Literaire prijzen omarmen 'PolderSF'
In de wondere wereld van de Nederlandse literatuurprijzen was het sinds mensenheugenis zo’n beetje uitgesloten dat een speculatief boek (sciencefiction, fantasy, horror) kon winnen. Dan laat ik natuurlijk De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch – dat in 2007 door NRC-lezers tot het beste Nederlandstalige boek aller tijden werd uitgeroepen – buiten beschouwing, want dat dat een fantasyboek is, is nog steeds geen algemeen aanvaarde wijsheid. En overigens: al werd het wel genomineerd voor de AKO Literatuurprijs (nu de Boekenbon Literatuurprijs), feitelijk won het geen van de grote literatuurprijzen.
Toen werd het 2019 en won Rob van Essen de Libris Literatuurprijs met de sciencefictionroman De goede zoon. In 2024 is het helemaal raak: Van Essen wint de prijs nogmaals met zijn tijdreisroman Ik kom hier nog op terug en Esther Gerritsen wint de Boekenbon Literatuurprijs met de sciencefictionroman Gebied 19. Is er iets aan het verschuiven? Wordt sciencefiction salonfähig? Of is het mengen van genre-elementen en literatuur aan een opmars bezig, net zoals in de rest van de wereld? Of leven we in de toekomst en is een roman tegenwoordig per definitie sciencefiction, met de huidige stand van zaken rond technologie, wetenschap, AI en ruimtevaart?
Wat is speculatieve fictie?
Tegenwoordig worden de genres fantasy, sciencefiction, horror, magisch realisme en aanverwanten vaak onder de kop 'speculatieve fictie' gevangen. Handig daaraan is dat het dezelfde afkorting heeft als sciencefiction en toch los staat van het pulpstigma dat dit genre van oudsher heeft. In Hoe schrijf je fantasy en sciencefiction? omschrijven we de twee hoofdstromingen van het speculatieve genre als volgt:
'Fantasy: vaak spelend in een alternatieve wereld, waar magie of fantastische wezens een belangrijk ingrediënt vormen. Sciencefiction: doorgaans spelend in een toekomstige wereld, waar technologie – verzonnen of geëxtrapoleerd – een belangrijke rol speelt.'
Speculatieve fictie kent een enorm spectrum aan subgenres en 'puurheid'. Zeker buiten Nederland wordt het steeds normaler en zelfs gebruikelijker om speculatieve elementen te gebruiken in wat als literaire fictie wordt beschouwd. Maakt dat een boek dan direct SF (in de zin van speculatieve fictie)? Daar verschillen de meningen over, zowel onder liefhebbers van SF als bij de haters. Puristen uit de speculatieve hoek vinden dat literaire schrijvers die zich aan speculatieve elementen wagen zich vaak onvoldoende in het veld en het onderwerp verdiepen en daarmee de naam SF niet waardig zijn. Andersom is er aan de literaire kant van het spectrum – zeker onder recensenten – vaak kritiek op de elementen die als niet realistisch worden beschouwd en wordt SF als een stempel van minderwaardigheid gebruikt. Hoe het ook zij: speculatieve fictie kun je puristisch benaderen en dan heb je een helder omlijnd veld van overduidelijke fantasy, sciencefiction en horror, of je kunt breder kijken en ook alle verhalen erbij betrekken waarin zaken gebeuren die (nog) niet kunnen. Gebied 19 en Ik kom hier nog op terug vallen overigens beide ruimschoots binnen het sciencefictiongenre, dus daar hoeft geen discussie over te zijn.
