruipruimte was het engst. Ik was nieuwsgierig, dus ik ben er ingegaan, maar dat nooit meer, what the fuck!

Daarnaast heb ik onderzoek gedaan naar het dorpje Höfte, waar het verhaal speelt – ik wilde het niet in Annermoeras laten spelen, dat was net wat te dichtbij – en dat bleek een perfecte setting. Allemaal vetes, het verhaal van een vloek op het dorp, omdat er zoveel mensen dood waren gegaan, perfect dus, precies het dorp dat ik zocht.’

Wat zijn je plannen met de prijs?

‘Ik wil het graag laten vertalen en ik ben aan het bekijken wie dat moet gaan doen.

En verder boeken kopen… al is dat niet echt nodig en ik heb er al heel wat. En we verhuizen nog wel eens en dan moeten al die boeken weer ingepakt worden… Maar boeken kopen dus.’

 



Over de auteur

Martijn (Hebban Crew)

564 volgers
1078 boeken
33 favoriet
Hebban Crew


Reacties op: Lisette Jonkman: ‘Het verhaal is gelukt omdat ik mijn ego opzij heb gezet'

 

Gerelateerd

Over

Lisette Jonkman

Lisette Jonkman

Lisette Jonkman (1988) is journaliste, fanatiek blogster en schrijft al haar hel...

Martin Gijzemijter

Martin Gijzemijter

Martin Gijzemijter (1979) is een Nederlandse journalist, auteur en songwrit...