Speculatieve fictie in de wereld
Amerikaanse en Britse speculatieve fictie is, zeker in Nederland, het meest bekend en wordt vaak als de gouden standaard gezien. Zo zeer zelfs dat veel niet-Angelsaksische auteurs – en zeker ook Nederlandse – hun verhalen langs die culturele basislijn uitwerken, of zelfs hun verhalen plaatsen in Londen of New York. Maar meer cultureel diverse verhalen zijn in opkomst. Natuurlijk kennen we al heel lang de magisch-realistische stroming uit Zuid-Amerika, met de Argentijnse Jorge Luis Borges en de Colombiaanse Gabriel García Márquez als twee grote namen. Maar ook in Azië, Afrika en zelfs continentaal Europa beginnen steeds meer eigen stemmen op te komen.
Shehan Karunatilaka uit Sri Lanka won de Booker Prize met De zeven manen van Maali Almeida (fantasy), Cixin Liu uit China won de Hugo Award voor Het drielichamenprobleem (sciencefiction) en Paul Lynch won met het zeer Ierse Het lied van de profeet (een dystopie) de Booker Prize, om er maar een paar te noemen. En Wole Talabi uit Nigeria werd voor vele prijzen genomineerd voor Shigidi and the Brass Head of Obalufon.
Typisch Nederlandse speculatieve stromingen zijn er inmiddels ook: het zogenaamde Ziltpunk (bedenker Tais Teng omschrijft het als 'grootse sciencefictionideeën gemengd met onvervalst Hollands Glorie. De zee, dijken, windmolens, handelsgeest en bombastische megatechnologie') en de boeken die we in dit artikel bespreken (verhalen die speculatieve elementen vermengen met typisch Nederlandse literaire onderwerpen).
Oer-Nederlandse SF
Naast Van Essen en Gerritsen zijn er meer Nederlandse auteurs die expliciet SF schrijven, of veel speculatieve elementen gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan Auke Hulst, die voor De Mitsukoshi Troostbaby Company (sciencefiction) genomineerd werd voor de Libris Literatuurprijs en eerder al twee genreboeken schreef: Slaap zacht, Johnny Idaho (sciencefiction) en En ik herinner me Titus Broederland (fantasy), die beide de Harland Award Romanprijs wonnen. Andere goede voorbeelden zijn Hanna Bervoets (onder andere Efter, Fuzzie, Een modern verlangen), Aafke Romeijn (Concept M, 7B), Adriaan van Dis (KliFi) en er zijn er meer.
Toch worden deze auteurs en boeken eerder tot de literatuur gerekend dan tot de speculatieve fictie. Dat komt omdat ze eigenlijk allemaal uit de literaire traditie voortkomen en zich ook bedienen van de traditionele onderwerpen van de Nederlandse literatuur, zoals de stream of consciousness-overdenkingen over het – ondanks de speculatieve elementen – vrij normale, doorsnee leven van de personages, vaak met jeugdtrauma’s, ontzuilingsworstelingen, oudercomplexen, angst voor verandering, maatschappelijke status, seksuele geaardheid et cetera als focuspunt. Kortom: wat niet-literatuurliefhebbers vaak 'navelstaarderig' noemen.
Boekenbon Literatuurprijswinnaar: Gebied 19
Esther Gerritsen
De wereld van Tomas staat al op de eerste bladzijde van het boek op zijn kop, want zijn vrouw is verdwenen en al snel blijkt het grootste deel van de wereldbevolking verhuisd te zijn naar een andere planeet. En kennelijk wist iedereen daarvan, behalve Tomas! Zijn zoektocht naar hoe dit allemaal in elkaar zit, voert hem door de vreemde nieuwe wereld van de halflege aarde, door zijn herinneringen en gevoelens, maar ook naar die andere wereld, lichtjaren verderop. Een duizelingwekkend, maar zeer Nederlands verhaal dat dwars door de genreconventies van zowel SF als literatuur snijdt.
LEES VERDER / Esther Gerritsen wint met Gebied 19 de Boekenbon Literatuurprijs 2024
Libris Literatuurprijswinnaar: Ik kom hier nog op terug
Rob van Essen
Rob is journalist en als hij een uitnodiging krijgt om naar Amerika te komen om een tijdmachine uit te proberen, gaat hij natuurlijk. De reis is al bijzonder: hij stapt op Schiphol in een soort dixi en aan de andere kant stapt hij uit in Los Angeles. Daar krijgt hij de mogelijkheid om een fout uit zijn verleden te herstellen. In typische Van Essen-stijl gaat hij terug naar zijn studententijd om G.B.J. Hilterman veilig thuis te brengen. Alleen verlopen – uiteraard – zijn pogingen niet zoals verwacht. Een puur sciencefictionidee (tijdreizen) wordt op humoristische en filosofische wijze gekoppeld aan zeer Nederlandse literaire onderwerpen, zoals jeugdtrauma, geloof en spijt, wat een bijzondere mix oplevert.
LEES VERDER / Is Ik kom hier nog op terug jouw favoriet, lees dan ook deze boeken!
Maar maakt die oer-Nederlandse insteek deze boeken dan géén speculatieve fictie? Natuurlijk zijn ze dat wel! Dat het tijdreizen in Ik kom hier nog op terug gebruikt wordt voor een herbeschouwing van de studententijd van de hoofdpersoon, compleet met jeugdherinneringen, complexe verhoudingen tussen vrienden en vele overdenkingen, wil niet zeggen dat het niet een tijdreisverhaal is. En dat onduidelijk blijft hoe de wetenschap achter het verhuizen naar een andere planeet in elkaar zit, maakt Gebied 19 niet minder een sciencefictionboek. Maar ze horen wel tot een apart subgenre, dat naast de traditionele speculatieve subgenres valt. Ja, Gebied 19, Efter, Concept M, De Mitsukoshi Troostbaby Company en Ik kom hier nog op terug zijn SF en ja, zij zijn ook literatuur. Dat samen maakt ze tot een typisch Nederlands subgenre van de speculatieve fictie, dat ik graag 'PolderSF' zou willen noemen.
Dit verklaart ook waarom veel Nederlandse schrijvers en fans van speculatieve fictie deze boeken, deze schrijvers en dit subgenre niet als 'echte SF' beschouwen. Het zit wat hen betreft te dicht bij de ouderwetse Nederlandstalige literatuur en sluit daarom niet goed aan bij de veel verbeeldingskrachtiger toekomstbeelden, alternatieve werelden en buitenaardse samenlevingen die de traditionele SF-beleving vormgeven. Ook verklaart het waarom dit soort boeken – en niet de volmondige sciencefiction en fantasy van bijvoorbeeld Paul Evanby, Adrian Stone of Tais Teng – de literaire prijzen winnen.
PolderSF is net zo’n overgangsgenre als magisch realisme en sommige dystopieën dat zijn: dicht bij de (literaire) werkelijkheid, maar met een flinke poot in de speculatieve klei. Dat maakt het interessant voor zowel de literaire lezer die niet bang is voor nieuwe concepten, als de speculatieve lezer die openstaat voor een bredere opvatting van het genre. Daarmee is SF en het gebruik van speculatieve elementen zeker aan een opmars bezig in het Nederlandse taalgebied. Maar zolang er een scherpe afbakeningen blijft bestaan tussen wat als 'literatuur' en 'genre' (waaronder ook bijvoorbeeld thrillers vallen) wordt beschouwd, zal een subgenre als PolderSF voorlopig als enige van de speculatieve genres kans maken op de literaire prijzen. De rest van de wereld loopt op dat gebied een stuk voorop, maar dit is zeker een stap in de goede richting.
PolderSF
Een subgenre van zowel literatuur als speculatieve fictie, dat oer-Nederlandse literaire onderwerpen, zoals onder andere jeugdtrauma’s, ontzuilingsworstelingen, oudercomplexen, angst voor verandering, maatschappelijke status en seks(uele geaardheid), koppelt aan expliciet speculatieve elementen, zoals tijd- en ruimtereizen, futuristische technologie, andere samenlevingen en toekomstvisies.